hUtitcnlanïr. Brieven uit België. eene menigte lastdieren. Het verlies aan muilezels is verschrikkelijk geweest. In acht dagen stierven er 5000. Van sommige regimenten stierven 225 paarden en dAar men er slechts 25 had boven de formatie, zat men spoedig met eene cavalerie zonder paarden. Thans is de sterfte geweken en zijn nieuwe dieren aangerukt. Ook de ge zondheid der troepen is thans uitmuntend." Verkoopingen en aanbestedingen. Jl. Woensdag zijn op den Grooten Abeele, gemeente Oost- en West-Souburg, ten verkoop aangeboden de na volgende perceelenI. 94 roed. 80 ellen bouwland, waar op een wagenhuis, winterkeet, hoender- en varkenshok, gelegen in de gemeente Ivoudekerke. Verkocht voor f 1472.36. II. 80 roed. 70 ellen weiland, gelegen in de gemeente Koudekerke, (waaronder 66 roed. 85 ellen vrij land). Verkocht voor 1276. III. 71 roed. 30 ellen weiland, gelegen als voren, (zijnde vrijland). Verkocht voor f 1062. IV. 63 roed. 92 ellen weiland, gelegen als voren, (zijnde vrijland). Verkocht voor f 1064. V. &2 roed. 70 ellen bouwland, gelegen in de gemeente Oost- en West-Souburg. Verkocht voor 910. VI. 1 bund. 09 roed. weiland, gelegenals voren. Verkocht voor f 1763. VIL 1 bund. 35 roed. 48 ellen weiland, gelegen als voren. Verkocht voor f 2100. VIII. 1 bund. 05 roed. 60 ellen, waarvan twee derde weiland en onge veer een derde bouwlaud, (waaronder 22 roed. vrijland), gelegen in de gemeente Koudekerke. Verkocht voor f 1760. IX. 1 bund. 44 roed. 46 ellen weiland, gelegen als voren, (zijnde vrijland). Verkocht voor 2431. X. 64 roed. 90 ellen bouwland, gelegen in de gemeente Oost- en West-Souburg. Verkocht voor f 1100. ThcrmoiiicteB'stand. 28 Febr.'s av. 11 u.48 gr. 29 w 's morg.7 u. 46 's midd. 1 u. 56 gr. Sta ten-generaal, TWEEDE KAMER. Door gebrek aan ruimte worden wij gedrongen het verslag der zitting van gisteren tot een volgend nommer te laten liggen. Wij kunnen heden alleen de rede mede- deelen waarmede de heer van Reenen het voorzitter schap heeft aanvaard. Zij luidt als volgt: "Mijne heeren 'Toen ik in November van het jaar 1866 als voorzitter optredend, de eer had het woord t.; voeren tot eene nieuw benoemde kamer, sprak ik de wenscheo uit, dat het haar gegeven mocht worden, door gemeen overleg en eendrachtige samenwerking inefc de regeering, veel tot heil van Nederland te voltooien. Die wen- schen werden niet vervuld. /'Andermaal in een tijdsverloop van weinige maanden hebben de verantwoordelijke raadslieden der kroon het noodig geacht, wegens gemis aan ondersteuning bij de tweede kamer der stateu- generaal, hare ontbinding aan het geëerbiedigd hoofd van den staat voor te stelleu; en vragen wij wat het gemeen overleg tusschen de regeering en de vorige kamer heeft opgeleverd, welke maatregelen ter voorziening in lang gevoelde behoeften tot stand zijn gekomen, dan is het antwoord weinig bemoedigend. "Gij verwacht zeker niet, mijne heerendat ik van deze plaats in eene beoordeeling zal treden der redenen, welke dien toestand in het leven hebben geroepen, noch de vraag zal behandelen aan wien zij is te wijten. "Ik wenseh alleen liet feit te vermelden, in de hoop dat het bezwaar daarvan eene waarschuwing zij voor allen, die op den gang van 's lands zaken invloed uitoefenen, en eene aansporing om zorgvuldig rond te zien naar middelen van herstel. "Deverkiezingsstrijd is geëindigd, schoon hier en daar dewonden door onedele wapenen gesiagen, nog niet zijn geheeld Thans is het aan ons, leden der nieuwe kamer, als zelfstandige mannen te raad plegen over hetgeen door ons behoort gedaan te worden, om de onmisbare samenwerking van de ministers des konings en van de staten-generaal en de geregelde werking onzer coustitutioneele instellingen te verzekeren. Wij zullen dit doen met die kalmte en waardigheid, die aan deze hooge vergadering passen, en die alleen in staat zijn, ook buiten de/.e muren, de overtuiging te vestigeu, dat onze beslissingen de vruchten zijn van eene gemoedelijke en ernstige overweging der behoeften van den staat. "De meesteu uwer hebben eene langere of kortere parlemen taire loopbaan vervuld en daarin ook vroeger gewichtige en moeielijke oogenhlikken beleefd. Met Gods hulp zijn dieeven wel te boven gekomen, en na dagen van spanning zijn betere tijden aangebroken. (Jok nu mogen wij die verwachten, wan neer allen, hetzij wij voor het eerst of op nieuw aan de grond wet trouw hebben gezworen, van eene oprechte en welbegrepen liefde voor het vaderland en den koning doen blijkeu, door vast te houden aan de beginselen, die voor het onafscheidbaar heil van beiden den zekeraten waarborg stellen. Wat mij betreft, ik gevoel zeer goed, mijne heeren, dat de taak, uie mij op nieuw is opgedragen, te zwaar zou kunuen worden, indien mij, bij het vervullen daarvan, uwe ondersteuning en medewerking ontbraken. Beiden zijn mij evenwel door de meesten uwer zoo herhaaldelijk verleend, dat ik meen, daarop ook in het vervolg te mogen rekenen. Wuest verzekerd, dat ik van mijne zijde al mijne kraclih n zal inspannen, om mij het vertrouwen van onzen geëerbied gden koning en van u, mijne heeren, waardig te maken. *lk verk'aar het voorzitterschap van de tweede kamer der staten-genei aal te aanvaarden." Al;cmecn overiicht. Het in ons nommer van gisteren vermeld beursgeruclit omtrent liet zenden eener nota door de Fransche regee ring aan Rusland schijnt door een groot deci van het publiek volstrekt niet onwaarschijnlijk te zijn geacht. Het officieus regeeringsorgaan la France heeft het althans noodig gevonden om dit gerucht tegen te spreken. Moge die tegenspraak al juist wezen en geloof vinden, de alge- meene ongerustheid zal daarmede niet onder de Fransche bevolking worden weggenomen. De mededeelingen uit de departementen melden dat de regeerings-ambtenaren zich overal met zekeren koortsachtigen ij ver bezig houden met de organisatie der mobiele nationale garde, zoodat binnen weinige weken met de wapenoefeningen een aan vang zal kunnen worden gemaakt. Voorts wordt bet legermaterieel in verschillende magazijnen vermeerderd en blijven de geweerfabrieken wekelijks een groot getal chassepot-gewereu afleveren. Hoe vredelievend dan ook de Napoleontische regeering in hare woorden is, hare daarmede strijdige handelingen ontnemen hieraan alle vertrouwen. Naar aanleiding der door ons medegedeelde ongere geldheden te Parijs zijn in den nacht van Woensdag op Donderdag nog verschillende arrestatiën gedaan. In een ministerraad schijnt overigens besloten te zijn om onmid dellijk bij de eerste uiting der algemeene ontevredenheid zeer krachtige maatregelen te nemen. Verschillende dag bladen bespreken intusschen nog de houding van den baron David, als waarnemend president van het wetge vend lichaam, tegenover den heer Havin, en wijzen vooral op de onbillijkheid dat de uitspraak der jury van eer, houdende logenstraffing der beschuldiging van den heer de Kervëguen, niet in de vergadering mocht worden voorgelezen en alzoo niet in het Moniteur-verslag zal worden opgenomen, waar de beschuldiging zelve door het oflicieel orgaan tot in het kleinste dorpje is verspreid geworden. Het bericht dat het Engelsch hoogerhuis het wets ontwerp tot verlenging van den termijn van schorsing der habeox corpus ru t voor Ierland zou hebben verworpen, is onjuist gebleken. Het wetsontwerp is ook door dit staatslichaam aangenomen, en heeft reeds de koninklijke bekrachtiging ontvangen. Berichten uit Londen melden dat het aan den heer Disraëli nog niet gelukt is een voltallig ministerie samen te stellen. Lord Cranhorne en generaal Peel hebben de hun aangeboden portefeuille geweigerd. Gisteren heeft de heer Disraëli in het lagerhuis eene nadere ver daging der zitting tot Donderdag aangevraagd en ver kregen om in dien tijd een voltallig ministerie samen te stellen. Omtrent den toestand der Donau-vorstendonmien is heden een Oostenrijksch dagblad, de Wanderer, aan het woord. Dit orgaan uit zich, in strijd met de meeste be richten, zeer optimistisch, verklaart alle onrustbarende geruchten voor verzinsels en drijft den spot met die dag bladen, welke voortdurend afdeelmgen vrijwilligers langs den Donau laten manoeuvreeren. Ook het aan vorst Karei toegedicht plan om zich van Turkije onafhankelijk te verklaren, zou uit de luclit gegrepen zijn. intusschen erkent toch de Wanderer dat de toestand van Turkije hoogst gevaarlijk is en tot ernstige gevolgen leiden kan, indien de regeering te Konstantinopel niet van politiek verandert. In de heden uitgesproken troonrede tot sluiting van de zitting van den Pruisischen landdag verklaarde de koning, dat zijne regeering voortdurend met al haren invloed gestreefd had naar het behoud en do bevesti ging van den Europeesehen vrede. Hij kon thans de verzekering geven dat dit streven verwezenlijkt is, omdat door de huitenlandsche regeeringen in die vriendschap pelijke, welwillende gezindheid gedeeld werd. Een waar borg voor voortdurenden vrede zal hiervan hetgevölg zijn. De Russische regeering heeft dezer dagen besloten tot opheffing zonder eenigen vorm van proces van een protectionistisch dagblad. Het gouvernement te St. Pe tersburg is sedert eenigen tijd in sommige opzichten liberaal geworden, doch in plaats van het nu gevolgd systeem door argumenten te verdedigen, in plaats van ten minste aan zijn'e nu als tegenstanders opgetreden vrienden van voorheen de vrijheid te laten om voor liet vroeger gevolgd regeeringsstelsel te blijven optreden, wordt hun eenvoudig de mogelijkheid benomen om zich verder te uiten. Uit dergelijke regeeringsdaden blijkt de gehalte der thans te hit. Petersburg in practijk ge brachte liberale theoriën. Brussel, 27 Februari. Na België is Nederland het rijk, dat, van alle landen van Europa, naar evenredigheid de aanzienlijkste som men in de schatkist van St.-Pieter gestort en het grootst aantal pauselijke zouaven gezonden heeft, om met liet zwaard en met Chassepót-geweren de wereldlijke goe deren van St.-Pieter en het stelsel van absolutisme, waaronder de vertegenwoordiger van den godsdienst van liefde en liefdadigheid de Romeinen gebogen houdt, te verdedigen. Gij hebt er dus dubbel belang hij om omtrent deu oorsprong van het pauselijke legioen te worden ingelicht. Tot hiertoe hield men den aartsbis schop en primaat van België voor den uitvinder van die moderne condottirri, of, als men wil, van die kruistochten der 19e eeuw; doch monseigneur Dechamps wilde eere geven wien eere toekomt. In eene rodevoering, den dag na zijne installatie te Mechelen, 29 Januari 11., in eene algemeene vergadering van het pauselijk centraal comité gehouden eene redevoering die eerst onlangs publiek gemaakt is heeft monseigneur Dechamps den waren uitvinder genoemd, en deze was niemand anders dan de befaamde overwonnene van Castelfidardo, de generaal Lamoricière. Ziehier hoe Lamoricière het ontstaan van het pauselijk legioen verhaalde en verklaarde: „Eens kwam ik 's avonds tegen acht uren te huis. Men stelde mij een ongeteekend briefje ter hand hetwelk slechts deze woorden bevatte„Kom dadelijk, rue Terre neuve no. 105." „De prelaat voegde er bij dat het vergevorderde uur, de groote afstand van het rende:-vous hem eerst deden aarzelen. Maar dat is slechts eene mrse en scène, de heilige vaders versmaden die wereldsche middelen toch niet. Die aarzelingen kunnen te minder verklaard wor den daar de heer Dechamps, die toen eenvoudig kanun nik in de St.-Gudule kerk en biechtvader der koningin was, heel goed het adres kende ïue Terre neuve no. 105 namelijk liet gesticht der jesuiten. Ten over vloede draagt liij nog zorg om er onmiddellijk op te laten volgen „Toen ik het briefje wat meer van nabij en wat aan dachtiger hekeek herkende ik liet schrilt van mgr. de Merode." Gij kent zeker wel dien ex-minister van oorlog van den paus, of oud-officier der curassiers te Brussel, die onze stad en België na een schandaal, waarbij zijn naam terecht of ten onrechte genoemd werd, verliet om orders naar Rome over te brengen en om daar spoedig fortuin te maken. Onder het geestelijk gewaad heeft de Merode altijd wel wat de manieren en taal van de kazerne behouden. Voor het overige moeten wij zeggen dat hij in deze zaak zich slechts gedragen heeft naar de overleveringen zijner familie. Deze is van alouden oorsprong. Ik weet niet zeker of zij tot den tijd der kruistochten opklimt, maar wij zien toch reeds ten tijde van den dertigjarigen oorlog een graaf de Merode onder Tilly bevel voeren over een regiment. Beide, regiment en aanvoerder, waren door hun bloedig fanatisme en de onheilen die zij op hun weg verspreidden, zelis in deze duistere tijden, waarin men bijna gewoon was aan allerlei soorten van plagen, in zulk eene mate de schrik van Duitschland dat iedereen bij de nadering van de Merodiërs, gelijk men hen noemde, de vlucht nam. Van het woord mérodienmoet ik u en parenthese zeggen is het Fransche woord maraudeur afkomstig. I k weet niet of de familie de Merode er trotscli op is dat haar naam aldus gebruikt is om een zoo slechte zaak aan te duiden maar dat zou mij niets verwondeien. Er zijn wel mensclien die zich beroemen dat zij een groot inquisiteur in hunne familie gehad hebben. Maar laat ons tot liet aartsbisschoppelijke verhaal terugkeeren. Toen de lieer Dechamps de hand van mgr. de Merode herkend had, draalde hij niet langer. „Ik ging dadelijk op weg, vervolgt hij, ik kwam weldra aan het aangewezen huis. Beneden aan den trap vond ik iemand aan wien ik vroeg: wie lieeit mij doen komen? Het antwoord luidde: ga naar boven, daar wacht u iemand." Bewonder nu toch den moed van den weleerwaarden kannunik want het is immers duidelijk dat hij verlangt dat ge dit doen zultwaarom bekent hij anders niet, zooals uit de familiare ontvangst duidelijk blijkt, dat hij zich op een hekend- teirein bevond? Maar kortom, de heer Dechamps gaat naar boven „Ik vind, zegt lijj, den generaal Lamoricière met den vinger op eene kaart van Italië van den eenen kant naar den anderen trekkende." Indien wijlen generaal Lamoricière al op eene kaart van Italië heen en weder reisde, als om positie te nemen, was dit toch te vroeg. Indien hij echter een vriend van dergelijke wandelingen was kan hij zich niet te veel beklagen over den generaal Cialdini, die liem zeer ruiter- lijk te Castelfidardo uit wandelen gezonden lieeft. Maar ik ga tot liet verhaal over: „lk heb u reeds, zeide hij mij het is mgr. Dechamps die verhaalt drie lange uren gewacht. Morgen vertrek ik naar Rome. Als ik slechts den opstand moet bestrijden hen ik zeker dat ik slagen zal. Indien er zich echter de eene of andere regeering in mengt zal ik wellicht gesla gen worden, maar dan zal ik geheel Europa van schaamte doen blozen. Den volgenden morgen nadat ik de mis bad bijgewoond, ontmoet ik graaf Villermont bij de sacristie. IR verhaal hem onder het zegel der geheimhouding mijne bijeen komst van den vorigen avond: Lamoricière veitrekt, zullen wij hem alleen laten gaan Na eenigë oogenhlik ken met elkander gesproken te hebben waren wij het eens: de instelling der zouaven was gevestigd. „Gij ziet het, mijne heeren, de ware stichter van de instelling der Zouaven is noch graaf Villermont, noch ik, maar de generaal Lamoricière." Ik hoop, dat uwe lezers mij dank zullen wijten dat ik hen over eene zoo ernstige zaak heb ondei houden. De redevoering van den heer Dechamps en de inlich tingen, die zij bevat, maken reeds nu op zich ?,elt een deel uit van do geschiedenis van den tegenwooidigen tijd. Het zal de vraag zijn of de geschiedenis het drie manschap Lamoricière, Dechamps en Villermont er dank baar voor zal zijn dat zijallecatholiekeen protestantsche landen aldus beroofd, en het fanatisme in dienst gesteld hebben, alsmede door geld en intriges, door geoorloofde en ongeoorloofde middelen recruten verzameld hebben, om den paus een leger te schenken, dat zonder de mede werking van de keizerlijke soldaten en zonder de „won deren" van het Chassepot-geweer door Garibaldi en de zijnen vernietigd zou zijn en dat tegenwoordig voor niets dient dan om de sbirren van den paus te zijn, heiast om de patrioti clie opbruisingen^jmd.e uitingen vu»' de wensehen der Romeinen prfuügehm.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 3