ÖuitenUmïr.
^antolsbmcljten.
van den heer Thorbecke berustte; daar hij zich integen
deel bewust was van te zijn een voorstander der zaak.
Overigens bleef hij volhouden dat de heer Thorbecke
steeds de overlegging van stukken had geweigerd.
Dit laatste bleef de heer Thorbecke tegenspreken, die
levens den heer Pijnappel te kennen gaf dat hij door
'elen had hooren vertellen dat hij niet tot de voorstan
ders der zaak behoorde. Het deed hem nu evenwel ge
noegen te kunnen zeggen dat de heer Pijnappel zich als
een voorstander had doen kennen.
De heeren Pijnappel en Insinger kwamen tegen de
beweringen van den heer Thorbecke op en meenden dat
door dien spreker een stelsel van verdachtmaking in deze
Was gevolgd, dat volstrekt niet te pas kwam.
Nadat de heer Thorbecke nogmaals had te kennen
gegeven dat hij thans met genoegen den heer Pijnappel
als voorstander der zaak had zien optreden, werden
de beraadslagingen over de interpellatie gesloten.
Hierop zijn de beraadslagingen aangevangen over het
Ontwerp tot verhooging van hoofdstuk V (exploitatie der
staatsspoorwegen)
De heer Storm van 'sGravesande drong er bij de
regeering op aan dat zij ook de exploitatie der lijn
AlmeloSalzbergen zou op zich nemen, in welk gevoelen
hij door de heeren van Nispen en van Naamen werd
ondersteund.
De heer van Kerkwijk besprak den toestand waarin de
Maatschappij verkeerde en verlangde dat de regeering
haar van hare concessie vervallen verklaarde om gelegen
heid te geven tot oprichting eener andere maatschappij,
op betere financieele grondslagen berustende.
De heer van Zinnicq Bergmann drong aan op voortdu
rende exploitatie van staatswege.
Morgen voortzetting.
Alg emecn overzicht.
De interpellatie-debatten in de Italiaansche kamer
Van afgevaardigden worden voortgezet. De heer Massari
verdedigde het tegenwoordig ministerie Menebrea, waar
aan hij hulde toebracht voor zijn moed om onder de
bestaande omstandigheden de politieke erfenis van het
kabinet Ratazzi te aanvaarden. Hij verklaarde dat ook
hij naar Rome wil gaan, maar niet langs den weg door
de revolutie daartoe gekozen. Volgens de voorstelling
Van den heer Massari deelt de meerderheid der natie
Mjn gevoelen daaromtrent, is alle agitatie en wanorde
lijkheden moede, en juicht de krachtige houding van
het tegenwoordig kabinet toe.
In de volgende zitting voerde de heer Crispi, lid der
bewegingspartij, het woord. Hij verklaarde altijd de
laatste expeditie van Garibaldi te hebben afgekeurd even
als het ministerie Ratazzi, hetwelk, na vergeefs getracht
te hebben die expeditie te voorkomen, vervolgens grooter
onheilen heeft willen beletten. De spreker betoogde te
dien opzichte nader dat het. geheel onmogelijk was voor
den heer Ratazzi om het vertrek der vrijwilligers naar
het Italiaansch grondgebied te verhinderen.—Vervolgens
ontwikkelde de heer Ferrari zijn gevoelen dat het onmo
gelijk Was om meer te spreken van naar Rome te gaan
Oet Frankrijk. Iets dergelijks zon eene slaafsche onder
worpenheid verraden, welke na het voorgevallene te
Mentana eene ongerijmdheid zou wezen. De door Frank-
tijk zelf geschonden September-conventie moest daarom
door het ministerie worden vervallen verklaard en alle
diplomatieke betrekkingen met de Fransche regeering
geschorst, zonder dat men echter nog een casus belli in het
leven behoefde te roepen.
In het Fransch wetgevend lichaam hebben vrij heftige
debatten naar aanleiding der interpellatie omtrent de Duit-
sche aangelegenheden plaats gehad, welke meteen besluit
°m tot de orde van den dag over te gaan zijn geëindigd,
^a eene redevoering van den heer Lanjuinais, waarin de
Weifelende politiek der Napoleontische regeering omtrent
de handhaving van tractaten uitvoerig in herinnering
Werd gebracht, erlangde de heer Guéroult, hoofdredacteur
der Opinion nationale, het woord. Hij noemde den heer
^hiers, met het oog op zijne laatste redevoeringen over
de Romeinsche quaestie, den leider der meerderheid.
Dit had reeds dadelijk verschillende interruptiën ten
gevolge, ook van den heer Thiers, toen de heer Guéroult
hem verweet dat naar zijne meening, volgens het verslag
van den Moniteur, de hervorming het gevolg is geweest
van het verlangen van een monnik te Wittenberg om
het ongehuwde leven vaarwel te zeggen en dat de eenheid
van Duitscliland voortgekomen is uit den achterhoek
van den winkel eens boekverkoopers. De geschiedenis
van de Italiunnsche eenheid verder nagaande zeide de
heer Guéroult dat de handhaving der wereldlijke macht
van den paus in strijd ismet de vrijheid van denken De
Syllabus veroordeelt de vrijheidvan geweten als groote
en strafbare dwaling: dit voert ons naar de theorie van
den St. Bartholomaeus-nacht." De heer Guéroult wordt
hier verzocht door den president om zich te matigen.
Deze gaat echter op denzeltden hettigen toon voort.
„Welnu zegt bij gij zult Frankrijk niet ineen
Sodsdienst-oorlog wikkelen. Hiervoor wordt een schier
óverdreven geloofsovertuiging gevorderd, een hevigfana-
l'sme en niemand in deze vergadering bezit deze ver
dachten (Beweging). Iedereen is catholiek, namelijk
Voor vrouw en kinderen (Hevige interruptiën).
„De president. Ik verzoek den spreker om zich om-
Ment zijne uitdrukking te verklaren; anders zal ik ge
noodzaakt zijn hem tot de orde te roepen. (Teekenen van
goedkeuring).
„De heer Guéroult. Ik zal mijne woorden nader
toelichten, als mijnheer de president dit noodig acht. Ik
meende echter dat zij duidelijk genoeg waren en als gij
verlangt dat ik die nog duidelijker maak. dan herhaal ik
dat voor een godsdienst-oorlog een graad van fanatisme
wordt vereischt, welke, Goddank, in deze kamer niet te
vinden is. Daartoe moet men catholiek zijn, onwrikbaar
in de voldoening aan de kerkelijke voorschriften (Bewe
ging. Gelach). Ik geloof nu "dat in deze vergadering
weinigen aan deze vereischten zouden beantwoorden.
„De heer Thiers. Als men zich zoo met het gemoeds-
onderzoek van anderen bezig houdt, moest men ten
minste beginnen met dat van zichzelven.
„De markies de Piré. Hadden dan de gesneuvelden
te Mentana de noodige geloofsovertuiging
„De heer Guéroult. Ik geloof het wel, maar gij waart
niet daarbij.
„De president. Mijnheer Guéroult, ik verzoek u in
uwe redevoeringen de gevoelens der kamer te eer
biedigen."
De heer Guéroult verklaart dit te zullen doen, maar
zijne eigen gevoelens daarom niet te zullen verzwijgen.
Door deze debatten rees intusschen de thermometer
van politieke hartstochtelijkheid al meer en meer, tot
dat de heer de Kervéguen, een lid der meerderheid,
die na den heer Guéroult het woord voerde, op grond
van een artikel in het Belgisch dagblad la Finance,
beweerde dat de Pruisische regeering aan vijf groote
Parijsche dagbladen 1,500.000 thalers had betaald
om haar te ondersteunen. Nu brak de groote storm
los aan de zijde der oppositie, waarop onder de schrome-
lijkste verwarring en hartstochtelijkheid de discussiën
werden gesloten en met 231 tegen 23 tot de orde van
den dag werd overgegaan. Den volgenden dag las
men in het Journal des débats den volgenden brief:
„Aan den heer de Kervéguen, lid van het wet
gevend lichaam
„Parijs 10 December 1867,
„Mijnheer, des avonds te tien uren.
„Gij hebt van de tribune in het wetgevend lichaam
schandelijke aantijgingen gericht tegen de liberale
Fransche dagbladpers.
„Daar onze wetten het bewijs dat er werkelijk gelas
terd is niet toelaten, stellen wij, hoofdredacteurs, van
twee der door u bedoelde dagbladen, u in gebreke om
uwe beweringen te bewijzen voor eene jury van eer.
„Wij roepen u alzoo voor eene commissie van scheids
rechters, samengesteld uit den heer Schneider, president
van bet wetgevend lichaam, en twee onzer ambtgenooten,
de heeren Jules Favre en Marie. Ook van uwe zijde zullen
twee leden van het wetgevend lichaam gekozen worden
om deze commissie voltallig te maken, welke zal geroepen
zijn de waarheid aan den dag te brengen en de lasteraars
te brandmerken.
„De uitspraak dezer commissie zal worden publiek
gemaakt.
L. HAVIN', AD. GUÉltODLT,
hoofdredact, van ie Siècle. hoofdredact, van 1'Opinion nationale.
De heer de Kervéguen heeft van zijne zijde de heeren
Martel en d'Andelarre aangewezen om deel uit te maken
dezer jury van eer.
De Fransche Moniteur du soir verzekert dat de onder
handelingen ter bijeenroeping eener conferentie worden
voortgezet en dat deze niets van haar nut heeft verloren.
Ook het officieus orgaan la France spreekt weder van
conferentie-onderhandelingen welke thans tusschen Rus
land, Engeland, Oostenrijk, Pruisen en Frankrijk zouden
worden gevoerd omtrent grondslagen waarop de confe
rentie zou kunnen bijeenkomen.
Uit Vlissingen schrijft men ons heden:
„Heden morgen te 4 uren is tengevolge van het storm
weder op de Elleboog gestrand de Engelsche brik „Ford,"
gezagv. Robinson, geladen met steenkolen, komende van
Sunderland en bestemd naar Ostende.
„Zoodra de nood der schipbreukelingen hier bekend
werd, is de Belgische loodskotter no.6, schipper J. Jurry,
naar de plaats des onbeils gestevend om assistentie te
bieden. De kotter kon echter uithoofde van de hevige
branding niet dicht genoeg de brik naderen om de
equipage, die zich reeds in de groote boot begeven had,
te helpen. Daar hulp echter dringend noodzakelijk
was begaf zich de loods Johannes Asperslagh met twee
man van den loodskotter in den sloep en had het geluk
ondanks de hooge zeeën met veel inspanning de equipage
te bereiken, waarna hij in hunne boot oversprong en de
zelfvoldoening had heu veilig uit de branding te redden
en met behulp van den loodskotter, behouden te Vlissin
gen aan wal te brengen.
„De brik zal totaal verloren zijn."
Woensdag middag is te Vlissingen met zeeschade
in de haven gekomen de Noordsche Brik Hermes, gezagv.
B. Hansen, komende van Taganrog met rogge, bestemd
naar Stavanger.
Uit West-Terschelling wordt van 8 dezer gemeld
dat de Terschellinger loods rinkelaar no. 4, schipper
IC. Molenaar, bemand met nog zes andere wakkere zeelie
den, de vorige week is vergaan. Door deze ramp ver
liezen 26 kinderen hun vaders, 5 vrouwen hare echtge-
nooten en eene moeder haar zoon en steun.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 13 December. Raapolie op 6 weken 37J.
Lijnolie op 6 weken 35.j.
Oostburg 11 December. Bij ruime aanbieding bestond
heden weinig kooplust voor tarwe, rogge en haver, en
waren de artikelen niet dan lager te plaatsen; goede
gerst bleef omtrent als voren en paardenboonen in puike
soort hooger betaald; erwten voortdurend boven de
waarde gehouden. Puike nieuwe tarwe 14.75 a 15.
Gemeenere en blauwe dito ƒ12 Sl 14. Nieuwe Zeeuwsche
rogge 9 a 11. Nieuwe wintergerst 7.25 a 8. Dito
zomergerst /7 .a 7.50. Haver ƒ4 a ƒ5. Kanariezaad ƒ13
a 14. Paardenboonen ƒ8.50 a ƒ9.40. Grauwe en groene
erwten 8 a 9.25.
Middelburg 12 December. De aanvoer uit Walcheren
was alleen van tarwe tamelijk groot, die uit het overige
gedeelte onzer provincie zeer matig. Tarwe met flauwe
vraag en in de beste soorten alleen begeerd en prijshou
dend. Rogge bracht bij uitslijting slechts vorige prijzen
op. Puike wintergerst goed prijshoudend met veel vraag
en zeer kleinen aanvoer. Walchersche en Zeeuwsche
zomergerst 10 a 15 cent per mud lager. Haver fiks prijs
houdend. Walchersche witteboonen met algemeene vraag
zoo voor hel buiten- als binnenland en 15 a 25 cent per
mud hooger betaald. Dito bruineboonen tot onveranderde
prijzen gekocht met flauwe vraag, Dito paardenboonen
ruim aangeboden en goed prijshoudend. Dito groene
erwten, in goede kooksoort begeerd, bij zeer verkleinen
den aanvoer en heel veel kooplust, 20 cent per mud
duurder betaald. Jarig en nieuw winterkoolzaad zonder
handel. Puike nieuwe Walchersche tarwe met flauwe
vraag, voor de beste soorten 15.25 tot 15.50 per mud
gekocht. Puike nieuwe rogge 11.65 a 11.75 per mud
besteed. Puike wintergerst tot 8 per mud met graagte
betaald. Dito Walchersche zomergerst zeer gezocht en
van 7.70 tot ƒ7.75 per mud gekocht. Zeeuwsche dito
7.50 per mua genomen. Walchersche witteboonen met
veel kooplust en van 13.50 tot 13.75 per mud met
graagte gekocht. Dito brnineboonen tot ƒ15 per mud
besteed. Dito paardenboonen tot 9 per uiud gekocht.
Dito groene erwten in goede kooksoorten op 10.50 per
mud gehouden tegen biedingsprijzen van ƒ10.25 tot
10.30 per mud met overblijvende koopers. Nieuw kool
zaad ƒ12.50 per mud nominaal. Raapolie ƒ39. Patent
olie 41. Lijnolie 40 per vat op zes weken, kontant 1
lager. Harde lijnkoeken ƒ13. Zachte dito 15 de 104 st.
gemiddel.de marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe 15.25 en rogge
ƒ11.25. Aardappelen 3.10a 3.30 perNed. mud. Versche
boter 1.08 a 1.12 per Ned. pond.
Prijzen van elleeten.
Amsterdam 13 December 1867.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2J- pet. 53-jV
dito dito dito 3 62j|-
dito dito dito 4 83j
Aand. Handelmaatschappij 4j
België. Certificaten bij Rothschild 21
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 921
Certific. Hope Co4 59
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 „711
dito dito Leening 1860 4j 76#
dito f 1000 1864 5 84#
Certificaten6
Aand. spoorweg185#
Oblig. 1000 1866 5 83i
Loten 1866 5 187Ï
Polen. Schatkistobligatiën 4 59#
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 46tV
dito 1847/18522j 23tV
Oostenrijk, dito rente Amsterdam 5 65f
dito 1864 5 56#
dito fr. 500 1865 61##
dito nationale5 51-ft-
Bankactiën3
Italië. Leening 18615 40#
Spanje. Obligatiën3 thans 2f 34iV
Amortisable schuld
Portugal. Oblig. 1858—1862 3 391
Griekenl. dito (blauwe)5
Turkije. dito (binnenl.)5 31#
Amerika. dito Vereenigde Staten (1882) 6 76 iV
dito Illinois7 84
dito St. Paul Pac. Spw. 2e sec. 7 50
dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec. (p) 7 39f
dito dito geconsolideerde .7 18#
dito dito debentures 8
Brazilië. dito 1852/63 41
dito 1865 5 73#
Mexico. dito 3 14#
Grenada. dito afgestempeld4}
Venezuela, dito2 8r#
Middelburg, 13 December 1867.
DIAKENEN der Nederduitsch Hervormde gemeente
alhier, berichten met hartelijke dankzegging, dat zij
voor hunne gewone jaarlijkscbe of Wintercollecte, alsnog
ontvangen hebben een som van 77.61, waaronder: door
tusschenkomst van den heer Mr. M. II. van Diggelen
25, en door die van den heer E. Hagoort mede 25;
voorts in de Nieuwe kerk opjl. Zondag, voormiddags
van S. N. ƒ1, van een onbekende ƒ0.50, en des avonds
van X 0.35.
De geheele Collecte bedraagt thans ƒ2276.96.
Diakenen voornoemd,
A. J. VAN DEINSE Jr., Voorzitter.
P. A. VERHULST, Kassier.
A. E. patW^S,-Secretaris.