ziekten gevonden heeft, onder anderen tegen kanker. De
academie van geneeskunde heeft besloten proefnemingen
daarmede te doen.
Een bericht uit Rome aan la Patrie meldt dat in den
toestand van paus Pius wederom eene gunstige wending
is gekomen.
De groote ellende in Londen begint een weinig te
verminderen, daar er eenige vraag naar werkvolk geko
men is. Men hoopt dat, indien de noord-oostenwind
niet aanhoudt, vele schepen zullen binnenloopen, zoodat
de dokken met hunne gewone voorjaars-werkzaamheid
zouden kunnen aanvangen.
De heer Coqucrel en twee andere Protestantsclie
geestelijken te Parijs hebben verlof gevraagd tot het
houden van openbare voorlezingen of conferentiën over
de godsdienstleer, ten dienste van diegenen onder hunne
geloofsgenooten, welke in de predikatiën hunner recht
zinnige geestelijken geene voldoening voor de behoeften
van hun gemoed vinden. Dat verzoek is thans, volgens
1'Avenir National, door het gouvernement ingewilligd.
De vroegere ridderorde van het heilige graf, die
ten jarc 1099 door Godfried van Bouillon was ingesteld,
is dezer dagen bij eene pauselijke breve weder ingevoerd.
De daartoe noodige statuten zijn vastgesteld door eene
commissie van drie kardinalen. Vroeger bestond bij deze
orde slechts éene enkele klasse van ridders, doch bij
liare herstelling is zij verdeeld in drie klassen, als
1. grootkruizen, 2. kommandeurs en 3. ridders. De in
signe is een groot gouden kruis, met rood geëmailleerd
en gevat in vier kleuren, eveneens geëmailleerde krui
zen, om, naar gelang der klassen, aan een zwarten
moiré-band te worden gedragen aan de linkerzijde, om
den hals, of op de borst. Do Latijnsche patriarch te
Jeruzalem, de heer Valenza, is tot administrateur en di
recteur der orde benoemd, met volmacht tot de benoeming
der ridders en met toekenning van datzelfde recht aan
zijne opvolgers.
De raad van bestuur der speelbanken van Wiesba-
den en Ems is teruggekomen op zijn besluit, om die
instellingen niet te heropenen alvorens schadeloosstel- j
ling zou zijn verleend voor het verbod, om op Zon-en
feestdagen te spelen. ITij heeft thans maatregelen
genomen, om de kurzaal te Wiesbaden op de gebruike- j
lijke wijze op 1 April weder te openen. Te Wiesbaden
en Ems zal ook in ander opzicht het vieren van den
Zondag streng gehandhaafd worden. De gemeenteraad
van Wiesbaden had onlangs vertoogen te Berlijn inge
diend tegen eene uitgevaardigde verordening, houdende
verbod aan de badgasten, om voortaan op Zon- en feest
dagen te mogen jagen; op het verzoek tot intrekking
dier verordening is afwijzend beschikt.
Een zeer ernstig gevaar voor de haven van Londen
is aan het licht gebracht door peilingen, welke in den
Theems hebben plaats gehad. Zooals bekend is, heeft men
gedurende de laatste jaren te Londen den reuzenarbeid
tot stand gebracht van een geheel nieuw stelsel van
riolen, hetwelk 4,000,000 p. st gekost heeft en voor-
namelijk strekte om te verhinderen, dat de Theems voor
Londen door ieder straat-riool verontreinigd zon worden.
Ontzaglijk groote gemetselde onderaardsche gaanderijen
brengen nu al de faecale stoften van Londen bij Barking
en Crossness in de Theems, doch de concentratie van
deze stoffen op éene plaats dreigt de scheepvaart te be
letten, terwijl dezelfde hoeveelheid, over 15 mijlen ver
spreid, geen gevaar had. De heer Bazalgette, ingenieur
van publieke werken te Londen, heeft bevonden, dat bij
Barking eene laag van 923,000 kub. ellen faecale stoffen
zich in de rivier gevormd heeft, en dat de diepte van het
midden van den stroom van 21 tot 10 voet verminderd is.
Bij Crossness is de ophooging zoo groot, dat een schip in
het midden van den stroom reeds aan den grond geraakt.
Men is voornemens deze zaak, zoo spoedig mogelijk, ter
kennisse van het parlement te brengen, omdat het ge
vaar zoo dreigend is, dat onmiddellijke handeling ver-
eischt wordt.
De voltooiing der doorboring van den Mont-Cénis
is toevertrouwd aan eene compagnie, waarvan Sommeiller
en Grattoni de ingenieurs zijn. De compagnie heeft zich
verbonden het werk in 4 jaren uit te voeren, begonnen
1 Januari dezes jaars. De doorboring aan de Itaiiaansche
zijde levert thans de grootste moeielijkheid op door de
hardheid der rotsen. De uitvoering der onderaardsche
lijn kost van die zijde 1,800,000 franken per Ned. mijl en
Van den Fransehen kant slechts 300,000 franken.
- De politie te Londen bestaat in het geheel uit 7782
personen, die meer dan 3,400,000 inwoners, verdeeld over
700 vierkante Engelsche mijlen, moeten bewaken en be
schermen en zeker gemiddeld eenige duizende vreemde
lingen in het oog moeten houden. In de city, waar het
meeste toezicht noodig is, rekent men éen politie-agent op
184 inwoners, in do andere gedeelten slechts op de 600 éen.
Zij is ingedeeld in 21 afdeelingen, waaronder de water-
pölitie op de Theems. Deze worden weder ingedeeld in
ónder-afdeelingen, secties en kringen. Ongeveer 4000
agenten doen des nachts dienst en 2000 bij dag. De
nachtdienst strekt zich uit over 8, de dagdienst over 16
uren. Elke agent heeft jaarlijks 8 maanden nacht- en 4
maandendagdienst. De uren van den dagdienst worden
vereenvoudigd door afwisseling van „ploegen" en zijn zoo
danig geregeld dat de grootste kracht zich des avonds
van 810 uren ontwikkelt. Door elkander hoeft evenwel
iedere agent 8 uren nachtpatrouille en 10 uren dagpa
trouille, hetwelk jaar in jaar uit voortgaande, zeker een
zwaren dienst veroorzaakt. De politie-agenten en de
brievenbestellers hebben zeker te Londen het minst rust.
Naar men verneemt, moet gepasseerde week eene
geweldige windhoos de diligence, rijdende van Veen-
wouden tot Heerenveen, dicht bij Gorredijk, zoodanig
hebben getroffendat de bagage daarboven op werd
opgelicht en de conducteur van schrik, zoo spoedig hem
zulks doenlijk was, zijne verhevene plaats verliet, om
niet mede opgenomen te worden onder de trekvogels, die
thans bij menigte komen vliegen; echter is er weinig
beschadigd en zijn de passagiers met den schrik vrij
gekomen. (V. Ro/l. cour.)
Bij het door sommige personen geliefde doorzijgen
van koffie door vloei- of filtreerpapier, mag wel een
zekere voorzichtigheid in acht worden genomen, dewijl
volgens het Berl. Frmd.-Bl. een chemicus bevonden
heeft, dat er tegenwoordig grauw vloeipapier van buiten
in den handel komt, dat niet vrij van arsenicum is. Dit
papier zou namelijk vervaardigd zijn van papiersnippers
en! oud behangselpapier, welk laatste veelal arsenic-
houdende koperverven en somwijlen ook loodhoudende
verven bevat. Een chemisch onderzoek van dit papier
heeft gemiddeld een gehalte van 1 grein witte arsenicum,
grein koperoxyde en j grein loodoxyde gegeven, zoo
dat een boek van dit vloeipapier 25 grein arsenicum zou
bevatten. Banketbakkersmogen vooral wel gewaarschuwd
worden voor dit papier, dat zich gewoonlijk door goed
koopte aanbeveelt en dat door hen soms als onderlaag
voor koekjes en taartjes gebruikt wordt. Er zouden
daardoor licht groote onheilen kunnen ontstaan.
IndustrBI.)
Verkooptssgeii en aanbestedingen.
Jl. Woensdag zijn alhier ten verkoop aangeboden
I. Een huis en erve op de Zuidsingel, wijk E no. 28.
Verkocht voor [G00. II. Een huis en erve op den hoek
van de Korte Noordstraat, wijk L no. 73. Verkocht voor
f 1021.76.
Gisteren avond zijn alhier ten verkoop aangeboden
1. Een woonhuis en erf met tuin op den wal, wijk B
no. 103, met daarachter staande loods. Voorloopig toe
gewezen voor 2151.
2. Een pakhuis en erf in de Gouden Poort, wijk B
no. 10 5. Voorloopig toegewezen voor f 676
3. Een pakhuis en erf in de Gouden Poort, wijk B
no. 108. Voorloopig toegewezen voor 851.
4. Een woonhuis en erf op den Wal, wijk B no. 104,
met daarachter gelegen erf, uitkomende in Nieuwe kerk
straat. Voorloopig toegewezen voor f 1300.
5. Een woonhuis en erf in de Nieuwe kerkstraat,
wijk B no. 108. Voorloopig toegewezen voor f 525.
Bij eene daarop gevolgde veiling in massa zijn al de
perceelen te zamen verkocht voor f 6000.
Door de hoofdcommissie voor het nationaal gedenk-
teeken van November 1813, is te 's Hage aanbesteed: Het
verrichten van alle steenhouwerswerken, het opmetselen
en stellen van het nationaal gedenkteeken, enzmet de
stoepen en treden en de levering van allen daartoe
noodigen escauzijnschen steen en metselmaterialen.
Daarvoor waren 7 biljetten ingekomen, waarvan een
van onwaarde werd verklaard. De minste inschrijvers
waren de lieeren Laurent Philips en co. te 'sllage,
voor f 22,470.
TUernionicfersiand.
1 April, 's av. 11 u. 44 gr.
2 'smorg.7u.46gr.'smidd.lu.55gr.'sav.llu.44gr.
3 's morg.7 u.43 's midd. 1 u. 57 gr.
Stal en-generaal.
TWEEJ1E KAMEK.
Zitting van Dinsdag 31 Maart. Voortzetting en einde
algemeene discussiën Indische begrooting; bepalingen
dag discussie staatsbegrooting.
De algemeene beraadslagingen over de begrooting van
Nederlandsch-Indië voor 1868 zijn heden voortgezet en
ten einde gebracht.
De minister van koloniën beantwoordt in de eerste
plaats de vraag, gisteren door den heer Insinger gedaan,
omtrent het vroeger aan den resident opgedragen onder
zoek naar de koffiecultuur. Uit (1e bijzonderheden hier
omtrent, door don minister medegedeeld, bleek dat de
raad van Indië de handelingen van dien heer, als resident
van Menado, sterk heeft afgekeurd, omdat die hande
lingen aanleiding konden geven tot het kweeken van
onrust onder de bevolking, minachting van het gezag
liarer hoofden en bevordering van den geest van intriges
onder de inlanders. Die resident toonde dus door zijne
handelingen ten eenenmale alle inzicht in de zaken te
missen. En niettemin werd dien resident de enquête
omtrent de koffiecultuur opgedragen. Toen de minister
echter met de genoemde bijzonderheden bekend was,
beeft hij don gouverneur-generaal aangeschreven den
hoer Bosch te ontheffen van zijn onderzoek en al wat hij
verricht had in handen te stellen van den db-ecteur van
het binnenlandsch bestuur, om die autoriteit gelegen
heid te geven de regeering omtrent do koffiecultuur
voor te lichten. De minister maakte van deze gelegen
heid gebruik om zijne denkbeelden op koloniaal gebied
nader te ontwikkelen. Hij deed dit zeer breedvoerig en
deed daarbij uitkomen dat de bevolking zich gelukkig
gevoelt onder het thans werkend cultuurstelsel. Particu
liere industrie wil de minister zeer gaarne bevorderen,
maar alleen daar waar zij het cultuurstelsel niet kan
schaden. Omtrent die industrie werden door hem
eenige bijzonderheden medegedeeld om daardoor te be
wijzen, dat de inlanders liever in heerendienst, dan in
zoogenaamden vrijen arbeid werken. Ten slotte richtte de
minister een waarschuwende stem tot de kamer om toe
te zien dat men zich niet door partijdrift late vervoeren
tot het inslaan van den verkeerden weg, die noodzakelijk
tot ondergang van ons gezag moet voeren.
Na den minister voerden nog onderscheidene sprekers
het woord. De heer W. van Goltstein wees op de buiten
sporige opdrijving der uitgaven, waartegen door den
minister niets was gedaan en herhaalde daarbij zijne
bezwaren tegen de vaststelling der Indische begrooting
bij de wet.
De heer de Cascmbroot vroeg den minister of het niet
zaak was dadelijk bevelen naar Java te zenden om zoo
mogelijk het cultuurstelsel zonder druk der bevolking
productiever te maken, hetgeen kan geschieden door
beter toezicht op de bereiding der koffie. Hij wensclit
ook strenge maatregelen tegen den sluikhandel in am-
fioen. Hij drong er bij den minister ook op aan spoedig
iemand naar Indië te zenden, om voor het vaderland
zijne schoone bezittingen te helpen behouden.
De heer van Nispen van Sevenaer drong ten krachtig
ste aan op de wering der voorbecldelooze uitspattingen
van de drukpers, en wees op de groote financieele be
zwaren, waaronder Indië gebukt gaat.
De heer van Bosse behandelde enkel het punt van
cijfers en bestreed hetgeen de heer W. van Goltstein had
aangevoerd tegen het beginsel der wettelijke vaststelling
van de Indische begrooting.
Do heer Gefken gaf als zijn indruk van de rede des
ministers te kennen, dat deze de Indische toestanden
volkomen verstaat en volkomen juist heeft voorgesteld,
waarbij hij zich beriep op zijne eigen ondervinding in
West-indië opgedaan.
De heer de Bosch Kemper was van oordeel dat de
begrooting behandeld moest worden afgescheiden van de
politiek en verklaarde nog onzeker te zijn omtrent zijn
uit te brengen stem, wegens den ongunstigen financieelen
toestand waarin wij verkeeren.
De heer van der Hucht kwam op tegen eenige uit
drukkingen van den minister en haalde eenige zinsneden
aan uit eene vroegere brochure van den minister, ten
bewijze dat hij vroeger over de heerediensten anders
dacht dan thans.
Naar aanleiding dier opmerking lichtte de minister
van koloniën zijne meening nader toe, waarna de heer
van der Hucht repliceerde en de heer Koorders den
minister eenige vragen deed omtrent de zaak der heeren
diensten en de reorganisatie van het Preanger-stelsel,
waaromtrent hij overlegging van stukken verlangde, als
mede omtrent het vier-palen-besluit en de rapporten van
den heer Steinmetz over de koffiecultuur.
De heer J. K. van Goltstein bestreed de stelling dat
men thans niet zou moeten treden in eene bespreking
der koloniale staatkunde. Dit gaat vooral thans niet op,
eu daarom meende hij dan ook dat zij, die de begrooting
aannemen, daardoor hun vertrouwen in den minister te
kennen gaven.
De heeren Rochussen en Nierstrasz behandelden vervol
gens nog eenige speciale punten omtrent de koffiecultuur
en den vrijen arbeid, alsmede den financieelen toe
stand waarin men thans in Indië verkeert, waarna
de heer van Wassenaer Catwijck er bij don minister op,
aandrong nadere stukken omtrent den heer Bosch over
te leggen, waardoor ook de kroon behoorlijk zal worden
voorgelicht bij het doen van nieuwe keuzen van ministers.
Aan het slot der discussiën verklaarde de minister
niet meer stukken te kunnen mededeelen dan door
hem reeds lieden morgen aan de kamer ter inzage zijn
gegeven, waarna de algemeene beraadslagingen werden
gesloten en de behandeling der artikelen bepaald werd
op morgen te 11 uren.
Er ontstond hierop eene korte, doch levendige woor
denwisseling naar aanleiding van een voorstel van den
voorzitter om de West-Indiselie begrooting aan de orde
te stellen na behandeling der begrooting voor Oost-Indië.
De heer Fokker stelde voor de staatsbegrooting on
middellijk aan de orde te stellen, om daardoor een einde
te maken aan den tegenwoordigen betreurenswaardigen
toestand van spanning waarin liet land verkeert.
Tengevolge dier opmerking mengden de ministers van
buitcnlandsche en binnenlandsche zaken zich in het
debat en teekenden zij protest aan tegen de meening
van ifen heer Fokker omtrent den betreurenswaardigen
toestand des lands en alsof die door de regeering zou
worden bestendigd. Het land bevindt zich integendeel in
een zeer gunstigen toestand. En wanneer de heer Fokker
het de roeping der kamer acht door een votum van wan
trouwen te trachten liet kabinet te verwijderen, dan
had zij daartoe vroeger de gelegenheid kunnen aan
grijpen.
Hiertegen kwam de heer Fokker weder op. Zijne be
doeling was alleen het zoo spoedig mogelijk nemen
eener beslissing-, in wolken zin dan .ook.
In den loop der discussiën werd door don heer Koor
ders een voorstel gedaan, doch later weder ingetrokken,
om vooreerst nog geen besluit te nemen omtrent do
beide voorstellen van den voorzitter en den heer Fokker.
De heeren Gefken en Nierstrasz teekenden als nieuwe
leden protest aan tegen bet geweld dat men hen wilde
aandoen om zonder behoorlijke kennis van zaken do
staatsbegrooting te onderzoeken.
Het voorstel des voorzitters werd verworpen met
36 togen 34 stemmen en dat van den heer Fokker met
gelijke meerderheid aangenomen.
Vóór het voorstel van den heer Fokker (en dus tegen
dat van den voorzitter) stemden de heerenWosterhoft',
Blussé, Ilingst, Lcnting, Jonckbloet, Sloet, Fokker,
Guljë, Moens, van Blom, Godcfroi, Wybenga, van Beynaa,
Pijpers, de Bruyn Kops, Viruly, Dam, van der Linden,
Blom, van der Maesen, Dullert, Dumbar, van de Putte,
van Delden, Bots, Kerstens, de Roo, de Bieberstein,
Cornelis, Geertsema, van Eek, Thorbecko, van Kerkwijk,
Heemskerk, Reinders en van Bosse.