MIDDELBURGSCHE T COURANT. N°- 32. Dinsdag 25 Februari. 1868. Editie van Maandag avond 8 uren. Niddelburg 2-4 Februari. De Staatscourant van Zondag en Maandag bevat een koninklijk besluit van den 21 dezer, betrekkelijk de wijze van opening der vergadering van de staten-generaal. Volgens dit besluit wordt de vergadering morgen (Dins dag), te een uur des namiddags, in eene vereenigde zit ting van de beide kamers geopend door eene commissie van 'skonings wege, waartoe zijn benoemd de ministers van binncnlandsche zaken en van financiën. De kiesvereeniging „Door vriendschap bloeiende", te Heemstede, heeft mr. D. Koorders candidaat gesteld voor het lidmaatschap van de tweede kamer der staten-generaal in het hoofdkiestrict Haarlem. De kiesvereeniging te Wormerveer heeft mr. A. S. van Nierop tot candidaat gekozen. Volgens medcdeeling in de Staatscourant heeft den 18 dezer te Parijs de uitwisseling plaats gehad der acten van bekrachtiging op het postverdrag, den 22 Januari te voren tussehen Nederland en Frankrijk gesloten. Uit het Nieuwediep schrijft men aan de Nieuwe Kotter- damsclie courant: „De verjaardag des konings werd hier met meer dan gewonen luister gevierd. Ingevolge een nieuw reglement op de saluten en eerbewijzen bij de zeemacht, werd door het wachtschip een saluut gedaan van 101 schoten; terwijl niet slechts van alle toppen dei- masten het nationale dundoek wappert, maar ook met seinvlaggen de schepen zijn gepavoiseerd. Verder wordt op alle schepen, even als bij het garnizoen, ondersteund door een gedeelte mariniers en geïllustreerd doorHelder's artillerie-vrijkorps, eene groote parade gehouden. „Bij zulk eene schecpspaiade is het gebruikelijk, dat de kommandant eenige hartelijke, vaderland- en koning- lievende woorden tot zijne bemanning richt, welke woor den door Janmaat worden beantwoord meteen donderend en treffend, driewerf herhaald: „leve de koning!" „Dit nu geschiedde ook op Zr. Ms. wachtschip de Kortenaer alhier. „De kommandant van dien bodem, de kapitein ter zee F. A. A. Gregory, achtte deze plechtigheid geschikt, om te doen blijken èn van zijne kennis van staatszaken èn van zijne zeer bijzondere vaderlandsliefde. Na eene korte inleiding zeidc hij o. a. „„Mannen „,,Z. M. de koning is onlangs verplicht geweest, de kamer van zoogenaamde volksvertegenwoordigers te ontbinden. „„Binnen kort zal de nieuwe kamer weer bijeenkomen. „„Wat die zal doen, is onbekend, maar laat ons hopen dat deze niet als de vorige door eigenbelang, maar door vaderlandsliefde zal bezield wezen, en alzoo aan de tegenwoordige ministers des konings het regeeren zal mogelijk maken." „Wij vragen: „Is het de bedoeling der voorschriften omtrent eerbe wijzen en saluten, om van die feestvieringen staatkun dige demonstratiön a la Salvador te maken „Is het de bedoeling- dier voorschriften, om personen, die van eene tegenovergestelde staatkundige meening zijn, en die gedwongen worden tegenwoordig te zijn, natuurlijk zonder recht om te antwoorden, gratis te grieven „Verleden jaar maakte zich de heer Gregory aan de zelfde feil schuldig gedurende de verkiezingen. „De N.llottcour.heefthetnaar waarheid medegedeeld. „Dit schijnt niet geholpen te hebben. „Ware het nu niet wenschelijk, dat in dé tweede kamer zelve eindelijk eens gesproken werd over deze soort van practijken? Men bedenkedaarbij,datcrook kiezers onder de gedwongen toehoorders zijn. En het is nu niet het Dagblad, het is nu geen „orgaan van bezoldigden laster", dat spreekt, maar het is een kapitein ter zee, op het dek van een oorlogschipdernatie,die eene officieele toespraak houdt, en dus op dat oogenblik bovenal een officieel persoon, in de uitoefening zijner functie. „De volksvertegenwoordiging is dus officieel door hem bcleedigd. „Dat de heer Gregory in zijne gesprekken de liberalen nooit anders noemt dan die smeerlappen, is van minder beteekenis, ofschoon die uitdrukking een be schaafd man onwaardig is; maar dit doende op zijne parades, gaat hij zijne bevoegdheid te buiten." De redactie voegt hier het volgende post scriptum bij „Indien een lid der tweede kamer de zaak wil ter sprake brengen, zal de berichtgever zich aan dat lid bekend maken en nog meer mededeelen." De minister van binnenlandsche zaken heeft dezer dagen bij circulaire aan de commissarissen des konings in de verschillende provinciën het volgende te kennen gegeven betreffende de nieuwe regeling van de sterkte en indeeling der dienstdoende en rustende schutterijen „De thans vastgestelde nieuwe formatie der schutter- korpsen zal eerst bij de inlijving der lichting van het loopende jaar in 't leven kunnen treden, vermits de schutterijen eerst op de bij art. 23 der wet van 11 April 1827 (Staatsblad no. 17) en art. 3 van Zr. Ms. besluit van 19 September 11. (Staatsblad no. 100) gevorderde sterkte te brengen zijn door de in dit jaar te doene lichting, die, volgens art 23 van hot koninklijk besluit van den 28 Juni 1828 (Staatsblad no. 42), in de maand Augustus wordt ingelijfd. Tot op dat tijdstip zullen derhalve de schutterijen blijven zooals die thans zijn ingericht cn samengesteld." In de Nieuwe Rotterdamsche courant leest men de volgende historische herinnering: NAAR AANLEIDING VAN MET ADRES UIT GOBS. (Artikel 53 der grondwet.) „Dc koning is onschendbaar, de ministers zijn verant woordelijk," ziedaar het palladium voor vorst en volk. Waar het geëerbiedigd wordt, is de vorst veilig op zijn troon; de volksliefde is hem verzekerd. In dat palladium ligt de kracht der liberalen! Het constitutioneele koningschap te beschermen en te handhaven, is in Nederland niet slechts linn plicht, maar hun' hoogste belang, willen ze niet weder, als in de tijden der republiek, aan kerkelijke heerschzucht de oligarchie ter prooi zijn, waartegen alleen het koning schap hen beschermen kan. Daarom hebben de liberalen den koning lief; daarom zijn zij bereid, goed en bloed voor zijne onschendbaarheid veil te hebben't is hun levensbeginsel, hun zij n of niet zijn. En deze zoo eigenaardige, zoo natuurlijke gehecht heid aan den troon wordt weder in verdenking gebracht door de partij die gedurende 180 jaar het volk ver drukte en uitzoog, de lucratieve posten onder zich verdeelde cn, gelijk nu, de liefde voor Oranje mono poliseerde om hare oogmerken te dienen! En toen zij door vervolg- en heerschzucht, door eigenbaat cn uitsluiting tot de revolutie van 1787 gedreven had en 't onderspit moest delven, haalde zij in naam en uit liefde voor Oranje, zoo zij voorgaf, vreemde bajonet ten (de Pruisen) in het land, om haar gezag en invloed te hergeven, waarvan zij gebruik maakte, niet om de rechtmatige grieven der verdrukten te herstellen en prins Willem V met hen te verzoenen, maar om door boozen raad en inblazing den vorst tegen het volk aan te hitsen en te verbitteren. De edelste burgers werden vervolgd cn moesten bet land verlaten, waarvan het gevolg was, dat de prins in 1795 moest boeten voor zijne verdorvene raadslieden, wier belang hij had gediend! Onder de leus van Oranje boven! brachten zij niet alleen den vorst, maar ook het land ten verderf. In de wcreld-gcschiedcnis is geen gevolg zonder oor zaak. Op hunne beurt namen de vervolgden toevlucht tot vreemde bajonetten, maar wat aan de oligarchie geoor loofd was, werd misdaad gerekend toen hare slachtoffers hetzelfde middel te baat namen. Voor de verbitterde, verongelijkte ballingen, die de Franschen inhaalden, om hen van hunne onderdrukkers te verlossen, wasergeeno verontschuldiging: geen verzachtende omstandigheid mocht voor dc zoo lang mishandelden in aanmerking- komen. Hunne treurige verblinding, die ons op zoo veel schatten, op zoo veel bloed en tranen is te staan gekomen, vond geen genade in de geschiedenis. Men vergat om de jammerlijke gevolgen de oorzaken. Men vergat het lange zonden-register der oligarchen, die zich met den naam van vrienden van Oranje tooiden, dat er toe geleid had, dat wel in herinnering mag gebracht worden, nu zij weder onder dezelfde leuzen en insinuatiën dezelfde rampen over vorst en volk pogen te brengen. Moeten wij aan Oldenbarneveld, aan Hugo deGroot en zijne vrienden, aan de vervolging van catholieken en remonstranten, aan de de Witten herinneren; allen gruwelen, gepleegd door de oligarchische partij, die zich achter den naam van Oranje verborg. Werpen wij den blik op onzen tijd, op November 1813, toen voor Oranje wat moest gedaan worden; toen er eenig gevaar aan het Oranje-boven verbonden was, waar waren zij toen te vinden, die altijd den mond vol hadden van liefde voor het dierbare stamhuis, zoolang het hunne belangen moest dienen Toen werden ze opge roepen, om daarvan door daden te doen blijken. Van Ilogendorp noodigde hen uit, om in de ure des gevaars met hem een voorloopig bewind te vormendoch toen waren zc doof vooral Amsterdam en de weinigen, die er gehoor aan gaven en verschenen om te beraad slagen, waren o! zoo bereidvaardig en gloeiende van ijver, om Oranje te dienen, als hun bijstand slechts helpen kon, doch tc gelijker tijd waren allen van meening „dat hunne hulp niet baten zou." Zij dropen af cn lieten van Ilogendorp met zijne twee vrienden alleen staan voor het gevaarlijke werk. Maar toen het volbracht was, toen de Franschen geweken en machteloos waren ge worden, toen Oranje rustig den troon bad beklommen, toen was er weêr moed en vurige liefde-' bij die lieden; van het Oranje-boven deden ze de lucht weer galmen met geheele drommen drongen zij zich om den troon, niet twijfelende, of de buit zou weder aan hunne trouw en gehechtheid ten deel vallen Zij werden gelu kkig bedrogen door de staatsmanswijsheid van koning Willem I, maar toch niet ontmoedigd. Van lieverlede wisten zij zich in s konings vertrouwen en van Ilogen dorp er uit te dringen, die al zijne krachten inspande, om oud Nederland met België te verbroederen en daar mee het schoonste rijk in Europa, een machtigen geëer- biedigden en duurzamen staat te vestigen. Maar dit gedoogde de kerkelijke heerschzucht dier hoeren niet; zich met de catholieke Belg-en te verbroe deren ware een gruwel en den doodsteek toebrengen aan haar gezag en invloed; daarom moest 's konings beste vriend en wijsste raadsman als liberaal, d. i. als vijand van Oranje geteekend, verdacht gemaakt cn verwijderd worden. Daarom moest de koning tot verkeerde maat regelen gedreven worden, die de Belgen verbitteren moesten; daarom moest de koning door allerlei inblazin gen teruggehouden worden, om nog tijdig concessiën te doen, toen de storm naderde en de schipbreuk voorkomen had kunnen worden door eene verzoenende staatkunde. Het rijk werd er door vaneengescheurdhet schoonste deel was. voor het vorstelijk stamhuis verloren, dat door nog grootere gevaren werd bedreigd. Maar trouw, als éen man, schaarden zich de liberalen om den troon ter bescherming van de rechten dos konings, ter verdediging van het vaderland. En toen de beslissing der groote mogendheden was gevallen en geen verzet meer baten kon, toen gaven de liberalen wijzen raad; maar weder en telkens stuitte die at op den invloed van hen die zeggen, „het stamhuis zoo lief te hebben." En toch onderdrukten de liberalen hunne innige over tuiging en hun weerzin; zij bleven zonder morren onder de wapens en de steeds meer drukkende belasting en geldlèeningen betalen, totdat de koning zijn prestige verloor en zich genoopt vond te abdiceeren cn het land te verlaten, waar de liefde der ingezetenen hem ont vallen was.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1