föuitenlanft.
Manin's terugkeer in Yenetië.
Brieven uit België.
Europa en Nederland bedreigd werden, en neemt de stuk
ken voor kennisgeving aan."
Een voorstel van den heer Koorders om nu de discus-
siën tot Haandag te verdagen, werd met 48 tegen 25
stemmen verworpen.
De heeren de Bosch Kemper, de Brauw, van Wassenaer
Catwyck en van Zinnicq Bergmann verklaarden zich
tegen de motie, omdat zij geen zuivere beslissing inhield
over het beleid, terwijl de minister Heemskerk verklaarde
om dezelfde reden van de aanneming of verwerping der
motie geen kabinetsquaestie te kunnen maken.
Hierop trok de heer Pijnappel zijn voorstel in, waarna
de conclusie der commissie met 55 tegen 18 stemmen
werd aangenomen.
Tegen stemden de heeren Pijnappel, Haflfmans, Storm,
Saaymans Vader, Kalft', van der Hucht, Taets, ïnsinger,
de Willebois, Borret, Simons, van Nispen, Smitz, van
Foreest, de Casembroot, Verheijen, W. van Goltstein en
negram (De heer Lidtk de Jeude was afwezig.)
Maandag discussiën over de motie-Blussé.
Algeiiircn overzicht.
Eergisteren is in het Oostenrijkscli huis der heeren
een beslissende slag geleverd tusschen de reactionaire
partij en de ministerieelen omtrent het in behande
ling zijnd wetsontwerp op het burgerlijk huwelijk.
Een^ voorstel van graaf von Mensdorff-Pouilly om de
beslissing nopens dit wetsontwerp aan te houden tot
dat de pauselijke regeering haar gevoelen over deze
quaestie zou hebben uitgesproken, is met 65 tegen 45
stemmen verworpen. Daarop werd het voorstel van de
minderheid der commissie van rapporteurs over het
wetsontwerp, concludeerende tot verwerping, in stem
ming gebracht en met 69 tegen 34 stemmen verworpen.
Hieruit blijkt dus dat de eindstemming, welke heden
zal plaats hebben, het wetsontwerp tot wet zal verheffen.
De uitslag dezer stemmingen van eergisteren hebben des
avonds eene vrij algemeene illuminatie te Weenen ten
gevolge gehad, welke, daargelaten of zulke manifes-
tatiën, tenzij in hoogst buitengewone omstandigheden,
wel goed te keuren zij n en wel edelmoedig tegenover
eene overwonnen staatspartij, hetgeen wij ten zeerste
betwijfelen in allen gevalle het bewijs levert dat
de clericale gevoelens in dit opzicht althans onder de
bevolking der Oostenrijksche hoofdstad niet bijzonder
veel aanhangers tellen.
Bij het huis der heeren heeft graaf Thun zijn ontslag
als erfelijk lid dier vergadering ingediend, bewerende dat
dit staatslichaam door constitutionecle wijzigingen niet
meer bestaat gelijk voorheen. De meerderheid van het
huis heeft, in antwoord op dit verzoek om ontslag, graaf
Thun naar den keizer verwezen.
De tweede zitting van het Noord-Duitsch parlement
ts heden door den koning van Pruisen geopend. De
troonrede bevat niets werkwaardigs. Zij spreekt de
overtuiging uit dat de vriendschappelijke betrekkingen
met het buitenland een waarborg opleveren voor het be
houd van den vrede. -Een aantal wetsontwerpen wach
ten op afdoening en men meent dat de regeering haren
invloed zal gebruiken om deze ontwerpen zoo spoedig
mogelijk af te hameren, teneinde dan hare aandacht te
kunnen wijden aan de vergaderingen van het parlement
der afgevaardigden van de tot het tolverbond behoorende
staten. Men weet dat daarin eene zeer zware belasting
op den tabak zal worden voorgesteld.
De verheffing van den geestelijken prins Lucien Bona
parte zoon van prinses Zenaïde, dochter van Napo
léon Ps broeder Josepli, en den prins van Canino, zoon
van Napoleon I's broeder Lucien heeft te Parijs
niet weinig indruk gemaakt sedert men van vele
zijden beweert dat hij de aangewezen opvolger is van
paus Pius IX. Voor zooverre in zulk eene even-
tueele benoeming door het conclave den waarborg zou
gelegen zijn van Frankrijk's voortdurende bescherming
der wereldlijke macht, kan dit aan de voorstanders van
dit attribuut der pauselijke waardigheid niet anders dan
welgevallig zijn.
De Fransche moniteur van heden bevat de wet waarbij
het contingent van 100,000 man onder de wapenen wordt
geroepen.
De bisschop van Londen heeft bij het hoogerhuis een
verzoekschrift ingediend, strekkende om aan te dringen
dat voor de bekleeding van hoogere betrekkingen aan
de universiteit geene personen meer in aanmerking
zullen komen, die niet tot de Engelsche staatskerk be-
looren. Dit verzoekschrift is weder een der duizend be
wijzen dat de geestelijkheid in alle landen zich omtrent
ekere punten in de teederste eenstemmigheid bevindt
u' °P ('at terrein, weinig afdoet of die geestelijkheid te
ofte Lntil°Pel te Kopenhagc, te St. Petersburg
Eeuigen tijd geleden hebben de Fransche autoriteiten
verloi gegeven om dc stoffelijke overblijfselen van Manin
Uit Frankrijk naar zijn vaderland over te brengen.
Deze zijn rijdag te Mestro aangekomen -de plaats
waar Manin zich in 1830 als advocaat nederzette en
Zaterdag morgen van daar naar Venetië overgebracht,
alwaar zij gisteren met groote plechtigheid zijn ontvan
gen. Vïetor Hugo, uitgenoodigd om deze plechtigheid bij
te wonen, heeft in antwoord het volgende geschreven:
„Hauteville House 16 Maart 1868.
„Men vraagt mij uit Venetië of ik niet een enkel
woord heb te zeggen hij gelegenheid van den gedenk-
waardigen dag, 22 Maart.
„Voorzeker en wel dit woord: Venetië is aan Manin
ontrukt geworden, gelijk Home aan Garibaldi. Na zijn
dood neemt Manin weder bezit van Venetië. Garibaldi
zal echter nog bij zijn leven naar Itome terugkeeren.
„Frankrijk beeft evenmin recht om Rome in zijn macht
te houden, als Oostenrijk dit had omtrent Venetië. Het
is dezelfde usurpatie welke op dezelfde wijze zal eindigen.
En dit einde zal Italië vergrooten en ook Frankrijk een
verhevener positie doen erlangen, want alle rechtvaar
dige daden, welke eene natie verricht, maken haar
machtiger. Het vrije Frankrijk zal eenmaal de hand
reiken aan Italië, in diens voltooide eenheid. En dan
zullen beide natiën elkander liefhebben.
„Ik voorzie dit met blijdschap, ik de zoon van Frank
rijk, de kleinzoon van Italië. De zegepraal van Manin
op heden voorspelt de zegepraal van Garibaldi op morgen.
„De dag van 22 Maart is een dag die een teeken voor
de toekomst oplevert. Bij zulke graven wordt men tot hoop
volle verwachtingen opgewekt. Manin was een strijder en
martelaar voor het rechtlijj heeft den kamp gevoerd voor
beginselenhij voerde het zwaard des lichts. Even als Gari
baldi bezat hij den zachtzinnigen heldenmoed. Achter
zijn graf is reeds de vrijheid van Italië zichtbaar, hoewel
nog met een sluier omhuld. Die sluier zal zij opslaan.
Dan zal zij de vrede zijn maar toch de vrijheid blijven.
„Ziet, dat alles voorspelt Manin bij zijne terugkomst
te Venetië. Een doode als Manin vervult ons met
vertrouwen op de toekomst."
„V1CTOR HUGO."
Wanneer Italië's vijanden beweren dat het aan de
Italianenen mot name aan de bewoners van Venetië
aan wilskracht en moed ontbreekt, dan wordt de naam
van Manin genoemd, een naam die voor Venetië de
kracht en bctcekenis hoeft, welke dc naam van Garibaldi
voor dc gezamenlijke bevolking van Italië bezit. Deze
held van Venetië stierf te Parijs in 1857, drie en vijftig
jaren oud, in zeer behoeftige omstandigheden, met den
naam van zijn vaderland op de lippen.
Gloeiend van vaderlandsliefde zuchtte hij in het tijd
perk van '48, gelijk duizende landgenooten, onder het
Oostenrijks® bestuur, hetwelk hem weldra als gevaar
lijk voor de rust in hechtenis deed nemen. Toen de
tijding der Fransche Februari-revolutie de Venetiaan-
sche bevolking in feitelijk verzet deed komen tegen den
Oostenrijkschen gouverneur graaf Palfy, had in de cel
van den advocaat Manin het volgende plaats, waaruit op
zoo eenvoudige maar tevens zoo indrukwekkende wijze
diens rechtschapen politieke gevoelens kunnen blijken.
Manin zat rustig in zijn kerker, toen eensklaps de
onstuimige oproerkreten der aandringende menigte zijn
oor troffen. Bleek en bevend stortte weinige seconden
later de hoofddirecteur der gevangenis binnen met de
woorden: „kleed u dadelijk aan, gij zijt vrij!" „Ik
verkies niet bevrijd te worden door zegepralende opstan
delingen," antwoordde Manin op kalmen toon; „men
heeft mij onwettig in hechtenis genomen en ik ver
lang niet dan op wettige wijze ontslagen te worden."
„Maar hoort gij dan al dat rumoer niet'? vervolgde de
gevangenis-directeur. „Dat is uwe zaak," hernam Manin.
Do directeur deelde hem nu mede dat de rechtbank het
bevel tot zijne in vrijheidstelling liad gegeven, en werkelijk
stonden de president en de leden der rechtbank allen in
costuum hem in den gang af te wachten, welke hem de
verzekering gaven dat de verlangde wettige beschik
king tot zijne invrijheidstelling hem nog denzelfden
dag zou geworden.
Manin verliet daarop de gevangenis, terwijl een man
van reusachtige gestalte hem opnam, en, gevolgd dooi
de menigte, hem tot voor het paleis van den gouverneur
.droeg. „Gij moet het volk toespreken!" riep men. „Maar
ik weet niet wat er gebeurd is!" hernam Manin Een
omwenteling te Weenen; een constitutie! was het"ant
woord.
„Ik ben onbekendzeide Manin nu tot de rondom hem
verzamelde menigte met de reden mijner invrijheidstel
ling, en ik weet nog veel minder, waarmede ik de eer
heb verdiend, welke mij thans te beurt valt; maar uit
alles wat ik zie, meen ik zóóveel te mogen opmaken dat
de liefde voor vaderland en vrijheid in de laatste maan
den zeer is toegenomen. Bedenkt echter wel mijne vrien
den. dat, al komen er oogenblikken, waarin de opstand
niet enkel een recht, maar een plicht is, die toch slechts
oo genb 1 ikk en zijn. Geen waarachtige,geen duurzame
vrijheid is denkbaar, zonder orde en eerbied voor de
wetten 1"
Daverende toejuichingen weerklonken en dc onhan
digheid van den gouverneur in het nemen van militaire
maatregelen deden de opstand weldra in bloedige botsing
met de troepen overgaan. Manin was de aangewezen man
om zich nu aan het hoofd van bet gewapend verzet te
plaatsen, onder de leuze: Viva la Republica de Venezie!
die wijd en zijd langs de lagunen weergalmde. Spoedig
was het arsenaal vermeesterd, een verdrag gesloten met
den bevelhebber der Oostenrijksche troepen om de stad
binnen twaalf uren te verlaten en Manin voorloopig aan
bet hoofd der republiek geplaatst. Als door panischen
schrik getroffen weken de Oostenrijksche autoriteiten
schier in alle plaatsen voor de opstandelingen.
Het was Manin's bedoeling volstrekt niet om zich af
te scheiden van Italië, maar hij wilde in Venetië slechts
de krachtvolle kern vormen, waarvan het bestaan noo-
dig was om voor de samensmelting van Italië tot éen
groot geheel den weg te banen. Ook later bleek deze
bedoeling nog meermalen. „Indien Italië's wederge
boorte aldus drukte hij zich in de jaren zijner balling
schap nog uit van de huldiging van het koningschap
afhangt, dan moet de koning van Sardinië ons hoofd zijn.
Geen verbrokkeling in partijen mag onze kracht breken.
Republikeinen en koningsgezinden moeten broederlijk
de handen ineenslaan, om samen eendrachtig te streven
naar de bereiking van een gemeenschappelijk doel: de
eenheid en onafhankelijkheid van het vaderland."
Het is onnoodig om hier de korte geschiedenis van de
Venetiaansehe republiek te herinneren. Men weet hoe
de Oostenrijkers weldra weder meester werden van dit
grondgebied en boe op 27 Augustus de Oostenrijksche
troepen Venetië's straten weder binnentrokken. Opdien
zelfden dag stoomde de Fransche stoomboot Pluto de
lagunen uit, met Manin, diens huisgezin en de voor
naamste leden van het bestuur der gevallen republiek
aan boord.
Merkwaardig is het dat de bevolking van Venetië,
zelfs in het ongeluk waardoor bij de menigte het
oordeel zoo dikwijls beneveld wordt nooit Manin heeft
beschuldigd van haar in het in hem gesteld vertrouwen
te hebben bedrogen. Toen het lot der Venetiaansehe
republiek voor niemand meer twijfelachtig was richtte
Manin van zijn balkon deze woorden tot de wanhopige
en vaderlandslievende menigte: „Hoe groot de beproe
vingen ook wezen mogen, die de Voorzienigheid over
ons beschoren heeft, zult gij wellicht kunnen zeggen dat
ik mij zei ven heb misleid; maar nooit zult gereden heb
ben om van mij te beweren: die man beeft ons willens en
wetens misleid!"
„Nooit! Nooit!" Zoo luidde de uitspraak des volks.
Brussel21 Maart.
De kamer van vertegenwoordigers heeft heden niets te
doen. Dinsdag zal zij beraadslagen over het wetsontwerp
ter verbetering der posterijen, waarbij liet uniformport
van 10 centimes, waarvoor men reeds jaren te vergeefs
moeite heeft gedaan, niet is aangenomen. Alleen is het
gewicht voor het enkelvoudig port wat ruimer genomen.
Dit ontwerp dagteekent reeds van den tijd van den heer
van der Stichelen. Zoodra het afgedaan is zal men tot
de behandeling van het budget van binnenlandsche zaken
overgaan. Het voornaamste punt van het politiek debat,
dat zieh bij de algemeene beraadslagingen zal voordoen,
zal zeker de onderwijsquaestie zijn, vooial voor de scholen
van jongelieden, waarvoor de bisschoppen thans hunne
medewerking aanbieden. Maar het is nu te iaat. liet is niet
waarschijnlijk, dat het ministerie de inmengingder catho-
lieke geestelijkheid in de scholen voor jongelieden zal
toestaan, daar de heeren Vandenpeereboom en Rogier
juist zieh hebben moeten terugtrekken, omdat zij deze
inmenging voorstonden. De positie van den heer Pirmez,
de nieuwe minister van binnenlandsche zaken, zal ook
niet van de gemakkelijkste zijn. Hij, die vroeger een
voorstander was van de wet van 1842 en hare uitbreiding,
zal nu wel van richting moeten veranderen en hetgeen
hij vroeger bewierookte moeten verbranden. Maar de
beer Pirmez is een bekwaam, fijn en geval redenaar en
verstaat de kunst van zich goed uit te drukken. Hij zal
zal zich wel uit den val redden, twijfel daar niet aan.
Maandag zal te Antwerpen de verkiezing plaats hebben
van een afgevaardigde in plaats van den graaf Dubois,
die in de eeuwige stad is overleden. De ministerieele
partij gevoelt zich zoo zwak, dat zij zelfs geen tegen-
candidaat gesteld heeft. Alleen de heer Coremans komt
in aanmerking. Op eene algemeene vergadering dei-
liberale associatie, bijeengeroepen met bet doei om te
beraadslagen over de maatregelen, die moeten genomen
worden, waren niet eens 100 leden tegenwoordig. Zoo
ver nu heeft de doctrinaire politiek hetgebracht. Te Luik
en Geut begint een dergelijke afscheiding in de ministe
rieele partij zicli te openbaren. Een gedeelte der geavan
ceerd liberale partij vereenigt zieh meer en meer met het
denkbeeld eener coalitie met de clericalen. Indien deze
neiging blijft voortdurenversterkt wordten haar doel
bereikt, is het met de liberale meerderheid gedaan eu
zal de plialanx der doctrinairen verbroken worden Meer
dan eens heb ik u reeds gezegd, dat de groote fout van
kctBelgische gouvernement, n. 1. zijne onverklaarbare en
onwaardige medewerking aan de expeditie van Mexico,
nog groot misnoegen in België zal veroorzaken. Zie hier
een nieuw bewijs voor de juistheid mijner opmerking.
Gij weet dat het ministerie Rögier-Frère-Cbazalten
einde de werving van Belgische vrijwilligerkorpsen voor
Mexico gemakkelijker té maken, zonder de verantwoor
delijkheid op zieh te nemen, in 1864 de kamers liet
artikel uit het burgerwetboek luidende„Niemand mag^
in den vreemde dienst nemen zonder voorafgaand verlof
van het gouvernement" heeft doen intrekken. Zoo doende
maakte men van België een markt van kanonnenvleesch.
Ook zien wij thans ronselaars van Brazilië te Antwer
pen manschappen werven om een oorlog voort te zetten,
die sedert drie jaar in de streken van la Plata ge
voerd wordt, zonder dat hij tot eenig resultaat leidt.
Het laat zich begrijpendat Brazilië steun zoekt in
Europa, maar dat de regeeringen de werving toelaten
is waarlijk onverklaarbaar. Pruisen hoeft dat beter be
grepen; het heeft niet alleen de aanwerving van man
schappen, die door de wet reeds verboden wordt, ver
hinderd maar zij heeft zelfs de landverhuizing naar
Brazilië belet. In België daarentegen is de regeering
door haar eigene schuld thans krachteloos. Het heett
niet een wettige reden om het werk der ronselaars, die