MIDDELBURGSCHE COURANT. N° 19. Zondag 1868. 2 Februari. Editie van Zaterdag avond 8 uren. Middelburg 1 Februari. Bij het ter perse leggen van dit nommer was de Hol- landsche post van heden, uithoofde van den storm, hier nog niet aangekomen. Ook de Vlaamsche post, die heden morgen moest aankomen, wachtten wij tot dusver te vergeefs. De bevolking dezer gemeente, welke op 31 Decem ber 1866 15,914 personen bedroeg, telde op 31 Decem ber 1867 16,180 personen, waarvan 7390 mannen (2877 ongehuwdcn beneden en 1614 boven de 18 jaren, 2639 gehuwden en 260 wcduwenaars) en 8790 vrouwen (2513 ongehuwden beneden en 2769 boven de 15 jaren, 2669 gehuwden en 839 weduwen.) Van de genoemde 16,180 personen behooren 13,129 tot de Nederduitsche hervormde gemeente, 202 tot de Waalsche, 42 tot de Engelsche of Presbyteriaan sche, 1 tot de Anglicaansche of Episcopaalsche, 350 tot de evangelisch-Luthersche7 tot de hersteld-Luthersche, 176 tot de Doopsgezinde, 5 tot de Remonstrantsche, 298 tot de Christelijk afgescheidene, 1691 tot de Roomsch- catholieke en 278 tot de Nederlandsche Israëlietische gemeente, terwijl 1 tot geen der genoemde kerkgenoot schappen behoort. Eenige officieren der infanterie, alhier in garnizoen, hadden de welwillendheid om, met heusche medewerking van eenige Middelburgsche dames, gisteren hier in de concertzaal eene soiree musicale et littéraire te geven ten behoeve van de Verecniging tot het bezoeken der armen. Dat die welwillendheid zeer gewaardeerd werd, was blijkbaar uit de /.óo drukke opkomst van het publiek dat de zaal niet allen bevatten kon, en wordt overigens be vestigd door de belangrijke som van nagenoeg 470, welke deze soiree voor genoemde vereeniging heeft op-* geleverd. De den 2 Januari jl. gehouden aanbesteding van het bouwen van een dubbele schutsluis aan den mond van het kanaal door Walcheren, met uitwateringsluizen in de buitenvleugels, het maken van den oosthavendam en het verrichten van eenige grondwerken bij Veere, is goedgekeurd en dit werk gegund aan de laagste inschrij vers, de heeren P. S. Blanchemanche, te Maastricht, en M. B. Terwindt, te Pannerdcn, voor f 1,579,960. Door de arrondissemcnts-rcchtbank te Zierikzee zijn op de aanbevelings-lijst voor de vacante betrekking van griffier bij genoemde rechtbank geplaatst, de heeren 1. mr. W. J. L. Spoor, substituut-griffier bij de arrondis- sements-rechtbank te Eindhoven. 2. Mr. J. W. A. Schnei- ders van Grfeijffènswerth, kanton-rechter te Hulst. 3. Jhr.mr.L. van Citters, substituut-griffier bij de arron- dissements-rechtbank te Zierikzee. Uit Amsterdam ontvingen wij een paar dagen geleden den volgenden brief, dien wij aanvankelijk hadden ter zijde gelegd. Hij verkrijgt echter in verband met latere gebeurtenissen thans grootcre belangrijkheid. „De uitslag der verkiezingen in de hoofdstad, die u bekend is, zal, gelijk alhier, bij velen eenige. verwondering wekken. Naar 'tgecn men gehoord had, meende men een meer besliste zege van de een of andere partij te mogen verwachten. Het is thans gebleken, dat de partijen alhier tegen elkander opwegen zoodat in dit punt Amsterdam sedert verleden jaar ten goede veranderd is. In 1866 werden van Swieten en van Hcukelom door de ministe- rieele partij uit de kamer geweerd. Een gelijk lot had men in dit jaar Heemskerk en Godefroi toegedacht. Met den laatste is het volkomen mislukt: Heemskerk is gevallen, maar alleen om plaats te maken voor nog erger. Kon de ïninisteriecle partij het gebeurde ongedaan maken, zij zou het niet laten. Een zwijger als Heemskerk, die altijd tegenstemt, is toch nog minder gevaarlijk dan vanBosse of Tliorbecke. En tusschen deze twee moeten de minis- terieelen thans kiezen. „Het ministerie had in Amsterdam stemmen moeten winnen, om vooruit te gaan, want het was toch wel niet het doel der ontbinding, dat dezelfde kamer herkozen zou worden. Hier in de hoofdstad, waar Heemskerk Az. en Schimmelpenninck persoonlijk bekend zijn, gelukt het hun zoo weinig te winnen, dat een zwijger wordt op geofferd om een spreker te verkrijgen. Thorbecke en van Bosse tegen Heemskerk en Schimmelpenninck is wel sprekender antwoord mogelijk? „Wat bijna niemand verwachtte, is geschied: Pijnappel is herkozen. Alleen de catholieken en de conservatieven (kiesvereeniging Amsterdam) hadden hem gesteld. De anti-revolutionairen niet. Zoo weinig werd aan zijn her kiezing geloofd, dat er niet van gesproken werd, noch tegen, noch voor. Trouwens, het is een eigenschap van dezen verkiezingsstrijd, dat de conservatieven zoo weinig open kaart gespeeld hebben." Het is een staaltje van den overmoed waarmede de con servatieven den strijd tegemoet gingen, waarin zij echter zelfs met den steun der anti-revolutionairen en ultra- clericalen bezweken zijn. Uit Amsterdam schrijft men aan de Nieuwe Rotter- damsche courant, onder dagteekening van 30 Januari den volgenden brief, die zich aan de bovenstaande regelen geleidelijk aansluit. „Heden verneemt men h ier de tijding dat de heer mr. J. R Thorbecke zijne benoeming tot lid der tweede kamer in het hoofdkiesdistrict Assen heeft aangenomen. Hoe gaarne velen dien verdienstelijken staatsman bij de tegen Dinsdag aanstaande aangekondigde herstemming tus schen den heer van Bosse en hem, als lid der kamer voor de hoofdstad gekozen zagenmoet men onder de tegenwoordige omstandigheden in het genomen besluit berusten. De zaak toch is te ernstig om die her stemming, bij de daartegen gerezen bezwaren, tot een komediespel te doen worden. De liberalen zijn daardoor bevrijd van de moeilijkheid om tusschen twee politieke bondgenooten te kiezen, en daarna wellicht de gedane keuze, op grond der u reeds medegedeelde informali teiten, door de kamer te zien vernietigen. Den heer Thorbecke als gekozen afgevaardigde der hoofdstad, op de gemelde gronden, te zien afwijzen en dan bij een misschien te gelasten herstemming tusschen de heeren van Bosse en Heemskerk Bz., buiten de kamer te zien blijven, zoo iets mocht niet worden gewenscht. Alleen verbitterde en persoonlijke tegenstanders van dien staats man konden daarin juichen, niet alzoo de eerlijke voor standers van welke richting dan ook. Men vleit zich thans met de hoop dat, behalve andere redenen, een ge voel van rechtvaardigheid do meerderheid der kiezers alleen zal doen stemmen op den door een betwist bare beslissing van een stembureau van de herstemming uitgesloten heer mr. J. Heemskerk Bz. De heer van Bosse toch zal voor Dordrecht opteeren en wenscht, naar men uit eene goede bron verneemt, bij eene eventueele vrije stemming hier niet in aanmerking te komen. De her stemming toch van 4 Februari kan volgens art. 109 der kieswet hier niet doorgaan." Wij kunnen hier nog bij voegen dat de conservatieven hoogst waarschijnlijk thans den heer 's Jacob, die te Alk maar gevallen is, candidaat zullen stellen en dat zij zeer veel kans meenen te hebben van hem gekozen te zien. Als een nieuwe curiositeit betrekkelijk de jongste verkiezingen wordt ons nog uit het kiesdistrict Zutfen gemeld, dat de conservatieven zich zoo zeker waanden van de herkiezing van van Rappard met groote meer derheid van stemmen, dat zij, een paar dagen voor den verkiezingsdag, in sommige plaatsen van de graafschap vliegende blaadjes hebben verzonden ter aanbeveling van van Nispen en Lenting. Tot eiken prijs moest Dam namelijk geëlimineerd worden; dezen toch beschouwt men als den radicaal bij uitstek, en als er nu, zoo rede neerde men, een paar honderd stemmen in plaats van op van Rappard, die toch ten minste een vier honderd Stemmen meer zal hebben dan de anderen, op Lenting worden uitgebracht, dan komt deze met van Nispen in de herstemming, terwijl Dam terstond valt. De Arnhemsclie courant is omtrent den uitslag der verkiezingen vrij laag gestemd. Indien zij daarin geen reden tot zelfverheffing ziet voor de liberale partij is zij zeker volkomen in haar recht, maar zij gaat ongetwijfeld te ver wanneer zij de liberale oppositie in de kamer niet versterkt acht. In haar nommer van gisteren komt zij dan ook eenigszins op die opinie terug, en het blijkt nu dat zij zich tamelijk bevredigd zal achten indien de herstemmingen in gunstigen zin uitvallen. Zij schrijft in haar jongste nommer: „Van den uitslag der twaalf nog te doene keuzen zal het thans vooral afhangen, of het liberaal of anti-libe raal element het in de kamer overwegend element zijn zal. Want adhuc sul judice lis esten vooral van de namen die op 4 Februari uit de stembus zullen komen zal het karakter der nieuwe kamer afhangen. Voor het minis terie is die uitslag in zekeren zin van ondergeschikt belang, want al vielen al deze keuzen in reactionairen geest uit, en dit is voor een district onmogelijk en voor eenige anderen onwaarschijnlijk, het ministerie zou door deze twaalf stemmen niet te redden wezen. Omdat liet ministerie zelf niet de uitdrukking eener homogeene richting is, omdat het steeds, ten einde eene oogeublikkelijke meerderheid te verkrijgen, iu de richtingen van andere partijen speculeercn moet, heden wat toegeven aan de anti-revolutionairen, morgen aan de ultramontanen en overmorgen weder, om ook de con servatieve partij tevreden te stellen, aan al te anti-revo lutionaire of al te ultramontaansche eischen wederstand bieden, kan het nooit eene meerderheid behouden. Zoo lang het op het veld van bespiegeling en algemeene redeneeringen blijven kan, zou het tegen de oppositie in de meerderheid zijn kunnen, doch zoodra het op het terrein der praetische wetgeving komt moet het partij kiezen, en dan komt het uit, dat eene regeering die geenerlei richting vertegenwoordigt altoos de eene of de andere richting, welker steun zij noodig heeft, voor het hoofd moet stooten. De verschillende bestanddeelen, waaruit dit zoogenaamd regeerstelsel is samengesteld, schijnen een geheel te vormen zoolang zij geschud en omgeroerd worden, doch wanneer men het brouwsel uit- schenkt scheiden de onzamenhangende deelen zich en het wordt ongenietbaar. „Versterking van hot liberale element in de kamer is dus versterking van regeerkracht. Het doel dat men bij dc herstemmingen vooral in het oog moet houden, is niet zoozeer de oppositie te versterken die dit gouvernement breken zal, maar de meerderheid te vestigen die dit reeds, van zijne kracht beroofd en gebroken gouverne ment opvolgen en vervangen kan. Voor het ministerie is de hoofdzaak te zorgen voor den dag van heden, en morgen voor zich zelvcn te laten zorgen, omdat het toch waarschijnlijk den dag van morgen niet beleven zal, doch voor het land, dat blijft leven, is de dag van morgen en overmorgen van evenveel, zoo niet van hooger belang, dan die van heden. De vraag, wie zal, wie kan regeeren, wanneer dit instabiel gouvernement den weg aller insta biele gouvernementen opgegaan i^ is de allesbehecr- schende vraag van het oogenblik, waarop de stembus het antwoord moet geven. „Wilt gij den tegenwoordigen toestand van instabili teit, van beginselloosheid en onmacht bestendigen, kies dan de ministeriele candidaten. Wilt gij dit niet, wilt gij eene regeerende in plaats van eene geregeerde regee ring, kies dan hen vooral niet. Steunt door uwe stemmen dan eene richting die eene meerderheid en een gouver nement wezen kan. Is het de richting van Groen of de richting van van Nispen welke het land noodig heeft, die de behoeften van het land vervullen en dewenschen der Nederlandsche natie bevredigen kunnen, stemt dan voor de anti-revolutionaire of voor de ultramontaansche can didaten. Is het de richting van Thorbecke die voor de behoeften en wenschen van land en volk noodig is, stemt dan voor de liberale candidaten en geeft ze de meerderheid in de kamer. Doch, in elk geval, maakt een i einde aan het gespartel van dit steeds om hulp roepend ministerie. Geeft ons door uwe keuzen dit wat het land tot zijne groote schade en nadeel, sinds een paar jaren heeft i moeten ontberen; geeft ons een gouvernement."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1