üHtittmtanö. Amerika. VerkoopEngen en aanbestedingen. Gisteren avond is alhier ten verkoop aangeboden een huis, erf en tuin, aan den ouden Veerschen weg, wijk T no. 50. Verkocht voor/1851. Thermometers tand. 3 April, 's av. 11 u. 46 gr. 4 's morg.7 u. 43 's midd. 1 u. 62 gr. Staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 3 April. Voortzetting discussiën Indische hegrooting idem aangenomennitstel discussiën staatsbegrooting. Bij de voortzetting der behandeling van de artikelen der Indische begrooting (hoofdst. II, uitgaven in Indië) kwam het eerstin beraadslagingafdeelingVIll (departe ment van oorlog). De heeren Nierstrasz, Storm van 's Gravesande en de minister van koloniën bespraken het verdedigingsstelsel van Indië en de uitbreiding van het Indisch leger. Uit de discussiën bleek dat de ver betering van het verdedigingsstelsel een onderwerp van onderzoek uitmaakt. Ook de post voor kosten van expeditiën werd in ver schillenden zin besproken, doch ten slotte, na verdediging door den minister en de heeren Fransen van de Pntte en Storm van 's Gravesande, aangenomen. Op de onderafdeeling geniewerkon, uitgetrokken voor 2,232,199, was door den lieer W. van Goltstein als amen dement voorgesteld den postte verminderen met ƒ324,561, en zulks om de nieuw voorgedragen werken, die niet volstrekt noodzakelijk zijn, weg te laten. Na eenige dis- cusi iewerd dit amendement aangenomen met 54 tegen 17 stemmen. Ook over de IXC afdeelingmarine, werden algemeene discussiën gevoerd, waarbij door de ministers van marine en koloniën werd verklaard dat op Soerabaya proeven worden genomen met het bouwen van stoomschepen van djattihout; dat aldaar eene inrichting gevestigd zal wor den tot het-vervaardigen van pantserplaten; en dat het voornemen bestaat de hydrografische inrichting in Indië naar hier over te brengen. Na aanneming der verschillende onderafdeelingen, werd verworpen een artikel betreffende de toepassing der begrooting van 1867 op sommige reeds gedane uit gaven. Het geheele hoofdstuk II wordt aangenomen met 56 togen 17 stemmen. Hierna is ook aangenomen hoofdstuk I, waarin de bijdrage voor Nederland thans bepaald is op ƒ11,305,869. De wetten op de middelen zijn mede met algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens zijn zonder beraadslaging aangenomen de wetsontwerpen: 1. tot wijziging der begrooting van Ned. Indië voor 1867en 2. bekrachtiging van een dooi den gouverneur-generaal geopend crediet. Hierna werd door den heer Storm van 's Gravesande het voorstel gedaan de behandeling der staatsbegrooting- uit te stellen tot na het Paasch-reces. Dit voorstel was gemotiveerd door den weinigen tijd dien de kamer nog had vóór het Paaschfeest en ook omdat liet te wachten was dat de discussiën thans niet met de noodige kalmte zouden worden gevoerd. De heeren Fokker en Fransen van de Putte bestreden dit voorstel. De eerste omdat naar zijn oordeel het land in nood verkeerde, door inwendig bederf, waaraan zoo spoedig mogelijk door de discussiën over de staatsbegrooting een einde kan worden gemaakt. Ook de heer Fransen van de Putte meende dat het belang van het land vorderde dat spoe dig blijke de wanverhouding tussclien de kamermeerder heid en de regeering. Het voorstel werd daarentegen op verschillende gron den verdedigd door de heeren van der Does de Wille- bois, de Bosch Kemper, van Nispen en Godefroi, en aangenomen met 46 tegen 27 stemmen. Op voorstel des voorzitters werd hierop bepaald dat de discussiën zullen aanvangen op Dinsdag 21 April. De vergadering is tot dien tijd gescheiden. Gemeenteraad van Zicrikzee. Zitting van Woensdag 3 April. Goedkeuring raadsbe sluiten; ontslag en benoeming secretaris en regentes brei- en naaischool; rekening gasfabriek, voorstel com missie gasfabriek; rekeningen; verpachting bouwland; commissie onderzoek reclamatiën hoofdelijken omslag; rapport rekeningen enz.; adres L. Koole; kohier honden belasting; gratificatie; mededeeliugen. sten gedurende zoovele jaren in die betrekking bewezen. Overeenkomstig de voordracht wordt in zijne plaats met algemeene stemmen benoemd: de heer E. O. Jungius en tot regentes dier school mejufvrouw J. M. Keiler. Hiervan zal aan de benoemden en aan de regentessen worden kennis gegeven. De rekening der gasfabriek over 1867, de balans van winst en verlies, en de door burgemeester en wethouders opgemaakte vergelijkende staat over 1867, worden tot onderzoek en rapport gesteld in handen eener commissie, waarvan bij stemming als leden benoemd worden de heeren Koole, de_ Crane en de Jonge. Een exemplaar wordt ter secretarie voor de leden ter inzage gelegd. Namens de commissie van de gasfabriek wordt door burgemeester en wethouders voorgesteld het maken van een nieuw kolen-magazijn, waarvoor de oommissie in haar verslag de redenen mededeelt, die daartoe hebben geleid. Het magazijn zou komen te staan tegenover het thans aanwezige magazijn op het omrasterd terrein. De teekening wordt ter tafel gebracht. Het zou ge schikt zijn tot berging van 2500 a 3000 mudden en de kosten worden geraamd op p. m. ƒ2500. De heer de Crane vindt die kosten meer dan te veel voor berging van zulk een quantiteit. Hij zou de voorkeur geven aan het bergen van een gedeelte dei- kolen in de open lucht, zooals in Holland geschiedt, of in een houten loods, zoo tegen de berging in de open lucht bij de vergadering bezwaren bestaan. De voorzitter zegt, dat bij den directeur en de com missie de overtuiging bestaat, dat de slechte hoedanig heid van het gas speciaal veroorzaakt wordt door de natte kolen. Het is dus wenschelijk dat de kolen zoo droog mogelijk zijn, namelijk die welke voorgasfabricatie moeten worden gebruikt. Na eenige discussie wordt met algemeene stemmen besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. De rekening der brei- en naaischool en van het pen sioen- en weduwenfonds van gemeente-ambtenaren over 1867, worden gesteld in handen van de zoo even ge noemde commissie. Wordt besloten tot openbare verpachting van een stuk bouwland, sectie F no. 516 aan den dijk van de zuidzijde van de nieuwe haven, tegelijk met een perceel aan de Zelke. Tot leden der commissie voor het onderzoek der recla matiën, die tegen het kohier van den hoofdelijken omslag mochten worden ingebracht, worden na verschillende stemmingen benoemd de heeren Mulock Houwer, Lands- knegt en van der Grijp. Het kohier en de reclamatiën zullen na den termijn der ter inzage ligging, aan de com missie worden gezonden. Bij monde van den heer Fokker wordt rapport uitge bracht op de rekening der Commercie-werf over 1867 en van de begrafenisrechten over 1867 en de gewijzigde hegrooting van het evangelisch luthersch armbestuur over 1867de conclusie strekt tot goedkeuring, met eene opmerking wat de laatstgenoemde betreft, dat de cijfers in ontvang en uitgaaf moeten balanceeren, terwijl deze met een batig saldo sluit, hetgeen als eene informaliteit moet beschouwd worden en waarop voor liet vervolg opmerkzaam wordt gemaakt. De beslissing op de eerstgemelde rekening wordt aan gehouden wegens hot niet voltallig zijn der leden, daar drie der tegenwoordig zijnde leden zijn rendanten in rekening. Omtrent de andere wordt besloten, overeen komstig het voorstel der commissie. Wordt gunstig beschikt op een adres van den heer L. Koole om vergunning tot bouwing van een over den muur van de stadswandeling hangende koepel met een bordes op zijn erf bij de wandeling. Het kohier der hondenbelasting over 1868, hetwelk ter inzage heeft gelegen, wordt met een paar wijzigingen vastgesteld op een bedrag van ƒ414; het zal nog gedu rende 8 dagen ter inzage worden gelegd en daarna aan gedeputeerde staten worden gezonden. Wordt verleend de gewone jaarlijksclie gratificatie van 50 aan den commies-griffier voor buitengewone werkzaamheden ter zake der kiesverrichting. Wordt medegedeeld de uitslag der aanbesteding van eene nieuwe toldeur aan het Sas, welk werk is aange nomen door L. Geers, voor ƒ449. - Deze mededeeling is voor kennisgeving aangenomen, even als de volgende dat namelijk eene copie van dc plattegrondsteekeniug van de stad, in de eerste helft der 16e eeuw is gemaakt, hetgeen voor het archief der gemeente van eenig belang wordt geacht, en waarvan de kosten hebben bedragen ƒ10. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. Voorzitter de heer Cau. Afwezig de heeren Moolen- burgh, Zuurdeeg, van der Grijp en van der Vliet. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Wordt medegedeeld, dat door gedeputeerde staten zijn goedgekeurd de raadsbesluiten in de vorige vergadering genomen tot het doen van af- en overschrijving en tot beschikking- uit de onvoorziene uitgaven, dienst 1867. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Verder wordt medegedeeld dat door den heer J. B. Ba- renhrugh, wegens vertrek met half April naar elders, als Secretaris van de directie der brei- en naaischool ontslag uit die betrekking is verzocht en dat door die directie in zijne plaats wordt voorgedragen do heer E. C. Jungius, alsmede voor de bestaande vacature als regentes dier school mejufvrouw J. M. Keiler. Aan den heer J. B. Barenbrugh wordt het gevraagd eervol ontslag verleend, met dankbetuiging voor de dien- Algemeen overzicht. Mag men geloof hechten aan de mededeelingen uit Parijs van gisteren, dan zou de laatste op de Tuilloriën gehouden kabinetsraad al zeer belangrijk zijn geweest. De raadslieden des keizers zouden daarin hun gevoelen hebben ontwikkeld omtrent de te volgen buitenlandsche zoowel als binnenlandsche staatkunde. De meerderheid der ministers zou hieromtrent de opinie toegedaan zijn geweest dat eene afleiding op buitenlandsch politiek gebied voor het oogenblik niet raadzaam is, maar dat men den loop der gebeurtenissen in Europa nauwlettend behoort gade te slaan om daarvan, zoo noodig, partij te J kunnen trekken. Wat de binnenlandsche politiek betreft zou men als resultaat der in den kabinetsraad gevoerde discussiën hebben te beschouwen dat de regeering de werking der wetten omtrent de drukpers, omtrent het recht van vereeniging en vergadering alsmede omtrent de lêgerorganisatie zal afwachten om inmiddels door administratieve maatregelen zich met het oog op de ver kiezingen voor het wetgevend lichaam voor te bereiden. Men zal zich herinneren dat negen Parijsche dag bladen onlangs door de rechtbank der Seine werden veroordeeld ter zake van niet door de regeering ver strekte verslagen te hebben opgenomen van zittingen van het wetgevend lichaam. Thans is in deze zaak uit spraak gedaan door het hof van appèl, waarbij de dag bladen le Temps en 1'Union zijn vrijgesproken, doch het veroordeelend vonnis tegen de zeven overige dag bladen is gehandhaafd. „Wij zijn niet hij machtezegt le Temps om de gehouden pleidooien aan onze lezers mede te deelen en nooit hebben wij meer dan thans het bestaan der wet betreurd, welke de dagbladen buiten de wet stelt wat betreft het geven van verslagen der te rechtzittingen." Het is weder eender vele bewijzen dat het despotisme, de vrijheid der verdediging-niet durvende belemmeren, toch den invloed vreest, welke buiten de rechtzaal de woorden van de heeren Marie, Dufaure, Jules Favre, Berryer en dergelijke talentvolle rechtsge leerden en redenaars zouden uitoefenen. Het derde wetsontwerp door de Oostenrijksche regee ring' bij het huis van afgevaardigden ingediend, thans bij i dit staatslichaam in behandeling, hetwelk, gelijk de j heide andere, zoo heftige oppositie van de zijde der gees telijkheid ontmoet, is gisteren aangenomen. Dit wetsont werp regelt de vrijheid van godsdienst. Bij de debatten heeft de regeering de in Oostenrijk zeer merkwaardige j verklaring afgelegd dat, al is de meerderheid der bevol- i king catholiek, de staat dit niet zijn kan, wil hij reclit- I vaardig wezen jegens alle staatsburgers. De geestelijkheid gaat intusschen voort met manifes teeren en protesteeren. Wederom is door veertien hooge geestelijken een adres aan den prins-president Auersperg gericht om hunne bezorgdheid te kennen te geven over de nieuwe maatregelen van bestuur. Gisteren is in de zitting van liet Noord-Duitsch parle- ment het voorstel van den lieer Lasker, strekkende om j de vrijheid van spreken voor de afgevaardigden te hand- i haven, met 119 tegen 65 stemmen aangenomen. Sedert eenige dagen zijn er verschillende geruchten j in omloop ten opzichte der onderhandelingen tusschen Pruisen en Denemarken. Een zeer onwaarschijnlijk ge- i rucht dat bij deze onderhandelingen de Deensche re geering officieus zich bereid zou hebben verklaard om tot den Noord-Duitschen bond toe te treden, als haar eene voordeelige grensregeling ten deel viel, werd reeds door een Deensch officieus orgaan bepaaldelijk tegen gesproken. Zonder tegenspraak circuleert echter tot dusverre liet gerucht dat de onderhandelingen tusschen Berlijn en Koppenhage weder afgebroken zijn. De Engelsche regeering heeft een staat publiek ge maakt van de ontvangsten gedurende het loopende jaar tot 31 Maart. Daaruit blijkt dat de ontvangsten 663,000 ponden sterling beneden de raming zijn gebleven. Blijkt daaruit dat ook Engeland zeer veel lijdt onder de stag natie op liet gebied van handel en nij verheid, overal waar tememen, aan den anderen kant zal dit resultaat de administratie van het ministerie Disraëli zijne positie nog meer verzwakken. Uit llio Janeiro ontvangen berichten, nader bevestigd door over Lissabon ontvangen tijdingen, melden dat een beslissende zegepraal is behaald door de Brazilianen in hun oorlog met Paraguay. De belangrijke stelling door het leger van laatstgenoemden staat ingenomen aan de rivier, welke naar de hoofdstad Assuncion leidt, door ongeveer twee honderd stukken geschut verdedigd, is door de Braziiiaansche vloot bemachtigd, terwijl ter zelfder tijd aan de landzijde door een der Braziiiaansche generaals eene versterking werd ingenomen. Een deel der vloot voer nu de rivier op en opende op de hoofdstad een bombardement, met sommatie tot overgave binnen acht dagen. Op de verzekering dat zich geen enkel sol daat binnen de muren bevond werd het bombardement echter weldra gestaakt en gaf dc stad zich over. Omtrent de procedure, tegen den president Johnson gevoerd, ontleenen wij aan eene mededeeling uit Wash ington het volgende: De 13 Maart wawflB -dog, waarop do president der Vereenigde statofi voogdijne réchters moest verschijnen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 3