MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' -12
1868.
Dinsdag
21 Januari.
Editie van Maandag avond 8 uren.
inTsfiT r °?inff van den heer Saaymans Vader
MoeS ZiCh andermaal zal d°en gevoelen,
Middelburg 20 Januari.
Het ontbreekt de kiezers, die Woensdag hun stem moe-
en uitingen, waarlijk ïiiet aan voorlichting. In tal van
geschriften is de aanleiding tot de ontbinding der tweede
mer duidelijk uiteengezet, en met nadruk is van
tee zijden gewezen op de belangen die thans opliet
spe staan. Wel is waar zijn ook van sommige zijden
pogingen aangewend o.n het gebeurde in een valsch dag-
ic t te plaatsen. Maar die eenigszins wil nadenken zal
ner licht liet kaf van het koren weten te scheiden.
Ook wij hebben de quaestie waarover de kiezers uit-
spiaak moeten doen vrij uitvoerig besproken, en het is
us niet twijfelachtig wat wij als den uitslag der stem
ming wenschen.
Waar het beginsel zoo duidelijk is vooropgezet, behoe
ven wij ons in een strijd over personen niet te mengen.
slechts een enkel woord nog over den vennoedelijken
uitslag der verkiezingen in Zeeland.
Dat in het hoofdkiesdistrict Middelburg de beide leden
der ontbonden kamer zullen gekozen worden, komt ons
met alleen wenschelijk maar ook hoogst waarschijnlijk
voor. De ruim 1300 kiezers die in October 1866 aan de
eeren van Eek en Fokker hun stem gaven, zullen na
men tijd wel met van gevoelen veranderd zijn, maar even
als toen overtuigd wezen dat beide het volle vertrouwen
waardig zijn om als volksvertegenwoordigers te worden
gekozen. Nooit echter is zóo veel moeite gedaan om
hunne verkiezing te verhinderen als thans.
W aai gelijk Jonckbloet dezer dagen zeide, en wij
gelooven te recht onze constitutioneele toekomst op
iet spel schijnt te staan, daar mag men verwachten, dat
alle kiezers die aan onze grondwet gehecht zijn, een
drachtig zullen samenwerken tot verijdeling van een
streven om mannen als Fokker en van Eek, die gedurende
hun parlementaire loopbaan, de laatste gedurende na
genoegtwintig jaren, tot het handhaven der grondwet en
hare vrijzinnige toepassing hebben medegewerkt, uit de
wetgevende vergadering te weren.
In liet hoofdkiesdistrict Zierikzee wordt sterk ge
il verd voor don heer van Tets van Goudriaan, maar
och zal het lid der voormalige kamer, de heer van
Kerkwijk,hoogst waarschijnlijk de meerderheid erlangen.
De kiezers toch zullen zeker ook daar in overweging
nemen, dat het thans niet de vraag is of er een candidaat
te vinden is aan wien men in andere omstanilighede n
de voorkeur zou geven, maar dat zij door den heer van
verkwijk niet te kiezen de zucht, die bij het ministerie
se ijnt te bestaan om onze grondwettige rechten en vrij
heden te beperken, zouden bekrachtigen.
Gebed anders is het gesteld in liet kiesdistrict Goes.
aar hangt er voor den uitslag veel van af of do invloed,
li hor*! 1 wmen,kunnen ouderstellen dat andermaal de
wist Jat i f°ni °.rsp!.t Z,dlen dclveu' indien nmn niet
wist dat de fractien die het verst van elkaar verwijderd
behooren te zijn, tot éen doel: het weren van mannen
seeren^T laPPClijaei\V°0rUitgang' zich veelal coali-
invlnn'i M1n0ver eer Saaymans Vader is door een
Lel lv! k,ezfferee«teing de heer Pické candidaat
gesteld een candidatuur die ook in andere gemeenten
.JJf dls.tnct vcel bijval schijnt te vinden. Wat ons
p.,. f'J achten die candidatuur, door don heer
L' Ze v'en zekei' niet verlangd, niet gelukkig: niet
Pické y"" 'l® eventueele benoeming van den heer
L, ,lc aantal oud-ministers in de kamer weder met
van de p®"°eerdei,en, maar ook omdat het ministerie
waai'van de heer Pické deel uitmaakte
in ie aut geen gunstigen indruk heeft achtergelaten,
erwij zijn kortstondig ministerschap geen gelegenheid
ee t aangeboden om over de politieke beginselen en
e waamheden van den heer Pické te doen oordeelen.
J°oa 8 de zaken nu staan wij behoeven het nauwe-
U s te zeggen achten wij zijn verkiezing echter
wenschelijk.
Omtrent de andere kiesdistricten gissingen te maken
zou zeer moeilijk zijn. Sedert de verkiezingen in ons
land door de handelingen der regeering eenigermate het
karakter van vrije verkiezingen verloren hebben, laat
zich daaromtrent niet veel raden.
Velen zijn van oordeel dat bijna al de leden die tegen
de begrooting van buitenland* he zaken gestemd hebben
zullen herkozen worden. Wij durven ons daarmede niet
vleien; in de tegenwoordige omstandigheden zal men
reeds tamelijk tevreden mogen zijn indien het verlies
aan de zijde der liberalen niet al te groot is.
Wij herinneren den kiezers van leden voor de tweede
kamer der staten-generaal, dat de inlevering der stembil
jetten op het raadhuis moet plaats hebben a. Woensdag
tusschen des voormiddags en des namiddags 4 uren
dat zij wier biljet verloren mocht zijn geraakt op het
raadhuis kosteloos een ander biljet verkrijgen kunnen,
alsmede dat het geoorloofd is een reeds op het stembiljet
ingevulden naam door te halen en door een anderen
te vervangen.
Bij koninklijk besluit, van den 7 dezer is bepaald, dat
de stembriefjes, in te leveren ter verkiezing van leden
voorde tweede kamer der staten-generaal op den 22dezer,
en in geval van herstemming op den 4 Februari aan
staande, respectivelijk zullen geopend worden in de
hoofdkiesdistrictenZuidhorn, Assen, Middelburg, Goes,
Zierikzee en Boxmeer, den 24 Januari en 6 Februari a.
Van de lang verwachte Nieuwe Middelburgsche courant
ontvingen wij gisteren een proefnommer. Dat proef-
nommer ziet er goed uit. Niet alleen heeft het uiterlijk
voorkomen iets behaaglijks voor het oog, maar de stukken
die er in voorkomen zijn niet zonder talent geschreven.
Dat, wij zóo over het proefnommer van de Nieuwe
Middelburgsche courant mogen oordeelen doet ons ge
noegen, want daar het blad bestemd schijnt te zijn om
ook tegen ons te velde te trekken, kunnen wij omtrent
dit punt niet onverschillig zijn.
Het programma beantwoordt geheel aan hetgeen men
verwachten mocht. Het is het bijna onveranderlijk pro
gramma dat eene partij in ons Land reeds lang geleden
voor zich gekozen heeft
Verdachtmaking der tegenpartij.
Monopolie van liefde voor het stamhuis van Oranje.
Uitsluitende eigendom van het ware vrijheidsbegrip.
Van wat tegenover de partij der toekomstige Nieuwe
Middelburgsche courant staat, wordt gezegd: „Te lang
reeds heeft eene eerzuchtige partij zich ten onrechte
tooiende in het ons zoo lief en dierbare vrijheidskleed
onze edelste beginselen ten bate van hare bedoelingen
geëxploiteerd." De Nieuwe Middelburgsche courant moet
nu worden verheven tot „een orgaan dier volkspartij,
welke alleen dien eernaam mag voeren, omdat zij de natie
wil verlossen en bevrijden van eene partij, wier drijven
en woelen aan de gro'ote nationale belangen sedert lang
zoo ontzettende schade heeft toegebracht."
Haar programma resumeerende zegt de redactie:
„vrijheid op ieder gebied te zullen verdedigen tegen alle
aanvallen waaraan ze bloot mocht- staan, vooral en voor
namelijk tegen die der radicalen, welke inzonderheid
daarom zoozeer te duchten zijn, omdat zij mot de betui
ging der innigste liefde voor de aangevallene geschieden.
De vrijheid verdedigende, zullen wij de orde versterken
en het gezag handhaven: het gezag, waarvan we het
levend symbool begroeten en eerbiedigen in den koning
uit dat stamhuis, hetwelk als het ware is saamgegroeid
met zijne getrouwe Zeeuwschc onderdanen."
Dit programma wijkt dus in niets af van de leuze
eener partij die in ons land ten allen tijde bestond, en
zeker volle recht van bestaan heeft.
De coterie die vroeger in Nederland de macht in han
den had, die in provincie en stad uitsluitend den baas
speelde, de coterie wier leden contracten sloten waarbij
zij elkander en hunne kinderen betrekkingen waar
borgden en beloofden anderen daarvan te zullen uitslui
ten, die coterie heeft haar macht zien verloren gaan,
maar zij is niet vernietigdhare leden of liever de afstam
melingen van deze, hebben de luisterrijke dagen eener
vroegere heerschappij niet vergeten. De nauwe band
van vroeger moge verbroken zijn, de rogeerende familiën
die haren invloed op de maatschappij en het staatsgezag
hoe langer hoe meer hebben zien afnemen, ook omdat
C«n Vn°?gi('' e zo° n'et slaafsvolgende dan toch van hen
auiankelyko klasse inde maatschappij door meerdere ken
nis en productieven arbeid grooteren invloed heeft gekre
gen,diefamiliën kunnen dealgemeeneontwikkeling,de
verspreiding van beschaving en kennis in ruimeren kring
slechts met leede oogen aanzien. Tegen de nieuwere
richting die in de maatschappij bovendrijft verzetten zij
zich daarom met alle kracht. Üit dien hoofde moeten de
lagere scholen onder kerkelijk gezag gebracht worden en
is vooral de hoogere burgerschool haar een gruwel. Nu
moge hare onderlinge aansluiting in gewone omstandig
heden minder eng zijn, of althans minder in het oog val
len, zoodra zich maar eenig vooruitzicht in het verschiet,
vertoont om een gedeelte van den ouden invloed te kunnen
terugwinnen, noopt eenheid van belang tot krachtiger
samenwerking. Aan de partijwelke op die wijze is
ontstaan, sluiten zich nu en dan elementen aan, die haar
onder andere omstandigheden min of meer vreemd zijn.
Wat in anders tegen elkaar vijandig overstaande kerk
genootschappen op vermeerdering van macht belust is,
wil zich wel tijdelijk met haar vereenigen. Vandaar het
verbond der zoogenaamde behoudsmannen met de ultra-
protestanten en ultra-clericalen.
Natuurlijk hebben wij hier niet op het oog hen, die
wegens vergevorderden leeftijd eigenlijk tot een vroeger
tijdperk behooren en zich in de tegenwoordige maat
schappij minder goed te huis gevoelen,nochhendie,omdat
een vroeger regime voor hen of hunne vaderen gelegen
heid heeft gegeven tot het verkrijgen van welvaart,
moeilijk kunnen erkennen dat een stelsel hetwelk voor
hen zoo voordeelig is geweest door een beter zou kunnen
vervangen worden. Dezulken, dikwijls geheel ter goeder
trouw, worden soms ten onrechte als zelfbewuste mede
plichtigen aangezien van het kwaad dat door de partij
van reactie gesticht wordt.
Nu hebben wij er volstrekt geen bezwaar tegen al
trachten wij haar ook dagelijks af breuk te doendat de
zoogenaamde partij van het behoud, zoowel in als buiten
het zoo straks genoemde verbond, hare belangen voor
staat en met alle macht de bovendrijvende richting des
tijds bekampt. Maar wij wenschen alleen dat zij het doet
met eerlijke middelen en vooral met oprechtheid. Tot op
zekere hoogte kan men zelfs nog toelaten dat zij als steun
tegen de middelklasse de allerlaagste klassen der maat
schappij tracht op hare hand te krijgen en te houdendie
coalitie moge al niet op billijkheid gegrond zijn zij kan
toch tot hare verdediging aanvoeren dat zij bestaan heeft
in alle tij den, in alle landenmaar watmen nietdulden mag
is, dat zij steeds het streven van hen die maatschappelijke
ontwikkeling, die gelijkheid van rechten voor allen
wenschen, in een verkeerd daglicht plaatst, door hen met
den naam van radicalen te bestempelen, hen allerlei
bedoelingen toe te dichten die zij niet bezitten en hen
langs alle wegen verdacht te maken in de oogen van
onnadenkenden.
Dat zij die door deze partij radicalen genoemd worden
veel willen afbreken is volkomen waar; wederrechtelijk
gezag trachten zij te fnuiken, misbruiken willen
zij zooveel mogelijk vernietigen, vooroordeelen wen
schen zij uit te roeien; maar bij dit alles leggen zij in
den regel eene oprechtheid aan den dag die hare tegen
standers ten eenenmale missen.
W ij allerminst begeeren dat de partij van het behoud
den strijd zou opgeven, wij wenschen slechts dat zij dien
volhoudt met open visier.
De partij die wij hierboven in grove trekken geschetst
hebben, heeft sedert lang een programma een pro
gramma dat met hare handelingen echter altijd in strijd
is in Nederland omhoog geheven, en de heftigste
verdediger daarvan is het Dagblad van Zuid-Holland en
's Gravenhage.
En wanneer wij nu, na eenige uitweiding, terugkeeren
fdt het punt waarvan wij zijn uitgegaan, tot de Nieuwe
Middelburgsche courant, dan willen wij geenszins be
weren dat de oprichters van dat blad tot die partij
behooren wij zijn met hunne namen geheel en al
onbekend en denken er tot heden het beste van - maar
wij willen er slechts op wijzen dat zij geheel hetzelfde
programma als die partij heeft aangenomen en dus veel
gevaar loopt met haar'te worden verward of te worden
vereenzelvigd.
Bij koninklijk besluit van den 16 Januari is bepaald:
dat de ambtenaren en bedienden, bij de administratie
voor de zaken van den roomsch-catholieken eeredienst
in bediening, met behoud van hunne tegenwoordige
rangenen wedden overgaan bij het, bij koninklijk besluit
van den 2 dezer (Staatsblad no. 2) ingesteld ministerieel
departement voor die zaken; en dat de ambtstitel van
den tegenwoordigen administrateur J. G. Willemse wordt
verwisseld in dien van secretaris-generaal bij het depar
tement voor de zaken van den roomsch-catholieken eere
dienst welke bepalingen gerekend worden te zijn
ingegaan op den 15 Januari jl.