MIDDELBURGSCHE COURANT. r 47. Zondag 1868. 22 Maart. Öinnmlantr. Editie van Zaterdag avond 8 uren. PUBLICATIE. PATENTEN. De Burgemeester en Wethouders van Vlissltigeii, maken bekend dat de patenten over het 2de kwartaal, dienst 1867/68, verkrijgbaar zijn gesteld ter gemeente-secretarie, waar zij kunnen worden afgehaald van den 20 Maart tot en met den 3 April 1868, van des voormiddags te 10 tot des namiddags te 3 uren dat de patenten, die niet binnen dien tijd zijn afge haald, overeenkomstig de bepalingen der wet, aan de huizen zullen worden afgegeven, door den deurwaarder der directe belastingen, tegen voldoening van het daar voor verschuldigde ^wordende de belanghebbenden tevens herinnerd, dat zij, die desgevraagd hun patent niet kunnen vertoonen, zich blootstellen aan de boete bij de wet bedreigd. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 16 Maart 1868. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De Secretaris, P. FORBES WELS. Middelburg 21 Maart. In de zitting der tweede kamer van heden is de con clusie van het rapport der commissie, in wier handen de dooi de regeering medegedeelde diplomatieke bescheiden zijn gesteld, met 55 tegen 18 stemmen aangenomen. Zooals men weet, strekte die conclusie om de bescheiden voor kennisgeving aan te nemen. Tegen hebben gestemd de heeren Pijnappel, Haftmans, Storm van 's Gravcnsande, Saaymans Vader, Kalft", van der Huclit, Taets van Amerongen, Insinger, van der Does ue W illebois, Borret, Smitz, van Nispen van Sevenaer, Simons, van Foreest, de Casembroot, Verlieijen, W. van Goltstein en Begram. De heer Lidth de Jende was afwezig. \óor de stemming óver bovengenoemde conclusie werd door den heer Pijnappel eene andere voorgesteld, lui dende: „De kamer zegt den minister dank voor de over legging der stukken, waardoor de erkenning en waar deering bevorderd worden van het aandeel, hetwelk de jNeaerlandsche regeering -van haar standpunt gehad heeft in de afwending der gevaren, waarmede Europa en Neder land bedreigd werden, en neemt die stukken voor ken nisgeving- aan." Deze conclusie werd echter door den heer Pijnappel ingetrokken na eene verklaring van den heer Heemskerk dat daardoor de quaestie niet zuiver gesteld werd en derhalve geen kabinetsquaestie kon opleveren. De beraadslagingen over de motie Blussé zullen Maan dag worden voortgezet. De groothertog van Luxemburg heeft tot kommandeur van de orde der Eikenkroon benoemd den heer F. W. Virieu, directeur van het postkantoor te Zalt-Bommel, die het vorig jaar het vijftigjarig jubilé zijner betrekking vieren mocht. De Staatscourant van gisteren bevat het koninklijk Desluit van den 12 dezer, houdende nadere regeling van iet port der brieven, der gedrukte stukken en der stalen n monsters van koopwaren, die tussclien Nederland en rankrijk gewisseld worden. ,litv!leei; W. J. Schuttevaer, te Zwolle, heeft een men ri m llct Handelsblad van 14 dezer opgeno- nersvovk Sescbroven, waarin hij, namens de Schip- Lrwan-'n"? Schuttevaer, verhaalt hoe in het Krab- f'roiTi Hnkhuizen den 30 Januari schipper Pot van aan i met zÜn vaartuig, met een neef en nicht c^00r harden wind werd overvallen; den 31en weiu net vaartuig alleen door pompen bovengehouden; des nachts kwam er storm; den volgenden morgen was men verwonderd het schip nog te zien; het schip was in nood en de schepelingen smeekten om hulp. De schippers konden helpen zonder gevaar maar eischten vooraf een groote geldsom. Waarom? Den beurtschipper 1 igchelaar hadden zij in 1867 geholpen en in drie uur tijds in de haven gebracht; voor hun arbeid had deze hun ƒ300 aangeboden, doch de schippers hadden dit geweigerd, zeggende dat „zij nu den eersten den besten schipper die in nood was zouden laten verzuipen, opdat men zou ondervinden, wat het was, karig verdiend loon te weigeren." De omstanders brachten nu de gevorderde som bijeen; maar eer dit in order was en toen de schip pers eindelijk bereid waren tot hulp, was het te laat; het vaartuig van Pot met de 3 opvarenden was vergaan. Van zulke onmenschelijkheid is niets te zeggen. Maar in het belang der scheepvaart wordt te Enkhuizen nu, opdat ongelukkigen niet meer het slachtoffer worden van zulken onwil, de vestiging gevraagd eener redding maatschappij met reddingboot. Dit laatste te bevorderen is het doel waarmede het artikel geschreven is. Bij de jaarlijksche benoeming van leden voor het his torisch genootschap te Utrecht zijn als zoodanig benoemd en hebben die benoeming aangenomentot honoraire leden do heeren Louis de Baecker te Bergues, IJ. Con- science te Kortrijk, A. Henne te Brussel, Ecl. Osenbriigge te Zurich, E. de Borchgrave te Brussel en Ferd. von Hell- wald te Weenen tot gewone leden de heeren inr. L. de Hartog, mr. J. A. Hofkes, W. H. van de Sande Bakliuyzen, mr. W. H. de Watteville en mr. P. A. L. A. baron van Ittersum te Utrecht, dr. J. C. van Deventer te Dordrecht, W. A. Elberts te Zwolle, dr. P. P. M. Alberdingk Thijm te Maastricht, F. A. van Braam Ilouckgeest te Amsterdam en dr. (1. J. Dozy te Deventer. Uit Utrecht schrijft men ons van 19 dezer „Op het gebied van openbare werken vertoont zich hier tegenwoordig nog al eenige bedrijvigheid. Aan ver schillende kanten der stad vindt eene groote menigte werklieden overvloedigen arbeid. De werkzaamheden aan de stationsgebouwen enz. van den staats-spoorweg naderen haar einde, ofschoon ook hier nog menige be langrijke zaak moet worden voltooid. De toegang tot het genoemde station zal verstrekt worden door een tunnel onder den Kijnspoorweg. Over het geheel hebben de buitenwijken onzer gemeente in den laatsten tijd nergens zoo groote veranderingen ondergaan als hier, aan hare westzijde. Langzaam maar toch aanhoudend gaat men voort met het bouwen van huizen en het aanleggen van straten op het terrein tussclien het station van den Kijn spoorweg en den stadssingel. De 14 Ned.el breede Wester straat is reeds bij na geheel vol gebouwd, en met den aanleg van eene even breede, met de eerstgenoemde evenwijdig loopende straat, die recht tegenover het laatstvermelde stationsgebouw zal uitkomen, is een aanvang gemaakt. Een dwarsstraat zal beiden verbinden. Op korten afstand worden voortdurend nieuwe huizen opgericht aan de onlangs geopende Bovenstraat. Of een arm van de Kruis vaart, in het singel water uitkomende, zal worden gedempt, ten behoeve van den aanleg eener nieuwe, zeer breede straat die van de Mariebrug naar het station van den staatsspoorweg zal leiden, dan wel of hij, gelijk velen willen, behouden en tot eene haven ingericht zal worden, is nog onzeker. „Een eind verder zuidelijk, nabij de Tolsteeg-barrière, is de schoonc driedubbele'rij van boomen langs den sin gel voor een groot gedeelte omgehouwen, omdat de grond er aanmerkelijk moet afgegraven en de weg dus verlaagd worden. Dit geschiedt in het belang eener kortere com municatie tusschen den singel en den straatweg naar Vreeswijk, waardoor tevens een voor rijtuigen lastige hoek zal worden afgesneden. Om die gemakkelijker ge meenschap te verkrijgen, zal eene nieuwe straat worden gemaakt, en daarvoor scheen het noodig dat het verschil in de hoogte van het terrein worde weggenomen. Een honderdtal woningen voor den arbeidenden stand zal daar ter plaatse weldra verrijzen ten gevolge der bemoeiingen der hier bestaande bouwmaatschappij. Op korten afstand zullen weldra de grondslagen gelegd worden einde lijk! van het lang gewenschte nieuwe ziekenhuis, dat naar de plannen van onzen architect zal worden ge bouwd en belooft in liooge mate voor zijn doel geschikt te zullen worden. Te betreuren zal het echter blijven, dat de plaats, die men er voor heeft aangewezen, zoo zeer in de onmiddellijke nabijheid van den Rijn- en de staatsspoorwegen gelegen is. De gemeenteraad is over dit bezwaar heengestapt, nadat lang te vergeefs naar een ander terrein was gezocht. Maar het is te vreezen, dat de thans gedane keuze later zal blijken eene ongelukkige te zijn geweest, en dat het gevaar en ge dreun der talrijke voorbijstoomeude spoortreinen en locomotieven, en hare rookwolken die door de weste winden doorgaans tegen het op te richten ziekenhuis zullen gedreven worden, meer hinder zullen aanbrengen dan men zich thans voorstelt. Hoe dit zij, de toestand van het oude ziekenhuis is zoodanig, dat de oprichting- van een nieuw dringend noodzakelijk is, en dat het, ook op de plaats waar het verrijzen zal, in eene groote be hoefte zal voorzien. „In liet plantsoen wordt de heuvel tusschen de Ileeren- en de Brigittestraat afgegraven, ten einde gelegenheid te geven tot het ontstaan eener rij huizen daarachter. Yan meer gewicht is het besluit, onlangs door den ge meenteraad genomen, om eene som van 60,000 te be steden aan de verbreeding en bestrating der Nachtegaal- steeg, den eenigen weg waardoor de Maliebaan,diemeer en meer door den aanbouw van schoone en aanzienlijke huizen in belangrijkheid toeneemt, behalve aan hare beide uiteinden met de stad gemeenschap heeft. Vond het voorstel tot het genoemde raadsbesluit bij velen oppositie, omdat men voor de genoemde aanzienlijke som toch slechts eene min of meer bochtige straat van om streeks 8 a 9 el breedte zal kunnen verkrijgen, terecht lieeft het gevoelen de overhand behaald dat, zoo men thans de aangeboden gelegenheid van de hand wees, voor altijd het midden der Maliebaan, waarachter nog steeds in verschillende stegen nieuwe aanbouw van woningen plaats heeft, van eene geschikte gemeenschap met het midden der stad zou verstoken blijven, en dat te groote zuinigheid in dit geval dus zeker misplaatst zou zijn. „Tntusschen, hier doen zich de droevige gevolgen gevoelen van de handelwijze van ons gemeentebestuur, dat niet genoeg doordrongen is van het besef der noodzakelijkheid, om bij tijds voor den aanleg van nieuwe straten enz. te zorgen, en daarmede niet te wachten totdat de terreinen volgebouwd en de kansen om zonder verbazende omkosten goede, breede, rechte straten te verkrijgen, voorbij zijn. Utrecht neme in dit opzicht een voorbeeld aan Rotterdam's Gravenhageen andere plaatsen. Daar geschiedt de uitbreiding der steden regelmatiger, naar een bepaald plan. Zoowel uit een financieel oogpunt als uit dat van doelmatigheid, van gezondheid en van schoonheid, verdient dit de hoogste aanbeveling:" Beiioemiiigeii en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan Ant. Carel Ellinckhuyzen, consul van Spanje te Rotterdam, tot het aannemen en dragen der versierselen van kommandeur eerste klasse, met de ster, van de koninklijke orde van Isabella la Catholica, hem door II. M. de koningin van Spanje geschonken. artillerie-vrijkorps. Benoemd tot majoor-komman- dant van het artillerie-vrijkorps te Helder mr. D. P. H. Aberson, voormalig kapitein bij de dienstdoende schut terij te Amsterdam. consulaten. Bevorderd tot Nederlandsch consul voor Sunderland en Seaham de hoer P. R. Los, thans vice- consul aldaar. Kerknieuws. Op het drietal van predikanten ter vervulling dei- vacature bij de evangelisch luthersche gemeente te Zie- rikzee, ontstaan door het vertrek van den heer J. H. C. Ilcijse naar Zaandam, zijn geplaatst de heeren A. A. Beu- deker te Edam, F. G. Lagers te de Rijp en J. J. Th. Scharff te Harlingen. Op het twaalftal ter beroeping van een predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Breda, zijn onder anderen geplaatst de heeren Moquette, predikant te Sluis, en de Wilde, predikant te Poortvliet. kinderwijs. Volgens de W7ekker is dezer dagen in eenebijeenkomst van den inspecteur van het lager onderwijs en school opzieners in Zuid-Holland besloten, bij wijze van proef neming op de aanstaande acten-examens de ontledingen mondeling in plaats van schriftelijk te behandelen. Het taalkundig examen zal voor elke tafel van 4 hoofd- of 6 hulponderwijzers twee uren duren; terwijl iedere candidaat op zijne beurt ondervraagd wordt, zullen de anderen schriftelijk eenige taalkundige vragen beant woorden, gebrekkige volzinnen verbeteren, enz. Marine en leger. De officier van gezondheid 2e klasse G. F. Rocliat en de officieren van administratie 3e klasse 11. K. J. van den Bussche en F. A. Frederiks worden met den 26 dezer geplaatst, de twee eerstgenoemden op Zr. Ms. wachtschip ie Willemsoord, en laatstgenoemde op dat te Vlissingen, onder intrekking zijner plaatsing op liet wachtschip te Willemsoord. Keclitzaken. De arrondissements-reclitbank alhier heeft eergisteren de volgende vonnissen uitgesproken. Adriaan Wagemakcr, oud 40 jaren, arbeider te Groede beklaagd dat bij den 31 Januari jl. van den dorschvloer op de hofstede van J. Buyze onder Groede arglistig heeft weggenomen en zich toegeëigend 64 kop blauwe erwten, 1 zulks terwijl bij aldaar als arbeider in dienst was is

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1