öuitimlantr.
Brieven uit België,
P. A. Hochart en aan den len luitenant bij de dienst
doende Schutterij te Zierikzee mr. J. van der Lek de Clercq.
Benoemd bij de dienstdoende schutterij te Goestot
len luitenant de 2e luitenant M.C. J.Pilaar, tot 2en luite
nant effectief de 2e luitenant a la suite H. J. Provó Kluit;
bij de dienstdoende schutterij te Zierikzee: tot len luite
nant de 2e luitenant mr. B. Ermerins, tot 2en luitenant
mr. J. C. van der Lek de Clercq, thans schutter.
leger. Op verzoek eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend aan den ritmeester der cavalerie Ij. A.
Greve, thans op non-activiteit.
Kerknieuws.
Beroepen tot predikant bij de hervormde gemeente te
Axel de heer G. J. B. Gelderman, thans te Bieselinge.
Onderwijs.
Dinsdag werd te Zierikzee de bijzondere school, dooi
de voorstanders van christelijk onderwijs opgericht,
geopend. De plechtigheid begon met psalmgezang, bijbel
lezing en gebed, en eene toespraak van jhr. J. L. de Jonge.
Na dezen werd nog het woord gevoerd door den heer
P. M. Ochtman en den onderwijzer aan die school, hetgeen
mede door psalmgezang werd afgewisseld. De predikant
bij de christelijke afgescheiden gemeente besloot de
plechtigheid met dankzegging. Die school telde bij de
opening ruim 50 leerlingen.
Marine en leger.
De monitor de Panter, voor rekening van het Nedcr-
landsche gouvernement bij de heeren Laird Brothers te
Birkenhead (Engeland) in aanbouw, is den 14 dezer
met goed gevolg te water gelaten.
Tlierjiioisïclerstatul.
15 Jan. 's av. 11 u. 41 gr.
1(1 's morg.7 u. 42 gr. 's midd.1 u. 46 gr. 's av. 11 u. 46 gr.
17 's morg.7 u. 48 's midd. 1 u. 56 gr.
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van Woensdag 15 Januari. Missive minister oorlog,
garnizoensveranderingmissives gedeputeerde staten, goed
keuring raadsbesluiten; adres T. J. de Pinois, erfpacht;
missive bestuur godsbuizen, af- en overschrijving; idem
kamer van koophandel, spoorweg BoxelCleef; uitloting
aandeel negotiatie Bellingbrug; vernietiging obligatiën;
missive burgerlijk armbestuur, comptabiliteit; vaststelling
grondslag korting voor pensioen leeraren burger-avondschool
benoeming leeraar staathuishoudkunde id inidem stem
bureau verkiezing 22 Januari.
Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke.
De heeren van Diggelen en Rekker zijn bij den aan
vang afwezig, doch komen later.
De voorzitter wenscht de leden geluk in het nieuw
ingetreden jaar, hoopt dat de in dit jaar te houden be
raadslagingen zullen mogen leiden tot bevordering van
liet welzijn der gemeente, en beveelt zich bij voortduring
in liet vertrouwen zijner medeleden aan. Deze toespraak
wordt met een kort woord door den heer Siffló, namens
den raad, beantwoord.
De notulen van liet in de vorige zitting verhandelde
worden na voorlezing goedgekeurd.
Geschiedt voorlezing van een missive van den minister
van oorlog, die ter kennis brengt dat, naar aanleiding
van het aan den koning gerichte en aan zijn departement
verzonden adres, waarbij op behoud van garnizoen te
Middelburg wordt aangedrongen, Z. M. hem gemachtigd
heeft te bepalen dat bij de aanstaande garnizoensveran-
dering liet depót van liet 3c regiment infanterie voor-
loopig te Middelburg zal gevestigd blijven. De minister
hoopt, dat deze beschikking voor liet gemeentebestuur
eene aansporing zal zijn, onf de belangen van het gar
nizoen in deze gemeente voortdurend te blijven behar
tigen.
Op voorstel des voorzitters wordt besloten tot het
zenden van een adres van dankbetuiging aan den koning,
waarvan de redactie aan burgemeester en wethouders is
opgedragen.
Voor kennisgeving worden aangenomen eenige missi
ves van gedeputeerde staten, waarbij worden goedge
keurd: het suppletoir kohier van den hoofdelijken
omslag voor 1867het raadsbesluit tot onderhaudsche
verhuring van gronden aan L. Zwaan, J. van den Abeele
en G. W. Bergmande gemeentebegrooting voor 1868 en
liet raadsbesluit tot beschikking over de onvoorziene
uitgaven tot een bedrag van 37.50.
Tevens is ingekomen eene missive van gedeputeerde
staten, behelzende een extract uit liet koninklijk besluit
van 14 December jl. tot goedkeuring van het vernieuwd
besluit van den raad tot behoud der plaatselijke belas
ting op het gemaal. In de ministerieele missive waarin
die goedkeuring is medegedeeld, wordt aangevoerd, dat
de heffing dier belasting voor dit jaar wordt toegestaan
uithoofde van de vele buitengewone werken welke in
1868 in deze gemeente moeten plaats hebben. De minister
vertrouwt evenwel dat de raad in het volgende jaar, zoo
al niet tot geheele afschaffing, dan toch tot vermindering
dier belasting besluiten zal.
De voorzitter zegt, dat deze wenk bij de vaststelling
der volgende gemeentebegrooting in overweging zal
worden genomen.
(De heer van Diggelen komt ter vergadering).
Is ingekomen een adres van T. J. de Pinois alhier, die
verzoekt dat hem bij op te maken acte voor het hoogst
mogelijke aantal jaren in erfpacht worden gegeven de
vroeger aan zijn vader afgestane terreinen in de Zand
straat, tegen denzelfden of weinig hoogeren prijs.
De voorzitter deelt mede dat hier sprake is van verla
ten grond, door het domeinbestuur vroeger uitgegeven
aan den vader van den adressant, die sinds eenige jaren
overleden is. De adressant heeft dien grond nu met een
deel van zijn grond willen verkoopen, docli burgemeester
en wethouders hebben gemeend dat hij geen recht had
tot overdracht daarvan.
Daar deze zaak eene rechts-quaestie kan worden, is op
voorstel des voorzitters besloten een rechtskundig onder
zoek en advies op te dragen aan eene commissie van drie
leden, bestaande uit de heeren van Diggelen, Lantsheer
en Rekker.
Aan het bestuur der godshuizen is, op daartoe inge
komen verzoek, machtiging verleend tot het doen van
af- en overschrijving en beschikking over eene som
van f 50 ten behoeve van een ziekenkneclit.
Is ingekomen eene missive der kamer van koophandel
en fabrieken alhier, omtrent de door de heeren W. II. van
Meukeren en mr. A. II. Verster, te Rotterdam, aange
vraagde concessie tot aanleg en exploitatie van eene
spoorweglijn van Boxtel naar Cleef, in verbinding met
den Zeeuwschen spoorweg. Blijkens deze missive heeft
de kamer een adres van adhaesie aan den minister van
binnenlandsche zaken gezonden, waarin op liet belang
der voorgenomen verbinding gewezen wordt, zoodat zij
de gedane aanvraag ondersteunt. Nadat het aan den
raad gezonden afschrift van dat adres is voorgelezen,
stelt de voorzitter voor het adres der kamer van koop
handel en fabrieken bij den minister te ondersteunen.
De heer Lantsheer verklaart zich daarvoor, daar ook hij
liet belang der voorgenomen aansluiting erkent. Met
algemeene stemmen is dan ook overeenkomstig het voor
stel des voorzitters besloten en de redactie van een adres
opgedragen aan burgemeester en wethouders.
Bij de uitloting van een aandeel in de indertijd
aangegane negotiatie ten behoeve der verwijding van
de kaaimuren voor de Bellingbrug, wordt getrokken
nommer 8.
De voorzitter legt over en de raad vereenigt zich met
eene lijst van te vernietigen stedelijke obligatiën, 24 stuks
ten gezamenlijke bedrage van f 12000, welke zijn
geverifieerd en in orde bevonden.
Van liet burgerlijk armbestuur is ingekomen een
financieel overzicht van de inkomsten en middelen,
alsmede van de uitgaven en behoeften van dat bestuur
over 1867, waaruit blijkt dat een vermoedelijk tekort
zal bestaan van f 609.38), hoofdzakelijk ten gevolge van
meer verpleging in de gestichten en verhooging dei-
huishuren. Daar om dezelfde redenen liet subsidie voor
1868 door den raad is verhoogd, stelt de voorzitter voor,
liet verzoek van liet. burgerlijk armbestuur tot verboo
ging der subsidie voor 1867 insgelijks toe te staan.
De heer Lantsheer noemt liet een treurig verschijnsel
dat er behoefte is aan verliooging der subsidie voor 1867,
daar dat jaar voor zooveel den gezondheidstoestand
betreft bijzonder gunstig is geweest, en er ook geen
gebrek aan werk heeft bestaan, llij is er voor liet verzoek
in te willigen, omdat dit nooaig is, doch hij zou gaarne
zien dat burgemeester en wettiouders zich belastten met
een onderzoek of er geen middel is te vinden tot vermin
dering der uitgaven.
De voorzitter wijst op de toegenomen bevolking en de
aanmerkelijke verhooging der huishuren als de oorzaak
van het tekort. Ilij stelt daarom voor, het verzoek toe
te staan, zich tevens bereid verklarende het voorstel
van den heer Lantsheer tot het instellen van een onder
zoek over te nemen.
Alsnu wordt besloten, liet verzoek toe te staan, het
burgerlijk armbestuur te machtigen tot overschrijding
van eenige aangeduide posten, en liet subsidie over 1867
te verhoogen met f 609.381 en alzoo te brengen op
36,311.784-. De daartoe strekkende concept-besluiten
zijn gelezen en met algemeene stemmen goedgekeurd.
Burgemeester en wethouders zullen tevens in liet vervolg
nagaan, of er eenige mogelijkheid tot vermindering
bestaat.
Wordt vastgesteld de grondslag der korting voor het
pensioen van den directeur en de leeraren der burger
avondschool.
(De heer Rekker is inmiddels ter vergadering vei-»
schenen.)
De zitting wordt voor eenigen tijd met gesloten deuren
voortgezet.
Na de heropening deelt de voorzitter mede dat burge
meester en wethouders, in overleg met den inspecteur,
voor de benoeming van een leeraar in do staathuishoud
kunde aan de burger-avondschool, op eene jaarwedde
van f 100, aanbevelen mr. A. J. van Deinse, advocaat
alhier.
Tot eene dadelijke benoeming overgegaan zijnde,
wordt de heer van Deinse met 16 stemmen tot leeraar
benoemd, terwijl 1 stem wordt uitgebracht opmr. A. F.
Sifflé.
Als leden van het stembureau voor de verkiezing op
22 dezer van twee leden voor de tweede kamer der
staten-generaal, worden benoemd de heeren van Dig
gelen en van Visvliet, en als plaatsvervangers de heeren
Fokker, Verhrugge en Lambreclitsen van Ritthem.
Ten slotte deelt de voorzitter mede, dat de op de
agenda der werkzaamheden vermelde missive van het
bestuur der godshuizen nader is gebleken niet bij den
raad, maar bij burgemeester en wethouders te behöoren.
Hierna wordt de zitting gesloten.
Algemeen overzicht.
In de tweede editie van ons vorig nommernamen wij nog
een telegram op, waaruit bleek dat in de regeerings-
kringen te Londen de juistheid van het bericht der te
St. Petersburg verschijnende officieuse marine-courant
omtrent door Engeland gemaakte krijgstoerustingen in
de Middellandsche zee ten zeerste wordt betwijfeld. Deze
twijfel werd sedert nog vermeerderd door een artikel in
een ander als min of meer officieus beschouwd artikel
van een der Russische organen, waarin wordt gezegd dat
Rusland geenerlei vergrooting van grondgebied in het
Oosten verlangt noch ook een hij zonderen invloed
wenscht uit te oefenen op de christen-bevolkingen
onder Turkseh bestuur. De Russische regeering ver
langt alleen de vrijheid dezer bevolkingen in overleg
met de overige Europeesche mogendheden te verzekeren.
Uit dit artikel zou alzoo kunnen worden afgeleid dat er
voor het oogenblik voor Engeland of Frankrijk geeneriei
reden bestaat om door krijgstoerustingen eene meer
krachtige optreding van Rusland uit te lokken. Intus-
schen is het niet te ontkennen dat de verhouding tusschen
Parijs en St. Petersburg gedurende den laatsten tijd niet
zeer vriendschappelijk is.
In Italië wordt weder het gerucht verspreid dat Gari
baldi in het aanstaande voorjaar eene nieuwe expeditie
tegen Rome zal uitrusten. Meer dan waarschijnlijk is
dit gerucht echter afkomstig van de ministerieele partij
om daardoor ecnigszins de houding der Napoleontische
regeering te rechtvaardigen, welke, in strijd met de door
haar afgelegde verklaringen, hare troepen nog steeds op
het gebied van den pauselijken staat laat blijven. Intus-
schen schijnt het ministerie te Florence weder pogingen
in het werk te stellen om directe onderhandelingen te
openen met het hof te Rome. Men meent dat het vertrek
naar die stad van den afgetreden minister van binnen
landsche zaken, den lieer Gualterio, hiermede in verband
staat.
Volgens een koninklijk besluit, in liet Italiaansch
officieel orgaan opgenomen, heeft de regeering te Flo
rence zich weder in betrekking gesteld met den presi
dent der Mexieaansche republiek.
Een paar Parijsche officieuse regeeringsorganen be
weren dat er tusschen de regeeringen te Berlijn en
Parijs gedachtewisselingen plaats hebben om gezamen
lijk pogingen aan te wenden tot regeling der llomeinsche
quaestie. Dergelijke pogingen zouden, naar men meent,
met minder wantrouwen van de zijde der Italiaansehe
natie worden bejegend en buitendien zeer veel pressie
kunnen uitoefenen op de regeering te Florence, welke
in geval van verschil van gevoelen niet meer onder
steuning zou kunnen zoeken bij een buitenlandschen
bondgenoot, zelfs niet indien Frankrijk en Pruisen,
gelijk beweerd wordt, Italië wilden dwingen om terug-
te koeren tot den toestand, waarin het zicli krachtens
de bepalingen der Septein lier-conventie bevond.
De optreding van het nieuw ministerie d'Avila in Portu
gal is door eene ontbinding der kamer van afgevaardigden
opgevolgd. Het vorig ministerie had, gelijk uit de gege
ven inlichtingen bleek, zijn ontslag genomen ten gevolge
van ongeregeldheden op verschillende punten des lands,
ontstaan door de invoering der onlangs aangenomen be
lastingwetten. Het ministerie d'Avila had alzoo als een
zijner eerste regeeringsdaden de afschaffing, dezer belas
tingwetten aan de kamer voorgesteld. In de zeer ongun
stige ontvangst van het hiertoe strekkend wetsontwerp
heeft de regoering daarop aanleiding gevonden om al
dadelijk tot ontbinding der kamer over te gaan.
De keizer van Marocco heeft het plan opgevat om de
Europeesche regeeringen na te volgen in het maken van
krijgstoerustingen op groote schaal en in het verleenen
van eene constitutie aan zijne onderdanen, echter voor
zoodanige uitvoering vatbaar gemaakt dat zijn absoluut
gezag ten slotte ongedeerd blijft. Men ziet dat deze
keizer voortaan als op de hoogte van zijn tijd kan wor
den beschouwd en eene plaats mag erlangen in de Alma-
nacli de Gotha, waarin hij tot dusverre niet voorkwam.
Brussel, 14 Januari.
Zoo even kom ik uit dc zitting der tweede kamer, en
al dadelijk moet ik u zeggen dat do handigheid van den
heer Frèie-Orban wonderen heeft gedaan. De kamer gaf
een indruk alsof het een der plcehtigste dagen was. De
linkerzijde was geheel voltallig; aan de rechterzijde zag
men slechts enkele ledige plaatsen. De tribunen waren
met eene dichte menigte gevuld; op die van de diplomatie
waren alle plaatsen bezet. Al de nieuwe ministers waren
tegenwoordig; - behalve de heer Pirmez die door zijne
verzwikking verhinderd was. De heer Frère schikt, zoodra
hij is binnengekomen, eenige blaadjes op orde, blijkbaar de
mededeeling bevattende die hij zoo straks zal voorlezen.
En waarlijk, zoodra de petities gelezen zijn, staat hij op
om den oorsprong der crisis en hare oplossing te ver
klaren. Door zijne mededeeling worden bijna al de be
richten die ik u in der tijd gezonden heb bevestigd. Hij
tracht de hoofdoorzaak der crisis voornamelijk toe te
schrijven aan de quaestie over dc scholen voor volwas
senen, waarover, zeide hij, al de vorige ministers in ge
voelen met den heeren Vandenpeerenboom en Charles
Rogier verschilden. D;it was de oorzaak van hun ontslag.
Daar de laatste geweigerd had om de opdracht tot samen-