MIDDELBURGSCHE COURANT. N- 198. Donderdag 12 December. 1867. öinnniltnïiï. Editie van Woensdag avond 8 uren. PUBLICATIE. NATIONALE MILITIE. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen; Gezien art. 19 der wet van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72) maken bekend dat het register tot inschrijving van alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 Januari aanstaande hun 19de jaar zullen zijn ingetreden dierhalve zij die in 1849 zijn geboren zal gereed liggen ter gemeente-secretarie, van den 1 tot en met den 31 Januari 1868, van des voor middags 10 tot des namiddags 3 uren; dat voor ingezeten wordt gehouden: 1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moe der, of zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28 Juli 1850 (Staatsblad no. 44); 2. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden, voorafgaande aan den 1 Ja nuari van het jaar waarin hij zich moet laten inschrijven, in Nederland verblijf hield; 3. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt; dat niet voor ingezeten wordt gehouden de vreemde ling, behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, ot Waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72); dat hij die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, verplicht is, zich, zoodra dit plaats heeft ter inschrijving aan te geven bij burgemeester en wethouders der ge meente, waar de inschrijving volgens art. 16 moet geschie den (art. 20 der wet); dat voor de militie niet wordt ingeschreven 1. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2. de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten; 3. de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen of kolo niën woont (art. 17 der wet); dat de inschrijving geschiedt 1 van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beide overleden, de voogd woont; 2. van een gehuwde en van een weduwenaar, in de gemeente waar hij woont; 3 van hem, die geen vader, moeder ol voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont; 4. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader ot voogd bet laatst in Nederland gewoond heeft (art. 16 der wet); dat ieder, die volgens art. 15 behoort te worden inge schreven, verplicht is zich daartoe, bij burgemeester en wethouders, ter boven aangegeven plaatse en binnen den daur bepaalden tijd aan te geven, en dat bij diens onge steldheid, afwezigheid of ontstentenis zijn vader, of, is deze overleden zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is (art. 18 der wet). Belanghebbenden worden mitsdien dringend aange maand aan de op hun rustende verplichting te voldoen en wordt hun ten overvloede onder de aandacht gebracht, dat bij bovengemelde wet onder meer is bepaald dat met boete van f 25 tot f 100 wordt gestiaft de over treding van art. 18, en dat bij elke veroordeeling tot boeten, tevens door den rechter wordt bepaald, dat, in dien daaraan niet is voldaan binnen twee maanden nadat de veroordeelde tot betaling is aangemaand, de boete door gevangenisstraf van ten hoogste tien maanden zal worden vervangen. En is hiervan, voor de eerste maal, afkondiging ge schied waar het behoort, den 9 December 1867. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De secretaris, P. FORBES WELS. middelburg 11 December. De tweede kamer heeft gisteren de kredietwetten voor buitenlandsche zaken, de middelen en eemge wetten van ondergeschikt belang aangenomen. Met 62 tegen 5 stemmen is beslist, in strijd met het voorstel der centrale afdeeling, om de ingekomen onteigeningswetten heden te onderzoeken. In antwoord op de interpellatie van den heer Pijnappel [zie het verslag der zitting van Maandag, in dit nom- mer] heeft de minister van binnenlandsche zaken heden het plan en de bestekken betrekkelijk de Amsterdamsche kanaalmaatschappij overgelegd. Het contract van aanne ming verklaarde hij niet te kunnen overleggen, omdat het niet in het archief berust. De overgelegde stukken zjjn in handen gesteld eener commissie, bestaande uit de heeren Pijnappel, Godefroi, Stieltjes, Simons en 's Jacob. Het aangevraagde krediet van /'500,000 tot voorloopige overneming der spoorweg-exploitatie is na eenige dis cussie toegestaan. In de openbare terechtzitting voor burgerlijke zaken van het provinciaal gerechtshof in Zeeland, heeft de heer mr. Jan de Fremerij, benoemd tot griffier bij de arrondis- sements-rechtbank alhier, gisteren de beloften afgelegd, zooals die bij.art. 29 der wet op de rechterlijke organisatie en het beleid der justitie voor de leden der rechterlijke macht zijn voorgeschreven. Heden voormiddag te elf uren heeft in eene plechtige openbare terechtzitting der rechtbank de installatie van dien heer plaats gehad. Nadat hij door den substituut-griffier jhr. mr. M. W. C. de Jonge was binnengeleid, werd het woord verleend aan het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door den sub stituut-officier van justitie mr. J. Cohen. Deze requi- reerdo de installatie van den bij koninklijk besluit van 23 November jl. benoemden griffier, nadat vooraf voor lezing zon zijn gedaan van het koninklijk besluit van benoemingen de acte van eedsaflegging,alsmede acte van dit zijn requisitoir. Aan het gedaan verzoek om voorlezing gevolg gegeven zijnde, nam de voorzitter mr. J. H. de Stoppelaar het woord. Hij verzekerde in de eerste plaats, dat de bevor dering, welke den nieuwen griffier door 's konings keuze uit de door de rechtbank opgemaakte aanbevelingslijst te beurt valt, door den benoemden zeker gewenscht, ook der rechtbank niet anders dan aangenaam kan zijn. Voorts herinnerde hij dat door deze benoeming de plaats wordt vervuld van hem, die na ongeveer 30jaren trouwe ambtsvervulling, op zijn verzoek eervol is ontslagen, de plaats van mr. H. F. Lantsheer, die bij dit rechtscol lege meer dan 22 jaron met onverdroten ijver, orde en nauwgezetheid werkzaam was; die de betrekking van griffier op zulk eene voortreffelijke wijze vervulde, dat rechtbank en balie beide in hem het toonbeeld van een griffier bij uitnemendheid meenden te mogen zien. Met leedwezen zag men hem dan ook heengaan, niet alleen omdat mon hem achting toedroeg en zijne verdiensten en kundigheden op prijs stelde, maar ook omdat hij een ambtenaar was die bij de vele veranderingen in het college steeds zijne roeping getrouw is gebleven; niet alleen omdat hij bij zijn vertrek een schat van ervaring met zich neemt, maar meer nog omdat men nu zijn omgang missen moet. In den nieuwen griffier vertrouwt de rechtbank, vol- geus den voorzitter, een waardig opvolger van den heer Lantsheer te zullen vinden. In de waarneming zijner vroegere betrekking van substituut-griffier bij de arron- dissements-reohtbank te Amersfoort en na 1860 van die van griffier bij de rechtbank te Zicrikzeo, waaromtrent een loffelijk getuigenis vernomen is, vindt zij een meer dan voldoenden waarborg voor eene goede vervulling zijner nieuwe betrekking. De voorzitter sprak dan ook den wensch uit, dat het den griffier moge gegeven wor den zijn nieuwen werkkring vele jaren te vervullen met ijver en lust en tot bevrediging van allen die in hunne betrekking met hem in aanraking komen. len slotte bood hij hem, namens de rechtbank, met haar geluk- wensch tevens de verzekering aan, dat hij haar in zijne betrekking van griffier welkom is, en verklaarde hem daarna geïnstalleerd. De geïnstalleerde, het woord gevraagd en verkregen hebbende, verklaarde dat de benoeming tot deze zijne nieuwe betrekking, welke zeker meer omvangrijk dan zijne vorige zal zijn, hem aangenaam is. Hij betuigde den voorzitter dank voor zijne welwillende toespraak, en verzekerde dat bij zijne beste pogingen wil aanwenden om de betrekking van griffier bij deze rechtbank, door zijn voorganger zoo waardig bekleed, met ijver te ver vullen, dat het zijn voortdurend streven zal zijn aan de rechtmatige verwachting omtrent hem te beantwoorden. Daartoe beval hij zich in aller achting en welwillendheid aan. Vervolgens richtte bij een woord tot den substituut griffier, wiens ijver en werkzaamheid hem reeds bekend zijn geworden, bood hem vriendschap aan en verzocht wederkeerig de zijne. Ten slotte wendde hij zich tot de aanwezige advocaten en procureurs. Zal zijne nieuwe betrekking, even als vroeger elders, hem meermalen met de balie in nanraking brengen, zijnerzijds geeft hij de verzekering dat hij de bestaande goede en heilzame verhouding tusschen griffie en balie wil helpen bewaren. Hij doet daartoe een beroep op aller welwillendheid. Mr. J. van de Graft betuigde als oudste der aan wezige advocaten bij afwezigheid van den deken der orde namens de advocaten en procureurs den nieuwen griffier hartelijk dank voor diens welwillende woorden, waaruit men mag afleiden dat de goede verhouding tus schen griffie en balie bij de vele gelegenheden dat deze met elkander in aanraking komen zal blijven voortduren. Hij verzocht hem, wederkeerig hun welgemeenden ge- lukwensch en de verzekering hunner hoogachting te willen aannemen. De directeur van het postkantoor te Bergen op Zoom heeft, naar wij vernemeu,aan den minister van financiën het verzoek gericht om gedurende de wintermaanden een verandering te brengen in den rit van de Zeeuwsche post, waardoor de expeditie over Bath in plaats van over Gorishoek zou plaats hebben. Heden heeft te Nieuw- en St. Joosland de opening plaats gehad der stembiljetten ter verkiezing van een lid voorden gemeenteraad. Met 12 van de 23 uitge brachte geldige stemmen is de heer P. Dingemanse verkozen. Z. M. de koning is jl. Maandag avond van het Loo in de residentie teruggekeerd. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den vice- admiraal G. Fabius, kommandant der zeemacht en chef van het departement van marine in Nederlandsch Iudië, tot het aannemen en dragen der versierselen van kom- mandeur der orde van St. Mauritius en Lazarus, hem geschonken door Z. M. den koning van Italië. burgemeesters. Herbenoemd tot burgemeesters der gemeenten Baarland P. Bruggeman; Biggekerke en Zou- telande J. Verhage, secretaris der gemeente Zontelande; Borselen J. Rottier jr.Brouwershaven J. M. Locker de Bruyne; Cadzand, Retranchement, Zuidzaude, II. S. de Smidt; Clinge J. F. Vercauteren; Dreiscbor J. Moolen- burgh Jz.; Duivendijke L. Viergever; Eede P. J. Bnyck; Kapelle J. van Duyne; Kioetinge J. Trimpe; Koewacht J. B. van de Vijver; Oudelande P. van Wingen; Scher- penisse D. Polderman; Serooskerke (Walcheren), St. Laurens P. Melis; Wemeldinge J. de Klerck Az. marine. Bevorderd tot officieren van gezondheid 2e klasse bij do zeemacht de officieren van gezondheid 3e klasse J. Mijers en G. F. Rochat, met ingang van 16 dezer, met bepaling dat eerstgenoemde zal rang nemen tusschen de officieren van gezondheid 2e klasse G. Kars- sen en E. M. van Lier, en laatstgenoemde tusschen de officieren van gezondheid 2e klasse L.P. Gijsherti Hoden- pijl en dr. H. de Brieder. Marine en leger. Z. M. ramtorenschip Prins Hendrik der Nederlanden, onder bevel van den kapitein ter zee M. H. Jansen, is den 6 dezer van Cherbourg vertrokken om naar Neder land terug te keeren en gisteren ter reede van Texel aangekomen. Z. M. raderstoomschip Timor, onder bevel van aen luitenant ter zee lo klasse E. F. Hanel von Cronenthall, heeft in den voormiddag van den 8 dezer de reede van nellevoetslnis veilaten, ter opvolging zijner bestemming naar Oost-Indië. Z. M. raderstoomschip Banka, onder bevel van den luitenant ter zee le klasse A. W. Keuehenius, is in den namiddag van den 9 dezer van de reede van lexel naar zee vertrokken, ter opvolging zijner bestemming naar Oost-Indië. ,r De luitenant ter zee 2e klasse E. II. E. van Woel- deren, is met den 4 dezer overgeplaatst van Zr. Ms. raderstoomschip Timor op Zr. Ms. wachtschip te Nelie- voetslnis; zijnde hij opeerstgemeld wachtschip vervangen door den luitenant ter zee 2e klasse O. C. A.,J. Moreau. De officier van administratie 2e klasse W. hGouwe, behoorende tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te Willems oord, is met deu 5 dezer op non activiteit gebracht. Divierberlcliten. De Nieuwe Rotterdamscbe courant meldt van jl. Maan dag: „Op de Maas voor onze stad is heden veel drijfijs, i zoodat de scheepvaart groote belemmering ondervindt I Sommige stoombooten hebben den dienst gestaakt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1