^anörlsbmdjtEtt.
lïMöaüiQtyfiiï.
2ltwertmtiëtt.
NEDERLANDSCUE ZENUINGS-VEREENIGING.
STRAND V ONDER! J-
De debatten in het Fransch wetgevend lichaam over
het wetsontwerp omtrent de legerorganisatie worden
voortgezet. Het groote punt van verschil betreft daarbij
steeds de vraag of men een talrijk staand leger moet
hebben, dan wel zoo noodig tot volkswapening overgaan.
De heer Jules Favre trad overigens in een betoog om
trent het vreeselijke van den oorlog zelf. Heden, zeide
hij, wordt een geweer uitgevonden, waarmede men tien
schoten in de minuut kan lossen, morgen vindt men
een geweer uit om het dubbel aantal schoten in hetzelfde
tijdsverloop te doen. Zoo ook met kanonnen, „En waar
toe moet dit alles toch dienen. Zijn dan de natiën gek
geworden? Neen, voor al die politieke fouten zijn niet
de volken, maar de dynastiën verantwoordelijk. Zij zijn
het, wier aanmatiging Europa in twist houdt en de volken
tegen elkander ten strijde jaagt." Volgens den heer Jules
Favre is dan ook het wetsontwerp geen waarborg voor
den vrede, maar een middel om op een gegeven oogenblik
1,200,000 man gereed te bebben om aanvallenderwijze
tegen de eene of andore mogendheid to werk te gaan-
De afdeelingen van het wetgevend lichaam hebben de
door den heer Pelletan gedane aanvrage om de regeering
te mogen interpelleeren omtrent de beruchte circulaire
van den prefect van politie, verworpen. Dit resultaat
werd trouwens algemeen verwacht. Interpellatiën om
trent de schending der individueele vrijheid door of van
wege de keizerlijke regeering worden natuurlijk door
de aan Napoleon's voeten geknielde meerderheid niet
toegestaan.
Het verschil van gevoelen in den boezem van het
Belgisch ministerie heeft ten gevolge gehad dat geheel
het kabinet Rogier-Frère zijn ontslag bij den koning
heeft ingediend.
De door het Italiaansche ministerie bevolen schorsing
der betaling van de overgenomen pauselijke schuld, een
maatregel door de kamer van afgevaardigden goed
gekeurd en bekrachtigd, heeft toch het politiek leven
van het ministerie Menabrea niet kunnen redden. Met
201 tegen 199 stemmen i3 de door den president minister
zelf voorgestelde motie van vertrouwen verworpen. Toch
was die motie zeer voorzichtig gesteld. Zij sprak niet
van de politiek voor de toekomst, van het verbreken of
handhaven der alliantie met Frankrijk; zij luidde aldus:
„De kamer, acte nemende der verklaring van het mi
nisterie dat het ongeschonden het nationaal programma
zal handhaven, waarbij Home tot hoofdstad van Italië
geproclameerd wordt, betreurt het dat men dit programma
heeft willen ten uitvoer leggen door middelen strijdig
met de wetten en het parlementsvotum, en, overtuigd dat
de vrijheid en eenheid van Italië haar waarborg vindt in
het eerbiedigen der wetten, keurt het gedrag van het
ministerie goed en gaat over tot de orde van den dag."
Na de verwerping van deze motie was de vraag of het
ministerie Menabrea aan het bestuur zou blijven en de
kamer ontbinden, of zou aftreden en plaats maken voor
een ministerie uit leden der linkerzijde samengesteld.
Het eerste zou in waarheid een zoo vermeteld politiek
vraagstuk hebben mogen heeten, dat de heer Menabrea
en zijne ambtgenooten daarvoor zijn teruggedeinsd. Het
ministerie heeft alzoo een derde middel uitgevonden
en de heer Menabrea, de man die juist als president
minister het meest door bet votum der kamer getroffen
wordt, is thans, nadat geheel het kabinet zijn ontslag
aan den koning heeft aangeboden, door koning Victor
Emmanuel met de reconstructie van het ministerie belast-
De zitting der kamer is overigens verdaagd tot 7
Januari.
De Franscbe regeering, welke dadelijk na het ontvan
gen van het bericht dat het ministerie Menabrea zijn
ontslag had ingediend maatregelen had bevolen om
nieuwe troepen naar Italië te doen overbrengen, zal
thans waarschijnlijk eerst den verderen loop van zaken
afwachten. De optreding van een ministerie der linker
zijde met het oog waarop deze maatregelen door de
Fransche regeering werden bevolen, is althans vooreerst
voor haar nog niet te vreezen, indien de heer Menabrea
ten minste in de reconstructie van het kabinet slagen kan.
Koning Victor Emmanuel heeft, na de opdracht der
Bamenstelling van een gewijzigd kabinet aan den heer
Menabrea, onmiddellijk Florence verlaten om, gelijk aan
een constitutioneel vorst betaamt, zelfs niet den schijn
aan te nemen van zich in de crisis te willen mengen.
Craanmarhten enz.
Oostburg 24 December. Uithoofde van het op mor
gen invallend kerstfeest,werd de gewone weekmarkt op
heden gehouden en was daardoor, zoowel als door de
lagere noteeringen der hoofdmarkten, de omzet al zeer
beperkt, terwijl de aanvoer nauwlijks de helft van een
gewoon bedroeg. De consnmtie voorzag zich van eenige
goede monsters tegen omtrent vorigen prijs, doch overi
gens was niet dan aanmerkelijk lager te verkoopen.
Puike nieuwe tarwe 13.50 a 14.50, gemeenere en
blauwe tarwe 12 4 13. Nieuwe Zeeuwsche rogge /9a
ƒ10.50. Nieuwe wintergerst 7 a 7.75. Dito zomergerst
7 a 7.50. Haver (brouw) ƒ4.75 a ƒ5. Dito (voer) 3.50
a ƒ4.50. Paardenboonen 8.25 a ƒ8.70. Grauwe en groene
erwten 8 a ƒ9.
Prijzen van effecten.
Uithoofde van het Kerstfeest is heden geen beurs ge
houden wij herhalen daarom de noteering van Dinsdag.
Amsterdam 24 December 1867.
Nederland.
België.
Rusland.
Polen.
Oostenrijk.
Italië.
Spanje.
Portugal.
Griekenl.
Turkije.
Amerika.
Brazilië.
Mexico.
Grenada.
Venezuela.
Certifïc. Werkelijke schuld
dito dito dito
dito dito dito
Aand. Handelmaatschappij
Certificaten bij Rothschild
Obligatiën 1798/1816
Certific. Hope co
Oblig. dito 1855, 6e serie
dito dito Leening 1860
dito 1000 1864
Certificaten
Aand. spoorweg
Oblig. ƒ1000 1866
Loten 1866
Schatkistobligatiën
Obligatiën metalliek
dito 1847/1852
dito rente Amsterdam
dito 1864
dito fr. 500 1865
dito nationale
Bankactiën
Leening 1861
Obligatiën3 thans
Amortisable schuld
Oblig. 1856—1862
dito (blauwe)
dito (binnenl.)
dito Vereenigde Staten (1882)
dito Illinois
dito St. Paul Pac. Spw. 2e sec.
dito Atl.Gr.W.Spw. Ohio sec.(p)
dito dito geconsolideerde
dito dito debentures
dito 1852/63
dito 1865
dito
dito afgestempeld
dito
2i pet. 52 j-J-
3 62
4
41
21
5
4
5
41
5
6
5
5
4
5
21
5
5
5
3
5
2»
3
5
5
6
7
7
7
7
8
41
5
3
4J
2
831
54^
901
571
70
74J
821
37
184
81|
n 185J
4411
221
u 051
56
61
50§
651
401
34 j\
37 H
91
30^,
761
501
38|
171
201
631
73^-
13!
Door de ondergeteekenden ontvangen, ten behoeve
der 31 Terschellinger Weduwen en Weezen: van H. H.
ƒ5, van de leerlingen der school van den onderwijzer A.
6.281, van X. 2.50, van A. U. O. 2, van de jonge
jufvrouwen D. B. 1.50, van D. R. uit de collecte in de
Nieuwe Kerk, een coupon groot 26.55, makende met de
vroeger geannonceerde giften ƒ233.981.
Middelburg, 25 December 1867.
DEN BOUWMEESTER, B0RSIU3
VAN DER LEIJÉ.
Op den 21 November 11. overleed op het alleronver
wachtst mijn geliefde Echtgenoot HERMANUS VAN
HENGELAAR, aan boord van het Scboonerschip Cor-
nelia, mij nalatende vier jonge Kinderen, allen te jong
om hun groot verlies te beseffen.
Middelburg, C. P. VAN DEN IIOUTE WILLEMS,
24 December 1867. Wed. H. van Hengelaar.
Om bijzondere redenen is deze Advertentie eerst
heden kunnen geplaatst worden.
Heden overleed onze lieveling JEAN JAQUES LOUIS,
5 maa"den oudl B. A. FOKKER.
Middelburg M. L. I. T. FOKKER,
24 December 1867. TT
Heyligers
Heden overleed, tot bittere droefheid van mij, mijne
Kinderen, Behuwdkinderen en haar innig geliefden
Broeder, mijne Echtgenoote M. P. MINNA AR D, in den
ouderdom van ruim 45 jaren.
Borsele, L. ROTTIER,
23 December 1867. Dijkgraaf.
Heden overleed zacht en kalm, onze geliefde Vader
FRANQOIS HIEFTJE, in den gezegenden ouderdom
van 90 jaar, 11 maanden en 17 dagen.
Yerseke,
21 December 1867.
C. HIEFTJE.
HEDEN den 17 December 1800 zeven en zestig.
Heb ik JOHANNES KULDERIJ Az., Deurwaarder
bij het Provinciaal Gerechtshof in Zeeland, wonende te
Middelburg, in de Lange Gortstraat, wijk I no. 331
Ten verzoeke van HUBREGT CORNELISSE, Vis-
scher, wonende te Arnemuiden, in zijne hoedanigheid
van Voogd over de minderjarige MAATJE DE RID
DER, Dochter van LIEVEN DE RIDDER, en nu wijlen
MAATJE VAN BELZEN, bij beschikking door de
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg den 30 Jar
nuari jl. verleend, geregistreerd, toegelaten om dit
geding kosteloos te voeren; mitsgaders uit krachte van
een almede geregistreerd Vonnis door de voornoemde
Rechtbank op den 13 November jl. gewezen, waarbij aan
den Requirant verlof is verleend tot het doen dezer
derde openbare dagvaarding, vermits na te melden ge
daagden op de tweede, ten dienende dage niet zijn
verschenen;
Ten derde en laatste maal Gedagvaard
1. LIEVEN DE RIDDER, Vader, en 2. MAR1NUS DE
RIDDER, Broeder van de reeds genoemde minderjarige,
voor hun mijn exploit doende a. bij aanplakking aan de
voornaamste deur der Vergaderplaats van bovenbedoelde
Rechtbank, en aan het huis der gemeente Arnemuiden,
binnen welke gemeente de afwezigen hunne woonplaat
sen hadden; b. door plaatsing van hetzelve in de Neder-
landsche Staats- en Middelburgsche Couranten, zijnde
de daartoe, bij het door de Rechtbank verleende verlof
aangewezen Nieuwspapieren;
Om
Aangezien de gedaagde, op den 30 November 1863
met den Vischkotter, genaamd „de Jonge Jacob," die
bestuurd werd door den eersten gedaagde, en waarop de
tweede als Matroos dienst deed, uit Arnemuiden ter
Vischvangst vertrokken zijn, zonder na dien tijd en tot
op heden tot hunne betrekkingen, noch in de gemeente
Arnemuiden terug tekeeren;
Aangezien het vrij zeker is, dat bedoeld vaartuig met
al deszelfs bemanning, in de stormen, welke van den 3 op
den 4 December 1863 zóo hevig hebben gewoed, in zee
verongelukt is, en de gedaagden door verdrinking zijn
overleden;
Aangezien de minderjarige als Erfgename van de
gedaagden belang heeft, zij vermoedelijk overleden ver
klaard worden, waartoe de eisch door het plaats gehad
hebbend tijdsverloop van driejaren ontvankelijk is.
Mitsdien zoo zij gedaagden,niet binnen drie maanden
te rekenen van heden van hun aanwezen heeft doen
blijken, alsdan op den 1 April 1868, des voormiddags te
10 uren ter terechtzitting der Arrondissements-Recht
bank, zitting houdende te Middelburg, in eene der zalen
van het huis dier gemeente in persoon te verschijnen of
wel door iemand van hunnen 't wege bericht van hun
aanwezen fe doen geven; zullende anders door den
Requirant zoodanig worden voortgeprocedeerd en bij
eind-conclusie tot toewijzing van bovenbedoelden eisch
worden geconcludeerd, als waartoe hjj zal vermeenen
volgens de wet gerechtigd te zijn.
En heb ik Deurwaarder aan de gedaagden verklaard,
dat de Heer PIETER REKKER, Procureur bij voor
noemde Rechtbank, wonende te Middelburg onder de
Abdijpoort, wijk A no. 49, in dit Geding als Procureur
voor den Requirant werkzaam zijn zal, alwaar mitsdien
van rechtswege woonplaats is gekozen.
De kosten voor mij Deurwaarder bedragen in debet
zes gulden vijf en veertig en een halve cent.
(geteekend) J. KULDERIJ Az.
Deurwaarder.
In debet geregistreerd te Middelburg den 17 Decem
ber 1867, deel 37, folio 16 recto, vak 2, twee bladen
zonder renvooi. Verschuldigd voor recht .80, voor
38 opcenten 301, te zamen ƒ1.101.
De Ontvanger g. a. (get.) RÖELL.
Voor Copie conform.
J. KULDERIJ Az., Deurwaarder.
AFDEELING MIDDELBURG.
Openbare Feestelijke samenkomst, ter
herdenking van het Vijfjarig bestaan van boven
genoemde Afdeeling, op Vrijdag den 27 December 1867,
des avonds te 7 uren, in de Zaal boven de Christelijke
Burgerschool in de Boogaardstraat.
Sprekers: Ds. J. P. NONHEBEL.
J. L. ZEGERS, van Rotterdam.
Derde oproeping van Rechthebbenden op de
volgende den 28 November 1866 aangespoelde en gebor
gen STRANDGOEDEREN, als: 3 Watervaten met
ijzeren Banden, gemerkt Hekmwol-tjen Brkmen, 1 Kist
zonder Bodem, 4 Riemen, 2 stukken van een Verschan
sing, 1 Dekbalk, 1 vat Iioolteer en eene partij Wrakhout.
Men vervoege zich bij den Burgemeester van Colijns-
plaat.