MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 186 -1867, Donderdag 21 November. Editie van Woensdag avond 8 uren. middelburg 20 Movember. Voor de commissie uit het provinciaal gerechtshof in Zeeland, samengesteld ter voldoening aan art. 11 der wet °p het notarisambt van den 9 Juli 1812 (Staatsbl. no. 20), is heden met goed gevolg examen als candidaat-notaris afgelegd door mr. Johannes Cornelis van der Lek de Clercq, advocaat te Zierikzee. Den 2 Januari a. zal te 'sHage worden aanbesteed het bouwen van een dubbele schutsluis aan den mond van bet kanaal door Walcheren, met nitwateringsluizen in de buitenvleugels, het maken van den oosthavendam en het Verrichten van eenige grondwerken bij Veere. Uit de opening der bussen voor de inschrijving in de leening ten behoeve van het suatie kanaal in het voor malig vierde district dezer provincie, die Maandag te Oostburg plaats had, is gebleken dat door 50 personen ef corporatiën was ingeschreven en dat het totaal bedrag der inschrijvingen ƒ131,000 beliep. Dit is ƒ289,000 Hinder dan noodig was, zoodat de inschrijving geheel Wislnkt is. De Staatscourant van heden bevat het verslag aan de n minister van binnenlandsche zaken van de comm issie, •n 1867 belast met het afnemen der examens van bulp- apothekers. De uitslag van het examen is geweest als volgtVan 49 candidaten hebben zich teruggetrokken 6, waarvan vóór den aanvang van het examen en 4 gedurende den '°°p daarvan. Afgewezen zijn 24, waarvan 17 voor de eerste maal, 6 voor de tweede maal, 1 voor de derdemaal. Toegelaten Zijn 19. Hunne namen zijn: Wilhelmus Engelbertus van Beek,'van Utrecht; Johannes Gerardus Brandts, van Groningen; Herman Hendrik ten Cate, van Hoogezand Jan Jacobus Couvée, van Leiden Nanno van Duinen van Veendam; Jan Willem Garrer, van Leiden Andreas Bernardus Hendricus Maximiliaan Gillemans, van Breda; Barend Grey, van Arnhem; Jacob Simon de Haan, van Rotterdam; Jacob Hermanus Hammacher, van Groede; Christiaan Willem Karei Hoorn, van Amster dam; Michiel Joannes Markx, van Leiden; Jan Mesman, van Beemster; Gerhard Post, van Groningen; Henri Marie Joseph Emilc Steyns, van Tongeren; Christiaan Bodewijk Willem Stutterheim, van'sHage; Theodorus Gerardus Henricus van der Willigen, van Gemert; Sicco Herman Ferdinand Wolters, van Rolde; Gerhardus Zwart, van Gorredijk. Dezer dagen heeft ook de Israëlietische kerkeraad teHoorn,op uitnoodiging van de Israëlietische gemeente Utrecht, bij verzoekschrift aan de staten-generaal z'jne adhaesie verleend aan het verzoekschrift, om ver andering van den wekelijkschen marktdag van den Zaterdag op een anderen dag in de week. De gemeente te Hoorn kan dit te meer doen, daar tijdens de regeering van koning Lodewijk Napoleon voor een tijd demarktdag op hetzelfde verzoek veranderd was op Woensdag, doch na diens verwijdering weder teruggebracht was op Zaterdag. Handelsblad De Staatscourant van gisteren bevat het koninklijk besluit, waarbij worden goedgekeurd de gewijzigde statuten van de Nederlandsche Maatschappij tot bevor - dering der geneeskunst. De minister van binnenlandsche zaken heeft dr. L. J. F. Janssen, conservator aan 's rijks museum van oudheden te Leiden, voorloopig belast met de directie van het munt- en penningkabinet aldaar, in plaats van wijlen Prof. P. 0. van der Chijs. Kerknieuws. Tot predikant bij de hervormde gemeente te Axel is beroepen de heer W. J. Immink, thans te Cothen (pro vincie Utrecht). Uit Harlingen schrijft men: „De zegepraal, door de orthodoxen behaald in zake de verkiezing voor het kies- collegie der hervormde gemeente, is bestreden geworden, op grond dat zij op kwade practijken steunde. Ouder de stemgerechtigden heeft men namelijk gealimenteer- den toegelaten. Die handeling is in strijd met de wet en zal aanleiding kunnen opleveren tot vernietiging van het geheele verkiezingswerk. Wijders spreekt men van pressie, omkooperij en het weigeren om wettige kiezers (liberaal-gezinden) toe te laten." (W. Roti. cour.) Marine en leger. Yan de 75 jongelieden die tot dienstneming bij het instructie-bataljon waren opgeroepen, zijn de vorige week 60 opgekomen, die allen zijn ingelijfd. Rechtszaken. Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft jl. Maan dag de volgende arresten in hooger beroep uitgesproken Richard Abraham Straub, oud 64 jaren, gemeente veldwachter, wonende te Kloetinge beklaagd ter zake dat hij op 26 Juni jl. te Kloetinge aan den brigadier rijksveldwachter uit Goes J. D. de Leeuw, die aldaar met den rijksveldwachter L. J. Troupée bij gelegenheid der kermis de orde en rust handhaafde, ten aanhoore van anderen zou hebben toegevoegd, 1. op de openbare straat: „jij moet hier weg,jij geldafzetter, want je hebt 16 van J. Welleman afgezet om in je zak te steken, op den 30 April, en bij L. Oele ben je ook tweemaal geweest met een proces-verbaal, om ook vau hem geld af te zetten, maar het was niet geteekend, en omdat ik zorg dat je geen geld in de gemeente kunt afzetten daarom hebt jij die jongens gepakt, gemeene vent, deugniet!" en 2. in de openbare gelagkamer der herberg van J. Govert: „schurkj smeerlap, gemeene vent, geldafzotter, jou deugniet, die ƒ16 heb jij van Welleman niet kunnen afpersen en bij Oele ook niet kunnen krijgen!" is bij vonnis der arron- dissements-rechtbank te Goes dd. 2 September jl., schul dig verklaard aan laster, door aan iemand op eene open bare plaats daden ten laste te leggen, die, ingeval zij plaats hadden, dengenen, tegen wien zij geduid zijn, aan crimineele vervolging zouden blootstellen, en het beleo- digen met woorden van een bedienend beambte in de waarneming zijner bediening; en veroordeeld tot gevan gezetting van éene maand, te ondergaan in eenzame opsluiting, en twee geldboeten, eene van 25, en eene van ƒ8, met subsidiaire gevangenisstraf voor de eerste van 3 dagen cellulair en voor de tweede van 1 dag cellu lair, en in de kosten van het rechtsgeding. Op het door den veroordeelde en door den officier van justitie ingesteld hooger beroep, heeft het hof met te- nietdoening der ingestelde appèllen, benevens het be roepen vonnis voornoemd, voor zooveel de daarbij aan den mede appèllant opgelegde straffen betreft, en het vonnis op dat punt verbeterende, met bevestiging overi gens daarvan, den mede-appèllant veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 15 dagen, in eenzame opsluiting te ondergaan, en in twee geldboeten, eene van ƒ25, en eene van ƒ8, bij wanbetaling, na daartoe te zijn aangemaand, te vervangen door gevangenzetting voor de eerste boete van 3 dagen en voor de tweede boete van éen dag, mede in eenzame opsluiting te ondergaan, alsmede in de kos ten der procedure, zoo in eersten aanleg als in hooger beroep gevallen. Cornelis Boonman, oud 33 jaren, landman, wonende te Kwadendamme, gemeente Hoedekenskerke be klaagd ter zake dat hij in den nacht van 10 op 11 Juni jl. 1. M. Bal moedwillig vastgegrepen, tweemaal in het ronde gedraaid en hem daarna in de sloot geworpen zou hebben; en 2. Cornelis Vroonland moedwillig drie stooten op de borst zon hebben toegebracht is bij vonnis derarrondis sements-rechtbank te Goes dd. 9 September jl. schuldig verklaard aan moedwillige mishandeling, geene ziekte of beletsel om te werken van meer dan 20 dagen hebbende veroorzaakt, en veroordeeld tot eene gevangenzetting van 15 dagen, te ondergaan in eenzame opsluiting, en twee geldboeten van ƒ8, met subsidiaire gevangenisstraf vau een dag cellulair voor elke boete, en in de kosten van het rechtsgeding. Op het door den veroordeelde en door den officier van justitie ingesteld hooger beroep heeft het hof gemeld vonnis bevestigd, voor zoo ver de beklaagde daarbij schuldig verklaard en in de kosten van het rechtsgeding is veroordeeld, en het vernietigd ten aanzien der aan den beklaagde opgelegde straffen, en den mede appèllant, bij toepassing van art. 463 van het strafwetboek, veroordeeld tot eene gevangenisstraf van acht dagen en eene geld boete van ƒ8, met subsidiaire gevangenisstraf van twee dagen, alsmede in de kosten der procedure, op het hooger beroep gevallen, Pieter van Kruijssen, oud 21 jaren, arbeider, wo nende te Heinkenszand beklaagd ter zake dat hij op 19 Maart jl. te Heinkenszand, terwijl hij als militair met groot verlof was, zich door moedwillige verminking voor den dienst bij de militie ongeschikt zou hebben gemaakt, door het tweede en derde kootje van den rechter wijs vinger moedwillig af te hakken, zoodat hij dientengevolge voor de militie ongeschikt is geworden en uit den dienst is ontslagen is bij vonnis der arrondissements-recht- bank te Goes niet-schuldig verklaard aan het hem bij acte van dagvaarding ten laste gelegde feit en daarvan vrijgesproken, de kosten der procedure te dragen door den staat. Op het door den officier van justitie ingesteld hooger beroep heeft het hof gemeld vonnis (op grond dat er geen genoegzaam bewijs aanwezig is, dat de beklaagde zich moedwillig heeft verminkt) bevestigd, met bevel dat de kosten, op het hooger beroep gevallen, zullen worden gedragen door den staat. Gemengde berichten. De gemeenteraad van Groningen heeft den prijs van het gas verlaagd en bepaald op 11 cent per kub. el voor particulieren en op 7f cent per kub. el voor de leve ring aan de gemeente, in te gaan met Januari 1868. Onder den titel van „Het bliksemend Legioen", levert de catholieke Kerkelijke courant een hoofdartikel, waarin wordt uiteengezet, dat het korps Nederlandsche zouaven op 3 November zich dien eeretitel ten volle waardig heeft gemaakt, vermits op dien dag de wereld, de paus, ons vaderland zijn gered door die dappere jon gelingschap, door welke de Wandalen geslagen en ver moord zijn, de schandvlekken der menschheid zijn verdelgd, en de revolutie is gefnuikt! De Tijd komt met nadruk op tegen het beweren, dat onze jongelingen, die zonder verlof des konings als vrijwilligers in Italië voor den paus strijden, door dat bedrijf hunne hoedanigheid als Nederlanders zouden verliezen. De Tijd is overtuigd, dat de Arnhemsche courant, die in haren ijver voor Garibaldi nog verder is gegaan door te beweren, dat die jongelieden ook hun erfrecht zouden verliezen, na eenigszins bekoeld te zijn, wel zal inzien, dat zij zich heeft vergist. Veel kwaad bloed heeft verder de conclusie gezet, waartoe de heer Amersfoordt is gekomen, datde pauselijkezouaaf,arm en verminkt terugkomende, over de grenzen kan worden gezet. Al mocht dit kunnen geschieden, zal dit, volgens de Tijd, wel nooit gebeuren. De burgemeester, die bet in het hoofd mocht krijgen, de wet in dien zin uitte voeren, zou zich vreeselijk de vingers branden. Daarop zet de Tijd uiteen, dat de bepaling der wet, inhoudende dat een Nederlander, die zonder verlof des konings in vreemden krijgsdienst gaat, de hoedanigheid van Neder lander verliest, eene ongerijmdheid is, vermits al wie in Nederland uit Nederlandsche ouders geboren is, Neder lander is en blijft, wat ook anders door de wet moge worden vastgesteld. Men kan hem rechten ontzeggen, maar nooit die hoedanigheid. Doch in geen geval be hoorde men zich op zulke ongerijmde wetten te beroepen wanneer het jongelingen geldt, die buitenslands vooreen edel beginsel strijden, waarbij zelfs het vaderland het hoogste belang heeft. Verder zou in bet oog moeten worden gehouden, dat Rome niet aan den paus, maar aan het catholicismus behoort, en de Nederlandsche vrijwil ligers alzoo slechts zijn opgetrokken om te strijden, niet voor een vreemden vorst, maar voor de verdediging van hun recht, hun goed. Het zou wellicht wenschelijk ge weest zijn, indien zij verlof hadden gevraagd aan den koning, die dat zonder eenigen twijfel zou hebben ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1