MlUDËliDin O li t. 5I«P7. tJ°- 202. Donderdag öinrtenlanö. 19 December. Editie van Woensdag avond 8 uren. A AAMBESTEDIIIG. Op Vrijdag den 27 December 1867, des voormiddags ten 10 nre, zal, onder nadere goedkeuring, door den commis saris des konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een der leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den waterstaat, in het 11de district, aan het gebouw van het provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed Het onderhouden van het Neder landsch. gedeelte van het kanaal van Neuzen, het zij kanaal naar den Axelsche Sassing enz., gedurende de jaren 1868, 1869 en 1870, met de levering van al de daartoe noodige bouwstoffen. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele iuschrij- ving, per onderhoudsjaar, volgens 434 der algemeene voorschriften. Het bestek ligt ter lezing aan het gebouw van het ministerie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provinciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijhoff, Raamstraat no. 49 te 's Gravenhage, en door zijne tusschenkomst in de voornaamste gemeenten des rijks. Den 6den en 3den dag vóór de besteding wordt de noodige aanwijzing op de plaats gedaan; voorts zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den hoofdingenieur van den waterstaat te Middelburg en bij den ingenieur te Neuzen. 's Gravenhage, 18 November 1867. Voor den minister, De secretaris-generaal, J. SCHRÖDER. K E W I S K VIKG. SLUITING DER JAGT OP KLEIN WILD. De Commissaris des Konings in de provincie Zeeland, Gezien het besluit van heeren gedeputeerde staten van den 11 December 1867, no. 93; Gelet op art. 11 der wet van den 13 Junij 1857 (Staats blad no. 87) Maakt bekend, dat de sluiting der jagt op klein wild, met uitzondering van die op houtsnippen, (ook met schietgeweer) in deze provincie is bepaald op Dingsdag den 31 December 1867 met zons-ondergang; en dat het tijdstip van de sluiting der jagt op houtsnippen en water wild nader zal worden vastgesteld. Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad ge plaatst, en zullen afdrukken in plano aan de gemeente besturen ter aanplakking gezonden worden. Middelburg, den 13 December 1867. De commissaris des konings voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN. middelburg 18 December. In hare zitting van 17 dezer heeft de eerste kamer der staten-generaal zonder beraadslaging al de aan de °rde gestelde wetsontwerpen (tot verbooging van eenige hoofdstukken der staatsbegrooting voor 1866) aange nomen. De behandeling der wetsontwerpen tot wijziging van art. 5 der wet op den veetyphus en tot verlenging van den termijn gedurende welken de wet van 17October 1865 op dat stuk zal in werking blijven, is bepaald op heden (Woensdag) te 2 uren. Morgen (Donderdag) te 11 uren zullen de begrotings wetten voor 1868 worden behandeld. Bij het onderzoek dier wetten in de afdeelingen was men algemeen van gevoelen, dat in de tegenwoordige omstandigheden, terwijl de regeering haar ontslag aan den koning heeft aangeboden en op die aanbieding door Z. M. nog 'geene beslissing is genomen, de eerste kamer bet meest overeenkomstig de belangen des lands han delt, indien zij op dit oogenblik zich onthoudt van alge meene of bijzondere beschouwingen, ten einde zij daar door, voor zooveel dit binnen haar bereik ligt, mede- Werke tot spoedige beëindiging van de bestaande crisis. Thans, nn de zekere kennis ontbreekt aan wie de regeering van 'slands zaken zal worden opgedragen, scheen het niet wenschelyk in gedachtenwisseling te treden met bet tegenwoordig bewind, over het algemeen beleid der regeering of over bijzondere posten der be grooting, te minder omdat, bij zoodanige wisseling van gedachten, men moeielijk beschouwingen zou kunnen vermijden over de aanleiding en de oorzaken, waarnit de tegenwoordige crisis is ontstaan, beschouwingen waarvan men zich juist in deze oogenblikken wenscht te onthouden. Intusschen verlangde de eerste kamer niet, dat uit haar stilzwijgen wierd afgeleid eenig bewijs van hare goed- of afkeuring, zoo min over hetgeen met betrekking tot deze regeering is voorgevallen, door de regeering is verricht of door haar in de verschillende begrootings- werden is voorgedragen. Zij behoudt zich voor, bij de behandeling der definitieve begrooting voor 1868 haar gevoelen over die begrooting te doen kennen. De kamer heeft zich bereid verklaard aan de regee ring het aangevraagd crediet voor de voorloopige exploi tatie der staatsspoorwegen te verleenen. De gemeenteraad alhier heeft heden namiddag onder anderen de volgende besluiten genomen: Met algemeene stemmen is besloten niet mede te wer. ken, door verleening van subsidie, aan de oprichting van een werkhuis alhier. De begrooting over 1868 van den Middelburg-Vlissing- schen rijweg is goedgekeurd. Naar aanleiding eener missive der commissie van toe zicht over de scholen van middelbaar onderwijs is, op voordracht van burgemeester en wethouders, besloten 100 toe te staan voor tijdelijke hulp van den heer A. Cense aan den heer P. D. Koning als leeraar aan de burger-avondschool, en zulks voor zooveel het onderwijs in de reken-, stel- en meetkunde betreft. Deze hulp wordt gevorderd wegens het groot aautal leerlingen en is door den inspecteur van het middelbaar onder wijs goedgekeurd- Op een drietal adressen van J. Swaan, J. van den Abeele en G. W. Bergman, strekkende tot vernieuwing van erfpacht van achter hunne woningen gelegen ge meentegrond, is besloten die erfpachten niet te vernieu wen, maar bedoelde gronden voor den tijd van vier jaren in hunr af te staan, waarmede adressanten reeds voor- loopig genoegen hadden genomen, De verordening van den 14 Augustus ji. betreffende de veeziekte is opgeheven. Het maximum van onderstand door het burgerlijk armbestuur voor 1868 is vastgesteld overeenkomstig het loopende jaar. Van het burgerlijk armbestuur is ingekomen een finan cieel overzicht der inkomsten en middelen alsmede der uitgaven en behoeften, met verzoek om goedkeuring en tevens om verhooging van het gemeente-subsidie met 609.38*, zijnde het bedrag van het vermoedelijk te kort der administratie. De beslissing op dit verzoek is aangehouden. Van hetzelfde bestuur is eene missive ingekomen, houdende voordracht tot wijziging der administratie, op grond vandegroote uitbreiding welke de werkzaamheden van den secretaris penningmeester in de laatste jaren hebben ondergaan. Als een gevolg daarvan is de secre taris-penningmeester, hoe ijverig werkzaam ook, niet langer in staat alle vereischte werkzaamheden tijdig genoeg te verrichten en heeft hij den wensch te kennen gegeven van de comptabiliteit, waaraan niet alleen veel moeite maar tevens vele onaangenaamheden verbonden zijn, ontslagen te worden. Het armbestuur draagt mitsdien in hoofdzaak het volgende voor dat de raad besluite de betrekking van secretarispenning meester op te beffen en te vervangen door die van secretaris voor de administratie en van penning-meester voor de comptabiliteitaan eerstgenoemde betrekking te verbinden eene jaarwedde van 800 en aan de tweede, onder verplichting van nader te bepalen borgstelling, eene jaarwedde van ƒ250; den heer N. Verhulst eervol te ontslaan als secretaris-penningmeester en te be noemen tot secretaris, op eene jaarwedde van ƒ1000, uit erkentelijkheid voor de vele en gewichtige door hem bewezen diensten en zijne bijzondere geschiktheid ter behartiging van de belangen der gemeente; alsmede om den post voor schrijfloonen, thans 200 bedragende, bij bet nemen van een besluit overeenkomstig deze voor dracht met 50 te verminderen. De stukken zijn ge steld in banden eener speciale commissie, tot leden waar van zijn aangewezen de heeren van Deinse, van Vis vliet en A. W. Snouck Hurgronje. De verordening voor den geneeskundigen dienst, zoo als die door het bestuur der godsbuizen gewijzigd is voorgedragen, is goedgekeurd, en mitsdien besloten tot aanstelling van een assistent-gemeente-heelkundige. Tevens is besloten, het bestuur der godshuizen uit te noodigen tot het instellen van een onderzoek of er be denkingen bestaan tegen eene te maken bepaling, vol gens welke personen van elders, die in de gestichten alhier chirurgicaie hulp ontvangen en betalen kunnen, voor operaties en dergelijke niet zijn begrepen in het tarief, maar daarvoor afzonderlijk betaling zal worden gevraagd. Van de commissie van bestnur over de bank van leening zijn een drietal brieven ingekomen, t. w.: a. ver zoek om machtiging tot af- en overschrijving op hare begrooting voor 1867; b. voordracht tot vermeerdering van personeel, uithoofde van de groote bedrijvigheid, door aanstelling van een tweeden bediende bij de leen bank, waarvoor op de begrooting voor 1868 bereids ƒ100 is uitgetrokken; en c. aanbieding der begrooting voor 1868. In overeenstemming met het advies der financieele commissie is besloten: a. de gevraagde mach tiging tot af en overschrijving te verleenen; b. even zeer goed te keuren de verlangde aanstelling van een tweeden bediende, doch daaraan de voorwaarde te ver binden dat die aanstelling slechts zal zijn tot weder- opzeggens toe, voor het geval dat later de werkzaam heden aan de bank weder mochten verminderen, zoo dat de titularis bij eventueel ontslag geen aanspraak op pensioen of wachtgeld zal knnnen doen gelden c. mede goed te keuren de voorgedragen begrooting voor 1868, onder voorbehoud dat door de goedkeuring van den post voor onvoorziene uitgaven niet gepraejn- dicièerd wordt op de, door de commissie van bestuur mede wenschelijk geachte, verhooging der jaarwedden van de ambtenaren en bedienden, of de huur van het gebouw, maar daaromtrent een nader overleg zal moeten plaats hebben. Tot curator over het gymnasium, in de plaats van wijlen mr. A. J. van Deinse, is met 11 stemmen benoemd mr. J. P. van der Bilt, terwijl 2 stemmen werden uitge bracht op den mede voorgedragene mr. D. A. Berdenis van Berlekom. De benoeming van een leeraar in de staathuishoud kunde aan de burger-avondschool is aangehouden, in afwachting eener voordracht. Tot assistent gemeente-heelkundige is met algemeene stemmen benoemd de beer J. G. de Waal. Voorts z§n de verschillende door periodieke aftreding te ontstane vacatures in gemeente-betrekkingen door herbenoeming der aftredenden aangevuld. In een volgend nommer geven wij een meer uitvoerig verslag. De oud-minister van buitenlandscbe zaken, Cremers, heeft zich in eene pas verschenen brochure verdedigd tegen den aanval, dien graaf van Znylen in de tweede kamer tegen hem gericht heeft. De heer Cremers deelt thans bijzonderheden mede, waaruit blijkt dat de door hem gevoerde onderhandelingen tot losmaking van Lim burg van den Duitschen bond, wel degelijk tot bet ge- wenschte gevolg hebben geleid, en dat het verkregen resultaat alzoo geenszins aan den tegenwoordigen minis ter van buitenlandscbe zaken is toe te schrijven. Zijn betoog is eenvoudig, duidelijk en zaakrijk, en doet over de verklaring van den heer van Zuylen, alsof deze de bevrijder van Limburg is, en alleen door zijn beleid het vaderland gered is uit het gevaar, waarin zijn voorganger het zou gebracht hebben, bet volle licht opgaan. De brochure verdient gelezen te worden door allen die in den loop der openbare aangelegenheden belang stellen, en vooral door hen die er prijs op stellen dat de waarheid

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1