föuitenlani). Evenmin wil ik de ontzettende massa jenever nareke nen, die door de anti-nationale partij getapt is geworden, eensdeels om de argelooze kiezers in de war te brengen, anderdeels om de opbrengst van de belasting op het ge distilleerd hooger op te drijven, en met die arglistig verkregen uitkomst te bewijzen dat Betz een goed financier was. Uit twintig kiesdistricten is het met zekerheid bekend dat de radicaalgezinde doctoren aan al hunne conserva tieve patiënten, die op de kiezerslijst stonden, den 22 Januari jalappe hebben ingegeven. Duizenden zijn op die manier belet geworden naar de stembus te gaan. Bij de herstemmingen was men op zijne hoede, zoodat dit middel niet meer is aangewend kunnen wordenvan daar dat er toen zooveel meer kiezers zijn opgekomen. In Friesland en Groningen zijn alle overschoenen, klompen en parapluies door de radicale kiesverenigin gen opgekocht geworden en aan de rheumatieke geest verwanten om niet of voor een spotprijs uitgedeeld, terwijl de nationale partij ze voor geen stapels goud kon machtig worden. Duizende staaltjes zou ik u kunnen mededeelen van de laaghartige middelen waardoor men op den eenvou- digen burgerman pressie heeft uitgeoefend. Een timmer man, die op den avond van den 23. in een kiesdistrict, waar de conservatieve candidaat uit de stembus was gekomen, eene rekening betaald had gekregen en met „voldaan" had geteekend, werd door alle radicalen de klandisie ontnomen, omdat hij zich op zulk een dag voldaan had durven verklaren. Alleen zijne positieve beginselen hebben den man weerhouden zich van het leven te berooven, met achterlating van vier kinderen te jong om hun verlies te beseffen. En zulke gruwelen blijven ongestraft! Ons wetboek is er machteloos tegen. Wij kunnen niets anders doen, dan, nu de verkiezing ons zoo bitter is tegengevallen, al die kwade practijken aantoonen tot leering voor het nage slacht en om duidelijk te doen uitkomen, dat deze onge lukkige uitslag enkel en alleen te wijten is aan een be drog van de natie op reusachtige schaal. Dat is dan ook de eenige troost, die ons overblijft; laten we die zooveel mogelijk in alle publieke geschriften exploi- teeren Volstrekt niet de Uwe RETROGRADÜS. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan mr. B. O.T.H. Westenberg, raad van legatie, laatstelijk tijdelijk zaak gelastigde bij de hoven van Beieren en Baden," tot het aannemen en dragen der versierselen van groot-komman- deur der Beiersche orde van verdiensten van St.Michael, hem door Z. M. den koning van Beieren geschonken. staten-of.n elia a i,. Benoemd tot voorzitter van de eerste kamer der staten-generaal gedurende de aanstaande zit ting, mr. J. A. Philipse, lid der kamer. legek. Op non-activiteit gesteld, in afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt, de le luitenant T: H. J. Kraat, van het le regiment huzaren. Marine en leger De officier van gezondheid 2e klasse N. van Terveen, dienende op Zr. Ms. radeistoomschip de Valk, wordt met den 20 dezer op non-activiteit gebracht en op dat rader stoomschip vervangen door den officier van gezondheid 2e klasse C. F. T. Hommel. Door den minister van oorlog is eene commissie benoemd ter herziening van de exercitie-reglementen der infanterie. Het presidium is opgedragen aan den luitenant-generaal Engelbregt, inspecteur van het wapen der infanterie; zijnde die commissie samengesteld uit hoofd- en verdere officieren reeds tot bedoeld einde te 's Hage vergaderd. Gemengde berichten. Jl. Zaterdag is te Schiedam in de stearine-kaarsen- fabriek Rotterdam de vetketel gesprongen, waardoor de opzichter doodelijk getroffen en een werkman zeer ernstig verwond is. Door de geweldige uitbarsting zijn de pannen van het dak geslagen, doch de brandschade schijnt niet groot te zullen zijn. Onderscheidene verveeners van turf in Drenthe hebben door den lioogen waterstand aanmerkelijke schade geleden, daar erin sommige streken meer dan vierhonderd schuiten turf weggedreven zijn. Volgens een telegram uit Antwerpen van jl. Zater dag namiddag 3 uren, heeft eene binnenlandsche stoom boot, geladen met 200 vaatjes petroleum, vuur gevat. Twee andere vaartuigen zijn mede aangetast en nog drie werden bedreigd. Ook de draaibrug werd bedreigd en de brand kreeg een érnstigen omvang. Jl. Donderdag avond is bij de onderneming van Gend Loos te Tilburg ontvreemd een zak met geld, inhoudende 7000 franken aan gouden en zilveren munt en Belgische bankbiljetten. Deze zak moest met meer andere met den laatsten trein verzonden worden en was een half uur te voren op het expeditie-kantoor bezorgd, terwijl die bij aankomst aan het station vermist werd. De nasporingen der politie hebben tot nog toe geen resultaat opgeleverd. In een der Antwerpsche bladen wordt melding gemaakt van een voor die stad „geheel nieuw schouw spel" de begrafenis met militaire honneurs van eene vrouw, namelijk van eene marketentster van een der regimenten van de bezetting. De lijkkist, met de uniform der overledene prijkende, werd door vier korporaals van het regiment, de slippen door vier zoetelaarsters ge dragen. Eene dezer laatsten hield aan het graf eene toespraak, waarin zij hulde bracht aan de hoedanigheden door welke de overledene zich als echtgenoot, moeder, vriendin en trouwe verzorgster van jeugdige recruten onderscheiden had. In telegrafische berichten is reeds gemeld, dat aan boord van het schip Leibnitz, hetwelk den 2 November van het vorige jaar met 544 landverhuizers uit Hamburg naar New-York vertrok, op reis de cholera is uitgebroken, waaraan 105 passagiers overleden zijn. Volgens het ver haal, hetwelk de Engelsche dagbladen, op een te New- York ingesteld onderzoek, van de reis der Leibnitz geven, gaat de ellende, welke de passagiers hebben doorgestaan, elke beschrijving te boven. Gedurende de geheele reis kon geen enkel venster geopend worden en in het onderste gedeelte van het schip was volkomen gebrek aan ventilatie. Ten einde dat gedeelte voor de ontvangst van passagiers geschikt te maken, had men een vloer van planken gelegd over de onderste balken van het vaartuig, onmiddellijk boven de kiel. In de nabijheid van die verblijfplaats was eene groote hoeveelheid wol en huiden geborgen, zoodat de lucht als onuitstaanbaar bedorven wordt beschreven. Er was geen licht, dan hetgeen door éen klein raampje van boven werd aangebracht. Gedurende de reis werden lantarens ontstoken, maar de kapitein erkende, dat zij uithoofde van de bedorven lucht, meestal niet konden branden. In het genoemde hol waren niet minder dan 150 menschen gedurende 70 dagen opeengedrongen. Bij zijne aankomst in de haven was het schip zoo vuil, dat de commissaris, die zich aan boord begaf, verklaarde, dat hij noch op de ladder, noch in het tuig eene zindelijke plaats kon vinden om den voet neder te zetten of zich vast te houden. Om het lijden der passagiers te volmaken, werden hun slechts zeer karige rantsoenen levensmid delen uitgedeeld en deze waren daarenboven dikwijls onbruikbaar. Somtijds, zegt men, waren de levensmid delen geheel verrot. Daarbij ontving elk passagier dage lijks niet meer dan eene halve pint drinkbaar water, en dat wel, terwijl de hitte op het schip onuitstaanbaar was en twee malen 'sweeksharingen, in plaats van vleesch, werden verschaft. De boter was sterk; de boonen en de zuurkool waren dikwijls zoo slecht gekookt, dat zij, zelfs door hen die honger hadden, overboord werden geworpen. Tussclien de zieken en gezonden werd geen onderscheid gemaaktzij moesten zich met dezelfde levensmiddelen vergenoegen. Bovendien was geen dokter aan boord en was de medicijnkist reeds na de eerste veertien dagen uitgeput. Aan de zieken kon derhalve niets tot bevorde ring van hun herstel gegeven worden, en zij stierven, zegt het verslag, „als aangetaste schapen." De lijken werden somwijlen langer dan 24 uren aan boord gehou den. Toen de epidemie zich langzamerhand uitbreidde, werden geheele huisgezinnen weggemaaid. De Engel sche dagbladen geven in scherpe bewoordingen aan hunne verontwaardiging lucht over zulk eene behande ling van landverhuizers. Zij beweren, dat hetgeen op de Leibnitz is voorgevallen, slechts een voorbeeld is van hetgeen herhaaldelijk op Duitsche emigranten-vaartui gen geschiedt, en sporen de overheden te Hamburg na drukkelijk aan om, in navolging van Engeland, gestrenge wettelijke bepalingen te maken op het overbrengen van landverhuizers, waardoor de schrikkelijke gevolgen van de schraapzucht der emigratie agenten voorkomen kunnen worden. In den nacht van 12 op 13 dezer woedde te Eind hoven een hevige storm, waarbij het volgende plaats had. Nabij die stad staan op den rechter kanaal-oever zoogenaamde havenkom eenige pakhuizen, welke die nen tot berging van brandstoffen, kalk, tabak, enz. Onder het midden dezer pakhuizen is in genoemden nacht de dijk doorgebroken en het kanaal tusschen Eindhoven en Helmond als 't ware ledig geloopen, waar door de scheepvaart voor eenigen tijd zal zijn gestremd. Daarbij zijn eenige tegen het buitentalud deskanaals staande boomen ontworteld, sommige in het midden doorgebroken. Een in de haven liggend turfschip is omgeslagen en de lading voor een groot gedeelte wegge dreven; van de bemanning Van het schip is slechts éen gekwetst. Voor zooverre tot heden bekend is, zijn er geen menschenlevens bij te betreuren. De schade ver oorzaakt aan de stad en particulieren is aanzienlijk, doch nog met geen zekerheid op te geven. De doorbraak heeft een breedte van ongeveer 4 Ned. ellen. Het blijkt uit de dezer dagen in het licht verschenen statistiek der Fransche koloniën over 1865, dat Coehin- china, met uitzondering van Algerië, de laatste kolonie, waarvan Frankrijk in het bezit is gekomen, de voor naamste zijner overzeesche bezittingen is, wat althans zielental, inkomsten en handelsverkeer betreft. De bevol king van Cochinchina alleen bedraagt ruim de helft van die der gezamenlijke Fransche koloniën, en wel 1,204,287 zielen. De uitgestrektheid bebouwde grond beslaat 215,578 hectaren. In den handelsomzet, die in de verschillende koloniën (altijd met uitzondering van Algerië) een kapitaal van ruim 287 millioen franken omvatte, deelde zij voor ruim 54 millioen. In 1865 zijn in de verschillende havens van Cochinchina binnen gevallen en uitgevaren 654 schepen, behalve 10,027 anamitische barken of jonken, bemand met 44,283 kop pen, die niet in het hierboven opgegeven zielental begrepen zijn. Na Cochinchina was het verkeer in de vier Fransche suiker-koloniën, Martinique, Guade- lonpe, Guyana en Réunion, het aanzienlijkst. In deze laatste bezittingen werden in 1865 nagenoeg 77,000 hec taren grond voor de suikerteelt gebezigd. Verkoopingen en aanbestedingen. Heden heeft op het raadhuis alhier bij enkele inschrij ving de aanbesteding plaats gehad van 1. Het vernieuwen van 1000 kub. el bekleedingsmuur langs de Smallekade en het dwarsgedeelte van den Dam vóór de graanbeurs, met daartoe behoorende werken. Hiervoor zijn elf biljetten ingekomen, t. w. van de heeren: W. A. Visser, 725,100; G. Bolier, te Seherpe- nisse, 725,100; P. Zandee, f 25,000; W. D. van Mourik, f 23,866; A. Rinders, te Breskens, f 22, 99; J. Filis, te Vlissingen, f22,600; B. den Boer, 722,000; W.vanUije J.Jz., alhier, 721,850; J. M. van Ditmars, alhier, 721850; C. Lindenbergh, 721,780, en J. Sonius, alhier, 721,389:- Aan laatstgenoemde is het werk toegewezen. 2. Het dempen van een gedeelte der zoute gracht (Molenwater), met van de scheepszaten in de kade af te graven slijken. Voor dit werk zijn acht biljetten ingeleverd, t. w. van de heeren: G. Bolier, te Scherpenisse, 7 4500; J. van Leeuwen, f 4500; B. den Boer, /4300; J. M. van Dit mars, alhier, f 4100; A. Rinders, te Breskens, 73989; J. Filis, te Vlissingen, 73900; W. A. Visser, 73777.77, J. Molhoek, f 3760. Het werk is aan laatstgenoemde gegund. 3. Het verrichten van eenige herstellingen aan de Dambrug. Hiervoor zijn slechts twee biljetten ingekomen, van de heerenC. Pelle, 469, en A. Geldof, f 455. Den heer Geldof is de uitvoering van het werk toegewezen. - De aanneming van het maken van gebouwen voor 's rijks rechten te Hans weert, provincie Zeeland, is aan de h laagsten inschrijver, den heer M. Geverding, te 's Hage, voor de som van f 52,000 toegewezen. Thcrmonicterstand. 15 Febr.'s av. 11 u.41 gr. 16 'smorg.7u.39gr.'smidd.lu.46gr.'sav.llu.37gr. 17 'smorg.7u.35 's midd. lu.44gr. Algemeen overwicht. Terwijl de debatten over het wetsontwerp omtrent de drukpers in het Fransch wetgevend lichaam nog steeds voortduren en de amendementen der oppositie geregeld met eene minderheid van 45 tot 60 stemmen worden verworpen, blijft de liberale strekking van dit wetsontwerp, vergeleken met de thans van kracht zijnde wetsbepalingen, aanleiding geven tot geruchten van liberale hervormingen in het staatsbestuur. Zoo verhaalde men elkander dezer dagen te Parijs van voornemens der regeering om een verantwoordelijk mi nisterie in het leven te roepen. Sedert het officieus regee- ringsorgaan la Patrie dit gerucht ten stelligste heelt tegengesproken, wordt in brieven uit de Fransche hoofd stad gewag gemaakt van regeeringsplannen tot opheffing van den senaat, gelijk dit staatslichaam thans is samen gesteld en tot oprichting van een senaat uit afgevaar digden der algemeene raden, veel overeenkomst hebbende met de welbekende kamer der pairs. Wij vermelden dit gerucht als een op zich zelf niet onbelangrijk blijk van de overtuiging dat er wijziging moet gebracht worden in het tegenwoordig stelsel van bestuur der Napoleon tische monarchie. De agitatie in Hannover wordt, gelijk meer en meer blijkt, door de regeering te Berlijn beschouwd als van dien aard dat zij in staat moet wezen om op eenig gege ven oogenblik krachtige onderdrukkingsmaatregelen te nemen. In verband daarmede heeft het Pruisisch minis terie ten tweeden male bij het huis van afgevaardigden de vroeger geweigerde aanvrage ingediend tot het ver- leenen van een crediet ter reorganisatie van het politie wezen in Hannover. Met het oog op den tegenwoordigen stand van zaken heeft de meerderheid thans het ge vraagde crediet verleend. De tijdelijke verwijdering van graaf Bismarck uit het Pruisisch ministerie is een raadsel, omtrent welks oplossing verschillende lezingen blijven bestaan. „Uit goede bron" wordt daaromtrent thans medegedeeld dat de Pruisische minister het oogenblik zou gekomen ach ten om de Zuid-Duitsche staten in den bond op te nemen en hij met dit doel de te verwachten gebeurtenissen zou willen doen plaats vinden zonder zijne verantwoordelijk heid in eenig opzicht te treffen. Onder de voorts dezer dagen bij het Pruisisch huis van afgevaardigden ingekomen wetsontwerpen is er een ter leniging van den nood in de oostelijke provinciën en een tot opheffing der speelbanken te Wiesbadcn, Ems en Homburg binnen de eerstvolgende vier jaren. Geenerlei schadevergoeding wordt daarbij aan de concessionarissen verleend. Uit Rome wordt het reeds eenigen tijd geleden ver spreid gerucht bevestigd, dat de Pruisische regeering zich bereid heelt verklaard om te Berlijn een pauselijfcen nuntius toe te laten als vertegenwoordiger der pause lijke regeering bij den Noord-Duitschen bond. Dergelijke verklaring is dezer dagen bij de plaats gehad hebbende ontvangst door den paus van den heer Arnim als gevol machtigd minister van den Duitschen bond, door laatst genoemden herhaald, in antwoord op de dankbetuigingen van paus Pius voor de door koning Wilhelm geuite betuigingen nopens de door Pruisen aan zijne catholieke onderdanen te verleenen bescherming. De bekende Alabama-quaestie, welke onlangs gelijk ten onrechte werd beweerd tot het zenden van een ultimatum door Amerika aanleiding zou hebben gegeven, is thans eene nieuwe phase ingetreden. Met ter zijde stelling van het grootste verschilpunt, de wijze waarop de zaak door scheidslieden zou worden beoordeeld, schij nen thans nieuwe onderhandelingen te zijn geopend.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 2