middelrurgsche COURANT. 1868 Zondag 12 Januari. Editie van Zaterdag avond 8 uren. Middelburg 11 Januari. Op last van den minister van binnenlandsciie zaken Z1jn, naar wij vernemen, de gemeentebesturen door de commissarissen des konings aangeschreven om afdruk- en van bet rapport van den ministerraad aan den ko ning vn Zr. Ms. besluit tot ontbinding der tweede kamer op verschillende plaatsen in de gemeenten te doen aan plakken. De Staatscourant van Donderdag bevat de wetten van en 20 December jl., houdende voorloopige vaststelling van hoofdstuk VI der staatsbegrooting voor het dienst jaar 1868van den 22 December jl., houdende vaststel- wg van bepalingen omtrent de verevening van uitgaven ter zake van de opheffing der slavernij in de West-Indi sche koloniën; die houdende vaststelling der begrooting van uitgaven wegens den arbeid der gevangenen voor 1868, en die tot vaststelling der begrooting van uitgaven voor de algemeene landsdrukkerij over het jaar 1868. In het nommer van Vrijdag is opgenomen de wet van den 22 December jl., houdende vaststelling der begroo- ting van uitgaven voor de gestichten te Ommersclians en te Veenliuizen, dienst 1868. El. Zaterdag, 4 dezer, werd te Amsterdam gehouden de vergadering der Vereeniging voor de statistiek in Nederland. Nadat verschillende eommissiën rapport had den uitgebracht omtrent de in bewerking zijnde alge meene statistiek van Nederland, een onderzoek naar den toestand der arbeidende klasse en omtrent de splitsing van grondbezittingen, en de inhoud van den uit te geven twintigsten jaargang van het Staatkundig en staathuis houdkundigjaarboekje was vastgesteld, werden tot leden der vereeniging benoemd de heeren mr. C. Fock, mr. II. J. Koenen, W. Heldring, mr. F. A. van Oosterwijk Bruyn en dr. J. Teixeira de Mattos, te Amsterdam; mr. W. baron van Goltstein, dr. C. G-. Eikendal, mr. A. P. Th. Eyssell, mi. J. van Gigch, mr. J. A. Jolles, A. M. van de Laar en W. van Oordt, te 's Gravenhagedr. M. Hoek, A. J. Rethaau Macaré, A A. T. Ledeboer en J. van de Wall Bake, te Utrecht; jhr. mr. J. E. van Panhuys, mr. R. D. Baart de la Faille, mr. 8. J. Cohen en mr. U. H. Huber, te Leeuwarden; ar. J. Baart de la Faille, J. Boeke en mr. W. H. Savornin Lohman, te Groningenjhr. mr. G. L. M. H. Ruys van Beerenbroek en mr. A. J. B. Stoffels, te Roermond; mr. E. Star Busman, te Arnhem jhr. D. H. Waubert de' uisau, te Zutphenmr. D. J. Mom Visch, te Gorinchem M. Cohen Stuart, te Alkmaar; mr. J. P. Amersfoordt, te Haarlemmermeer; jhr. mr. J. W. M. Schorer, te Middel- urg; mr. B. P. baron van Harinxma thoe Slooten, te Opsterland; mr. L. Büchler, te Zwolle; J. P. Koster, te Kampen; mr. de Ruiter de Zylker, te Winschoten, en I. Borgesius, te Oude-Pekela. De Kolmsche Zeitung bevat een artikel over de ont binding der tweede kamer in Nederland. Bestond er nog eemge schijn van recht zoo betoogt dit blad om in October 1866 de kamer te ontbinden, thans heeft de kamer slechts van haar onmiskenbaar recht gebruik gemaakt, zonder welke het vertegenwoordigend stelsel eene fictie is, door de begrooting van buitenlandsche zaken te verwerpen. Mogelijk waren de zaken nog goed gegaan, daar de "anders voor het oogenblik zich in een toestand van politieken stilstand bevonden, wanneer niet juist de minister van buitenlandsche zaken, graaf van Zuylen aan et eerste peletonsvuur van de tengevolge der beraad- a£lnpn over de begrooting onvermijdelijke parlemen- lr° e atten had blootgestaan, en wanneer niet tevens de pieteit van zijne collega's de zaak van den man, die aan e tegenwoordige kabinet zijn naam gaf, tot de hunne meende te moeten maken. Het was moeilijk om in de ouding van graaf van Zuylen bij de regeling der Sclielde- quaestie,bij deLimburgscheaangelegenheden en zelfs bijde Luxemburgsche (waar hij NB. niets mede te maken had) even zoo vele triumfen van zijn staatkundig doorzicht te zien. De gunstige gevolgen die hem op zijn terrein ten deel vielen, werden, deels door de gunstige beschikkingen der groote mogendheden, hem, zoowel als zijn voorganger, om zoo te zeggen als rijpe appelcr. in den schoot geworpen, deels bestonden zij alleen in de fantasie zijner aanhangers. Zoo werd de begrooting van buitenlandsche zaken, ofschoon dan ook met eene geringe meerderheid (38 te gen 36), verworpen, hetgeen tot een wekenlange krisis en eindelijk tot eene kamerontbinding leidde. Of deze maatregel den ministers veel zal opleveren, zal moeten blijken. Voor het geval dat de door de schuld van hare leiders sedert anderhalf jaar inwendig verdeelde liberale partij werkelijk weder verzoend is, zooals hare organen onophoudelijk verzekeren, kan het haar niet moeilijk vallen eene aanzienlijke meerderheid in de kamer te brengen. Men zou dan niet beducht behoeven te zijn dat zij in hare oude gebreken, waardoor zij zoo dikwijls reeds zich heeft benadeeld, andermaal zou vervallen, dat zij namelijk de van dag tot dag noodzakelijker wordende hervormingen, de verbetering der rechtspleging en van het strafwetboek, de regeling van het hooger onderwijs, de invoering van eene vrijzinnige en niet als de tegen woordige drievierde der natie defado uitsluitende kieswet, de nieuwe organisatie van het bestuur over Java, onder een stortvloed van debatten, amendementen en sub-amen dementen zou verstikken. Nog erger zou het voor Nederland zijn, wanneer uit de verkiezingen weder eene kamer te voorschijn kwam, waarin zooals in de ontbondene de liberale partij omstreeks van gelijke sterkte was als de conservatieve, zoodat de uitslag weder van een paar stemmen van wankelbare partijgangers, of van het believen van de in den Haag zoowel als in ons huis van afgevaardigden vertegenwoordigde „de Muiter fractie" afhangt. De volgens alle verstandigen e ware vaderlanders in Nederland ondragelijk geworden toestand, waarin men alle wetgevende werkzaamheden staakt, zou daardoor tot in het oneindige verlengd worden. Verkiezingen. Wij laten hier volgen de namen der eandidaten voor het lidmaatschap der tweede kamer, die door verschil lende kiesvereenigingen of redactiën van dagbladen worden aanbevolen. Mr. G. Groen van Prinsterer en mr. C. Th. baron van Lijnden van Sandenburg, door de kiesvereeniging „Een dracht maakt macht," te Arnhem. Mr. J. van Kuyk en mr. W. Wintgens, door de reac tionaire kiesvereeniging „Eendracht maakt macht," te Delft. Mr. J. Hingst en J. K. H. de Roo van Aldewerelt, dooi de kiesvereeniging „Vrijheid en orde", te Harlingen. Mr. C. J. Pické, door de kiesvereeniging „Aan allen recht," te Goes. Mr. P. H. Saaymans Vader, door de vereeniging „Steunende op den bijbel, verdedigen wij de vrijheid" te Goes. Mr. G. Groen van Prinsterer en J.Esser (laatst resident van Timor), door de kiesvereeniging „Nederland en Oranje", te Delft. Mr. J. van der Does de Willebois, president der arron- dissements-rechtbank te 's Hertogenbosch, en mr. F. van Zinnicq Bergmann, door de Noord-Brabanter. J. K. II. de Roo van Alderwerelt en S. Hingst; mr. S. Wybenga en A. Moens; mr. S. W. H. A. van Beyma thoe Kingma en mr. Ph. van Blomvoor de hoofdkiesdistricten Leeuwarden, Sneek en Dockum, door de Provinciale Friesche courant. Mr. M. H. Godefroi, mr. J- R. Thorbecke, mr. J. Heems kerk Bz., mr. P. P. van Bosse, nu-. G. C. J. van Reenen en F. J. Stieltjes, door de kiesvereeniging „Burgerplicht," te Amsterdam. Benoemingen en besluiten. bidberokden. Vergunning verleend aan dr. W. G. Pluygers, hoogleeraar in de faculteit der wijsbegeerte en letteren te Leiden, -tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Danebrogs-orde 3e klasse, hem door Z.M. den koning van Denemarken geschonken. belastingen enz. Benoemd tot commies bij de directie der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijn- sen te Groningen de lieer C. J. Houwing, thans surnu merair derzelfde middelen, belast met de waarneming van het ontvangkantoor te Zuidhorn (Groningen). Marine en leger. Bij koninklijk besluit is bepaald dat tot het aanwerven van vrijwilligers, ook uit de militie, voor het leger hier te lande en voor de koloniale troepen, bevoegd zijn de officieren van alle rangen en onderofficierende gepen sioneerde officierenen de oud-militairen, die den dienst op eene eervolle wijze hebben verlaten en aan wie door den minister van oorlog het aanwerven van recruten mocht worden opgedragen. Mitsdien zal niemand als aannemer van een recruut in de engagementsakten mo gen worden vermeld, dan die tot een der bovenbedoelde categoriën behoort en overigens bekwaam is eene ver bintenis aan te gaan, hetgeen echter niet belet dat, evenzeer als de aannemer, ook andere personen recruten aanbrengen en de daarvoor vastgestelde premie erlangen kunnen. Rechtzaken. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's Ilage verneemt dat het Z. M. den koning, op de voordracht van den minister van justitie, behaagd heeft aan J. Brouwers, huisvrouw van A. van den Bosch, en aan J. Mooij kwijt schelding te verleenen respectivelijk van de straf des doods en de tuchthuisstraf van vijf jaren, waartoe zij door den lioogen raad der Nederlanden zijn veroordeeld, de eerste ter zake van moedwillige brandstichting en de tweede wegens moedwillige verwonding, door beiden gepleegd bij gelegenheid der oproerige gebeurtenissen in den maand September 1866 onder de gemeente Yelzen. Zr. Ms. besluit houdt voorts in de ontheffing van de smet van eerloosheid met al hare gevolgen, welke geacht mocht worden, uit kracht van het gewezen arrest, op de beide veroordeelden te kunnen kleven, met lastgeving eindelijk, dat de bevolen aanplakking van dat arrest achterwege zal blijven. Veeziekte. Bij bekendmaking van het ministerie van binnenland- sche zaken in Denemarken zijn de maatregelen tot we ring der veepest aldaar genomen, buiten werking gesteld. De invoer van hoornvee en van onbewerkte voortbreng selen van den veestapel uit Nederland is mitsdien in Denemarken weder veroorloofd. Intusschen is, op grond der wet van 29 December 1857, houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten onder de huisdieren, voor- loopig nog bepaald, dat herkauwende dieren levend uit Rusland, Groot-Britannië, Nederland of België in Dene marken aangevoerd, gedurende drie weken na de aan komst onder toezicht der veeartsenij kundige politie, van andere herkauwende dieren afgezonderd gehouden en daarna door eenen veearts gezond bevonden moeten wor den, alvorens zij aan den eigenaar ter vrije beschikking worden uitgeleverd. Kivicrbericliten. De Staatscourant bevat de volgende berichten „Keulen, 9 Januari. Nog eenig sneeuwijs. Waterhoogte 4 voet 11 duim; gewassen IJ duim. „Nijmegen, 8 Januari. Thermometerstand te 8 uren 27 gr. F. Het drijfijs is steeds verminderd en bedekt een derde der rivierbreedte. De overvaart is zeer gemakke- iijk en geschiedt met losse vaartuigen. „Gorinchem, 8 Januari. Open water. „9 Januari. De rivier over drie vierden der breedte met jong drijfijs. „Deeneplaat, 7 Januari. Weinig drijfijs. „Dordrecht, 8 Januari. Aan enkele punten wordt het ijs te voet overgegaan. „Arnhem, 8 Januari. Eenig klein drijfijs. „Wijk bij Duurstede, 8 Januari. Een weinig drijfijs. Waterhoogte 4.74 el -j- AP. of 4.09 el onder noodpeil gewassen 0.11 el. „Vreeswijk, 8 Januari. Het ijs vast; steeds met een open vak van de Groote Sluis tot het Klaphek. Overtocht

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1