MIDDELBURGSCHE COURANT. N" 27. Zondag IC Februari. Editie van Zaterdag avond 8 uren. Middelburg 15 Feb tri. De bij de Staatseourent van gi teren behoorende 'bijvoegsels bevatten het verslag be effende den aanleg der staatsspoorwegen van 1 Juli tot 31 December 1867. Wij nemen daaruit over hetgeen omtrent den Zeeuw- schen spoorweg wordt medegedeeld. Ten aanzien der lijn RoozendaalVlissingen, sectie GoesYHssingen, luidt het als volgt a. Gedeelte GoesSloe. „Omtrent den aankoop van schorren onder 's Heer Arendskerke en Wolfaartsdijk moeten nog de noodige schikkingen worden getroffen. De aankoop van den dijk tusschen den Nieuwen- en West-Kraaiert, werd tot nog toe verhinderd door bezwa ren, die zich in den vorm voordoen, en welke van dien aard zijn, dat het noodzakelijk zoude kunnen worden, tot gerechtelijke onteigening over te gaan. Op enkele gedeelten na, waar de grond van of naar elders vervoerd moet worden, zijn de aardewerken ge reed. In het geheel is in de baan verwerkt circa 230,000 teerl. el grond. In de afgebroken gemeenschap voor het openbaar verkeer en den landbouw is door overwegen en parallelwegen voorzien. Van de brug in den spoorweg in den 's Heer Arends kerker-polder zijn de landhoofden opgemetseld, terwijl de bovenbouw aangevoerd isdo plaatsing daarvan zal weldra kunnen geschieden. Voorloopig is de spoorbaan op een noodbrug gelegd. Al de ijzeren buizen onder de aardebaan en de aarden buizen onder de parallel- en overwegen zijn gelegd. Voor vier spoordoorgangen door de dijken zijn de fundeeringen en de profilmuren voltooid. Het hoofdgebouw op de halte 's Heer Arendskerke is geheel opgemetseld, onder dak gebracht en afgevoegd. De vloeren, zolders, kozijnen en het buitenlijstwerk zijn gereed en driemaal gegrond. De ramen en buitendeuren zijn afgehangen en tweemaal gegrond. Aan de hinnenbetimmering wordt met kracht voort- gewerkt. De trottoirs en bestrate paden zijn opgemetseld en afgevoegd. De verhoogde los- en ladingplaats is opgetrokken de steilen en leuningen daarop zijn driemaal gegrond. De wachterswoningen op dit gedeelte zijn zoo goed als afgewerkt, en met het aanstaande voorjaar moet nog de laatste verflaag en de bestrating rond de gebouwen aangebracht worden, welke werkzaamheden in het be lang van het werk tot zoolang zijn uitgesteld. De spoorbaan is over eene lengte van ruim 8000 el tot in den Nieuwen Kraaiert, nabij piket 86, voorloopig gelegd. Met het leggen der wissels op het halte-terrein te 's Heer Arendskerke wordt spoedig een aanvang ge maakt. Er werd eene hoeveelheid hallast aangevoerd van ruim 5500 teerl. el. Met het maken van de werken voor de beveiliging, bewaking en af deeling van den weg en die van bij zon deren aard en strekking, is men nagenoeg tot op de helft gevorderd, terwijl de daarvoor benoodigde materialen grootendeels zijn aangevoerd. Een voorstel werd gedaan om een gedeelte van den Sloedam reeds dadelijk tot een zoodanig profil aan te leggen, dat daarop ten behoeve eener eventueele exploi tatie, een tijdelijk eindstation zou kunnen gemaakt worden." b. Gedeelte Sloe Vlissingen en kanaal door Walcheren. „Enkele perceelen, in de gemeenten Vlissingen, Oost en West-Souburg, Koudekerke, Middelburg, Amemuiden en St. Laurens uitgezonderd, zijn al de op Walcheren Benoodigde eigendommen aangekocht. De perceelen, als zijkanten van wegen en watergangen, die in de verschillende gemeenten aan den polder van Walcheren toebehooren en op naam der centrale directie van Walcheren bij het kadaster bekend zijn, worden naar gelang der behoefte, in afwachting eener nadere regeling bij overeenkomst, bij proces-verbaal ter beschikking van den staat gesteld. Voor zoover dadelijk noodig, werden ook de perceelen tot de vroegere vestingwerken van Vlissingen behoorende, ten behoeve der kanaal- en spoorwegwerkenovergedragen. Nadat het wetsontwerp voor de verlegging van den mond der nieuwe haven van Middelburg naar Veere door het graven van een kanaal van Kleverskerke naar die gemeente was aangenomen, hadden, ter voldoening aan art. 10 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad no, 125), de zittingen van de commissie uit gedeputeerde staten van Zeeland plaats, in de gemeenten Arnemuiden, Vrouwepolder en Veere, op den 30 Augustus 1867. De daarop uitgebrachte bezwaren onderzocht en onder an deren het maken van een pontveer aan het einde van het kanaal aan die zijde bepaald zijnde, had de eind- aanwijzing der perceelen voor dit werk henoodigd, bij koninklijk besluit van 12 October 1867,110. 55, plaats. De waardeeringstaten voor de gemeenten Vrouwe polder en Veere, en voor Arnemuiden, voor zoover op die verlegging betrekking hebbende, werden opgemaakt en achtereenvolgens goedgekeurd. Bijna al de perceelen onder de beide eerstgenoemde gemeenten, die voor het maken der schutsluis hij Veere benoodigd zijn en niet reeds, als tot de vervallen vestingwerken van Veere behoorende, rijkseigendom waren, werden aangekocht. Achtereenvolgens werden verschillende aangekochte perceelen onder Vlissingen, die eerst voor latere uitbrei ding der werken aldaar kunnen henoodigd zijn en onder Vrouwepolder, die, welke voor de aanvankelijke plaats der schutsluis aan den mondder nieuwe havenbestemd waren, verpacht, terwijl verdere voorstellen van verpachting van niet direct voor de werken benoodigde gronden gedaan zijn of worden. Het graven der putten voor de beide groote sluishoof- den, de schutkolk en het binnenhoofd der kleine sluis, volgens bestek no. 288, der dubbele schutsluis te Vlis singen, werd met kracht voortgezet, zoodat de beide groote sluisputten, binnen den bij 49 van dat bestek bepaalden tijd, op de minimum diepte van 6.00 el d- AP. gebracht waren. In het geheel is ongeveer 170,000 teerl. el grond ont graven. De bemaling geschiedt met een centrifugaal- pomp in elk der beide putten, terwijl aan iedere machine een reserve is toegevoegd. Zoodra de buitensluisput de diepte van 6.00 el -r AP. naderde, werden twee stoomheien daarin gebracht en opgesteld en spoedig daarop werd een aanvang met het heien der damplaten voor de omkuiping gemaakt. Het heien met de stoomstelling, zoowel als met de Hollandsche stelling, ontmoette echter zoovee! bezwaar, dat de aannemer, om daaraan tegemoet te komen, naar aanleiding van daartoe opzettelijk gedane proeven, en in afwijking van zijne aanvankelijke bedoeling, er toe over is gegaan, om den put reeds thans eenigszins dieper te brengen dan de in 14 van het bestek voorgeschreven minimum diepte, waartoe, in verband met de in 14 be paalde beloopen van 3 op 1, bovendien een gedeeltelijke uitbreiding van den put wordt vereischt. Gelijke bezwaren ontmoette men in den binnenput, zoodat ook daar op gelijke wijze te werk wordt gegaan. Voor zooveel het seizoen toelaat, wordt hieraan met kracht voortgowerkt, Van de dubbele dienstwoning is de hinnenbetimmering voor het grootste gedeelte ten einde; met het grond verven en plafoneeren is aangevangen. Het plateau is nagenoeg op de hoogte, Nadat de aanbesteding van het werk derliavendammen, bestek no. 296, was goedgekeurd, is op den 10 Juli met dat werk een aanvang gemaakt, Zoodra de aannemers vergunning ontvangen hadden tot het leggen van een rijzenbed onder den Westdam en het gebruiken van bazalt als zinksteen, werd dit rijzen bed gelegd, en onmiddellijk daarna de bezinking voor den Westdam ondernomen en, na het overwinnen van eenige bezwaren, ten einde gebracht. De bezinking werd regelmatig door de nastorting opgevolgd^ die zoo goed als afgeloopcn is. Voor den Oosthaven am werden de drie landstukken gezonken. De Westhavendam is over de geheele lengte van 56 el;' tot gemiddeld 3.80 el -)- AP., en over de lengte van 46 el, tot gemiddeld 1.80 el -j- AP., bij eene kruinsbreedte van 7 tot 8 el opgewerkt. Het westelijk beloop, dat tevens het definitief beloop van den dam vormt, is ter oppervlakte van 1860 vier kante él met schorklei bekleed, ontleend aan het rijks- domeinschor in het Schenge. Het geheel is tegen winterschade afgedekt met een tijdelijk rijsbeslag, gedeeltelijk bezet met steen. De jongste storm op den 2 December heeft geene schade aan het werk toegebracht. Op den 18 Juni werd de binnenkeer- en schutsluis te Vlissingen aanbesteed. De minste inschrijver was K. van Spanje, te Sliedrecht, voor f 364,500, welke inschrijver vóór de opening der biljetten verzocht heeft dat zijne inschrijving buiten aanmerking zou worden gehouden, waarop het werk gegund is aan de daaraan volgende minste inschrijvers D. R. van Dartelen, G. T. Kampschreur en W. D. van Maurik, voor f 372,780. Met dit werk werd den 27 Augustus een aanvang gemaakt. De grond uit den binnenput wordt ten westen daarvan geborgen, en uit den buitenput wordt hij tot ophooging van den toegangweg naar het station verwerktde bin nenput is nagenoeg tot 6.00 el -r AP., en de buitenput tot 2.20 cl -f. AP. gebracht; terwijl voornoemde toegang- weg gemiddeld tot 2.25 el -j- AP. is opgehoogd. De totale hoeveelheid ontgraven grond bedraagt 35612 teerl. el. De bemaling geschiedt met een centrifugaalpomp op den binnenput en twee tonmolens op den buitenput. Van het werk der uitwateringsluis bewesten Vlissin gen, aanbesteed den 28 November, is aan den laagsten inschrijver O. van Luyk, op diens verzoek, ontslag ver leend, en is die besteding niet goedgekeurd. Thans gaat men over tot het splitsen van dit werk, teneinde het bij onderdeelen aan te besteden. Met het ontwerp der ijzeren sluisdeuren en het opma ken van het bestek voor het kanaal en den spoorweg tusschen Middelburg en Vlissingen, houdt men zich bezig. Bij de in uitvoering zijnde werken voor het kanaal en den spoorweg bij Middelburg, volgens bestek no. 289, werd met het afbreken van gebouwen en het opruimen van andere rijkseigendommen, naar gelang der behoeften voortgegaan, en zijn de afkomende materialen door tusschenkomst van de administratie der registratie en domeinen publiek verkocht. Op cenige gebouwen 11a, is thans lief geheele terrein tot bewerking gereed. De tijdelijk omgelegde weg van Middelburg naar Vlis singen, tusschen de Winterstraat en den Singelweg, werd voltooid, en den 9 December voor het publiek verkeer opengesteld. Het voltooien van den tot dezen weg behoorenden dam door de stadsgracht werd geruimen tijd vertraagd, daar de centrale directie van Walcheren bezwaar maakte tot de geheele sluiting van de gracht te laten overgaan, alvorens een ruime watergang gegraven zou zijn tot afvoer van het polderwater naar Vlissingen. Tengevolge hiervan besloot men een gedeelte van den Middelburg Vlissingschen watergang te graven met het maken van een brug in den Singelweg van Middelburg, voor de uitvoering waarvan met den aannemer van bestek no. 289 bij staat voor meer werk is overeengekomen. Na openstelling van den nieuwen weg, werd de oude toegangweg naar de stad afgesloten en een begin ge maakt van wege het gemeentebestuur van Middelburg met het afbreken der Vlissingsche poort. Het aardewerk volgens dit bestek werd onafgebroken voortgezet, zoodat het oostelijk gedeelte van liet kanaal gemiddeld ligt ter diepte van 1.25 el «f AP.; dit gedeelte wordt met tonmolens bemalen. De put voor de brug ligt gemiddeld op 4.70 el «r* AP., en het westelijk einde van het kanaal voor de eene helft op 1.90 el -r AP. en voor de andere helft op 1.10 el d- AP. De bemaling dezer beide laatste gedeelten geschiedt met een locomobiel mef

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1