MIDDELBURGSCHE COURANT. r 28. Dinsdag 18 Februari. 1868. Editie van Maandag avond 8 uren. middelburg 17 Februari. De kiesvereeniging „Eendracht maakt macht," te Gro ningen, heeft thans inedc tot candidaat voor het lidmaat schap der tweede kamer gekozen den heer mr. J. H. Geertsema Czn. Den 15 dezer heeft de uitwisseling plaats gehad der acten van bekrachtiging op het postverdrag, den 11 Januari jl. tusschcn Nederland en Zweden gesloten. Staatscourant De Staatscourant van Zondag en Maandag bevat het koninklijk besluit van den 29 Januari jl., bepalende de plaatsing in het Staatsblad van de tusschen Nederland en Pruisen den 28 November 1867 te Berlijn gesloten overeenkomst wegens de aansluiting van den spoorweg van Venlo naar Osnabrück. Wij vernemen, dat door de Pruisische regeering, bij beschikking in dato den 12 dezer, aan de heeren W. li. van Meukeren, notaris te Rotterdam, en mr. A. M. Ver ster, kantonrechter te Boxtel, de voorloopige concessie is verleend tot aanleg en exploitatie van een ijzeren spoorweg van de Nederlandsch-Pruisische grenzen bij Gennep, zoowel in de richting van Cleve als in de richting over Goch, Marienbaum, Uden en Xanten naar Wesel, oin ;ian te sluiten zoo aan de Rheinische Eisen- bahn als aan de Cöln-Mindener Eisenbahn. (N. Rolt. cour.) Het Dagblad van 's Gravenhage geeft de volgende beschrijving van de soiree dramatique aan het hof: „De soirée dramatique, Vrijdag avond ten koninklijken paleize gegeven, was inderdaad prachtig te noemen en mag onder de luisterrijkste feesten genoemd worden, die sedert langen tijd ten liove hebben plaats gehad. „Te acht uren waren de gasten in liet paleis vereenigd. Nadat HH. MM. de koning en de koningin zich bij de receptie allerminzaamst met de heeren ministers en de leden van het corps diplomatique onderhouden hadden, begaf liet aanzienlijke gezelschap zich naar de groote danszaal, waarvan een gedeelte tot een zeer fraai en smaakvol tooneel was ingericht, terwijl het overige, met stoelen gevuld, voor de toeschouwers bestemd bleef. „De ouverture „Lapartdudiable" opende te half negen uren de soirée dramatique, en werd daarna door de op voering van Le mari de la veuve, comédie en un acte, van Dumas, opgevolgd. De heer markies de Sayne ver vulde daarin de rol van de Vertpré; de heer graaf van Lijnden die van Léon Auvray; mevrouw de baronnes de Langenau gaf madame de Vertpré terug, en mevrouw de gravin de Ilatzfeldt Pauline, terwijl mlle. Harris als Hélène optrad. Hierna volgde, begeleid door La Romanesca, melodie uit den tijd van Rubens, voor piano, het eerste tableau- vivant, geïmiteerd naar het bekende stuk„Rubens, de vrouw met het stroohoedje schilderende." In dit t.bleau werd Rubens voorgesteld door den heer baron L. van Pallandt; Helena Forment, de echtgeneote van Rubens, door mevrouw de gravin G. Schimmelpenninck; Albert, Rubens' zoon, door Z.K.H. prins Alexander; Jan, andere zoon van Rubens, door jhr. Frank Schimmelpenninck; Maria, Rubens' dochter, door mejonkvrouwe baronnesse J. van Brienen; mej. Linden, bijgenaamd het stroohoedje, door mejonkvrouwe baronnesse Neukirehen van Nyven- heim; Ant. van Dijck, Huig de Groot, Nicolaas Rocokx, Adam van Oort, Daniël Legers en Gaspard Gevartins respectivelijk door de heeren van Karnebeek, van Schuylenburg, baron A. van Pallandt, baron de Knobels- dorf, baron Schimmelpenninck van der Oije en baron van Hardenbroek van Bergambacht, terwijl eindelijk mevrouw de gravin van Lijnden en mejonkvrouwe baronnesse J. van Pallandt de plaats der twee vriendinnen van Helena Forment innamen. „Dit tableau werd dadelijk gevolgd door een tweede, voorstellende Gliick op Trianon aan Maria Antoinetta eene compositie aanbiedende, van welk tableau de daar van bestaande keurige staalgravure mede als algemeen bekend mag ondersteld worden. Onder het spelen der ouverture „Iphigenia in Aulis" van Gliick, voor piano, werd dat tableau op niet minder treffende wijze en met even groote historische getrouwheid weêrgegeven. Me jonkvrouwe baronnesse Schimmelpenninck van der Oije stelde daarbij Maria Antoinetta voor; de heer baron de Constant Rebecque Lodewijk XVI; de heer J. Loudon Glück; mevrouw de baronnesse Sirtema de Grovestins deprinsesdeLamballe; de dames mevrouw de baronnesse Schimmelpenninck van der Oije, mevrouw de baronnesse van Pallandt, mejonkvrouwe baronnesse van Lijnden, mejonkvrouwe gravinne van Limburg Stirum en mejonk vrouwe Clifford vervulden de plaats der vijf hofdames, en de heeren Rochussen en van der Goes die der twee heeren der hofhouding, in dit tableau voorkomende. „Vervolgens werd Auber's ouverture „Le dieu et la bayadère" ten gehoore gebracht als inleiding tot le Chapeau d'un horloger, comédie en un acte, van mad. de Girardin. De rol van Gonzalès werd hierin vervuld door den heer baron van Brienen, die van Rodrigues Gonzalès door den heer baron de Turckpéim; de heer Hocmelle vertolkte Ainédée, de heer baron G. van Pallandt den portier en de heer Ternaux Compans den horlogemaker. Stéplianie werd wedergegeven door mevrouw de gravin de Hatzfeldt en Henriette door mevrouw de gravin van Lijnden. „Zonder eenige overdrijving mag gezegd worden dat deze aanzienlijke gasten op het koninklijk feest allen op artistiek talent aanspraak mogen maken. De stukjes werden op inderdaad uitmuntende wijze afgespeeld en maakten des te aangenamer indruk door die fijn gedis tingeerde vormen en die zuiverheid van taal, welke alleen bij artisten als deze kunnen gevonden worden. „Het zal ook wel geene vermelding behoeven dat de costumes uiterst schitterend warenzoodat de aanblik van het geheel in de verschillende phases der soirée voortdurend een allerbetooverendsten indruk teweeg bracht. „Dit mag zoowel van do beide tableaux-vivants gelden als van de twee opgevoerde comédies. Het oen evenzeer als het ander mag waarlijk als boven allen lof verheven geroemd worden. „Na afloop van elke voorstelling vermengden de perso nages, die daartoe hadden medegewerkt, zich onder de toeschouwers. Nadat de laatste geëindigd was, te ongeveer half twaalf uren, verecnigde het gezelschap zich in de kleine danszaal, waar de vermenging der verschillende costumes met de prachtige bal-toiletten niet alleen een zeer schitterend, maar inderdaad een opmerkelijk bevallig schouwspel opleverde. „Te half éen uur werd de dans door een prachtig souper afgewisseld. Z. M. de koning, H. M. de koningin en de verdere leden der koninklijke familie, 's konings ministers, de leden van het corps diplomatique en andere hooge ambtenaren en hofbeambten, met hunne dames, zaten te zamen aan den koninklijken disch in de groote diner-galerij. „Na afloop van het souper werd het bal hervat, dat tot laat in den nacht voortduurde. „Het heeft de algemeene aandacht getrokken dat Z. M. de koning op deze soirée HDs. ministers herhaal delijk bijzonder heeft onderscheiden." Op het van Hogendorp's plein te Rotterdam is jl. Vrij - dag op plechtige wijze aan het koi'ps Rotterdamsche vrijwilligers, namens Z. M. den koning, het vaandel uit gereikt dat door een groot aantal dames was bewerkt. Het terrein was smaakvol versierd. Onder degenoodigden bevonden zich burgemeester en wethouders, de secretaris, eene commissie uit den gemeenteraad, de president der rechtbank, de officieren der Rotterdamsche en de kom- mandant der Schiedamsclie schutterij, het état-inajor van het aldaar gestationeerde wachtschip, de consuls, de buitengewone leden der Vereeniging tot. bevordering van 's lands weerbaarheid, allen met hunne dames. Terrechter- zijde van het standbeeld stonden de beide sectiën van de vereeniging „het metalen kruis" met hunne vaandels ge schaard, waarbij de officieren en leden der 's Gravenhaag- sche en Utrecktsche vrijwilliger-korpsen zich aansloten, terwijl aan de andere zijde de leden der Vereeniging „het zilveren kruis" met de strijders der citadel van Ant werpen geplaatst werden en het Rotterdamsche korps vrijwilligers recht tegenover het standbeeld frontmaakte. De dames, door wie het vaandel is bewerkt, werden het feestterrein binnengeleid en uitgenoodigd zich in de onmiddellijke nabijheid van het standbeeld, tegenover het korps vrijwilligers te schafen. Onder geleide van den heer A. van Stolk Czn., kommandant der Rotterdamsche vrijwilligers, verscheen de generaal-majoor P. A. C. van Wickevoort Crommelin, bevelhebber in de eerste militaire afdeeling, aan wien Z. M. de uitreiking van het vaandel had opgedragen. De burgemeester nam alstoen het vaandel in ontvangst en overhandigde het, namens do dames, met eene toespraak, den generaal-majoor, die daarop het vaandel aannam en het aan den kommandant van het korps overgaf, onder het uitspreken van eenige toepasselijke woorden. De heer van Stolk nam, onder dankbetuiging, het vaandel over, en stelde het voor het front van het korps den luitenant A. J. J. van Resteren ter hand. Het korps werd vervolgens door den generaal- majoor geïnspecteerd, die de manschappen in krachtige woorden toesprak. Na nog eenige militaire plechtigheden werd het vaandel naar het huis van den kommandant overgebracht Het meergenoemde va del is vervaardigd van witte zijde. Aan den eenen kant prijkt het Nederlandsche wapen, waarvan de kronen met parelen en edelgesteen ten versierd zijn. Aan den anderen kant vertoont zich het Rotterdamsche wapen, insgelijks met parelen getooid. Het wapen is omvat door de 'burgerkroon, waaronder een lint, waarop in gouden letters de woorden „Alles voor 't Vaderland" te lezen staan. Voorts is het vaandel rijk met gouden franjes en oranje georneerd. De stok, waar aan twee kolossale gouden kwasten hangen, prijkt met den Nederlandschen leeuw. De Nederlandsche Spectator bevat eene geestige parodie omtrent de beschuldiging van verschillende knoeierijen, welke bij de jongste verkiezingen hebben plaats gehad. Wij laten haar hier volgen: F.ENE NOODZAKELIJKE ONTSLUIERING. Mijnheer de Spectator Tot ontploffens toe opgevuld met de diepste verontwaar diging, verzoek ik u de volgende regelen in uw tijdschrift op te nemen; ik hoop dat gij er onpartijdig genoeg toe zult wezen. Het is in het waarachtig belang van het wel slagen der volgende kamerontbinding dat de afgrijselijke practijken van de radicale partij in al hare naaktheid ten toon gesteld worden, en daarvoor moet mijn geschrijf dienenhet kan tevens tot een bewijs strekken, dat de jongste verkiezingen wel verre van de meening des getrouwen Nederlandschen volks uit te drukken, niets anders hebben opgeleverd dan een resultaat van schan delijke misleiding en jammerlijk bedrog. Vele achtens waardige dagbladen hebben reeds een tip van den sluier opgelicht maar, helaas, niet het duizendste gedeelte van het geheel. Indien iedereen mededeelde, wat hij in zijnen kring heeft waargenomen en wat hij zich verbeeld heeft waar te nemen, dan ben ik overtuigd, dat zonneklaar blijken zou, dat van de 33000 kiezers, die op de liberalen hunne stemmen hebben uitgebracht, ten minste 32000 misleid zijn gewordenvan de 1000 overigen mag men afgaande op de bekende waarheid, dat eigenlijk geheel Nederland anti-liberaal is veilig aannemen, dat 500 zich vergist hebben, dat 300 uit onvoorzichtige spotternij een radicalen naam op hun stembriefje hebben geschre ven, dat 195 idioot waren, zoodat er op slot van reke ning 5 stemmen alleen uit werkelijke overtuiging op de liberalen zijn uitgebracht. Ik vraag het met al den ernst dien het oogenblik vordert, of dit een cijfer is, waaruit men met eenige waarschijnlijkheid zou kunnen afleiden, dat de jongste stemming de ware uitdrukking der natio nale meening is. Wanneer zullen toch eens de oogen opengaan! Reeds is het, zooals gij zult weten, aan het publiek bekend ge maakt, hoe het mogelijk geweest is, dat de Bruyn Kops het in Alkmaar van 's Jakob heeft kunnen winnen. Van de 1060 kiezers, die hunne stem op den eersten uitbrach ten, zijn er ten minste 1000 geweest, die ter goeder trouw meenden, dat zij voor den laatste stemden. Men had ge zegd, dat 's Jakob tegenwoordig de s achter zijn naam schreef, dat hij het „Ja" liefst niet bij zijn naam had omdat' hij niet voor een jabroer wilde doorgaan, en dat hij sedert cenigen tijd den naam van zijne oud-tante de Bruyn bij den zijnen voerde, zoodat hij eigenlijk de Bruyn Kops héette. Dezelfde misleiding is in andere kiesdistricten eveneens in practijk gebracht: bij voor beeld in Zwolle, waar ze evenwel gelukkig verijdeld is gewordendaar had men den kiezers, die natuurlijk allen voor Gef ken wilden stemmen, diets gemaakt, dat Gefken (het woord namelijk, niet de persoon) in onze eeuw ver ouderd wasdat het diminutief „ken" volgens het woor denboek van de Vries en te Winkel vervangen moest worden door „tje", meervoud „tjes"; dat „Gef" afkomstig is uit het moeso-gothisch „Gêffa"; nog overgebleven in ons „gaffel", en dat het eigenlijk „stok" of „steel", Hoog- duitsch „stiel", beteekent; dat derhalve Gefken eigenlijk geschreven moest worden „Stieltjes." En zoo is het ge komen dat Stieltjes nog zooveel stemmen heeft verkre gen, die hem niet toekwamen. Op dezelfde wijze heeft men in Arnhem Groen in Sloet veranderd, en van Lijnden in Dullert, eene wijziging, die zoo gemakkelijk was, dat het geen der brave gemoe delijke kiezers in het oog is gevallen. Van de menigte liberale rijtuigen met vier paarden, die in alle kiesdistricten hebben rondgereden, terwijl dé conservatieven hoogstens hier en daar met een ezel zijn voor den dag gekomen, en op sommige plaatsen zelfs de paarden achter den wagen hebben gespannen, wil ik liefst niet spreken. Ilonderde paarden zijn er op die manier doodgereden, alles ten blijkbaren muleele van den vaderlandschen veestapel, maar wat vragen de radicalen daarnaar, als het te doen is hunne zwarte of roode doel einden te bereiken

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1