MIDDELBURGSCHE COURANT. r 54. Zaterdag 1868. 4 April. ÖintmUantr. Editiejran Vrijdag avond 8 uren. Al\BESTE»l\«, De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, maken bekend: dat op Maandag den 20 April 1868, des namiddags te 2 uren, ten raadhuize aldaar, zal worden aanbesteed: Het leveren en plaatsen van 18 vloed- of wrijfpalen. Op de voorwaarden die ter lezing liggen ter gemeente secretarie. Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen bij den ge meente-bouwmeester. Vlissingen, den 31 Maart 1868. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De secretaris, P. FORBES WELS. Middelburg 3 April. In de gisteren gehouden zitting van de tweede kamer der staten-generaal is do artikelsgewijze behandeling der Indische begrooting voortgezet. Een amendement van den heer W. van Goltstein, strekkende tot weglating eener som van f 125,000 voor de telegrafische verbinding met Siak, is aangenomen. Bij de heden voortgezette artikelsgewijze behandeling der Indische begrooting is aangenomen een amendement van den lieer W. van Goltstein, strekkende tot verminde ring van den post voor de geniewerken met 324,561. De begrooting van uitgaven in Indië is aangenomen met 56 tegen 17, de begrooting van uitgaven in Neder land met aigemeene stemmen. Evenzeer zijn de wetten op de middelen met aigemeene stemmen aangenomen. Op voorstel van den heer Storm van 'sGravensande is met 46 tegen 27 stemmen besloten, de behandeling der staatsbegrooting uit te stellen tot na het Paasch-reces. De kamer komt den 21 dezer weder bijeen. Bij de Dinsdag gehouden verkiezing van een lid voor de tweede kamer der staten-generaal in het hoofdkies district Appingadam zijn zooals wij in de meeste exemplaren der laatste editie van ons vorig nommer reeds hebben gemeld -1584 biljetten ingeleverd.Woens- dag heeft de opening plaats gehad en is gebleken dat zijn uitgebracht 770 stemmen op mr. D. de Ruiter Zijlker en 406 op mr. B. ,T. Gratama. Er moet al zoo eene herstemming plaats hebben. Mr. E. van Loon verkreeg 384 stemmen. Bij het nader onderzoek der staatsbegrooting werd in de afdeelingen in do eerste plaats de toestand bespro ken waarin de vertegenwoordiging zich met betrekking tot dit ministerie bevindt. De meerderheid noemde dien toestand eenparig even voorboeldeloos als treurig. Onder herinnering aan de vroegere gebeurtenissen meende men dat liet ministerie een onbegrijpelijk proces voor zijn bestaan blijft voeren, een proces waarin geenerlei landsbelang betrokken is. Onder zulke omstandigheden laat liet ministerie aan de vertegenwoordiging geen andere uiting over dan afstemming van alle begrootingen. Tegen die uitspraak kwamen verscheidene leden op. Zij meenden dat cene poging moest worden beproefd om te zien in hoever men met dit ministerie kon werken, daar op zaken en niet op personen moest worden gelet. Hiertegen werd aangevoerd, dat dit ministerie niet geacht werd een constitutioneel gezind ministerie te zijn. Men wilde daarom zelfs het eerst de onvoorziene uitgaven in stemming brengen, doch daartegen deed zich de bedenking gelden dat het onzeker was of het bewind aan zoodanig votum wel de beteekenis zou geven die men daaraan wilde hechten. De meerderheid zag in de aanvulling van het ministerie na do ontbinding en vóór den afloop der nieuwe ver kiezingen ook een grief tegen het bewind. Zeer vele leden vonden in den financieelen toestand reeds reden genoeg tot afstemming, terwijl de meerder heid opmerkte dat het thans niet aankwam om na te gaan de oorzaken van den tegenwoordige1.! toestand, maar wel om de middelen op te sporen om daarin voor de toekomst te voorzien. i ingezonden waarin zij vraagt wat art. 73 der grondwet beteekent, wanneer, niet om eenige rechtséhennis of grief over regeeringsbeleid, maar alleen ten einde personen te weigeren, worclt overgegaan tot het uiterste middel van weigering van begrootingswetten. Welke waarbor gen hebben dan de koning ca het volk togen eeno groote willekeur. „Het is toch denkbaar zegt de regeering dat, krachtens deze leer, de helft eener kamer met nog éen lid liet regeeren onmogelijk maakt aan ministers, die het volle vertrouwen èn van de kroon èn van de groote meerderheid der staten-generaal bezittendat die helft alle nuttige eu noodige maatregelen tegenhoudt. Dit middel van dwang kan zelfs meermalen worden her haald, totdat zoodanige partij een bewind zijner keuze aan de kroon liebbe opgedrongen. Als tegen dergelijk mogelijk gevaar 's lands belang geen anderen waarborg heeft dan het recht tot ontbinding der kamer, dan is het met de ware vrijheid treurig gesteld." Het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen is dezer dagen in liet bezit gekomen van een exemplaar van den zoogenaamden maan visch Ortkragoriscus mola, Linn.)Hoe zeer deze bewoner van de groote zeeën, die zich door zijn omvang, maar bijzonder door zijne vreemde gedaante on derscheidt, bij onze Noordzee-visseliers zeer goed bekend is, zoo gebeurt het zelden, en in den regel slechts ten ge volge van stormweder, dat hij op onze kusten verdwaalt en strandt. Dit is met dit exemplaar liet geval geweest in de maand November van liet afgeloopen jaar te Westka- pelle, terwijl het als eene bijzonderheid melding verdient dat op denzelfden tijd een exemplaar van den maan visch gestrand is te Helder, zijnde daarvan eene uitvoerige beschrijving met afbeeld ing en zeer belangrijke ontleding medegedeeld door den hoogleeraar Harting in de Ver- haiideiingeri der koninklijke academie van wetenschap pen, elfde deel. Het exemplaar van het Zeeuwsch genootschap werd te Leiden opgezet en maakt thans een natuurkundig sieraad van zijn kabinet nit. Dinsdag werd te Oostburg aanbesteed liet bouwen van een telegraaf-kantoor, om met Juni aanstaande te worden opgeleverd. Men hoopt op de helft dier maand van de telegraaf gebruik te kunnen maken. Naar aanleiding van het eindverslag omtrent de aige meene beschouwingen over dc staatsbegrooting voor 1868 heeft de regeering een antwoord aan de tweede kamer De Staatscourant van Woensdag bevat het koninklijk besluit van deii 15 Maart jl., bepalende de sterkte, samen stelling en indeeling der rustende schutterijen in de provincie Utrechtalsmede het koninklijk besluit van den 26 Maart, houdende regeling van den overgang van adellijke titels bij recht van eerstgeboorte. Benoemingen en besluiten. eebetjsekbkkk. Als blijk van goedkeuringen tevreden heid verleend aan R. de Groot te Amsterdam, kapitein der stoomboot Mercurius, varende tusschen die stad en Zaandam, dc zilveren medaille eu een loffelijk getuig schrift; aan J. Wendeis, stuurman, J. Schouten en A. Ringeling, matrozen, en H. Donker, stoker, allen woonachtig te Amsterdam, en bchoorende tot de genoemde stoomboot, ieder een loffelijk getuigschrift; wegens liet redden van twee personen van een op liet IJ zinkend vaartuig op den 30 Januari jl. politie. Op verzoek eervol ontslag verleend, metingagg van 1 Mei a., aan J. Neilerveen Pieterse als commissaris van politie en waterschout te Delfshaven. MARINE. Bevorderd bij de zeemacht: tot officier van gezondheid le klasse de officier van gezondheid 2e klasse P. J. van Wageninge, en tot officier van gezondheid 2e klasse de officieren van gezondheid 3e klasse C. Ent hoven en B. Léon, met bepaling dat de officier van gezondheid C. Enthoven zal rang nemen tusschen de officieren van gezondheid 2e klasse G. F. Rocliat en dr. II. de Brieder. Op verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen de lui tenant ter zee 2e klasse P. M. Cochius. leger. Pensioen toegelegd aan den majoor-intendant J. J. Hatz en den kapitein-kwartiermeester G. L. Rietz- schel, van de Luxemburgsche jagers, respectievelijk voormalig le en 2e luitenant-kwartiermeester in Neder- ian'dsehen dienst, ten gevolge van hun eervol ontslag wegens veertigjarigen dienst, aan eerstgenoemde van f467 en aan laatstgemeldc van 374 's jaars en aan ge noemde officieren de toestemming verleend, om het dooi de regeering van het groot-hertogdom Luxemburg aan hen in hunnen tegenwoordigen rang toe te leggen pen sioen gelijktijdig te genieten niet het bij liet tegenwoor dig besluit toegestaan Nederlandsch pensioen. Op pensioen gesteld, ten bedrage van f 1500 's jaars, dc luitenant-kolonel L. J. S. von Motz, provinciale adjudant in Gelderland, met toekenning van den rang van kolonel. Benoemd: bij den provincialen staf tot majoor, provin ciale adjudant in Gelderland, de kapitein le klasse W. Reinalda, van liet korps ingenieurs, mineurs en sapeursbij dat korps tot kapitein 3e klasse (naar ouder dom van rang) de le luitenant A. J. Voorduin, van het korps. Op pensioen gesteld, ten bedrage van f 1825 's jaars, de luitenant-kolonel J. D. U. Ledei, van liet regiment grenadiers en jagers. Benoemd bij het wapen der infanteriebij het regiment grenadiers en jagers, tot luitenant-kolonel de majoor W. F. Le Maitre, van het korpstot majoor de kapitein le klasse E. J. van Bel, mede van liet korpsbij het le regiment tot kapitein 3e klasse (naar ouderdom van rang) de le luitenant A. A. A. A. van der Laak, van het regiment grenadiers en jagers. Overgeplaatst in rang bij het regiment grenadiers en jagers de kapitein A. W. Greve van het le regiment infanterie. Op verzoek op pensioen gesteld, ten bedrage van 1800 's jaars, de kolonel 1.. A. C. de Bock, kommandant van liet 8e regiment infanterie, onder dankbetuiging voor zijne vele en trouwe diensten en met toekenning van den rang van generaal-majoor. belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en aceijnsen te Lemmer e. a. de lieer D. Winkler, thans ontvanger dei- directe belastingen en aceijnsen te Borculo. Voorts zijn de ontvangkantoren voor de directe belastingen en aceijn sen te Borculo en te Ruurio, zooals die thans bestaan, opgeheven, en is ingesteld een ontvangkantoor voor de directe belastingen en aceijnsen te Borculo, over de ge meenten Borculo, Neede en Ruurio. Kei kiiieaws, Het kiescollege bij de Nedcrduitsche hervormde ge meente te Zierikzee heeft uit het vroeger medegedeelde zestal van predikanten, liet volgende alphabetisch drietal opgemaakt, de heerenGraswinckel, te Zalkdr. Lamping, te den Helder; en Schim van der Loeft', te Bergen op Zoom. Het beroep zal vermoedelijk den 24 dezer plaats hebben. De heer 11. V. llogerzeil, director van het zending huis te Rotterdam, heeft voor liet beroep tot predikant bij de Nederdnitsche hervormde gemeente te Axel bedankt. Marine en leger. Zr. Ms. korvet van Speyk, onder bevel van den kapi tein-luitenant ter zee jhr. J. E. W. F. van Raders, is in den namiddag van den 2 dezer van de reede van Texel naar zee vertrokken, ter opvolging zijner bestemming naar Oost-Indië. Men verneemt,dat de in de maand Juni a.af te nemen examens der adspiranten, dingende naar eene plaatsing als kadet op de koninklijke militaire academie, niet te Breda, maar te 'sGravenhage zullen plaatshebben. Met Mei a. is eene nadere garnizoens-verandering van het 2e regiment vesting-artillerie bepaald, als de staf, de 2e, 3e, 5e, 7e, 9o en 13e compagnie te Utrecht; de 1ste, 6e en 8ste compagnie te 's Boschde 4e com pagnie te Vlissingen en de 10e, 11e en 12e compagnie te Gprinchem. UandéMt Gemengde berichten. Jl. Dinsdag morgen had te Harlingen een ongeluk plaats. De trein die te 6 uren 55 min. van daar naar Groningen zou vertrekken, stond gereed, de passagiers hadden allen plaats genomen en de machinist zou zich op de machine begeven, toen plotseling, na een knal, de locomotief als 't ware uiteenspatte en de ketel na twee a drie malen in aanraking met den grond te zijn geweest eerst op belangrijken afstand in rust bleef De voorste wielen werden door de wagenloods geslingerd, op een afstand van p. m. 50 el. De glazen in den omtrek werden allen verbrijzeld, doch gelukkig rukte dc locomotief, waarschijnlijk door een stoot, zich van den trein los, zoodat de passagiers, hevig geschokt, maar overigens met den schrik vrijkwamen. De stoker Lehman, een hui vader met 4 kinderen, werd letterlijk verpletterd; do kleederen, hem van het lichaam gerukt, hingen hier eu daar, de zolen zijner laarzen lagen bij de locomotief en zijn lichaam tusschen de goederenwagens. De ontsteltenis was algemeen en de oorzaak van liet ongeval is onbekend. Men zegt, dat sedert Zaterdag eenig ongemak aan de machine bespeurd is en dat de ïiaclitstokers Dinsdag nacht ontdekt hebben, dat reeds met 30 pond drukking de stoomfluit afging. Ook was de machine, no. 8, een van dc eerste te Harlingen aangekomen, die, naar men zegt, door liet zoute water veel iieett geleden. Verscheidene Belgische dagbladen melden dat de lieer David, volksvertegenwoordiger van Verviers, een geneesmiddel tegen verschillende tot nu toe ongeneesbare

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1