verklaard, aangezien niet wettig is gebleken dat de per soon met wien de eerste beklaagde het feit heeft gepleegd dezelfde is als de gedagvaarde doch niet ter terecht zitting verschenen tweede beklaagde. De eerste beklaagde is schuldig verklaard aan diefstal bij nacht door meer dan éen persoon op plaatsen die niet als bewoond worden aangemerkt of daarmede gelijk gesteld, gepleegd onder verzachtende omstandigheden, en veroordeeld tot eene maand gevangenisstraf benevens in de kosten. Johannes Franciscus Daniels, werkman te Eede beklaagd dat hij den 15 December jl. eenige wilgen persen en een paar palen ten nadeele van den landbouwer H. Maes, te Eede, arglistig heeft ontvreemd is schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot drie weken gevangenisstraf en in de kosten. Maria van Geyzen, huisvrouw van P. de Vos, Fran- cina Boekhout, huisvrouw van J. de Vos, en Jacomina de Koker, huisvrouw van J. van Geyzen, allen arbeidsters en wonende te Breskens beklaagd dat zij den 26 No vember jl. te zamen en in gemeen overleg 76 bossen Brabantsch rijs, behoorende tot de dijkmaterialen, ten nadeele van de Groedesche watering arglistig weggeno men en zich toegeëigend hebben zijn schuldig ver klaard aan diefstal bij nacht door meer dan een persoon op plaatsen die niet als bewoond worden aangemerkt of daarmede gelijk gesteld, en, onder aanneming van ver zachtende omstandigheden, veroordeeld ieder tot eene maand gevangenisstraf en solidair in de kosten. Pieter Porrey, wonende te Cadzand beklaagd dat hij den 18 November jl. ten nadeele van de Cadzand- sche watering, in wier dienst hij was tegen genot van loon, arglistig weggenomen en zich toegeëigend heeft 8 bossen Hollandsch rijs, behoorende tot de materialen <lier watering is, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, schuldig verklaard aan diefstal in dienstbaarheid en veroordeeld tot veertien dagen ge vangenisstraf en inde kosten. Suzanna Janse, werkvrouw te Veere beklaagd dat zij in de maand Maart des vorigon jaars uit eene openstaande kleerkast ten huize van dr. Strehler, te Veere, arglistig een vest weggenomen en zich toege- eigend, en dit vervolgens voor 35 cent verkocht heeft is schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroor deeld tot veertien dagen gevangenisstraf en in de kosten. Jan de Witte, dijkwerker te Westkapellc— beklaagd dat hij den 9 December jl. ten nadeele van den landbouwer W. Verhulst aldaar arglistig drie bossen tarwestroo heeft weggenomen is schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal, gepleegd onder verzachtende omstandigheden, en veroordeeld tot drie dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Klaas Lust, werkman, en Jacobus van Bovenkamp, varensgezel, beiden te Vlissingen beklaagd dat zij den 9 December jl. tc zamen en in gemeen overleg een tros touw, liggende op de kade aan den Nieuwendijk te Vlissingen en behoorende tot den inventaris van het bij Zoutelande gestrande schip Maximiliaan, arglistig weg genomen en voor f 1.50 verkocht hebben zijn schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld ieder tot eene maand gevangenisstraf en solidair in de kosten. Gemengde berichten. De studenten aan de hoogeschool te Groningen zijn voornemens het volgende jaar eene maskerade te houden, voorstellende den intocht van Sobiesky, koning van Polen, binnen Weenen, in 1663. De algemeeue vergadering der Nederlandsche maatschappij ter bevordering der geneeskunde zal den 24 en 25 Juni a. te Leeuwarden worden gehouden. Bij de jl. Vrijdag te 's Hagc gehouden parade schrikte het paard, waarop de kolonel Vinkhuizen, plaatselijk kommandant, aan het hoofd der kolonne ge zeten was, door het slaan der trom, rende met zijn ruiter do Maliebaan uit, den Nieuwen uitleg over en kwam met een vervaarlijken sprong in het water bij de Hooikade terecht. De kolonel werd echter uit zijne ge vaarlijke positie door den agent van politie Jacob Lethée, met behulp van J. Kip, gered. Ook hot. paard werd door onderscheidene personen uit het water gehaald. Dc tachtigjarige koning Bodewijk van Beieren, die in 1848 van den troon afstand deed, is eergisteren te Nico overleden. Om te doen zien hoe het soms bij geldleeningcn toegaat, wordt door de Gazette de France het volgende medegedeeld„Onze aan de rechtzaken gewijde dagbladen geven verslag van een opmerkelijk rechtsgeding, hetwelk voor de Parijsche rechtbank van koophandel gevoerd en dezer dagen afgeloopen is. De heeren Erlanger, Laing lid van het Britsche lagerhuis en gewezen minister van financiën in Britsch fndië, Mac Donald, directeur der Londensehe General-Credit-vereeniging,en verscheidene andere Engelsche bankiers vorderden van den heer Mliton te Parijs verantwoording van eene som van acht millioen franken, die hem in 1865 door hen toevertrouwd zou zijn geworden om daarmede te Konstantinopel de invloeden, vereischt tot het verkrijgen van de opdracht eener geldleening, te koopen; bepaaldelijk beweerden de eischers, dat eene som van vijf millioen franken, die door hen voor den grootvizier bestemd was geworden, aan dezen niet was ter hand gesteld. De heerMnton beweerde al de hem toevertrouwde gelden werkelijk aan onder scheidene personen ter hand gesteld te hebben, maar weigerde die personen te noemen. „Voor de eischers is gepleit door mr.Deleuze,voor den verweerder door mr. Paul Andral. De rechtbank van koophandel heeft thans, onder voorzitting van den heer Louvet, uitspraak gedaan en verklaard dat Muton dooi de aangegane overeenkomsten werkelijk ontheven werd van alle verplichting om rekenschap van de uitvoering der hem toevertrouwde taak te geven, en dat die taak buitendien van ongeoorloofden en onrechtmatigeu aard was en alzoo geen grond tot eischen in rechte kon opleveren. Uit dien hoofde zijn de eischers niet-ontvan- kelijk verklaard en in de kosten veroordeeld." - De Glasgow Herald bevat de volgende bijzonder heden betreffende het van stapel loopen van een monitor met dubbele schroef, van ongeveer 1600 ton inhoud en gebouwd voor rekening van het Nederlandsche gouver nement, door de heeren R. Napier Sons. De voor naamste afmetingen zijnlengte 187 voet, breedte 44 voet, diepte 11 voet 6 duim. De pantserplaten zijn 5 jduini dik, waartegen een eiken bescbot van 10 duim is aange bracht, terwijl dit liout van binnen door ijzeren platen van 1 duim wordt gedekt. De toren is gebouwd volgens het stelsel van kapitein Cole, met pantserplaten van 8 duim dik. Het schip zal gewapend worden met twee SOOponder Armstrong kanonnen. De machines zijn van 140 paardenkracht. Het schip werd bij het te water laten door eene jonge dame, dochter van den heer Frew, de Tijger gedoopt. Tegenwoordig waren bij deze plechtig heid de heer J. van Raalte, consul der Nederlanden, de heer Jansen, officier der Nederlandsche marine, onder wiens toezicht het schip gebouwd werd, en verschillende Engelsche autoriteiten. Bij het luncheon werden ver scheidene toasten uitgebracht. De heer John Napier stelde een dronk in op Z. M. den koning der Neder landen, die met geestdrift werd begroet, alsmede de dronk op zijne exc. den Nederlandschen minister van marine. Beiden werden beantwoord door den Neder landschen consul. Het Saksische minsterie van oorlog heeft de hoofd officieren oplettend gemaakt op het treurig verschijnsel, dat in den laatsten tijd zoovele zelfmoorden bij het leger plaats* hebben. Het maant hen aan om nauwkeurig te letten op den toestand des geestes van hen, die onder hunne bevelen gesteld zijn, om de aanleiding tot zulk een noodlottig besluit zooveel mogelijk te voorkomen. Het ministerie voegt er bij, dat ontegenzeggelijk de zelf moord in alle rangen der maatschappij toeneemt en zoo het niet bevoegd is de dieper liggende oorzaken daarvan in deze aanschrijving te beoordeelen, meent het toch dat de goede en kameraadschappelijke behandeling van den man, wiens geest aan die kwaal des tijds lijdt, de gevolgen daarvan zou kunnen beletten. Eenige dagen voor de opening der parlements- zitting te Londen begaf zich de kanselier van Lancaster, de overste Wilson Patten, van Osborne, waar hij als kamerheer dienst deed bij dc koningin, naar Londen. Aan het stationsgebouw van dc South-Western-Railway wilde hij bij zijne aankomst te Londen een r.ab nemen, toen hem een zoor fatsoenlijk gekleed heer familjaar aansprak bij zijn naam, hem eènige oogenblikken staande hield, na hem de hand gereikt te hebben, en haastig hem reeds verlaten had, eer de heer Wilson Patten nog kon bedenken, wie toch de bekende was, dien hij daar zoo juist ontmoet had, en dien hij zeker sinds lang'niet moest gezien hebben, althans hij kon zich evenmin zijn naam als zijn uiterlijk herinneren. In den spoorwagen gezeten bemerkte de kanselier van Lancaster, dat zijn hartelijke vriend een zakkenroller was, althans hij miste zijn horloge met de helft van den ketting, waaraan het bevestigd was geweest. Eenigen tijd geleden werd gemeld, dat te Londen de Engelsche predikant Speke plotseling verdwenen was, zonder dat men eenig spoor van hem kon ontdekken, terwijl men uit de omstandigheden zijner verdwijning niet anders kon denken, of de predikant was het slacht offer eener misdaad geworden, of althans zeker veron gelukt Do zaak maakte eene geweldige sensatie; men verdiepte zich in allerlei gissingen. Bij het publiek heerschte een ware schrik. Dc familie en vrienden van Speke deden al wat zij konden om hem te vinden. Do politie werd krachtig aangespoord om toch beter de openbare veiligheid te handhaven, en zond naar alle kanten zijn signalement met de verdere aanwijzigin- gen tot opsporing. Er ging bijna geen dag voorbij, of men las in de dagbladen het een of ander artikel daar over. Verleden Maandag echter zoeht de politin in Corn- wallis naar zekeren Ayrc, die uit Huil ontvlucht was met eene groote som gestolen geld. In het stadje Padstow zag een agent, die de photographio van Ayre kende, een koeiendrijver,op wien, dacht hij, de photographie geleek. De agent nam den koeiendrijver mede. Deze werd voor- loopig in bewaring gesteld, onderzocht en bevonden niet te zijn de dief Ayre. Evenwel had men bij den koeien drijver veel geld gevonden. De vrederechter te Padstow durfde echter niet beslissen en zond den gevangene naai de groote stad Bodmis, van waar ook een inspecteur was overgekomen. Op weg daarheen verwonderde het den politic-inspecteur, dat de gevangen koeiendrijver iemand was van zeer beschaafde spraak en zeer' beschaafde manieren had. Men onderzocht zijne zaken nader, en vond overal den naam Dick Madwell als den naam van den eigenaar daarop geschreven. In zijne koffers waren allerlei costnmes tot vermomming geschikt. Eindelijk kwam een der politie-agenten, die het signalement van den verdwenen Speke kende, op den inval, dat de blijk baar gewaande koeiendrijver de „revcrend Speke" wel kon zijn. Na lang vragen en aarzelen bekende de koeien drijver dat hij Speke was. De heer Speke is thans naar Londen gebracht en zijne familie is voornemens een geneeskundig consult over zijn toestand tc laten houden, want, hoewel de heer Speke op alle punten zeer verstan dig spreekt, is hij in het vaste denkbeeld dat zijne familie hem verwaarloost. Deze idéé fixe heeft bij hem post gevat, vreemd genoeg, nadat hem een groote erfenis te beurt gevallen was. Hij wilde naar Amerika gaan om zich los te maken van zijn familie en het evangelie te prediken .in een land waar niemand hem kende. Als reden, waarom hij voor zijn vertrek naar Amerika zeven weken lang in Engeland is blijven zwerven, gaf hij op de vrees, dat hij aan de stoomboot zou tegengehouden en naar zijn familie teruggebracht worden. Thernionicterstand. 29Febr.'sav. 11 u. 49 gr. 1 Maart.'s morg.7 u.42 gr. 's midd.1 u. 45 gr. 's av. 11 tl. 43 gr. 2 's morg.7 u.46 's midd. 1 u.48gr. Staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 28 Februari. Aanvaardimg president schap; ingekomen stukken en wetsontwerpen; rapport geloofsbrieven benoeming sectiepresidenten aankondiging interpellatie Thorbecke over ontbinding. De zitting vangt aan met het uitspreken der rede van den voorzitter, welke wij reeds in ons vorig nommer hebben medegedeeld. Is ingekomen een koninklijk besluit, waarbij de voor zitter gemachtigd wordt de gevorderde eeden af te nemen van de heeren de Biebcrstein, Dam, Lenting, van Lidth de Jeude, Reinders en Zijlker. De heer de Bieberstein, in het gebouw aanwezig, wordt binnengeleid en legt de eeden af. [De ingekomen wetsontwerpen zijn meerendeels reeds door ons genoemd]. Nog zijn ingekomen afschriften der overeenkomsten 1. tusschen Nederland en Pruisen tot aansluiting van den spoorweg van Venlo naar Osnabruck2. tusschen Nederland en BeRië tot aansluiting van spoorwegen op wederzijdsch gebied; 3. postverdrag tusschen Nederland en Italië. Ook is ontvangen het verslag omtrent de exploitatie der staatsspoorwegen voor 1865. Al deze stukken worden in handen gesteld. Van den minister van justitie is ingekomen het advies van den hoogen raad over de intrekking van artikel 1 der wet vkn 29 Mei 1849. Door den lieer Jonckbloct wordt de conclusie voor gelezen van het rapport der commissie tot onderzoek der geloofsbrieven van de heeren Haffmans,. Cornelis, Hoff- mann en de Brauw. Die conclusie strekt tot toelating van de hoeren Haffmans, Cornelis en Hoffman, en nict- toelating van den heer de Brauw. Hierna zijn de afdeelingen samengesteld, waarna door deze benoemd zijn tot voorzitters de heeren Fransen van de Putte, Thorbecke, Rochussen,Geertsema en Storm van 'sGravcsandeondervoorzitters de heeren Dullert, van Bosse, van Voorthuyzcn, de Bieberstein en Fokker, en leden der commissie voor de verzoekschriften, de heeren Kaltf, de Bruyn Kops, Sloet van den Beele, van Kuyk en van Wassenaer Catw.yek.. Aan den heer Thorbecke is verlof verleend op een nader tc bepalen dag tot de regeering eene vraag te richten over de jongste ontbinding van tle kamer. Zitting van Zaterdag 29 Februari. Ingekomen wetsontwerp; behandeling conclusie geloofsbrieven der heeren Hoffman, de Brauw, Haffmans en Cornelis toelating van al die leden bepaling dag interpellatie Thoa-becke en opmaking rooster van aftreding. Is ingekomen een wetsontwerp tot wijziging der Indi sche begKOOting voor 1867, hetwelk wordt verzonden naar de afdeelingen. Aan de orde zijn de beraadslagingen over de conclusie van het rapport der commissie tot onderzoek der geloofs brieven van de heeren Hoffman, de Brauw, Haffmans en Cornelis. Die conclusie strekt tot niet-toelating van den lieer de Brauw en toelating der andere heeren. De grond tot niet-toelating van eerstgenoemde» is hierin gelegen dat de stembus in het onder-kiesdistrict Montfoort, op den dag der inlevering van dc stembriefjes, een kwartier uurs te vroeg is gesloten. Deze onregelmatigheid had invloed op den uitslag der stemming kunnen uitoefenen, daar hierdoor 23 kiezers buiten de gelegenheid waren liunne stembiljetten in te leveren. Verschillende sprekers beweerden dat de gepleegde onregelmatigheid niet tot vernietiging der gedane keuze kon leiden. De heeren van Wassenaer Catwyck, Kaltf, Begram en Saaymans Vader oordeelden dat uit de over gelegde verklaringen ten duidelijkste bleek dat, behalve twee kiezers, die op het gomeentehuis tegenwoordig waren, geen enkel kiezer zich na het sluiten der stembus heeft aangemeld om een stembriefje in te leveren, zoodat hier ook geen verkorting van rechten kon hebben plaats gehad en de gepleegde onregelmatigheid de gedane benoeming niet kon vicieercn. Namens de meerderheid der commissie, verdedigde de heer Jonckbloet de stelling dat het er niets toe (loet of de achtergebleven kiezers van hun stemrecht hadden willen gebruik maken, maar dat het hier alleen aankomt op liet feit dat die kiezers inderdaad, door het te vroeg sluiten der bus, in de onmogelijkheid waren hunne biljetten in te leveren. De kamer heeft evenwel met 42 tegen 23 stemmen de conclusie der commissie verworpen, en mitsdien tot toe lating van den heer de Brauw besloten. Omtrent de geldigheid der verkiezing van den heer Cornelis had een langdurig debat plaats. Uit het rapport der commissie is gebleken dat tegen die verkiezing drie bezwaren waren ingebracht: 1. dat een persoon was opgegeven als te hebben gestemd ter wijl die op den dag der stemming in eene andere plaats

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 2