Quitenlflnft. H 4J vorigen jaars tot u sprak, mijne heeren, heeft zich niet bevestigd. „Onverwachte gebeurtenissen hebben liet gevolg ge had dat de belangrijke werkzaamheden, waarvan ik toen gewaagde en die zich, naar aanleiding van den inhoud van 's konings troonrede, ook voor deze kamer deden vooruitzien, zijn gestaakt geworden, terwijl de aan mij opgelegde taak wederom veel eerder dan ik had kunnen verwachten is geëindigd. „Wat de aanleiding tot dit alles was, mijne heeren is u allen overvloedig bekend; onnoodig zou het zijn daarvan thans te gewagen. „Voorzeker, mijne heeren, deelt gij in mijn wensch, dat de spanning die tusschen éen tak der wetgevende macht en de verantwoordelijke raadslieden der kroon is ont staan, spoedig moge voorbijgaan en dat zij weldra zal worden vervangen door een ongestoorden en meer regel- matigen voortgang van wetgevenden arbeid, waartoe gemeen overleg van de volksvertegenwoordiging met Zr. Ms. regeering, volgens onze grondwettige instellin gen, onontbeerlijk is. „Mocht daardoor teweeg worden gebracht het meer spoedig tot stand brengen van zóóveel dat algemeen gewenscht en verlangend wordt tegemoet gezien en wat .strekken kan tot verwezenlijking van datgene waarvan het meeste heil on voordeel voor liet vaderland is te wachten. „Gaan wij intusschen voort, mijne heeren, met ijver en belangstelling te volbrengen wat van ons zal worden gevorderd. „Wilt mij weder als uwen voorzitter met welwillend heid ontvangen en te zamen met mij verrichten wat wij zullen vermeenen tot bevordering van het algemeen belang te kunnen strekken. „Behage het Gode ons te vergunnen onze werkzaam heden tot lioil van koning en volk te volbrengen en het werk der staten-generaal in deze tweede vergadering met Zijnen rijken zegen te bekroonen „Ik heb gezegd." De voorzitter heeft daarna mededeeling gedaan 1°. van berichten, door de heeren van Sasse van Ysselt, de Dieu Fontein Verschuer, van Weel, van Kessenich en Viruly ingezonden, dat zij verhinderd worden de ver gadering hij te wonen2°. van een aantal besluiten en bescheiden, waarvan de inhoud reeds hij de tweede kamer is bekend geworden, o. a. van de ontvangst der diplomatieke bescheiden hetreifende LimburgLuxem burg; 3». vau de ontvangst der laatstelijk bij de tweede kamer aangenomene wetsontwerpen. Tot leden der commissie voor de verzoekschriften zijn door den voorzitter benoemd de heeren van Kessenich, van der Lek dc Clercq, van Weel, van Rhémen en Ver schuer en tot leden der commissie voor de stenograpliie, de heeren Blankenheijm, van Eysinga en Hartsen. Nadat de afdcelingen waren hernieuwd, is de openbare vergadering' gesloten. Zitting van Donderdag 16 April. Benoeming voorzitters en onder-voorzitters afdeelingenbenoeming rapporteurs aan de orde stellen wetsontwerpeubenoeming leden huishoudelijke commissie. Tot voorzitters der afdeelingen zijn benoemd de hee ren Cost Jordens, Blanltenheim, Messchcrt van Vollen hoven on Dnymaer van Twist; en tot onder-voorzitters de heeren van Nispen van Pannerden, van der Lek de Glereq, Schimmelpenninek van der Oije en van Swinderen. De heeren van Beeck Vollenhoven, Rah lissen, Smit en Dnymaer van Twist zijn benoemd tot rapporteurs over de Indische begrooting voor 1868. Morgen te 2 uren worden behandeld de ontwerpen 1. verstrekkingen voor het departement van oorlog; 2. naturalisatiën 3. en 4. verandering der grenzen van de gemeenten Haarlemmerliede on Spaarnwoude en Slo ten, en van de gemeenten Oostzaan en Wijdewormer. Zaterdag te 11 uren zullen behandeld worden: 1. de Indische begrooting voor 1868; 2. wijziging dier begroo ting over 18673. bekrachtiging van een crediet boven die begrooting. Tot leden der huishoudelijke commissie zijn herbe noemd de heeren van Nispen tot Pannerden en van Beeck Vollenhoven. Algemeen overzicht. In Frankrijk heeft, met het oog op deoorlogsgeruchten, thans ook de officieel© waarheid door EdoUard Laboulaye in zijn Prince-Caniché zoo geestig geridiculi seerd zich, bij monde van den minister Baroche, uit gesproken. De Fraiische regeering wapent zich' wel op ontzaglijke wijze „om op alle eventualiteiten to zijn voorbereid, doch zoekt geen oorlog en is overtuigd dat niemand haar den oorlog zal verklaren." Maar dat is een leugen, of althans eene ongerijmd heid zou de Prince-Caniclie ook hieromtrent zijne moeder, de koningin-weduwe, hebben toegeroepen. Als wij geen oorlog willen en niemand ons den oorlog zal verklaren, waartoe dan die krijgstoerustingen? En de koningin type van gemoedelijk- zachtzinnige politieke vormen antwoordde met een glimlach„Ge bruik toch dat hoogst onvoegzaam woord „„leugen" niet. In de politiek is er waarheid noch leugenalles is conventie als in de comedie. De Gobemouclies het volk waarover de Prince-Caniche regeert verlangen niet dat men hun de waarheid zegt; zij zijn hang daarvoor; zij willen dat men hen amuseert. Het is waar, men moet de waar heid zeggen aan zijn medemensch, maar wat het volk betreft, dat is wat anders. Het volk is een kind; men bedriegt het in zijn eigen belang, opdat het zich rustig houde en gehoorzame." Wat overigens de vredelievende ministerieele taal te Bambouillet aangaat, moet daaraan te minder gewicht worden gehecht, omdat de heer Baroche geen verant woordelijk raadsman der kroon is en alleen de wil des keizers ten slotte de politieke gedragslijn bepaalt, welke de regeering op eenig gegeven tijdstip volgen zal. De redevoering van Rambouillet zegt de hoofdredacteur van le Temps ontleent geenerlei waarde aan de betrek king van den minister Baroche. Als wij een ministerie hadden, hetwelk een eigen politiek bezat, hetwelk door die politiek aan het bestuur was gekomen, dan zou men tot eene andere conclusie kunnen geraken. Thans hebben wij zulk een ministerie niét, en als wij morgen in oorlog zijn, zal zijne excellentie de minister Baroche niettemin voortgaan met vrederechters te benoemen en kerken in te wijden, ten spijt zijner rede van Rambouillet. Vandaar dan ook dat de verzekeringen van dien minis ter wellicht tijdelijk een gunstigen indruk op het groote publiek zullen maken, maar dat eenig nadenken spoedig het onbeteekenende daarvan zal doen inzien. Meer dan alle regeerings-plirases zou eene ontwape ning van Frankrijk gunstig werken op het gebied van handel en nijverheid, waarop thans eene algemeene malaise valt waar te nemen. Geruchten verzekeren dat over zulk eene ontwapening tusschen Berlijn en Parijs zou worden onderhandeld, doch de bevestiging dier geruchten blijft nog ontbreken. Overigens beweert men en deze bewering is weder het zeer natuurlijk uitvloeisel van den politieken toestand dat er sprake zou zijn van een congres. De Russische ambassadeur bij het Fransche hof, de heer von Budberg, heeft zijn ontslag uit die betrekking aangevraagd en, volgons het dagblad la France, reeds ontvangen. Men wil dat deze aanvrage om ontslag in ver band staat met eene zeer scherpe woordenwisseling, eenigen tijd geleden tusschen den ambassadeur en zeke ren heer von Meyendorff gevoerd aan het spoorwegstation te Verviei-s, naar aanleiding waarvan door de dagbladen toen, op verzekering van den heer von Budberg naar het schijnt, werd medegedeeld dat de heer von Meyendorff aan vlagen van krankzinnigheid lijdt, eene mededeeling, welke door laatstgenoemden in een paar Londensche dag bladen met geneeskundige verklaringen werd wederspro ken. Do vijanden van den heer von Budberg in de Russi sche kringen te Parijs zouden voorts deze scène hebben geexploiteerd, om den ambassadeur in eene onhoudbare positie te plaatsen. Wat hiervan zijn moge, zeker is het dat de heer von Budberg Woensdag in de nabijheid van Munchen met den heer von Meyendorff heeft geduelleerd en daarbij eene lichte wonde ontving. Na Frankrijk, Engeland, België en Zwitserland hebben ook Spanje en Italië thans hunne grèves onder de fabriek arbeiders. Met name te Bologna on te Barcelona hebben ongeregeldheden plaats gehad. In laatstgenoemde stad heeft de gewapende ihacht clë samenscholingen met ge weld uiteengedreven. Overigens is Cataloniëin staat van beleg verklaard. Berichten uit Florence aan de Köln. Zeitung melden dat de aan koning Victor Emmanuel's dynastie vijandige fractie besloten schijnt om de aanstaande huwelijksfeesten te verstoren. Reeds hebben er pogingen plaats gehad om de toebereidselen voor een groot vuurwerk in brand te steken, terwijl ook te Turijn het amphitheatcr op het Cavour-plein van dergclijken toeleg bijna het slachtoffer is geworden. In het algemeen acht het publiek dan ook, met het oog op den ongunstigen toestand van het financiewezen, het oogenblik weinig geschikt voor der gelijke feesten waarbij men zich een aantal dagen voor uit bezig houdt om in weinige uren een betrekkelijk aanzienlijk gedeelte van de opbrengst der belastingen in vuurwerk-rook, patronen, illuminatie-licht en feestmalen te doen verdwijnen. Het hof schrijft dc berichtgever der Köln. Zeitung, alsof dit iets zeer buitengewoons warebemerkt echter van deze stemming der bevolking niets. Omtrent de onderhandelingen tusschen Denemarken en Pruisen bevat de Dagbladet weder een in het Fransch geschreven hoofdartikel, waarin wordt bevestigd dat deze niet afgebroken zijn, maar zonder hoop óp goeden uitslag slepende worden gehouden, terwijl de Pruisische voorstellen voor de Dcensche regeering geheel en al onaannemelijk zijn. Denemarkenzoo verklaart de Dag» blad et vertrouwt Slechts op de toekomst. Het blad zegt echter niet of dit vertrouwen misschien ook ge rechtvaardigd wordt door het resultaat der reis van den minister van oorlog naar keizer Napoleon III. Onder de door de Engelsche regeering voorgenomen maatregelen om de Iersche bevolking, zoo mogelijk zon der wegneming harer billijke hoofdgrieve: de Iersche staatskerk, gunstiger voor Engeland te stemmen, be hoorde ook een bezoek van den prins en de prinses van Wallis aan Dublin. Deze zijn eergisteren in de Iersche hoofdstad aangekomen en met het gewoon ceremonieel, ook van de zijde der bevolking, ontvangen. Omtrent de krijgsbedrijven der legers van Brazilië en Paraguay zijn weder berichten ontvangen, waaruit schijnt te blijken behalve het overdrevene der verzekeringen van heide partijen dat de laatste voordeelen door de Braziliaansche marine in vereeniging met het leger behaald niet zoo gewichtig zijn, als aanvankelijk werd o ndersteld en dat die overwinningen in allen gevalle nóg geen einde zullen maken aan den oorlog", welke r eeds zoo lang, tot nadeel ook van den Europeeschen handel, tusschen heide rijken heeft geduurd. Graanmarkten enz. Oostburg 15 April. Puike nieuwe tarwe ƒ15 a 15.25; gemeenere en blauwe dito 12 14.75. Nieuwe Zeeuw- Sche rogge 11 k 11.25. Nieuwe wintergerst 7.25 a 8.25. Dito zomergerst 7 a 7.50. Haver (voer) 4.50 a 5.50. Paarclenboonen 9 ti 9.50. Groene erwten 9 a 9. 50. Middelburg 16 April. De prijzen zijn bijna als de vorige week gebleven, uitgenomen puike Zeeuwsche t arwe die 15.50 gold. Dito Walchersche zomergerst die ƒ7.75, en dito Walchersche wittehoonen, die ƒ14.25 per mud zijn gekocht. GEMIDDELDE MARKTPRIJZEN. Middel prijzen van bakhare tarwe ƒ15.60 en rogge 11.50. Aardappelen 3.90 a 4.10 perNed.Mud. Versche boter 1.25 a 1.35 per Ned. pond. Prijzen van effecten. Amsterdam 17 April 1868. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2+ pet. 53* dito dito dito 3 V 63+ dito dito dito 4 V 85^ Aand. Handelmaatschappij r> 134# België. Certificaten bij Rothschild 2* n 55fV Rusland. Ohligatiën 1798/1816 5 V 92* Certific. Hope Co 4 n 63+ Oblig. dito 1855, 6e serie 5 n 72* dito dito Leening 1860 4 n 77-j dito ƒ1000 1864 5 n 85+ 6 V Aand. spoorweg r> 189 Oblig. 1000 1866 5 84 5 V 201* Polen. Schatkistöbligatiën 4 ri 61# Oostenrijk. Obligatiën metalliek 5 n 45 H dito 1847/1852 2* n 22* dito rente Amsterdam 5 r> 61* 5 n 55* dito fr. 500 1865 n 61+* 5 r» 5ÖtV 3 700 Italië. Leening 1861 5 43* Spanje. V 34 W Amortisable schuld n Portugal. Oblig. 1856—1862 3 n 38 f* Griekenl. n 10* Turkije. 5 32* Amerika. dito Veréenigde Staten (1882) 6 75+ dito Illinois 7 dito St.Paul Pac. Spw. 2e sec. 7 n 51* dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec.(p) 7 n 52 dito dito geconsolideerde 7 n 30+ dito dito debentures 8 n Brazilië. dito 1852/63 41 5 n •n 73* Mexico. dito 3 n 14* Grenada. dito afgestempeld V 13+ V enezuela. 2 n 10 4 pet. Rusland 1867 62 miU^pet. oude MetalHeken 45 j pet. 5 pet. Amerik^ltlós^tr li?"7^80 pet.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 3