MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N° 190.
Donderdag
28 November.
1867
Editie van Woensdag avond 8 uren.
Middelburg 2f November.
Gisteren, bij de behandeling der begrooting van bui:
'enlandsche zaken vereenigde de kamer zich met een
Amendement vau den heer Dumbar, strekkende om den
Post voor de missie bij de Zuid-Duitsche staten van de
"egrooting weg te laten.
Bij de eind stemming over de begrooting van genoemd
departement is deze met 38 tegen 36 stemmen ver-
Worpen.
De zitting werd daarop op verzoek der regeering voor
een half uur geschorst.
Onmiddellijk nadat de zitting weder geopend was,
«eeft de heer Heemskerk medegedeeld, dat de regeering
de verwerping der begrooting van buitenlandsche zaken
"eschouwt als eene afkeuring van het regeeringsbeleid
Omtrent bare pogingen tot bet behoud van den vrede en
de losmaking van Limburg van den Duitschen bond. Dit
belangrijke verschil tusschen de tweede kamer en het
Kabinet doet de ministers besluiten gezamenlijk hun
°»tslag In te dienen.
De minister verzocht vervolgens dat, in afwachting
vSn 's konings beslissing, de verdere behandeling der
A'aatsbegrooting zou worden geschorst. In dien geest
ftei'd dan ook besloten.
Heden wordt, alzoo geen zitting gehouden, maar Don
derdag zal de kredietwet voor de begrooting van justitie
behandeld worden.
De bewuste brieven van den gezant te Berlijn, waar
aan in de zitting van Maandag door den heer Geertsema
Sebruik is gemaakt, zijn thans door den heer Cremers
aan den voorzitter der kamer gezonden, om ze aan den
Minister van justitie over te geven.
t Wat wij gisteren uit het aan de geabonneerden op het
Bulletin medegedeelde telegram vernamen, namelijk dat
de ministers de verwerping van de begrooting van bui-
tenlaa(j8Cjie Zaken niet anders kunnen opvatten t^an als
eene afkeuring van bet regeeringsbeleid om-
Treïi t bet behoud van den vrede en de losmaking
van Limburg van den Duitschen bond, kwam ons bijna
bpgelooflijk voor. De loop der discussie toch heeft doen
Aien ditt niet het regeeringsbeleid omtrent het behoud
*an den vrede, maar juist handelingen die onze onzijdig
heid in gevaar kunnen brengen en ons tot een collec
tieve garantie van de onzijdigheid van Luxemburg ver
plicht, de oorzaak van de verwerping der begrooting
geweest zijn.
Daar ons bericht echter bevestigd wordt, is het met
bet oog op de mogelijke gevolgen van het gebeurde,
hellicht goed reeds nu te doen opmerken, dat de minis
ters, die in September van het vorige jaar in de aanne
ming van de motie Keuchenius overschrijding der
grondwettige bevoegdheid van de tweede kamer en
'bbreuk op het prerogatief der kroon zagen, ook thans
be beteekenis van het votum der kamer slecht schijnen
tfc vatten.
Bij koninklijk besluit van 23 dezer, opgenomen in de
'^faatsconrant van gisteren, is aan de commissie uit de
Provinciale staten van Zeeland machtiging verleend om
de sluiting van de najaarsvergadering hare werk
^aamheden voort te zetten, tot onderzoek der stukken
betreffende de grensscheiding tusschen Zuid-Holland en
beland.
Bij beschikking van den minister van binnenlandsche
Kaken zijn met ingang van 1 Januari a. overgeplaatst de
brrondissements-ij kers der maten en gewichtenJ.J.Boeije,
'hans te Zierikzee, naar Amersfoort., en C. J. van Kerkwijk'
thans te Brielle, naar Zierikzee.
In de Staatscourant van gisteren is opgenomen een
verslag omtrent duinbeplanting, door den heer W C H
staring aan den minister van buitenlandsche zaken uit
gebracht.
Te Nieuw- en St. Joosland heeft heden de opening
P'aats gehad van stembriefjes ter verkiezing van een lid
*?or den gemeenteraad in plaats van den heer W. de Oude,
die overleden is.
Van de 38 stemgerechtigden hebben 27 personen aan
e verkiezing deelgenomen.
Er moet eene herstemming plaats hebben tusschen de
beren C. Willeboordse die 9 en P. Diugemanse die
stemmen op zich vereenigde.
Benoemingen en besluiten.
j, Ridderorden. Vergunning verleend aan mr. M. M. von
ftAttmhauer, referendaris bij het departement van 'oinnen-
ARdsche zaken, tot het aannemen en dragen der onder-
ttDeidingsteekenen van ridder der orde van de heiligen
Mauritius en Lazarus, hem door Z. M. den koning van
Italië geschonken.
rechterlijke macht. Benoemd tot griffier bij de
arrondissementsrechtbank te Middelburg mr. J. de
Fremery, thans griffier der arrondissements-rechtbank te
Zierikzee.
notarissen. Eeivol ontslag verleend op verzoek aan
mr. F. van Deinse, als notaris te Hulst; en benoemd tot
notaris binnen het arrondissement Goes, ter standplaats
Hulst, mr. J. G. van Deinse.
loodswezen. Benoemd, met 1 December a., tot com
missaris der loodsen en ontvanger der loodsgelden te
Zierikzee, de beer H. J. Rusman.
Kerknieuws.
De Doopsgezinde broederschap te Groningen heeft
jl. Zondag eene beslissing genomen omtrent het verzoek
van de beide predikanten Straatman en Oorver, om de
beginselen der moderne theologie op de instellingen en
gebruiken der gemeente te mogen toepassen. Met 85
tegen 79 stemmen is dat voorstel verworpen. Beide
predikanten hebben hun, eervol ontslag aangevraagd.
Onderwijs.
De gemeenteraad alhier beeft beden tot derden hulp
onderwijzer op school G, voor kinderen van onvermo-
genden, benoemd P. J. Boaman.
Marine en leger.
Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hendrik der Nederlanden,
onder bevel van den kapitein ter zee M. H. Jansen, heeft
in den namiddag van den 25 dezer de haven van Ply-
month verlaten, om zijn tocht in het kanaal voort te
zetten.
Gemengde berichten.
Te Amsterdam zijn een aantal winkeliers gestraft,
omdat zij in hunne winkels van de oude el gebruik maak
ten al de ellen, waarop zelfs de oude maat slechts was
aangeteekend, werden in beslag genomen.
In een Spaansch klooster is een monnik overleden,
die vroeger, blijkens zijne eigene nagelaten verklaringen
en de bepalingen van zijn testament, aanvoerder was
eener rooverbende, welke sommige Spaansebe provinciën
in der tijd onveilig maakte. Men herinnert zich dat de
vermaarde koorddanseres Mme Saqui in 1851, na eenen
tocht in Algerië, waar zij veel geld had verdiend, op
hare terugreis, in Spanje door bandieten van al wat zij
bad werd beroofd. Antonio de L., de nu overleden mon
nik, was toen de hoofdman dier rooverbende. Bij eene
bepaling van zijn testament heeft hij aan Mme Saqiii eene
som van 40 a 50 duizend franken vermaakt. Ongelukkig
komt deze erfenis te laat, daar Mme Saqui ongeveer twee
jaren geleden in hoogen ouderdom te Neuilly in een aan
armoede grenzenden toestand overleed.
Ofschoon het in Gelderland geene zeldzaamheid is
dat belangrijke vaste goederen in andere handen over
gaan, verdient het toch wel der vermelding, dat thans
een buitengewone eigendoms-overgang heeft plaats
gehad,-namelijk die van het geheele landgoed Beek
huizen, zoo schilderachtig van ligging en zoo dikwijls
door dichters bezongen. De baron van Hardenbroèk,
eigenaar van dit landgoed en van dat van Biljoen, heeft
het onderhauds verkocht aan den heer Liips, vroeger
wonende te Wesel, thans te Arnhem en eigenaar van
een aantal vaste goederen en landerijen in Pruisen en
Nederland. De koopprijs bedraagt, naar men zegt, ruim
een millioeu. Handelsll
Zondag zijn op nieuw 104 jongelieden uit verschil
lende oorden des lands, per Grand Central Beige van
Rotterdam naar België vertrokken, met bestemming naar
Rome, om bij het pausejijk leger in dienst te treden.
Een groot aantal personen was bij het vertrek van de
boot tegenwoordig.
Tiieriiio>iteterstan<i,
25 Nov. 'sav. 11 u. 44 gr.
26 'amorg.7u.44gr.'sraidd.lu.46gr.'sav.llu.46gr.
27 's morg.7 u.43 'smidd.lu.47gr.
Siaten-generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 25 November. Algemeene be
raadslagingen over begrooting buitenlandsche zaken.
De algemeene beraadslaging over hoofdstuk III (bui
tenlandsche zaken) werd aangevangen met eeDe ver
klaring van den beer Blom dat hij nog niet tevreden is
gesteld door de mededeeling des ministers omtrent de
uitlegging te geven aan art. 3 van het tractaal nopens de
kust van Guinea. Hij had verlangd eene uitdrukkelijke
schriftelijke verklaring van hetgeen onder factuur-
waarde moet worden verstaan. Zijne stem over het
hoofdstuk motivecreude, wees hij op de daling onzer fond
sen in vergelijking met de Belgische, welke daling van
I het krediet van Nederland ook moet worden geweten aan
het beleid van den minister van buitenlandsche zaken.
Die daling van het krediet blijkt hieruit dat onze fondsen
pet. lager staan dan de Belgische. Dit is voor hem een
reden om geen vertrouwen te stellen in het beleid van
den minister, en daarom zou hij tegen zijne begrooting
stemmen.
De heer Geertsema Irad op als verdediger der vorige
regeering tegen hetgeen tegen hare handelingen door
den minister Zaterdag 11. was aangevoerd. Hij ontkende
dat er voor den minister noodzakelijkheid heeft bestaan
om beschuldigingen tegen zijn voorganger in te brengen.
Hij kwam vooral op tegen het verband, dat door den
minister gezocht werd in de afkeurende nota van Pruisen
en het wetsontwerp tot oproeping van twee lichtingen
der nationale militie. Tusschen beide zaken bestond
volstrekt geen verband. Toen in het begin van 1866 de
toestand in Doitschlarid verwikkeld geraakte, heeft de
toenmalige regeering in de eerste plaats de schuld
amortisatie gestaakt om op financieel terrein op alle
eventualiteiten voorbereid te zijn, en heeft zij tevens
gemeend alles te moeten voorbereiden om, des noodig,
onze neutraliteit te verdedigen. Maar dat alles is geschied
lang vóór de ontvangst der door den minister aange
haalde nota van den Pruisischen gezant. Wat overigens
deze nota betreft, het is waar, de Pruisische regeering
heeft officieel haar leedwezen betuigd dat de Neder-
iandsche regeering een stap tot losmaking van Limburg
had gedaan zonder haar daarvan vooraf officieel kennis
te geven. Maar even zeker is dat de Pruisische regeering
wist dat die stap zou gedaan worden, dat zij dien ook
heeft goedgekeurd, maar dat de officieele nota alleen
werd ingediend om Pruisen's standpunt tegenover de
andere Duitsche staten zuiver te handhaven. Dit blijkt
uit een rapport van den heer van Scherff en ten over
vloede uit twee brieven door graaf van Bylandt, den
Nederlandschen gezant te Berlijn, aan den heer Cremers
geschreven, en die door hem, op het bureau van den
president, ter inzage voor de leden werden nedergelegd.
Nadat de voorzitter de leden in bedenking had gegeven
om in hunne redevoeringen niet meer te spreken van op
gaven of verklaringen in strijd met of bezijden de waar
heid, verklaarde deheerHeydenrijckdathij geen redenen
heeft kunnen vinden om tegen deze begrooting te stem
men. Hij wijst op de goede beëindiging der Schelde quaes-
tie en meent bovendien dut liet bier geen geschikt terrein
is voor een middel vau oppositie. Daar, waar het geldt
de aanraking met het buitenland en de defensie des
lands, zou hij niet dan in de hoogste noodzakelijkheid
tegen de ministers stemmen. Ten slotte vroeg hij den
minister: 1. wat hij in de zaak der Japansche schade
loosstelling zal doen; en 2. of de regeering, hetzij langs
offieieelen of offieieusen weg tot deelneming aan de
conferentie ter regeling der Italiaansche aangelegen
heden is uitgenoodigd, en zoo ja, of een antwoord, hetzij
officieel of officieus, reeds van onze regeering is uitge
gaan en zoo ja, welk
De heer Insinger, zijn stem motiveerende, verklaarde
dat hij verlangde stabiliteit. Om die te verkrijgen zon
hij zooveel mogelijk stennen hen, die het vertrouwen des
konings genieten. Hij is overtuigd dat stabiliteit vooral
in de tegenwoordige gewichtige omstandigheden een
vereischte is; en dit kan niet verkregen worden dan door
voor de begrooting te stemmen. De verschillende rede
voeringen tegen den minister nagaande, komt hij tot de
conclusie, dat men den minister steeds heeft aangevallen
op grond van het welslagen zijner pogingen. En nu
twijfelt hij er aan of het publiek het gemakkelijk zal
begrijpen, dat men de begrooting van een minister af
stemt, omdat hij gelukkige uitkomsten heeft verkregen.
De drie hoofdgrieven tegen den minister nagaande, zegt
hij, dat juist hetgeen door de tegenpartij is aangeroerd,
voor hem dubbele reden is om voor de begrooting te
stemmen.
Ook de heer Ilaffmans verdedigde den minister en gaf
ook als zijn gevoelen te kennen dat al zijne handelingen
zoowel in de Limburgsche en Luxemburgsche vraagstuk
ken, aanleiding moesten geven tot eene aanneming zijner
begrooting zonder slag of stoot. Hij doet overigens nog
maals het noodzakelijke der nationale sanctie uitkomen,
vooral noodig, omdat in Duuscblanü steeds het begrip
bleef heerschen dat al de deelen van den ouden Duitschen
hond, Duitsche staten bleven. Door de sanctie nu hebben
wij verkregen, dat Limburg geheel van Duitschland is
losgemaakt. Én dat is de reden van de vreugde in
Limburg.
De heer Zijlker achtte het niet noodig nogmaals eene
verklaring te geven nopens zijne opinie over dit mi
nisterie. Evenwel wenschte hij ook als zijne meening
te kennen te geven dat de medewerking van Nederland
tot de garantie der neutraliteit van Luxemburg aan
leiding zal kunnen geven tot het niet altijd doen be
waren van zijne onzijdigheid.