s go Pf- „De rivier de Noord ia gedeeltelijk met ijs bezet; de Dordtsche stoomboot, die heden te 12 uren van Dord recht vertrok, passeerde het veer aan den Kinderdijk ruim half 2 uren, zjjnde het oponthoud veroorzaakt door den lagen waterstand, waardoor een schip in het vaar water de Noord aan den grond was gevaren; de binnen wateren zijn allen toegevroren en de ijsvreugd voor de schaatsenrijders heeft een aanvang genomen. „In den Rijn voor Arnhem was beden mede veel drijf- ijs; de schipbrug is afgenomen. „De gierpont over de Waal te Bommel is heden weg genomen. De overtocht geschiedt met de roeiboot." De Staatscourant meldt, dat te Keulen den 9den eenig dun drijfijs in de rivier was. Gemengde berichten. Uit Bergen-op Zoom werd van 7 December het vol gende geschreven: „Eenigen tijd geleden werden hier bij onderscheidene inwoners en aan alle koffiehnishonders exemplaren gezonden van de Rozendaalsche courant, waarin gewaarschuwd werd voor het Bergen-op Zoomsch Nieuws-en Advertentieblad,als nemende steeds artikelen over uit de radicale bladen, waarvan de lezing vooral voor catholieken gevaarlijk was. Daar niemand hier den Bergschen Moniteur, zooals hij in de wandeling spottend genoemd wordt, in handen neemt, als om de opgave van den burgelijken stand en de prijzen der boter en eieren na te zien, was men algemeen verwonderd zoo veel gewicht aan een blad te zien hechten dat steedsdoorzijne kleurloosheid heeft uitgemunt. Doch wat is nu gebeurd? In het nummer van den 4 December bevat het eeu hoofd artikel met het opschrift de Crisis, dat de eer is waardig gekeurd om in het dagblad van Zuid-Holland en 's Gra- venhage van den 6 dezer te worden opgenomen en voor gesteld als de meening uit te drukken der publieke opinie hier ter stede. Wat is echter het geval? Een offi cier van het garnizoen alhier heeft, naar men zegt, den heer van der Bilt Lamotte, die vroeger verbonden aan de redactie van het Dagblad, daarna te Brussel als haar Belgisch en voor de Echo du Parlement te gelijk als Nederlandsch coriespondent werkzaam was, en thans redacteur der Rosendaalsche courant is, het bewuste artikel laten opstellen en aan den uitgever van het Beigeu-op-Zoomsch Nieuws- en Advertentieblad ter plaatsing gezonden, die het om zekere reden niet heeft kunnen weigeren, doch openhartig, zoo als hij altijd is, er ook geen geheim van heeft gemaakt. En dan zegge men nog dat de natie niet wordt om den tuin geleid!!" (W. Rolt. cour.) Men leest in het Weekblad voor het onderwijs: „In den tijd dat men van de hooge regeering de beslis sing wacht van het al of niet invoeren der spelling van de heereu de Vries en te Winkel op de scholen, acht ik de mededeeling van het onderstaande niet van belang ontbloot. De notaris D. zond dezer dagen een acte naar het kantoor der registiatie, om die te doen registreeren. Hij ontving die ongeregistreerd terug met bericht, dat ze niet kou worden aangenomen, omdat men zich van de nieuwe spelling bediend had! De ontvanger der registratie had eene missive in dien geest van het gouvernement ontvangen!" lu eenc gemeente van het rijk heeft zich het geval voorgedaan, dat een bruidspaar voor den ambtenaar van den burgerlijken stand is verschenen, om een huwelijk te voltrekken. Alle stukkeu waren in volmaakte orde. Nadat de ambtenaar had verklaard, dat zij door den echt aan elkander verbonden waren, weigerden evenwel de partijen te teekenen, omdat zij zich wenschten te verwij deren. Men vraagt of dit huwelijk als wettig te beschou wen is. De Gemeentestem antwoordt, dat het huwelijk voltrokken is, nadat de ambtenaar van den burgerlijken stand verklaard heeft dat zij door den echt zijn verbon den, en de acte slechts dient, om het bestaan van het huwelijk te bewijzen. Dit bewijs kan evenzeer geput worden uit eene acte, die door den ambtenaar en de ge tuigen is opgemaakt, met vermelding der weigering van de partijen. Wij voegen hierbij, dat de ambtenaar niet kan verklaren dat het huwelijk is voltrokken voordat de partijen de verklaring hebben afgelegd, dat zij elkan der tot echtgenooten aannemen. Ook daaruit blijkt o. i., dat de wettigheid van het huwelijk, niettegenstaande eene weigering tot onderteekening, onbetwistbaar is. {Handelsblad.) De minister van financiën heeft den 6 dezer aan de directeurs der directe belastingen enz. de volgende mis sive doen toekomen „Door de nieuwspapieren is van tijd tot tijd medegedeeld, dat aan de hoofd-ambtenaren der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen, bij aftreden, bij verandering van betrekking of bij het vieren van de eene of andere feestelijke gelegenheid, door de onder hunne bevelen geplaatste ambtenaren geschenken als bewijzen van achting en sympathie zijn aangeboden. Dergelijke geschenken, al mocht de bijdrage, die daarvoor door het meerendeel der bedoelde ambtenaren wordt gegeven, ook gering zijn, acht ik om meer dan óene reden niet bevorderlijk voor de belangen der dienst. Het zou mij daarom aangenaam zijn, dat voortaan, wanneer van het voornemen der amb tenaren mocht blijken 01D hunnen meerderen geschenken aan te bieden, de noodige wenken werden gegeven dat van dat voornemen worde afgezien." De te Parijs gehouden conferentie der maatschap pijen tot het verstrekken van onderstand aan gewonde militairen in tijd van oorlog heeft, behalve de zilveren medaille aan den officier van gezondheid Verspyck, aan Nederlanders nog de volgende medailles toegekend: de gouden medaille aan Z. K. H. prins Frederik; zilveren medaille aan den luitenant-generaal Knoop, den kolonel Besier, den oud minister Bosscha, en den kapitein Koster; zilveren en bronzen medaille aan doctor Basting en aan den schout-bij-nacht van Karnebeek; eene bronzen medaille aan den kapitein Herckenrath. Voorts is aan alle comités-genenaal eene zilveren en aan de secretaris sen dier comités eene bronzen medaille toegekend. Eergisteren avond, terwijl de heer Hartog, predi kant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Rot terdam, bij gelegenheid zijner openbare voorlezing in het kerkgebouw der Engelsch Presbyteriaansche ge meente, als spreker was opgetreden, raakte een stuk pleisterwerk van het plafond der kerk, ongeveer boven den predikstoel, los en stortte naar beneden. Dit bracht dadelijk een algemeenen schrik teweeg, waaruit zulk eene verwarring en gedrang ontstond, dat de bijeenkomst verder niet kon plaats hebben en de aanwezigen dus ten spoedigste het gebouw verlieten. Meer uitvoerige berichten omtrent den cycloon te Calcnttaop 1 November melden, dat de regens reeds op gehouden hadden, toen op 26 October plotseling het weder nat en guur werd. Den 1 November te 3 uren begon de barometer te dalen en de wind op te steken. Tegen donker werd het meer en meer duidelijk, dat een storm op handen was. Te tien uren hadden de sloten en hengsels van deuren en luiken het reeds hard te verantwoorden, en van toen af tot vier uren hielden de geweldige rukwinden aan. Alleen werden sedert twee uren de aanvallen zeldzamer. De wind was gelukkig met den stroom van de rivier mede, zoodat men van water geen overlast had. Het aantal schepen, die verongelukt en beschadigd zijn, is zeer aanzienlijk. De woningen der inlanders zijn bijna allen vernield. Bij de derde acte van de opera, die niettegenstaande het weder doorging, brak de wind deuren en vensters open en maakte de verdere voorstelling onmogelijk. Eenige Europeanen zijn door vallende voorwerpen getroffen en gewond of gedood. Eene Europeaansche vrouw is onder haar instortend huis gedood. In Sealdah is het spoorwegstation van dak be roofd en zijn een aantal waggons langs de rails voortge dreven. Aldaar is ook een hospitaal zeer beschadigd, waar 369 zieken den geheelen nacht aan regen en wind zijn blootgesteld geweest. Ook in andere voorsteden hoort men van vele dooden en gekwetsten. Charles Dickens is in Amerika met zeer veel enthousiasme ontvangen. Meer dan 7000 personen woon den zijn eerste lezing te Boston bij. Nog grooter was zijn snccès te New-York, waar men bij zijne conferentie 100 dollars voor een plaats betaalde. Omtrent de zaak der vergiftiging van gravin Chorinsky verneemt men te Weeuen dat de mededee- lingen van jonkvrouw Ebergenyi zeer bezwarend zijn voor den echtgenoot der vermoorde, die te Munchen gevangen zit. Graaf Chorinsky echter ontkent alles. In de nalatenschap der vermoorde heeft men verscheidene testamenten gevonden, waaruit blijkt dat de overledene sedert lang vrees koesterde, dat zij een gewelddadigen dood zou ondergaan. Uit de instructie, zegt men, schijnt ook te blijken, dat die vrees dor gravin niet ongegrond was. Nabij Sperenberg, regeerings district Potsdam, is in de vorige maand, op eene geringe diepte, eene zout- bank ontdekt. Sedert dien tijd heeft men het onderzoek voortgezet en door boring gevonden, dat de bank eene dikte heeft van meer dan 100 voet. Het zout is volkomen wit en bevat geene kali- of magnesia-zouten. Dewijl men de boring Dog niet zoo diep heeft voortgezet, dat men door de zoutbankisgekomen, hoopt men daar kali-zouten aan te treffen, gelijk heeft plaats gehad te Stassfurt hetgeen eene buitengewone waarde aan deze nieuwe en toch reeds zoo rijke zoutmijn zou geven. Omstreeks driejaren geleden werd een neger, met name Crowther, in Engeland tot anglicaanach bisschop voor het gebied van den Niger gewijd, na wetenschap pelijke opleiding aan eene Engelsche hoogeschool geno ten en er den graad van doctor in de godgeleerdheid verworven te hebben. Zijne afkomst, gelaatskleur, zeden en ligchaamsgestel werden geacht als hem bijzonder ge schikt te maken voor de leiding der kerkelijke zaken op Afrika's westkust. Onlangs een berderlijken tocht langs den Niger doende, ging dr. Crowther zonder geleide aan land en begaf hij zich alleen onder eenen inlandsehen volksstam, gevestigd te Ida; doch de inboorlingen ont vingen hem slecht, sloten hem op en verklaarden hem niet dan tegen losgeld te zullen ontslaan, en een bisschop met een duizendtal slaven gelijkstellende, eischten zij als lo3geld zooveel als voor 1000 slaven betaald plagt te worden. Van de naaste Britsche nederzetting werd terstond een detachement kiijgsvolk naar Ida gezonden, om den bisschop te bevrijden; het geraakte slaags met de inboorlingen, waarbij de heer Feil, Britsch vice-consul, sneuvelde en een van zijne metgezellen door een vergif tigden pijl gevaarlijk gewond werd. Intusschen wist Crowther aan zijne bewakers te ontsnappen; zij snelden hem na, maar hij won het hun in snelheid af en bereikte vóór hen den oever der rivier, alwaar hij door eene Engelsche boot in veiligheid gebracht werd. Over de handelswaarde der paarlen leest men in het werk van Schleiden het volgende: „De beroemde Engelsche juwelier Jofferies zeide eens te recht, dat de paarlen daarom zoo gezocht en zoo edel zijn, omdat geene menschelijke kunst daaraan iets verfraaien of verbeteren kan en omdat zij niet kunnen worden nagemaakt of ver- valscht. De opbrengst van paarlen en het bedrag, dat de handel daarin omzet, zijn inderdaad verbazend. In Frank rijk alleen werd van 1837 tot 1865 voor een bedrag van 18,803,585 franken aan paarlen ingevoerd; in Engeland van 1853 tot 1855, dus in 2 jaren, voor 132,212 p. st. De waarde van Etiropeesche rivier-paarlen daarente gen is vrij onbeduidend, hoewel zij in verscheidene der Europeesche binnenstroomen voorkomen. In Saksen bedraagt de jaarlijksche opbrengt der paarlvisscherij van 85 tot 135 thaler, dus niet noemenswaardig. De prijs wordt even als bij alle edele gesteenten i» opklimmende evenredigheid berekend, d. i. de prijs ver meerdert spoediger dan bet gewicht. Te Hamburg bedraagt de gemiddelde prijs voor 1 lood paarlen, 200 4 300 stuks inhoudende, 100 thaler, terwijl 1 lood, 600 4 700 stuks inhoudende, slechts 50 tb. geldt. Eene enkele volkomen ronde paarl van 1 karaat kost 4.]r 4 5 thaler, een van 4 karaat kost 50 thaler, enz. Het groote feit van den dag te Londen is de groots meetingdercabmen inExeter-Halinden avond van3 dezer De groote zaal was stampvol met koetsiers en eigenaars van cabs. De vorige dagen was ieder van de talloozs cabs, die Londen doorkruisen, versierd met een groot bord, waarop stond: Geen verplichte lantaarns of verdere lastige reglementen." En daaronder: „Groote meeting in Exeter-Hall Dinsdag avond. - Alle voerlieden worden verzocht te vier nren thuis te zijn." En werkelijk was op dat uur de drukte van Londen verdwenen. Geen enkele cab bijna was er te zien, bij geen schouwburg of concertzaal, nergens. Aan de stations gaf dit de meeste verwarring. Wel hadden de meeste spoorwegmaatschap pijen andere rijtuigen gehuurd en ter beschikking der passagiers gesteld, doch dat bleek onvoldoende. Vooral de bagage gaf veel last. Doch hierin werd voorzien door 't geweldig aantal pakkendragers, dat voor deze gelegen heid als uit den grond opkwam, en door een menigte groente- en vischverkoopers, die met hunne wagens het publiek ten dienste wilden zijn. Een vreemdeling met eene dame had nog een ontrouwen eabman met zijn cab gevonden, en zij reden naar hun hotel in het Strand. Toen 't rijtuig echter in de nabijheid van Exeter-Hall kwam, waar de meeting gehouden werd en waar eenfl menigte menschen, die in de zaal geen plaats konden krijgen, buiten stond, ging de menigte hem achterna en wilde den koetsier te lijf. Deze legde de zweep op het paard, en eene harddraverij begon tnsschen het rijtuigi 't welk inmiddels omgeven werd door politie te paard en de menigte, gillende en schreeuwende, grootendeels vrouwen. De vreemdelingen, die zeker vreemd opgezien hebben van de drukte van Londen, zijn nog behouden in hun hötel gekomen, en de koetsier is ook onder ge leide der politie aan de woedende menigte ontsnapt. Minder goed liep het af met een ander koetsier, die met een cab, waarin een heer gezeten was, Trafalgarsquare passeerde, juist toen de menigte, die in Exeter-Hall geen plaats had kunnen vinden, daar eene tweede meetóiy hield Niettegenstaande de afkeuring van den voorzitter gingen een vijftigtal der aanwezigen op den eab af, zetten den passagier er uit, spanden 't paard af, wierpen den cab onderste boven en joegen den cabraan weg. Die tweede meeting heeft een besluit genomen, dat geen cab na 't val len van het donker op straat zal komen, zoolang de nieuwe bepalingen van kracht blijven. Toen eeuigo per* sonen met fakkels meer walm en verwarring dan licht gaven bij die meeting in de open lucht, begon een den kreet: „Geen lichten" aan te heffen, die een geruimen tijd door de meeting van oogenblik tot oogenblik onder gelach weer hervat werd, als zijnde te gelijk eeu profes' tegen de groote grief der nieuwe verordening. Woensdag is de quaestie voorloopig bijgelegd. Eenfl deputatie uit de huurkoetsiers heeft gehoor verzocht bij den minister van hinnenlandsche zaken, waar hunne zaak door lord Elcho werd voorgedragen. De minister Hardy weigerde, zich te verbinden tot intrekking va" het nieuwe reglement. Hij kwam echter in zoo ver aan de grieven der koetsiers tegemoet, dat hij beloofde, zo o mogelijk, een amendement in de wet te zullen brengen, waardoor de koetsiers meer onder zijn onmiddellijk toe zicht zouden komen dan onder dat van den directeur van politie. Voorts nam de heer Hardy op zich, een nader onderzoek naar de voorgedragen grieven te zullen in stellen. De koetsiers hebben zich voorloopig met die beloften tevreden gesteld en Woensdag avond circuleerde het gewone aantal cabs weder door de straten. Meteorologische waarnemingen, gedaan op 'srijks werf te Vlissingen, des middags 2 uur- December 1867. Wind. 93 ÉH v o H .2rö 1 03 CO 1 1 Z\v. t. Z. 2 W.NW. 3 NOost. éjZ. t. O. 5 Zw.t.Z 6 INWest. 7;NO.t.O. 4,74.4, 748.3 763.0 771.1 758.9 754.1 762.2 9.8 1.4 4.1 1.8 0.6 4.3 3.6 0 89 0.89 0.82 0.S2 0.82 0.92 0.83 8.09 4 51 5.03 4.32 3 95 5.72 4.94 d V" a a 03 ta 03 C=S 11.0 10.8 4.8 1.0 0.0 1.5 2.5 Aanmerkingen. dik betrokken regel" d.betr.reg. li. sn.on*- bew. regen sneeuw, lichtbewolkt helder, betr. sneeuwbuien, mist bewolkt regenl" lichtbewolkt. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwelijks afkondiging van den 8 dezer: J. Lampers, jm. 25 j. met C. Botting, jd. 20 j- M. van den Abeele, wednwn. 63 j. met M. M. Kwekkfl' boom, jd. 25 j. L. Laven, jm. 24 j. mot P.Iseboud, jd. 22 j- J. P. Pauli, jm. 33 j. met G. Hoogendorp, jd. 29 j. (Van 30 November tot 7 December.) Vlissingen. Gehuwd: D. H. Boekwijt, jm. 25 j. me' J. H. Borrie, jd. 23 j. Bevallen: A. P. M. van Opbergen, geb. Harmse, z- A. Durt, geb. Pennock, z. M. C. Bekker, geb. Jacobs, z- J. M. de Leyer, geb. Larsen, d. C. Klaasse, geb. Zacba- riasse, d. H. C. Velding, geb. Claver, d. II. Leemans, geD. Overkamp, d. C. M. Dobbelaere, geb. Le Cointre, z. S. Misdom, geb. Mahien, z.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 2