MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 23. Zondag 4868. 9 Februari. Editie van Zaterdag Lvond 8 uren. middelburg 8 IkSbruari. De minister van binnenlandscliè>zaken overwegende, dat ten gevolge van het niet-aannemen van het lidmaat schap der tweede kamer van de staten-generaal door den heer mr. W. H. Dullert in het hoofdkiesdistrict Gronin gen, eene nieuwe stemming in dat district moet plaats hebben heeft bepaald: 1. dat de verkiezing in het hoofdkiesdistrict Groningen zal geschieden op Don der dag 20 Februari a.; 2. dat, zoo herstemming noodig is, deze zal plaats hebben op Donderdag 5 Maart. In het hoofdkiesdistrict Amsterdam is mr. J. Heems kerk Bz. tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer gekozen door de kiezers vereenigingen „de Grond wet" en „Burgerplicht", te Amsterdam. Eerstgenoemde vereeniging koos hem met algemeene stemmen op éen na; laatstgenoemde, in wier vergadering 123 leden tegen woordig waren, met bijna algemeene stemmen. In het Dagblad van Znid-Holland en 'sGravenhage van gisteren komen eenige beweringen voor, waarop wij, in strijd met onze gewoonte, de aandacht willen vesti gen, in de eerste plaats omdat die courant thans door sommigen als een officieus regeeringsorgaan wordt be schouwd en voorts omdat de stijl een andere hand ver raadt dan die gewoonlijk het eerste artikel in dat blad schrijft. De schrijver maakt melding van het gerucht betrek kelijk te Utrecht, Amsterdam en elders circuleerende adressen aan den koning, waarin verzocht wordt de tweede kamer andermaal te ontbinden. Dit petitionement wordt door het Dagblad afgekeurd, doch alleen om de beide volgende redenen. „De eerste is, omdat zoodanig petitionement, in ieder geval, ontijdig zou zijn aangevangen. De uitslag der herstemmingen was nog niet bekend en is dit nóg niet, op het uur dat wij dit antwoord schrijven. Hoe kan nu geoordeeld worden over eene kamer, die nog niet eens is samengesteld en waarvan de bovendrijvende staatkundige richting juist van den uitslag dezer her stemmingen moet afhangen „De tweede is, omdat, onverschillig welke de uitslag der herstemmingen zij, de kamer, die op 15 [25?] Februari zal bijeenkomen, eene geheel nieuwe kamer is, die, al bestond zij ook geheel uit leden der ontbonden kamer, naar de constitutioneele leer eene kamer is vrij en los van alle antecedenten. Een der heilzaamste hoofdbeginselen van het constitutioneele staatsrecht omdat, verliest men het uit het oog, elke redelijke grondslag aan het middel van ontbinding in het consti tutioneele staatsie ven wordt ontnomen en f e i t e l ij k doel en strekking van dat middel illusoir worden gemaakt. „Het is waar, dat de laatst ontbonden kamer dat hoofd beginsel heeft geschonden. Zij handelde niet als een nieuw staatslichaam, maar als eene voortzetting van eene vorige kamer. Daarom bleef er de strijd over besliste zaken voortduren en daarom ook droeg zij en zij alléén de schuld harer ontbinding. „Is het nu zoo ongerijmd te hopen, dat de nieuwe kamer niet weder zal vervallen in de fout harer voor gangster en dat zij, geheel nieuw lichaam, zich zal los maken van antecedenten die haar niet treffen, het verleden als eene chose jugée zal beschouwen en alleen het oog op de toekomst gevestigd zal houden „Ware die hoop inderdaad ongerijmd do eenige conclusie zou dan moeten wezen: dat de tweede kamer der staten-generaal zelve de schuld zal dragen van de eindelijke vernietiging van het constitutioneele leven in Nederland, dat in een voortdurenden strijd om liet gezag niet anders kan dan ondergaan. „Ook wanneer men de ongelukkige onderstellingmoest doen, dat al de herkozen leden der oppositie, zonder iets geleerd of iets vergeten te hebben, den strijd op nieuw met hardnekkigheid zouden aanvangenis het dan alweder zoo ongerijmd te hopen, dat althans de tien geheel nieuwe leden, van verschillende richting, die op het oogenblik dat wij schrijven gekozen zijn, en die allen op twee na van alle parlementaire antecedenten vrij zijn, dien toeleg uit hooger vaderlandsch belang zullen helpen verijdelen, ten einde eene geregelde orde van zaken mogelijk te maken? „Als ook die hoop ongerijmd moest heeten inder daad, welke andere keus zou er dan wel overblijven voor den koning dan zich te onderwerpen aan een partij, die, het koste wat het wille, zich van de heerschappij w i 1 meester maken, of dan andermaal een beroep te doen op de kiezers De eerste reden kunnen wij met stilzwijgen voorbij gaan. En wat de tweede betreft, behoeft het geen betoog dat zulke dwaasheden als hier verkondigd worden alleen kunnen opkomen in het brein van een politieleen weer haan of renegaat, die er niets onnatuurlijks in schijnt te vinden dat men, ten gevolge van de een of andere be dreiging, naar goedvinden van overtuiging verandert. De kamer is zeker eene nieuwe kamer, maar dat de leden daarvan die ook in de vorige kamer zitting hadden, los zouden zijn van alle antecedenten, dit is niets dan eene holle phrase, ook reeds elders uitgesproken, waar tegen wij moeten protesteeren. De leden der nieuwe kamer die ook in de vorige zit ting hadden zijn zeker niet alle gekozen omdat zij de voortreffelijkste politieke mannen waren die men vinden kon, maar juist om hunne parlementaire antecedentent die de kiezers als beproefd beschouwden en waaraan zij hun goedkeurend zegel hebben gehecht. Dit is echter het merkwaardigste niet wat in bovenstaande regelen van het Dagblad verkondigd wordt. Het merkwaardigste is de bedreiging die zij bevat ten, de bedreiging dat wanneer de leden der nieuwe kamer zich niet als gehoorzame, onderdanige scholieren gedragen, zij andermaal zullen worden naar huis gezon den en het constitutioneele leven in Nederland zal wor den vernietigd. Nu rijst natuurlijk de drieledige vraag: Is de bedreiging van het Dagblad slechts eene snor kende bangmakerij of: Moet het Dagblad geacht worden, hier werkelijk de plannen van het ministerie aan te kondigen of: Heeft men hier te doen met „valsche tijdingen ten aanzien van daden en voornemens der regeering en van hooge staatsbeambten" welke gelijk de Staatscourant zich onlangs uitdrukte „dagelijks met bekendebe- d o e 1 i n g worden verspreid"? Door vennooten der Zeeuwsche maatschappij van stoomvaart is in eene gisteren gehouden vergadering besloten, om de stoomboot Stad Vlissingen, niet even als ten vorige jare, gedurende de zomermaanden langs de Wester-Schelde en door het kanaal door Zuid- Beveland te doen varen, maar door het Sloe en de Zandkreek. Volgens 1'Echo du parlement is de heer Langrand Dumonceau gedagvaard voor de rechtbank van koop handel te Brussel tot ontbinding en liquidatie zijner commanditaire maatschappijen van het Crédit foncier industriel. De groothertog van Luxemburg heeft benoemd tot grootofficier der orde van de Eikenkroon mr. J. Loudon, commissaris des konings in Zuid-Holland, en tot ridders dier orde de heeren van de Velde, commies ter provinciale griffie in die provincie, en jhr. Sandberg, commies bij het departement van binnenlandsclie zaken, allen wegens hunne bemoeiingen bij het heerschen der veeziekte. De Staatscourant van gisteren bevat de koninklijke besluiten van den 4 Januari jl., bepalende do sterkte, samenstelling en indeeling der schutterijen, zoo dienst doende als rustende, in de provincie Drenthe en in het hertogdom Limburg. In het nommer van heden zijn opgenomen de konink lijke besluiten van den 22 Januari jl., bepalende de sterkte, samenstelling en indeeling der dienstdoende schutterijen in de provincie Utrecht, alsmede der dienst doende en rustende schutterijen in de provincie Zeeland. Bij laatstgenoemd besluit wordt onder anderen bepaald dat in deze provincie eene dienstdoende schutterij zal bestaan in de gemeenten Middelburg, Vlissingen, Zierik- zee en Goes. Van de dienstdoende schutterij te Vlissin gen wordt eene compagnie, ter sterkte van plus minus 110 man, met inbegrip van het kader, voor den dienst der vesting-artillerie bestemd. De Staatscourant van lieden bevat het koninklijk be sluit van den 5 dezer, tot toekenning van verlof-trakte ment of wachtgeld aan ambtenaren, belioorende tot de departementen van algemeen bestuur, die het lidmaat schap van eene der kamers van de staten-genraal aan vaarden. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van den 5 dezer is G. A. de Heus, met ingang van 15 Februari e. k., ontslagen als opzichter van den water staat 4e klasse, en, na voorafgaand vergelijkend examen, met ingang van 1 Maart e. k., benoemd tot opzichter van den waterstaat 4e klasse, J. Massink Gz. Bij beschikking van den minister van koloniën van den 5 dezer zijn H. J. van Roderen, B. de Groot, J. R. Cats, J. ten Voorden, J. T. Bos, K. A. Brand, P. J. van Oosterhout, II. J. Versteegli, R. Ruitenschild en A. Don- leben, gesteld ter beschikking van den gouverneur- generaal van Nederlandsch Indië om te worden geplaatst als letterzetters bij de landsdrukkerij te Batavia. ltenoenifngcn cn besluiten. marine. Pensioen verleend, ten bedrage van f 900 'sjaars, aan den luitenant ter zee le klasse J. Sandt van Nooten, ter zake van in en door den dienst ontstane lichaamsgebreken. Bevorderd tot luitenant ter zee le klasse de luitenant ter zee 2e klasse A. J. Visser; tot luitenant ter zee 2e klasse de adelborst le klasse A. M. R. Wagner; en tot adjunct-administrateur de scheepsklerken G. J. Guicliard, J. W. Groeneyk, J. F. de Vries, J. L. Kroese en A. de Leef. leger. Benoemd bij den grooten staftot majoor, de kapitein le klasse jhr. G. B. van Bronkhorst van dien staf, adjudant van Z. K. H. den prins van Oranje; bij het wapen der infanterie, bij het le regiment, tot majoor, de kapitein le klasse P. J. de Vassy, adjudant bij het 5e regiment; tot kapitein 3e klasse (naar ouder dom van rang) de le luitenant P. F. T. La Fors, van het regiment grenadiers en jagers; bij het 5e regiment, tot luitenant-kolonel, de majoor W. H. Maclaine, van het le regiment; tot kapitein 3e klasse (naar ouderdom van rang) de le luitenant P. J. Kuipers, van het 3e regiment. Op verzoek op non-activiteit gesteld, in afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt, de luitenant kolonel H. A. Hamming, van het 5e regiment infanterie. Overgeplaatst in hunnen rang bij het regiment grena diers en jagers, de kapiteins J. C. Smissaert van den staf der infanterie, werkzaam bij de normaal-schietschool, en jhr. H. L. P. Hovy, van het le regiment infanterie. KOLONiëN. Op verzoek eervol ontslag uit 'slands dienst verleend, met toekenning van pensioen, aan den Oost- Indischen ambtenaar J. M. Hageman, gewezen ingenieur der 2e klasse bij de burgerlijke openbare werken in Nederlandsch Indië, laatstelijk toegevoegd aan den chef der eerste waterstaats-afdeeling op Java, thans met ver lof in Europa. telegraphie. Benoemd tot telegrafist 2e klasse J. G. Diehl, thans directeur van een der rijks-telegraaf-kanto- ren, van welke betrekking hij op zijn verzoek eervol wordt ontheven; en tot directeur van een der rijks- telegraafkantoren C. Vrancken, thans telegrafist 2e kl. geneeskundig staatstoezicht. Benoemd tot lid en voorzitter der commissie, in 1868 belast met het afnemen der natuurkundige examens volgens art. 4 der wet van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1