MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 24.
1868.
Dinsdag
11 Februari.
Editie van Maandag avond 8 uren.
Middelburg ÏO Februari.
De kiesvereenigingen „Amsterdam", „Vaderland en
Oranje" en „Recht voor allen", te Amsterdam, hebben
tot candidaat voor het lidmaatschap van de tweede kamer
der staten-generaal in het hoofdkiesdistrict Amsterdam
gekozen mr. E. H. 's Jaeob.
Bij den uitgever Martinus Nijhoff te 's Hage is eene
brochure uitgekomen, getiteld: De Unie der Vercenigde
Nederlanden. De onbekende schrijver dezer brochure
betoogt daarin dat de vereeniging van Nederland en
België, door onvereenigbaarlieid van humeuren en door
andere omstandigheden, gebleken is op onoverkomelijke
bezwaren te stuiten. Tegen een nauw verbond echter,
zegt de schrijver waarbij elk der beide landen zijn
zelfstandig bestaan, zijne eigene dynastie en eigene in
stellingen handhaaft, bestaan deze bezwaren niet. Dit
„nauw verbond" wordt voorts door den schrijver nader
gekenschetst als „een volken-verbond, eene fede ratieve
eenheid naar buiten, met behoud van elks individualiteit,
gelijk oudtijds do Unie der zeven vereenigde provinciën
was en thans de Unie der Vereenigde-staten van Noord-
Amerika is." De schrij ver gaat uit van de door NapoleonlII
eenigen tijd geleden geuite bewering: dat er in Europa
overal eene neiging bestaat tot aansluiting en vereeni
ging van de nationaliteiten, om verder te betoogen dat
België's en Nederland's verleden éen is en dat zij te
zamen voor de zaak der vrijheid geleden en den grooten
strijd der vrijheid gestreden hebben. „De tijden zijn er
naar aldus vervolgt de schrijver dat wij nog
maals de behoefte zouden kunnen gevoelen naast elkan
der voor dezelfde beginselen het zwaard te voeren.
Holland heeft een geducliten en te duchten buurman
ten oosten, gelijk België er een heeft ten zuiden. Wat
kunnen de 3j- millioen Hollanders tegen het overmach
tig Pruisen, wat kunnen de 5 millioen Belgen tegen het
overmachtig Frankrijk uitrichten? Verrijst daarentegen,
in plaats van deze twee gehalveerde rijken, de Unie
der Vereenigde Nederlanden, een bondsstaat met 8 a 9
millioen inwoners, met groote en rijke koloniën, met
al de middelen en de macht om zijne zelfstandigheid
door eene krachtige vloot, een krachtig leger en eene
goed ingerichte volksweer, als reserve, te doen eerbiedi
gen, een staat, die, èn door zijne ligging èn door zijne
kapitalen, de hoofdtakken van een bedrijvig volksleven
landbouw, handel en nijverheid tot zeer groote
ontwikkeling kan brengen, dan zal deze eene positie in
Europa innemen, die men zoo lichtelijk niet zal bedrei
gen of aanranden. Deze twee kostbare instellingen voor
kleine rijken diplomatie en defentie zullen, wan
neer zij tot een gesmolten voor gezamenlijke kosten
onderhouden worden meer vrucht geven voor minder
geld, dan mogelijk is nu Holland en België, elk voor
zich, deze dure noodzakelijkheden bekostigen moeten."
De schrijver geeft ten slotte een ontwerp van alge-
meene bepalingen voor de Unie, waaruit wij de volgende
artikelen citeeren
Art. 3. Het doel der Unie is, door vereeniging van
krachten en samenwerking, de onafhankelijkheid der
beide landen en het welvaren hunner bevolkingen des
te steviger te waarborgen.
De middelen daartoe zijn:
1. eene diplomatie der Unie, ter vervanging der tegen
woordige Nederlandsche en Belgische diplomatie
2. een Unie-leger;
3. eene Unie-vloot;
4. opheffing der douane-rechten tusschen de beide
landen
5. eenheid van munten, maten en gewichten
6. zooveel mogelijke gelijkheid van burgerlijke en
politieke wetgeving in de beide landen en gelijkstellin
gen in rechten over en weder van de ingezetenen van
het eene deel der Unie, die zich in het andere deel
vestigen.
Art. 6. De uitvoerende macht der Unie berust bij den
koning der Nederlanden en den koning dor Belgen.
De uitoefening dezer macht zal bij beurten, om het
andere jaar, door dien der beide koningen geschieden,
wiens land voorzit.
De koning van het voorzittend land benoemt alle
ambtenaren der unie, zoo burgerlijke als militaire.
Art. 7. De zaken van dagelijksch beheer, benevens
het opstellen der wetsontwerpen en de eindstemming er
over, zijn opgedragen aan den raad der Unie.
Zijne inrichting wordt door de wet geregeld.
Art. 8. De raad der Unie bestaat uit veertien leden, te
weten
1 koninklijk commissaris, benoemd door den koning
der Nederlanden
1 koninklijk commissaris, benoemd door den koning
der Belgen
3 leden, benoemd door de eerste kamer der Neder
landsche staten-generaal
3 leden, benoemd door de tweede kamer der Neder
landsche staten-generaal
3 leden, benoemd door den Belgischen senaat
3 leden, benoemd door de Belgische kamer van verte
genwoordigers.
Art. 15. De wetgevende macht der Unie wordt uitge
oefend door den voorzittenden koning en het congres,
bestaande uit den raad der Unie en het huis der afge
vaardigden.
Art. 16. Het huis der afgevaardigden is samengesteld
uit éen vierde van het gezamenlijk aantal leden van de
beide kamers der Nederlandsche staten-generaal, daar
toe jaarlijks in eene vereenigde zitting dier kamers
gekozen en éen vierde van het gezamenlijk aantal der
beide Belgische kamers, daartoe insgelijksjaarlijks in
eene vereenigde zitting gekozen, zonder eenige rug
gespraak of lastgeving.
Deze zelfde brochure wordt in België in het Fransch
verspreid onder den titel van La confédération des Pays-
Bas-unis. In hoeverre dit geschrift, blijkbaar van Ncder-
landschen oorsprong, een officieus karakter draagt, is ons
niet bekendalleen hopen wij dat wij van verdere diplo
matieke proefnemingen desheeren van Zuijlen genadiglijk
verschoond zullen blijven. Wij hebben aan de Luxem-
burgsche quaestie waarlijk meer dan genoeg gehad.
De Staatscourant van Zondag en Maandag bevat de
koninklijke besluiten van den 22 Januari jl., bepalende
de sterkte, samenstelling en indeeling der schutterijen,
zoo dienstdoende als rustende, in de provincie Overijsel,
en van de dienstdoende schutterijen in de provincie
Friesland.
De groothertog van Luxemburg heeft benoemd tot
grootkruis der orde van de Eikenkroon den heer E. C. U.
van Doorn, commissaris des konings in Utrecht, en tot
officier dier orde jhr. van Tets, lid van gedeputeerde sta
ten van Noord-Holland, beide wegens hunne bemoeiingen
tot wering der veeziekte.
Benoemingen en besluiten.
eereteekenen. Verleend, als blijk van goedkeuring
en tevredenheid de bronzen medaille, benevens een loffe
lijk getuigschrift, aan L. II. F- Goldman, oud 14 jaren;
wegens het met levensgevaar redden van een jongeling
uit de Tjiliwong-rivier te Batavia, op 15 Mei 1867, en
aan den inlander Piean, politiedienaar bij den controleur
der districten Itiam-Kiwa en Kanan, in de residentie
Zuid- en Ooster-afdeeling Borneo, wegens het met levens
gevaar redden eener inlandsche vrouw uit de Riam-Kiwa-
rivier, op 10 April 1867.
politie. Benoemd tot commissaris van politie en water
schout te Hellevoetsluis en tot commissaris van rijks
politie op het kanaal van Voorne J. W. Kröller, wonende
te Delft.
belastingen enz. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan den heer A. J. van Santen, uit zijne betrekking van
ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Bedum,
behoudens aanspraak op pensioen.
koloniën. Op verzoek eervol ontslag uit 's landsdienst
verleend, met toekenning van pensioen, aan den Oost-
Indischen hoofdambtenaar W. C. Happé, gewezen resi
dent van Menado, thans met verlof hier te lande.
Gemengde berichten.
Het lijk van den matroos, die, zooals wij in ons nom-
mer van Donderdag hebben medegedeeld, Maandag 11.
zoo noodlottig aan zijn einde kwam, is reeds Dinsdag
daaraanvolgende te Ritthein ter aarde besteld. Dit schijnt
aanleiding gegeven te hebben tot eene vervolging door
de Ritthemschc autoriteitenalthans door de justitie is,
naar wij vernemen, proces-verbaal opgemaakt wegens
begraving van oen lijk binnen den daartoe bepaalden
tijd, zonder dat er van eene besmettende ziekte sprake
kon zijn.
Uit Bergen op Zoom schrijft men 7 dezer: „Gisteren
middag is alhier in liet Café St. Antöine de heer K., lid
van den gemeenteraad en bekend om zijne liberale gevoe
lens, door den heer B., oen ultra-reactionnair, zoodanig
mishandeld en geslagen, dat er gegronde vrees bestaat
dat hij de beide oogen heeft verloren en alzoo voor zijn
leven blind zal blijven. Ook heeft er dienzelfden avond,
na afloop van een concert in de Harmoniezaal, tusschen
een lid van den gemeenteraad (zijnde de zwager van een
door de conservatieve partij gestelden candidaat voor
het lidmaatschap der tweede kamer) en eenige liberale
kiezers eene hevige woordenwisseling plaats gehad,
waarbij het echter door tussclienkomst der omstanders
met veel moeite gelukt is te voorkomen, dat er feitelijk
heden plaats grepen. Voorwaar wel een treurig bewijs hoe
die herhaalde ontbindingen der kamer de hartstochten
opwekken." (Ar. Rotterd. cour.)
In de laatste dagen zijn te Rotterdam krachtige
pogingen aangewend tot behoud van een eigen tooneel.
In de eerste plaats hebben de directeuren van het Hol-
landsch tooneel, de heeren Albregt en van Ollefen, een
beroep op de ondersteuning van het publiek gedaan
Volgens het door hen ontworpen plan wenschen zij een
schouwburg tot stand te brengen, welks leden hun eene
bijdrage betalen voor den tijd van driejaren, inden
vorm van een abonnement, dat niet personeel maar voor
alle, zoowel te Rotterdam als elders te geven voorstel
lingen geldig is, met recht van vrije bespreking. De bij
drage is per jaar: voor baleon of stalles f 150, loge 100,
parterre f 50, terwijl de directeurs verplicht zijn te Rot
terdam minstens drie voorstellingen per week gedurende
ieder winterseizoen te geven. De leden benoemen onder
ling eene commissie van toezicht, bestaande uit vier
leden, ten einde tc controleeren of de directeuren aan
hunne verplichtingen voldoen. De commissie vergadert
met directeuren als zij dit noodig achttwee liarer leden
hebben vrijen toegang tot alle voorstellingen.
Genoemde directeuren hebben den grooten schouwburg
voor den tijd van drie jaren in huur verkregen en, als
gevolg daarvan, een contract gesloten met den tegen-
woordigen kapelmeester der opera, den heer Saar, waar
bij hem de groote schouwburg evenzeer voor drie jaren
wordt afgestaan ten behoeve der Duitsche opera, welke
hij voor eigen rekening zal voortzetten. Tot de verwe
zenlijking van dat voornemen hebben eenige voorstan
ders der Duitsche opera binnen weinige dagen reeds
f 7000 bijeengebracht als garantie van huur voor het
eerste der drie jaren waarvoor men de onderneming
wenscht te vestigen.
Uit door den heer Saar thans verspreide circulaires
blijkt dat het nieuw plan in zich sluit, dat de leden der
te vormen opera-verecniging aan den directeur der Duit
sche opera eene vaste subsidie verstrekken, welke zal
moeten uitbetaald worden ook al verliest hij minder
dan het bedrag dier subsidie; verliest hij echter meer,
dan moet hij dit zelf bijpassen. Bedoelde vaste subsidie
wordt volgens hot plan toegezegd voor den tijd van drie
jaren eensdeels om de zaak niet op al te losse schroeven
te zetten en ten andere om den ondernemer de mogelijk
heid te laten, engagementen met bekwame artistcn
te sluiten op langeren termijn dan éen jaar.