ffianftilsbirkljtm.
3 Duetten tien
Eransnli wetgevend lichaam.
Expeditie naar Abyssinië.
gen voor de ventilatie zijn van fijn traliewerk voorzien
om het inbrengen van Grieksch vuur te voorkomen. Het
aantal buitengewone constables, thans reeds te Londen
beëedigd, bedraagt ongeveer dertig duizend.
Bij de behandeling van het door de regeering inge
diend wetsontwerp omtrent de Ieger-organisatie heeft
Jules Favre eene redevoering gehouden, waaraan wij het
volgende ontleeneni:
Straks heeft de heer Jules Simon de beroemde verkla?
ring van den keizer in herinnering gebracht. Het kei
zerrijk is de vrede! Weet gij wat aanleiding gaf tot deze
verklaring? De aanleiding was hierin gelegen dat de
geheele natie voor eene oorlogsuitbarsting vreesde. Men
draagt niet straffeloos den naam van Napoleon, men erft
niet dien grooten naam zonder dat daaraan eenige tra-
ditiën verbonden blijven, men geniet daarvan niet de
voordeden zonder ook de nadeelen te ondervinden, en
als men alléén regeert over eene groote natie, dan heeft
het den schijn alsof men bij het bestijgen van den troon
het verleden op nieuw wil te voorschijn roepen.
Met het oog op dergelijke gevoelens heeft de keizer
gezegd: het keizerrijk is de vrede. Dat keizerlijk woord
was oprecht, maar het is den keizer niet gegeven gewor
den om zijn woord te honden, omdat de mensch altijd
onderworpen blijft aan de omstandigheden. Welnu.de
keizer kon met den naam dien hij droeg niet uitsluitend
een man des vredes zijn. Herinnert u de emotie, welke
zich kort na zijne optreding aan gene zijde van het
Kanaal en aan gene zijde van den Rijn vertoonde. Enge
land versterkte zijne havenforten en wapende zijne
militie. Wat Duitscbland aangaat zon men geheel onbe
kend moeten zijn met de geschiedenis dier dagen, om
niet te weten hoe groote emotie daar werd teweeg ge
bracht. Ik wil hier de quaestie der Duitsche eenheid
niet behandelen.. Ik wil slechts constateereu dat bij
Pruisen de gevoelens, welke het hebben doen worden
wat het thans is, ontstaan zijn op de slagvelden, alwaar
het werd verpletterd, en waar zijn banier met bebloede
handen werd gered, in wier plooien de Duitsche eenheid
verscholen lag. Van 1851 af heeft Pruisen zijne wape
ningen onafgebroken voortgezet, omdat het zich de dagen
van 1813 herinnerde.
Men moet alzoo erkennen, en dit wilde ik constateeren,
dat Frankrijk, alleen door het feit zijner politieke samen
stelling en ten gevolge der macht aan zijn souverein
gegeven, in Europa eene algeineene nog bestaande on-
gerustheid heeft opgewekt.
Heeft Frankrijk nu getracht deze ongerustheid weg
te némen? Ja, als men de gesproken woorden, neen, als
men de volbrachte daden in aanmerking neemt. Ik wil
niet terugkomen op de oorlogen in den Klim en in Italië,
maar zeker is het dat daartoe besloten is uitsluitend
onder den persoonlijken invloed van het hoofd van den
staat, waarin Europa slechts zijne discretionaire macht
heeft gezien.
Daarop is de rampzalige expeditie naar Mexico onder
nomen.
De heer Gressier. Wij hadden daar slechts 23,000
man tijdens de gebeurtenissen in Duitschland.
Jules Favre. Dat is waar, maar ons geheele leger
stond daarmede in betrekking, want gij zoudt ongetwij
feld noch die 23,000 man noch uw eer aldaar aan hun lot
hebben kunnen overlaten. Die oorlog paralyseerde uwe
kracht, uw leger, uwe vloot, en toen wij u wezen op den
storm die in het noorden opstak, terwijl Duitschland zich
gereed maakte om op het gunstigst oogenblik daarvan
Partij te trekken, hebt gij naar onze stem niet geluisterd
terwijl gij bet door Duitschland afgewacht oogenblik zelf
hebt doen ontstaan.
De groote mogendheden hebben uit dien oorlog nog
eene andere gevolgtrekking gemaakt, want de oorlogen,
zoowel als alle overige feiten, welke het uitvloeisel zijn
van den denkenden en vrijen mensch, hebben hunne
moraal. Terwjjl men zag dat de onderneming naar
Mexico in strijd met den wil der natie, tot het uiterste
Werd doorgezet, hebben de Europeesche mogendheden
begrepen dat ons leger plotseling, door den wil alleen
Van hem die aan het hoofd staat, tegen haar kan worden
gericht. Zij hebben zich alzoo hierop willen voorbereiden.
Men vreesde ons en nu werden wij door eene expeditie
naar verre gewesten bezig gehouden: de handelingen
van den heer von Bismarck werden door deze tweeledige
Oorzaak uitgelokt. De heer von Bismarck heeft zich van
deze vrees bediend als middel om geheel Duitschland
door de eenheid onder bet zwaard zijns meesters te
De politiek van Frankrijk is het dus welke den
grootsten invloed heeft uitgeoefend op de vermeerdering
der algemeene wapening, dien kanker voor de volken.
Laat ons toonen dat wij Franschen zijn, zeide onlangs
een spreker, onder uwe toejuichingen, die het belang van
Frankrijk zag in het Europeesch evenwipht, namelijk in
eene combinatie, welke de natiën voor een deel vereenigt,
voor een deel tegenover elkander stelt, om alzoo de
ondernemingen van sterkeren tegen zwakkeren te
voorkomen.
Ik geloof daarentegen aan eene andere theorie, name
lijk aan die der solidariteit in de vrijheid; achter al die
verouderde theoriën staan toch de volken, die van ver
langen branden om met elkander in nauwer betrekking
te komen door de wetenschap, door de philosophie, door
de kennis; in plaats van elkander te vermoorden, willen
zij in vrede leven. Daarom brengen wij ons zeifin groote
moeielijkheden, indien wij eene politieke fout begaan
ten aanzien van éen dier volken.
„Wij hebben geen vijanden" zeide de regeering. Ik
hoop het, maar waar zijn onze bondgenooten? Wij heb
ben er slechts een: de geestelijkheid." (Allerheftigste
beweging.)
De heer Jules Favre betoogde vervolgens de noodza
kelijkheid eeuer algemeene ontwapening en om alleen de
noodigelroepen te hebben tot verdediging des vaderlands.
„Verwerpt dan het ontwerp of verzend het naar de com
missie. Dan zal men zeggen in Europa dat gij gebruik hebt
weten te maken van uwe vrijheid. De kamer moet zich niet
te vreden stellen met onvruchtbare betuigingen ten gunste
van den vrede; als men het stemrecht bezit, dan moet
men toonen het niet alleen bij wenschen te willen laten
maar ook een bepaalde daad te willen doen."
In the Times komt eene eerste serie brieven voor van
een zijner redacteurs, die de Abyssiniscbe expeditie ver
gezelt. Zij dateeren van het einde van November en het
begin van December.
Het eerste kamp werd opgericht bij Annesley-bay, op
tien mijlen afstand van de plaats die tot ontscheping der
troepen gekozen was. De streek is er zoo dor als met
mogelijkheid zijn kan in een land dat niet rechtstreeks
een woestijn mag genoemd worden.
Kolonel Merewether had er in het begin van het jaar
eene groene vlakte ontdekt, maar nu is het niet mogelijk
in den grond eenig spoor van vroegere vruchtbaarheid
te bespeuren. Van uit zijne tent ziet de correspondent
van the Times, zoover als zijne oogen reiken, niets dan
oen vlakte bedekt met zand, dat bij den minsten wiud
omhoog gedreven wordt. De thermometer wijst 100 graden
Fahrenheid aan. De vliegen zijn talrijk, het water
schaarsch,de hitte te groot om aangenaam te zijn, en het
fijne zand der vlakte dringtoveral door, en stuift in oogen,
neus en mond.
De correspondent voorziet dat het bestuur der expe
ditie eeue ontzaglijke taak te vervullen zal hebben.
„Ieder greintje voedsel voor mensch en dier, zegt hij
moet, voor de geheele expeditie zoowel voor hen, die
het leger volgen, als voor de manschappen over eene
lengte van een vijftigtal mijlen vervoerd worden, waar
van het grootste gedeelte uit een nauwen bergpas be
staat. Gedurende de eerste twaalf mijlen marsch en ook
nog voor andere gedeelten van den weg zal het noodig
zijn om water aan te voeren. Ik overdrijf niet als ik zeg
dat men op het omringende land niet op een enkel
artikel van gebruik, behalve brandstof, kan rekenen. Alles
moet medegevoerd worden en ieder mensch en ieder dier
tot dit doel gebruikt vermeerdert uit den aard der zaak de
lasten. Ieder cavalerie- en artillerie-paard bij voorbeeld ver-
eischt per dag drie en twintig pond voeder, acht pond haver
en vijftien pond hooi. Wanneer men nu betaantal paarden
óp 3000 schat en wanneer men aan eiken muilezel, behalve
zijn gewone last, een gewicht van 150 pond geeft, dan
bereken ik dat men veertien duizend muilezels behoeft
om de paarden gedurende zes maanden van voeder te
voorzien; vervolgens zal men nog aan eiken muilezel op
de een of andere wijze 17 pond voedsel per dag moeten
geven. Ik laat het aan diegenen uwer lezers die lust in
statistieke berekeningen gevoelen over, om de berekening
verder voort te zetten, terwijl ik hun doe opmerken dat
het punt dat ik aangehaald heb een onbeteekenend iets
bij de expeditie, een droppel in den oceaan, is."
De proclamatie van sir Robert Napier heeft reeds ten
gevolge gehad dat drie en tachtig dorpen, met twee
duizend bewoners, ons vriendschappelijk ontvangen
hebben.
Een verschrikkelijke epidemie heeft onder de paarden
geheerscht, die in grooten getale en spoedig stierven.
De ziekte was een soort van ontsteking, die in het begin
veel op morve gelijkt. De veeartsen waren nog niet geslaagd
om haar te stuiten.
Het schijnt dat deze ziekte in dit land zeer gewoon is;
zij had aan de Egyptenaren te Massowab in éene maand
van 120 tot 150 paarden ontnomen. De muilezels en
kameelen die er door aangetast worden sterven eveneens
zeer spoedig en men is er zeer ongerust over hoe men
in het vervolg zal moeten handelen om dit kwaad te
stuiten. Vele muilezels zijn ook reeds gestorven van
honger; sommigen zijn gedood door de jakhalzen en de
hyena's, die des nachts rond het kamp zwierven, doch
daar men onmiddellijk jacht op hen maakte, blijven zij nu
op een afstand.
Den 2 December was de expeditie te Upper Sooroo
aangekomenzij was door vele streken gemarscheerd, waar
zij slechts hutten vond, op de ruwste wijze uit acacia-
takken gemaakt. Het houtwerk dier hutten was overal
in een volmaakt geconserveerden toestand en de eigenaar
heeft, als hij zijne vorige woning weder betrekken zal^
slechts weinig te doen om zich op nieuw te vestigen.
Gedurende de gansche tocht was de expeditie voort
durend in zandwolken gehuld, die de soldaten zulk
een vreemd aanzien gaven dat een moeder haar kind
niet zou herkend hebben. In die streken zagen de
troepen eenige bergen begroeid met acacias, tamarinde-
en wilde vijgenboomen.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 27 December. Raapolie op 6 weken /"37f.
Lijnolie op 6 weken f 35J.
Middelburg 27 December.
g emiddei.de marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe f 14.40 en rogge
f 11.25. Aardappelen f 3.10a f 3.30 perNed. mud. Versche
boter f 1.10 a 1.14 per Ned. pond.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 27 December 1867.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2) pet. 52 j
dito dito dito 3 6lf
dito dito dito 4 82f
Aand. Handelmaatschappij 44
België. Certificaten bij Rothschild 24
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 89
Certific. Hope co4 58
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 „70
dito dito Leening 1860 4| 741
dito f 1000 18645 „82
Certificaten 6 37
Aand. spoorweg1841
Oblig. f 1000 1866 5 81tf
Loten 1866 5 I864
Polen. Schatkistobligatiën 4
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 44 J
dito 1847/1852 24 22^-
dito rente Amsterdam5 641
dito 1864 5 561
dito fr. 500 1865 601
dito nationale5 50-/V
Bankactiën3
Italië. Leening 18615 404
Spanje. Obligatiën3 thans 2f 34jj
Amortisable schuld
Portugal. Oblig. 1856—1862 3 374
Griekenl. dito (blauwe)5 10
Turkije. dito (binnenl.)5 301
Amerika. dito Vereenigde Staten (1882) 6 7bTV
dito Illinois 7 83|
dito St. Paul &Pac. Spw. 2e sec. 7 504
dito Atl.Gr.W.Spw. Ohiosec.(p) 7
dito dito geconsolideerde 7 174
dito dito debentures 8 20|
Brazilië. dito 1852/63 44 63|
dito 1865 5 73
Mexico. dito3 131
Grenada. dito afgestempeld4J
Venezuela, dito 2 84
Middelburg, 27 December 1867.
DIAKENEN der Nederduitsch Hervormde gemeente
alhier, berichten met hartelijke dankzegging dat door
hen op den tweeden Kerstdag in de Nieuwe kerk is ont
vangen eene gift van f 12.50, onder de letters R. F.
Diakenen voornoemd,
A. J. VAN DEINSE, Jr., voorzitter.
A. E. VERWIJS, secretaris.
Ondertrouwd:
Middelburg,
26 December 1867.
J. J. C0ERS, van Arnhem,
en
A. C. ROEST.
Heden overleed de Weledele Heer MICHIEL MARI-
NUS DE LANGE, in leven Lid der Provinciale Staten
van Zeeland, Griffier van bet Kantongerecht enz., in den
ouderdom van ruim 72 jaren.
Tholen, 21 December 1867.