MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 199.
Zaterdag
14 December.
1867.
öimmilcmü.
Editie van Vrijdag avond 8 uren.
Gemengde berichten.
De Burgemeester eu Wethouders van Vlissingen
maken bekend:
dat op Maandag den 23 December 1867, des namiddags
te 2 uren, ten raadhuize aldaar, zal worden aanbestee d:
Het smids-, loodgieters- en straatmakers-
werk, het rijden van vrachten en de leve
ring van hout-, ijzer- en verfwaren, ten
dienste der gemeentewerken, gedurende
het jaar 1868.
Volgens bestek en voorwaarden ter lezing liggende
ter gemeente secretarie.
Vlissingen, den 12 December 1867.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. W. CALLENFELS.
De secretaris,
P. FORBES WELS.
Middelburg 13 December.
Het Volksblad van gisteren uit den wenach om thans in,
of liever bij monde van een„ waarlijk" conciliant minis
terie aan het bestuur te komen. Het belooft gouden ber
gen van de concilianten aan de groene tafel. Volgens
het Volksblad kan er in de tegenwoordige omstandig
heden „wel niets anders overschieten dan eene nieuwe
kamerontbinding nadat de krediet-wetten door de eerste
kamer zullen zijn aangenomen, of de proeve van een
Waarlijk conciliant ministerie." Het regeeringsprogramma
van zulk een ministerie geeft het Volksblad voorts
•n deze woorden, welke als naar gewoonte zeer ondui
delijk en verward zijn, en waarvan de lezers mogen
hegrijpen wat zij kunnen
„Noch de conservatieven, nog de liberalen hebben
eene vijandige oppositie van de conciliante richting te
vreezen. Deze moge partijdigheid en eenzijdigheid
streng veroordeeienwaar zich die verkeerdheden
openbaren, zij zal niet met politieke motiën en begroo-
tings-afstemmingen om partijbelang den vooruitgang
Vertragen. De ware conciliante richting zoekt zoo veel
ttogelijk het goede tot stand te brengen, door alle ver-
Warring te ontwijken; zij tracht door onpartijdige en
zelfstandige beoördeeling den vooruitgang zoo krachtig
Hogelijk te bevorderen, hetzij het ministerie zich
bevindt in handen van de partij der liberalen of van de
partij der conservatieven, of van de mannen van hunne
richting. De personen en de nevenbedoelingen laat de
Conciliante richting liggen; zij jaagt geen ander doel
ha, dan velen te vereenigen in hetgeen voor het land
Weldadig is."
Men zou aan het Volksblad kunnen vragen waar zulk
eene richting in Nederland van baar bestaan beeft doen
blijken.
Het wetsontwerp waarbij aan de regeering een krediet
van f 500,000 wordt toegestaan, tot voorloopige overne-
ming van de exploitatie der staatsspoorwegen, is gisteren
door de tweede kamer aangenomen, nadat het door den
minister van binnenlandsche zaken in dien zin gewijzigd
was, dat het krediet, in plaats van over drie, over vier
maanden wordt uitgestrekt.
Gedurende de maand November jl. zijn op het kanaal
door Zuid-Bevelaud op- en afgevaren:
aan de sluis te Hansweert: 9 zeeschepen, metende
2338 ton63 rijnschepen, metende9051 ton; 1429 lichters,
vletters en andere binnenlandsche vaartuigen, metende
67,900 ton; en 69 stoomschepen, metende 10,391 ton; en
aan de sluis te Wemeldinge; 9 zeeschepen, metende
2338ton; 63rijnschepeu,metende9051 ton; 1541 lichters,
ketters en andere binnenlandsche vaartuigen, metende
68,394 ton;en 69 stoomschepen, metende 10,391 ton.
Bij koninklijk besluit van 8 dezer is aan de commissie
ttit de staten van Groningen, belast met het onderzoek
haar de bevoegdheid der staten om do instructie van
gedeputeerde stateD aan te vullen met voorschriften
betrekkelijk de wijze van behandeling van geschillen
van bestuur enz., machtiging verleend om na de sluiting
^an de najaarsvergadering der staten hare werkzaam
heden voort te zetten.
in behandeling genomen) zal aanvangen op den spoor
weg van Rotterdam naar Gouda, nabij de draaibrug
over de ringvaart van den Zuidplaspolder, en is verder
ontworpen in nagenoeg rechte richting naar's Graven-
hage, langs de noordoostelijke grens van de kom dier
gemeente, eindigende aan den Bezuidenhoutschen weg.
Van het aldaar te maken station is hij het plan gere
kend op een verbindingsweg naar de Hollandschen
ijzeren spoorweg, aansluitende aan dien spoorweg, ten
noorden van de Delftsche trekvaart. Stations en halten
zijn ontworpen: voor de gemeenten ZevenhuizenMoer-
capelle in deu tweemanspolder nabij den ringdijk van
den Zuidplaspolder; voor de gemeenten Soetermeer
Zegwaard nabij den Molenweg; te Voorburg aan de zuid
zijde van de kom der gemeente; te 's Gravenhage ten
zuidoosten van en grenzende aan den Bezuidenhout
schen weg.
De spoorweg Harmeien—Breukelen, waarvoor het
vereischte wetsontwerp mede heden aan de orde is, gaat
uit van den Nederlandschen Rijnspoorweg van Rotter
dam naar Utrecht nabij bet station Breukelen en aanslui
tende nabij dat station aan den Nederlandschen Rijn
spoorweg van Utrecht naar Amsterdam. Door den aanleg
van dezen spoorweg wordt voor het rechistreeksch ver
keer tusschen de twee groote koopsteden des rijks, langs
den Nederlandsehen Rijnspoorweg, de thans bestaando
omweg over Utrecht vermeden, en de afstand tusschen
die twee gemeenten langs dien weg met ruim 16 kilo
meters verminderd.
De spoorweg van Gouda naar 's Gravenhage (waarvoor
het onteigenings-ontwerp heden door de tweede kamer is
In de Stoompost leest men het volgende:
„Het Bataafsch genootschap der proefondervindelijke
wijsbegeerte hield den 16 November te Rotterdam eene
algemeene vergadering.
„Het genootschap had onder andereu uitgeschreven de
prijsvraag, dat het verlangde proeven en juiste opgaven
omtrent de hoeveelheid slib, die op eenig punt onzer
hoofdrivieren gedurende verschillende tijden van het
jaar wordt afgevoerd. Hierop was éen antwoord inge
komen, hetwelk, als naar gewoonte, was gesteld Om
advies in handen van drie leden consulenten, wier
namen geheim blijven, maar wier adviezen worden voor
gelezen. De eerste consulent stelde kort en goed voor
bet antwoord te bekroonende tweede om het te
bekroonen, mits de schrijver eenige aanvullingen had
gemaakt, en de derde wilde het insgelijks bekroonen, als
beantwoordende aan de prijsvraag.
„Niet weinig was men daarop verrast, het bestuur aan
de vergadering te booren voorstellen om het stuk niet
te bekroonen, maar loffelijk te vermelden met uitnoodi-
ging aan den schrijver, het aan te vullen en nogmaals in
te zenden, als een antwoord op dezelfde prijsvraag, die
wederom zou uitgeschreven worden. Het bestuur grondde
dit advies op het beweren, dat de proeven en opgaven
niet voldoende waren.
„Dit advies gaf tot velerlei gedachtenwisseling aan
leiding, en eenige leden stelden voor, het antwoord
voorwaardelijk te bekroonenhet bestuur beweerde
evenwel, dat verschillende opgaven, zooals de water
standen, in de verhandeling ontbraken. Het liet zich
aanzien, dat bij eene stemming der leden de prijsvraag
voorwaardelijk met goud zou bekroond worden, toen
onverwacht, op bet oogenblik, dat de disenseiën gesloten
waren, en tot de stemming zou worden overgegaan, de
beer J. van der Toorn, ingenieur van den waterstaat die
als lid van het genootschap op de vergadering tegen
woordig was, verzocht, dat niet tot eene stemming zou
worden overgegaan, aangezien hij de schrijver was en
geen bekrooning begeerde.
„De heer van der Toom wederlegde al de gemaakte
aanmerkingen en toonde aan, dat deze allen ongegrond
waren, waarna bij zijne verhandeling aan tiet.genootschap
ten geschenke aanbood.
„De tegenstanders dor bekrooniDg wisten tegen deze
bezwaren niets in te brengen en zwegen; tevens bleek
bet, dat zij onbekend waren met deri inhoud dier ver
handeling, en er dus een hoogst oppervlakkig oordeel
over hadden geveld.
„De waarnemende president betuigde zijnen dank aan
den heer van der Toorn on zeide, dat de verhandeling
in de werken van bet genootschap zou worden opge
nomen.
„Een der leden vestigde er de aandacht van het be
stuur op, dat het wensehelijk zou zijn, dat de verhande
ling, alvorens afgedrukt te worden, gesteld werd in han
den van den schrijver, omdat blijkbaar een gedeelte er
van in het ongereede was geraakt, immers een dor leden
van het bestuur had tot bestrijding der bekrooning
onder anderen aangevoerd, dat er waterstanden enz. in
ontbraken, die volgens den schrijver er wel degelijk in
stonden.
„Deleden van bet bestuur hielden zich eenige minuten
onledig met het nazien der verhandeling, waaruit bleek,
dat de bewuste opgaven er wel degelijk in stonden.
Hiermede liep deze voor do eer van het genootschap zoo
treurige gebeurtenis ten einde, en hield de vergadering
zich onledig met het opmaken van een tal van prijs
vragen, die uitgeschreven zouden worden."
Benoemingen en besluiten.
in DDK korden. Vergunning verleend aan den Oost-
Indisohen ambtenaar J. G. F. Riedel, adsistent-resident
van Gorontalo (residentie Menado) tot het aannemen der
versierselen van ridder 2e klasse der orde van den Ziih-
ringer leeuw, hem door Z. K. H. den groothertog van
Baden geschonken.
kegeh. Op verzoek aan den luitenant-generaal C.baron
Nepveu, Zr. Ms. adjudant in buitengewonen dienst, chef
van den generalen staf, op de meest eervolle wijze uit
laatstgemelde betrekking ontheven en, onder dankbe
tuiging voor de vele en gewichtige diensten daarin be
wezen, op pensioen gesteld, met bepaling van het bedrag
van dat pensioen op f 3000 's jaars.
Benoemd tot officier van gezondheid bij bet koloniaal
militair invalidenhuis op Bronbeek de gepensioneerde
officier van gezondheid le klasse van bet leger in Neder-
landsch Indië E. W. Muller, met ingang van 1 Januari a.
ministers van staat. Benoemd tot minister van
staat de luitenant-generaal C. baron Nepveu, Zr. Ms. ad
judant in buitengewonen dienst.
politie. Benoemd tot commissaris van politie en
waterschout te Eukhuizen J. W. Kemna, thans commis
saris van politie te Brielle; tot commissaris van politie
en waterschout te Brielle L. A. J. F. Voltelen, thans com
missaris van politie te Eukhuizen.
Kerknieuws.
De heer H. Poelman, predikant bij de Nederduitsche
hervormde gemeente te Arnemuiden, is als zoodanig
beroepen naar Katwijk aan Zee.
Marine en leger.
Zr. Ms. raderstoomschip Banka, onder bevel van den
luitenant ter zee le klasse A. W. Keuchenins, is op zijne
reis naar Oost Indië in den voormiddag van den 12 dezer
te Plyinonth aangekomen. Aan boord was alles wel.
De officier van administratie le klasse G. J. M.
Koopman, laatstelijk behoord hebbende tot het eskader
in Oost-Indië en den 6 dezer van daar in Nederland
teruggekeerd, is met dat tijdstip op non-activiteit
gebracht.
Rivierberichlen
Van jl. Dinsdag luiden de berichten aldus:
Te Westervoort is tengevolge van liet menigvuldige
drijfijs de schipbrug over den IJsel weggenomen.
Den 9 dezer was de rivier te Deventer met drijfijs ge
heel bedekt; het nam in den loop van den dag zoozeer
toe, dat het ijs zich in den achtermiddag vóór de brng
vastzette en men de schipbrug zelve heeft moeien afne
men, zoodat de gewone communicatie gestremd is en de
overtocht per pont plaats heeft.
Voorts meldt de Staatscourant het volgende:
„Den 9 December te Nij megen, te Arnhem, te Vreeswijk
en te Maastricht eenig drijfijs.
„Te Arnhem werd aanstalte gemaakt tot het opruimen
der schipbrug; teNijmegen was de giefbfug nog gangbaar.
„Te Vreeswijk was de schipbrug grootendeels ingeno
men en de overtocht geschiedde aldaar met zeilpont en
roeibooten. De schotbalken in de groote sluis en die in
de eerste en vierde waterkeering der bulpsobutsluis
werden geplaatst."
De Staatscourant van gisteren meldt het volgende:
„Den 10 dezer langs al de rivieren drijfijs. Te Kampen
zat het den 9 boven de brug reed3 vast. Beneden de
brug een zoom drijfijs langs den linker oever.
„De gierbrug te Nijmegen, en de schipbruggen te Keu
len, te Arnhem, te Westervoort, te Bommel en te Hedel
zijn ingenomen en in de havens geborgen.
„Te Gorinchem is de scheepvaart gestremd, de haven
dicht gevroren, de sluizen en duikers gesloten.
„Den 11 dezer te Keulen weinig drijfijs, dooi weder."
Woensdag was de Maas voor Rotterdam nagenoeg
vrij van ijs. Ook voor Delfshaven was het water weder
open en de scheepvaart hervat.
Uit Leeuwarden wordt van 9 dezer aan de Nieuwe
Rotterd. courant geschreven dat dr. Eeclo Verwijs, pro
vinciaal archivaris bibliothecaris, lid van den gemeente
raad, schoolopziener enz., zich eerlang te Leiden zal