s CUtitertlariö. fy attïxc t\)dïraMgl]riö. 2ltwertcrtttën. Overleden: H. Hubregtse, weduwn. 80 j. C. L. Block, H&n van F. Lauwereijns, 41 j. C. Zanboer, man van Dronkers, 38 j. M. M. Vader, z. 3 w. J. C. Bijleveld, ^•2 j. C. S. Boone, vrouw van S. P. van der Meer, 68 j. Goes. Gehuwd: J. Scheffers, jm. 29 j. met N. Kooman, ld. 28 j. J. van Liere, jm. 22 j. met A. A. Timmerman, jd. 25 j. Bevallen: C. Wessels, geb. Hamelink, z. C. Bannet, £eb. Frank, z. P. J. Meijler, geb. Heyblom, z. J. van den &oase, geb. Fret, d. J. van Liere, geb. v. d. Boogaart, d. Overleden: W. van de Velde, d. 11 in. Zierikzee. GehuwdH. Vroegop, jm. 27 j. met S. H. Pampoene, jd. 33 j. Bevallen: A. Freeke, geb. Kister, z. P. Haringx, geb. Van de Valk, d. E. L. van de Polder, geb. de Weert, d. H. Willemse, geb. van der Noot, z. A. J. Kenens, geb. Schouten, d. J. J. Rodoe, geb. Hagesteijn, z. Overleden: A. M. de Moor, wed. L. de Graaf, 76 j. J. Bolle, d. 13 j. C. Findsom, d. 6 m. A. Nugteren, Weduwn. 74 j. In de maand November 1867 zijn in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven te middelburg: Huwelijken 18; geboorten 36 (zoons 20, dochters 16); Sterfgevallen 24 (van bet mannelijk geslacht 13, van het vrouwelijk 11): levenlooze geboorten 1. Elders over leden 1. De ouderdom bij het overlijden was als volgt: beneden het jaar: 7. vau 1 tot 5,0. 5 tot 10,1. 10 tot 15, 1. 15 tot 20, 0. 20 25,2. 25 30,2. 30 35,0. 35 40,2. 40 45,0. 45 50,0. 50 55,1.55 60,2. 60 65, 2. 65 70,2. 70 75, 0. 75 80,1. 80 85, 0. 85 90, 0. 90 95,1. te vlissingen: Huwelijken 2; geboorten 28 (zoons 15, dochters 13) Sterfgevallen 22 (van hot mannelijk geslacht 7, van het vrouwelijk 15); levenlooze geboorten 3. De ouderdom bij het overlijden was als volgt: beneden het jaar: 4. Van 1 tot 5,1. 5 tot 10, 1. 10 tot 15,1. 15 tot 20, 0. 20 25,1.25 30,1. 30 35,0. 35 40,0. 40 45, 2. 45 50, 0. 50 55, 2. 55 60, 1. 60 65,0.65 70, 2. 70 75,3. 75 80,2. 80 85,1.85 90,0. 90 95,0. te zierikzee: Huwelijken 7; geboorten 22 (zoons 6, dochters 16); sterfgevallen 13 (van het mannelijk geslacht 8, van het Vrouwelijke 5); levenlooze geboorten 3. De ouderdom bij het overlijden was als volgt: beneden het jaar: 1. Van 1 tot 5,2. 5 tot 10, 1. 10 tot 15, 0. 15 tot 20, 2. 60 65,2.65 70,1.70 75,2.75 80,1. 80 85, 0. 85 90, 1. Verkoojiingen cn aanbestedingen. *Heden is aan het strand bij Dishoek, gemeente Koude- kerke, ten verkoop aangebodenbet aldaar gestrand liggend gekoperd Engelsch barkschip Maximillian, tehuis behoorende te Yarmouth (Nova Scot.ia) gekomen van Philadelphia, geladen geweest met petroleum, met be stemming naar Antwerpen. Verkocht voor 2300. Tlierniojneterstand. 9 Dec. 's av. 11 u. 24 gr. 10 's morg.7 u.31gr.'s midd.1 u. 40gr.'sav. 11 u.42gr. 11 'smorg.7 u.44 'smidd. 1 u.46gr. gtaten-generaal. tweede kamer. Zitting van Maandag 9 December. Ingekomen wetsontwer pen aanneming verschillende ontwerpeninterpellatie omtrent de Indische hegrooting; idem over de zaken der kanaalmaatschappij regeling werkzaamheden. Zijn ingekomen vier wetsontwerpen1. tot onteige ning van perceelen ten behoeve van den spoorweg van Gouda naar 's Graven hage; 2. idem voor den spoorweg van Harmelen naar Breukelen; 3. verandering der gren- 2ct> tusschen de gemeenten Oostzaan en Wormer; 4. ver andering der grenzen van de gemeenten Haarlemmerliede, Hpaarnwoude en Sloten. .Na eenige discussie en het daarbij geven van inlich tingen door den minister van binnenlandsche zaken, Worden achtervolgens aangenomen de volgende wetsont werpen: 1. tot vaststelling der begrooting voor de alge- meene landsdrukkerij, dienst 1868; 2. verhooging der begrooting van de landsdrukkerij, dienst 1866; 3. be grooting voor de gestichten te Ommerscbans en te Veen buizen, dienst 1868en 4. vereeniging der gemeenten Schiedam en Oud- en Nieuw Mathenesse, met toevoeging van een deel der gemeenten Ivethel en Spaland en Vlaardinger-ambacht. Het wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk IVa der staatsbegrootuig voor 1867 werd ingetrokken, omdat e bedoelde verbooging zal worden gebracht op de defini- tieve begrooting voor 1868. Door den beer Fransen van de Putte werd vervolgens ~e behandeling der Indische begrooting ter sprake ge dacht. Hij wees er op dat het verslag der kamer nog Meeds onbeantwoord was gebleven en vreesde dat het t°t moeielijkbeden in de Indische administratie zou "anleiding geven, wanneer de begrooting van 1867 ®®nvoudig voorloopig bleef werken, waartoe de compta biliteitswet bevoegdheid gaf. Hij meende dat door de jegeering een ander middel moest zijn voorgedragen om Jb de te verwachten moeilijkheden te voorzien. Zij had de begrooting kunnen laten behandelen met weglating van alle betwistbare posten, waardoor alle politieke discussie zou kunnen worden vermeden. De minister van koloniën gaf te kennen dat hij in de onmogelijkheid was het verslag eerder te beantwoorden; dat hij op het einde der week met zijn antwoord gereed hoopt te zijn; dat het geval reeds voorzien was dat de hegrooting niet vóór 1 Januari in Indië kan worden afgekondigd en dat de gouverneur-generaal was aange schreven alles voor te bereiden om den dienst op de loopende begrooting voort te zetten. Heden een kre- dietwet voor Indië voor te stellen kwam niet te pas, want de comptabiliteitswet had reeds in het geval voor zien dat de begrooting niet op den behoorlijken tijd gereed zou zijn. Ook de minister van binnenlandsche zaken gaf te kennen dat er geen reden was om een buiteugewonen maatregel voor te dragen, daar de comptabiliteitswet uit drukkelijk voorschrijft dat, wanneer de begrooting voor het volgend dienstjaar niet vóór 1 Januari was afgekon digd, de begrooting van het loopende jaar bleef werken. Stremming in den dienst was niet te wachten, want de gouverneur-generaal had steeds de bevoegdheid, zoo noodig, kredieten te openen. Er bestond dus geen reden tot het voordragen van een kredietwet. En wat het ver langen van den heer van de Putte betrof om alle politieke discussiën bij de vaststelling der Indische begrooting te vermijden, de minister zeide wel eens het oordeel der kamer te hebben willen vernemen, wauneerde regeering zoo iets aan haar had voorgesteld. Nadat de heer Fransen van de Putte had blijven volhouden dat er wel een ander middel te vinden ware om moeielijkbeden in den dienst te voorkomen, was dit incident afgeloopen. Hierop vroeg de heer Pijnappel verlof en werd hem dit verleend tot het richten van vragen aan den minister van binnenlandsche zaken betreffende de zaken der Amsterdamsche kanaalmaatschappij. Hij vroeg den mi nister overlegging van: 1. het door den concessionaris indertijd ingediend en door de regeering goedgekeurd plan van den aanleg der werken; en 2. het aannemings contract met den aannemer-aandeelhouder gesloten. Op verlangen des ministers is besloten het antwoord op die vragen uit te stellen tot Woensdag te 11 uren. Overeenkomstig het voorstel des voorzitters werd verder besloten morgen te 12 uren te behandelen1. de kredietwet voor buitenlandsche zaken; 2. verevening der uitgaven voor de emancipatie der slaven in West-Iudië; 3. vereeniging der gemeente Iioeuwijk en Sluipwijk, en daarna de wet op de middelen. Algemeen overzicht. Eergisteren zijn de interpellatie-debatten in de Ita- liaansche kamer van afgevaardigden aangevangen. In de allereerste plaats stelde daarbij de heer Sella voor om op nieuw plechtig bij parlementsvotum Home tot hoofdstad van Italië te verklaren. Ondersteund door eenige sprekers en als ontijdig afgekeurd door anderen, werd door den heer Ferrari voorgesteld om vóór de behandeling van dit punt de interpellatie-beraadslagingen te doen afloo- pen. Hiertoe werd door de kamer met 201 tegen 176 stemmen besloten. Voorts erlangde de heer Micelli het woord tot het doen zijner interpellatie omtrent de binnen landsche en buitenlandsche regeeringspolitiek. Hij trok te velde tegen de staatkunde, door de laatste ministeriën gevolgd, waarbij zooveel vertrouwen werd gesteld op de alliantie met Frankrijk, terwijl thans, na de verklaring van den minister Rouher, daaromtrent wel alle illusiëa geweken zijn en gebleken is dat de Fransche regeering vijandig tegenover de eenheid van Italië staat. Ten blijke dat het keizerlijk gouvernement te Parijs reeds dadelijk zelf de September-conventte geschonden had, legde de heer Micelli eenige livretten bij de kamer over, welke gevonden waren bij gesneuvelde pauselijke soldaten van het legioen van Antibes, waaruit ten duidelijkste werd bewezen dat deze soldaten zich nog werkelijk in Fran- schen dienst bevonden. Ten slotte verklaarde de spreker alzoo de houding van het ministerie Menabrea ten hoogste te moeten afkeuren. Nog andere leden der kamer hielden redevoeringen in denzelfden geest. Eergisteren zijn in het Fransch wetgevend lichaam de interpellatie debatten omtrent Dnitschland aangevangen. De heer Garnier-Pagès hield eene redevoering, waarvan het grootste deel betrekking had op de Romeinsche quaestie en de moeilijke positie waarin de Italiaansche regeering zich thans zag gebracht. Nu en dan ontlokte hij aan de meerderheid woedende interruptiën, vooral toen hij Frankrijk's isolement besprak en de waarschijn lijkheid eener alliantie tusschen den Noord-Duitschen bond en Italië. Na den heer Garnier-Pagès voerde de heer OUivier het woord, die in den laatsten tijd zich weder bij de oppositie heeft aangesloten. Hij verweet aan het gouvernement zijne dubbelzinnige politiek om trent Italië en Duitschland, welke het den eenen dag het tegenovergestelde deed verklaren van den anderen. Thans is de regeering weder aan de zijde van Italië's vijanden en, men wete het wel, zeide de heer Oilivier, deze beoogen het herstel der legitimiteit. Eene heftige interruptie van den heer Thiers had daarop eene soort van dialoog tusschen beide leden van het wetgevend lichaam ten gevolge. Ten slotte verklaarde de heer Oilivier dat naar zijne meening een einde moestkomen aan den tegenwoordigen dubbelzinnigen toestand, welke anders zou gaan gelijken naar den zegewagen op de colonnade van Perrault, welke aan de voor- en achterzijde met vier vurige paarden be spannen is, waardoor Frankrijk onbewegelijk op dezelfde plaats zou blijven stil staan. De heer Thiers repliceerde den heer Oilivier op zeer heftige wijzte. Eindelijk erlangde de regeering het woord. Bij monde van den minister van staat Rouher werd het verwijt van dubbelzinnigheid in de regeeringspolitiek bestreden. Wat Duitschland betreft wil Frankrijk in het fait accompli berusten, zoolang zijne waardigheid en zijne belangen daarmede niet gemoeid zijn. Volgens het Bulletin International zou het gerucht dat vorst Gortscbakoff als minister van buitenlandsche zaken te St. Petersburg zal aftreden alle geloof verdienen. Genoemd orgaan verzekert verder dat zijn opvolger reeds is aangewezen in den generaal Ignatieff, tbang ambassadeur van Rusland bij het Turksche hof. Indien dit het geval mocht zijn, blijkt hieruit, beweren sommige dagbladen, dat de Oostersche quaestie door Rnsland als rijp voor eene oplossing wordt beschouwd. Ook Engeland heeft thans zijne brieven-bistorie. Er schijnt blijkens beweringen in het lagerhuis een brief van koning Theodoros van Abyssinië te zijn weggeraakt aan het departement van buitenlandsche zaken, zonder dat de toenmalige minister dezen ooit in handen heeft gekregen. De niet-beantwoording van dezen brief door de Engelsche regeering zon oorzaak zijn geweest dat alle Eugelschen in Abyssinië in de gevangenis zijn geworpen. Lord Stanley werpt de schuld op loid Russell, maar in allen gevalle de brief is nooit beantwoord geworden en deze verloren brief is nu de oorzaak der expeditie thans naar Abyssinië gezonden. Graanmarkten enz. Amsterdam 11 December. Raapolie op 6 weken 37}. Lijnolie op 6 weken 351. Middelburg 11 December. Raapolie 37}. Patentolie ƒ39}. Lijnolie ƒ38}, op zes weken, contant 1 lager. Prijzen -van effecten. Amsterdam 11 December 1867. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 21 pet. 53-jy dito dito dito 3 62} dito dito dito 4 83 j} Aand. Handelmaatschappij 4J 135} België. Certificaten bij Rothschild 21 Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 92} Certific. Hope co4 Oblig. dito 1855, 6e serie 5 il| dito dito Leening 1860 76} dito 1000 1864 5 „84} Certificaten 6 Aand. spoorweg185} Oblig. 1000 1866 5 „83} Loten 18665 „187 Polen. Schatkistobligatiën 4 59} Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 46 dito 1847/185221 22}} dito rente Amsterdam5 66} dito 1864 5 57 dito fr. 500 1865 61} dito nationale5 511 Bankactiën3 Italië. Leening 18615 41} Spanje. Obligatiën3 thans 2} 34 Amortisable schuld Portugal. Oblig. 1856—1862 3 39}} Griekenl. dito (blauwe)5 10} Turkije. dito (binnenl.)5 31}V Amerika. dito Vereenigde Staten (1882) 6 76} dito Illinois 7 dito St.Paul &Pac. Spw.2e sec. 7 dito Atl.Gr.W.Spw. Ohiosec.(p) 7 dito dito geconsolideerde 7 18} dito dito debentures 8 22} Brazilië. dito 1852/63 4} 63} dito 1865 5 73} Mexico. dito3 14} Grenada. dito afgestempeld4} Venezuela, dito2 Arnemuiden, 11 December 1867. Het DIAKON1E-ARMBESTUUR dezer Gemeente, bewogen met den allertrenrigsten toestand, waarin zoo vele Armen, en vooral zulk een groot aantal Weduwen, zich thans bevinden, neemt door deze de vrijheid, even als in vorige jaren, een beroep te doen op de menschlie- vendheid van meer gegoeden, ter gemoetkoming in de overgroote Armoede, die hier heerscbende is. God verhoore onze Bede en Hij opene de harten om wel te doen daar, waar de Nood hoog gestegen is! De Heer P. M. DE LIGNIJ heett zich weder bereid verklaard om de Giften, die men mocht willen schenken, te ontvangen en over te roakeu. Het Diakonie-Armbestuur voornoemd, G. MEERMAN. j. DE RIDDER. Heden beviel voorspoedig geliefde Echtgenoot van Middelburg, 10 December 1867. J.E.KUN^j

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 3