„Napoleon III en Europa in 1867."
Brieven uit België,
5'ch bedrogende koning en de Garibaldiaansche comités,
Garibaldi en de ministers, zelfs de tegenwoordige. Nie-
Jand hechtte geloof aan de Fransche expeditie. De
Wing zelf had zich gevleid dat de optreding van het
Ministerie Menabrea de interventie nog zou tegenhouden.
'°en de expeditie eenmaal werkelijk ten uitvoer werd
«'bracht deinsde men geheel en al op wonderlijke wijze
'<rttg zoo zelfs dat men bejammeren moet dat dit niet
'eMtien dagen vroeger had plaats gehad. Men moet zich
achter niet in den aard van dit terugdeinzen vergissen.
„De regeering is teruggedeinsd, omdat zij geen leger
-Jzat, omdat men zoo zeer geanticipeerd had op de
!°°rgestelde en aangenomen bezuiningen, dat het leger
'eitelijk niet meer bestond en dat de zestig duizend man,
?elke Ratazzi aan de grenzen beweerde te hebben, nooit
ie twaalf duizend man hebben overtroffen, met een
Heel en al onvoldoend materieel. Dit teit alleen zou
Hoeg zijn om niet Garibaldi, maar geheel het atge-
Sjcden ministerie in staat van beschuldiging te stellen,
"it is geen politiek meer, maar eene achteloosheid, welke
?P staatkundig gebied verraad wordt genoemd. De par-
eWentaire politiek zal echter wellicht wederom al degenen
''dden welke men ter verantwoording moest roepen.
„Wat Italië wat de Italiaansche natie aangaat, zij is
teruggetreden' om weder haar gewonen weg te volgen,
"atneliik om zich met samenzweringen bezig te houden.
Italië bezit op dit oogenblik den man niet, waaraan het
Ihoefte zo i hebben, maar alle Italianen zijn vrij goede
''aatkundigen. Sedert zestig jaren houdt dit volk zich
'öziff met samenzwering en tracht, geduldig, langzamer
hand het beoogde doel te bereiken. Te midden van dit
tlles flikkert soms een verblindende lichtstraal, gelijk de
«Xpeditie der beide Siciliën en geschieden er wonderen,
4i« aan het onmogelijke doen gelooven, zooals Custozza
Lissa, gevolgd door den afstand van Venetië. Thans
'ebben de Italianen gemeend dat zij hun doel hadden
Seikt en dat het oogenblik was gekomen om den
Matsten slag toe te brengen. Wellicht hadden zij zich
'h beginsel niet bedrogen, maar zij hadden zich toever-
trouwd aan onhandige en inachtelooze handen. Zij hebben
'hans hunne fout begrepen; zij hebben zich voor een
«Qoverkomelnken hinderpaal gezien en allen zijn dus tot
4'n gewonen weg teruggekeerd. Men moet thans weder
'an voren af beginnen. En uien doet dit voorzichtig en
''ngzaam maar met wilskracht en vastberadenheid. Het
'ogenblikvoor revolutiën is nog niet gekomen; het tegen
woordig geslacht zal geen revolutie noch een ernstig
oproer makenhet zal voortgaan met samenzweren, want
het is in die school opgevoed door den drang der omstan-
Gion'ing en natie hebben een oogenblik gemeend dat
men oorlog kon voeren en een eervolle nederlaag ondei-
8'an. Had niet het kleine Denemarken den aanval van
Wee groote mogendheden ondervonden Op het resultaat
't minder aan, maai de eer zou gered wezen. Treurig
getroffen werden dan ook koning en natie bij het ver
lemen dat er geen leger bestond: niet dat men bepaalde
geneigdheid had om met Frankrij oorlog te voeren,
■haar omdat men zich verraden zag tengevolge der aebte-
'oosheid en onbedrevenheid van 's lands bestuurders.
He koning heeft een oogenblik van toorn gehad, de natie
"iet. Als staatkundige en samenzweerder is zij dadelijk
Weer aan 't werk gegaan.
„In dezen stand van zaken en in deze gesteldheid van
gemoederen houdt men zich weinig bezig met het congres.
Indien het zich vereenigt, zal men eenigszins met onver
schilligheid zijne besluiten aannemen. Mocht het congres
wereldlijke macht handhaven, dan is dit eene maze
■heer van het net om te doorknagen, en men zal ook deze
doorknagen. Een tegenovergesteld besluit van het congres
Zal wel niet mogelijk kunnen zijn."
Deze brochure, waarover wij in ons overzicht spreken,
estaat uit zestien paragrafen. Twaalf zijn daarvan ge-
w3d aan het betoog der noodzakelijkheid om Duitschland
Ongestoord zijne eenheid te laten voltooien en voorts
l°t een Fransch-Duitsch-Engelsch verbond te geraken,
„eene alliantie, welke voor Pruisen veel natuurlijker zou
Wezen dan zijn tegenwoordig verbond met Rusland."
Wij laten hier de overige paragrafen der brochure
volgen
XIII.
Wij moeten hierbij voegen dat dit programma, hetwelk
iu staat is om aan Europa een langdurig tijdvak van vrede
'n voorspoed te schenken, slechts kan verwezenlijkt
Worden onder drie voorwaarden
1. dat de September conventie of een daarmede over
eenkomend verdrag, hetwelk wij in het leven trachten te
*°epen, streng zal worden geëerbiedigd en dat alzoo de
heiiige vader in die volledige onafhankelijkheid blijft,
Welke onmisbaar is bij de uitoefening zijner hooge her
derlijke waardigheid.
2. dat in Frankrijk inwendig tevredenheid heersche
®n het alzoo niet geneigd zij om naar buiten verstrooiing
le zoeken van zijn binnenlandsche malaise.
3. dat Europa eindelijk, even als wij den vrede wen
dende, daarvan op een congres den besten waarborg
§eve door tot eene algemeene ontwapening over te gaan.
XIV.
Trankryk heeft thans op plechtige wijze bewezen hoe
zeer hot zijne handteekening wil doen eerbiedigen.
Do even krachtdadige als gematigde houding der kei
zerlijke regeeriDg te midden der gebeurtenissen, welke
de staten des heiligen vaders in vuur en vlam hebben
gezet, moet de Garibaldiaansche en cosmopolitische dema
gogie wel voor altijd ontmoedigen en de catholieken zoo
wel als den heiligen vader zelf gerust stellen.
De toekomstige en definitieve oplossing derRomeinsche
quaestie kan slechts verwacht worden van eene over
eenstemming tnssehen alle mogendheden, welke belang
hebben om niet telkens die periodieke misdadige aan
slagen te doen plaats hebben, voorafgegaan en gevolgd
van agitatiën, even nadeelig voor de rust der gemoederen
als voor het welzijn der materieele belangen.
De conventie van 15 September is niet een laatste
rustpunt alvorens het vereenigd Italië de wereldlijke
macht des pausdoms in zich zal opnemen. De conventie
van 15 September is een onoverkomelijke scheidsmuur
tusschen die wereldlijke macht en hare aanvallers, opge
worpen door den onmiskenbaren drang der omstandig
heden, door de eeuwen-oude logica der gebeurtenissen
en eindelijk door den krachtigen wil van keizer Napo
leon III.
Wij weten zeer goed dat de hartstochten welke m
Italië zooveel bloed hebben doen stroomen zich een
volledigen triumf hadden beloofd. Zij die zoo vermetel
de wetten van hun eigen vaderland schonden, meenden
dat daar gebeurtenissen, welke wij hier niet kunnen of
behoeven op te noemen, den revolutionairen stroom
zekere hoogte had doen bereiken en tot zekere grens
zich had doen uitbreiden hij nog hooger zou kunnen
klimmen, nog verder zich zou kunnen uitbreiden en ein
delijk alles bedekken, alles medeslepen.
Maar deze stroom heeft een krachtigen dijk ontmoet
en zal die zoo noodig altijd ontmoeten, een dijk, opge
worpen door eene hand, welke sommigen het toeval,
anderen de voorzienigheid noemen en welke in werke
lijkheid de handeling eener politiek is, bewust of
onbewust uitvoerder van Gods eeuwigen wil.
XV.
Frankrijk, gerustgesteld omtrent het lot van het paus
dom, richt het oog weder op zich zelf. De natie verlangt
de vrijzinnige en volledige uitvoering van den brief van
19 Januari. De hervormingen, welke zij bevat, zullen der
keizerlijke regeering geen enkele zijner oude vrienden
ontnemen en haar nieuwe vrienden doen verwerven in
de gelederen van het jonge en levenskrachtige geslacht,
hetwelk vrij is van alle betrekkingen met de regeeringen,
welke aan de volksbesluiten van 1852 zijn voorafgegaan.
De brief van 19 Januari 1867 is eene belangrijke schrede
naar een systeem, hetwelk aan geen staat der wereld
meer iets te benijden zal hebben. Niets belet te gelooven
maar alles doet hopen, dat die schrede niet de eerste is
en ook niet de laatste zal zijn. Aan de wijsheid der natie,
aan de gematigdheid der drukpers, aan de kalmeering van
alle der dynastie vijandige hartstochten, aan de loyale
eensgezindheid van alle eerlijke lieden is het opgedragen
om den oogst te doen rijpen, welke door eene geduldige
maar eerlijke hand in het veld der toekomst is gezaaid.
Ja die oogst is steeds het denkbeeld geweest, hetwelk
het hart bezielde van den vorst, in de groote school der
tegenspoed onderwezen.
Die oogst neemt dagelijks in rijpheid toe. Deze lijpheid
is de wensch van een vader die Frankrijk en zijn zoon
in dezelfde liefde omvat: een machtige stem, eene ver
menging van gezag en vrijheid, voorspelt daarvan de
volledige verwezenlijking.
Dan zal het uur slaan, waarop op meer onverbreekbare
wijze dan ooit, do reeds zoo hechte bond tusschen de
dynastie der Napoleons en Frankrijk,tusschen het keizer,
lijk Frankrijk en de wereldvrijheid zal worden gesloten.
XVI.
Frankrijk, tevreden wat den binnenlandschen toestand
betreft, vol 'sympathie voor de ontwikkeling der groote
Dnitsche natie, waakzaam wachter voor het pausdom,
Frankrijk kan op dit oogenblik aan Europa een lang
durig tijdperk van vrede schenken.
Opdat echter deze vrede niet een gewapende vrede zij,
rampvoller nog dan een oorlog, moet Europa zich veree
nigen met de vredelievende gevoelens van Frankrijk en
moet eene ontwapening aan de wereld een onbetwist-
baren waarborg van algemeene kalmte geven.
Vier jaren geleden deed het hoofd der I ransche natie
een beroep op de wereld om door eene loyale gedachten-
wisseling het verschil van gevoelen weg te nemen, dat
sedert stroomen bloods heeft doen vergieten.
Wie is thans dwaas genoeg om niet toe te geven dat
het voor Europa gelukkig zou geweest zijn indien aan
deze roepstem toen gehoor was gegeven.
Aan een geduldig gemoed is het eigen om een grootsch
plan niet vaarwel te zeggen, indien ook al de omstan
digheden niet dadelijk de uitvoering daarvan hebben
b°Wenicht zou Europa in 1867, geleerd hebbende in de
school zijner rampen en vermoeid van zooveel onvrucht
bare agitatie, thans, begeerig naar vrede, gaarne weder
dezelfde stem hooren, zeggende: „Men moet mij wel aan-
hooren, omdat ik spreek in naam van Frankrijk."
Brussel, 16 November.
Het budget van justitie heeft deze week vóór de stem
ming tot een voorposten-gevecht aanleiding gegeven. De
heer Wasseige van de rechterzijde heeft uit naam zijner
partij verklaard, dat de clericalen niet vóór het budget
konden stemmen van een ministerie, dat bij de rechter
lijke benoemingen bewijzen heeft geleverd van groote
onpartijdigheid. De heer de Wasseige, een soort van
zaakgelastigde van den prins van Arenberg, die, hoewel
hij den schijn aanneemt van talent te bezitten, juist niet
zooveel te beteekenen heeft, is aardig op zijne plaats
gezet door den heer Bara, diedadelijkde lachers aan zijne
zijde heeft geschaard, in weerwil der verwenschingen van
den hter BarthélemyDumortier, wiens eigenaardige wel
sprekendheid krachtig is tegemoet gekomen aan de on
macht van zijn verslagen en ontevreden vriend. Wij
moeten echter de rechterzijde niet laken, omdat zij haar
recht van critiek gebruikt of misbruikt. Wie dit mocht
willen, moet ik wijzen op hetgeen onlangs in 1 ruisen
gebeurde, bij de veroordeeling van een der afgevaardig
den, den heer Twesten, tot twee jaren gevangenisstraf,
voor eene redevoering die hij in hoedanigheidvan afge
vaardigde in 1865 van de tribune der tweede kamer
uitsprak. Wanneer in Pruisen de wetgevende kamers
zich inlieten met de benoemingen van magistraten, zoo
als dit in België gebeurt, dan zou het hof van eersten
aanleg te Berlijn, hetwelk den heer Twesten eerst vrij
gesproken heeft, op grond van art. 81 der grondwet, dat
aan de afgevaardigden vrijheid van denkwijze toekent,
thans den heer Twesten niet voor dezelfde zaak veroor
deeld hebben. Men zal nu het best doen van spoedig het
welbekende spreekwoord, dat onder de regeering van
Frederik den Groote, bij gelegenheid van de quaestie
over den molen van Bans soucï is ontstaan „Er zijn nog
rechters te Berlijn" van de lijst der spreekwoorden weg
te schrappen. Maar ik dwaal van mijn onderwerp af. Op
dit oogenblik ben ik honderd en wel veel meer mijlen
van Brussel en België verwijderd.
En toch vrees ik dat ik aanstonds weder in den zeilden
misslag zal vervallen. Maar nu ik er toch eenmaal weer
bij ben, zal ik er ook maar van profiteeren. Ik heb u
reeds gesproken over het vreemde gedrag van den heer
Charles Rogier tegenover den generaal Prim, toenGig
dezen liet weten, dat hij biechts zgu koffers te pakken had
en binnen 24 uren België verlaten moest. De heer Rogier
heeft zich bij deze gelegenheid veroorlooid om den
Spaanschen generaal, die reeds honderd maal gevaar
heeft geloopeu om voor de bevrijding van zijn land zijn
leven te verliezen, te verwijten, dat men hem niet in het
gevecht had gezien, en zeide hem onder anderen :„gg
geeft voor liberaal te zijn zooals ik, welnu, ik zou O Don-
nell niet bestreden hebben. De dood van laatstge
noemden stelt mij in de gelegenheid u een vluchtige
schets te geven van dezen staatsman, voor wien de heer
Rogier een zoo groote achting koestert. Gy kunt de vol-
gende bijzonderheid als zeer geloofwaardig aannemen.
O'Donnell stamt af van een Iersche familie; zijn groot
vader en vader vonden in het begin der vorige eeuw een
schuilplaats in .Spanje. Beide bewezen in dien.tijd gioote
diensten aan het Spaansche leger. Al de O'Doimeü's wa
ren in militairen dienst,maar een hunner verraadde inl823
de liberalen en stierf door alle weidenkenden veracht te
Limoges in 1824. Leopold O'Donnell die onlangs plotse
ling te Biarritz overleden is, koos eveneens de militaire
loopbaan en wist zoo als vele zijns gelijken door ver
raad, geloofsverzaking en snood bedrog vooruit te komen.
Als kommandaut van de vestingPainpelona, in dienst der
liberalen zijnde, gaf hij haar aan de gematigden over en
kreeg tot belooning daarvoor den graad van luitenant-
generaal benevens een groote som gelds. Toen hij nu
eenmaal den voet op den eersten sport van de ladder
der grootheid gezet had, klom hij spoedig hooger en
hooger. Als kapitein-generaal van het eiland Cuba sloot
hij de oogen voor den slavenhandel, hetgeen hem een
aardig getal millioenen opbracht. Men zegt dat ter zelf-
der tijd zijne echtgenoot Dona Manuela de lijken deed
opgraven en ze aan de geneesheeren der Vereeuigde
staten voor de snijkamer verkocht. Men weet dat de hos
pitalen in Amerika de lijken der arme lieden niet aan
anatomische ontleding mogen onderwerpen, op gevaar
van zeer zware straf. Dit feit, dat ik u eebter onder alle
reserve meêdeel, vond zoo algemeen geloot, dat zij den
bijnaam van de hieua Catalana verkreeg.
In Spanje teruggekeerd, met den op beider rooitoebt
behaalden buit, wijdde zich O'Donnell aan de politiek en
zijne vrouw aan den handel. Gedurende verscheidene
jaren maakte O'Donnell het hof aan de gematigden, en
zijne teedere gade wist van de inlichtingen die haar
echtgenoot haar uithoofde van de betrekkingen waarin
hij geplaatst was verschaffen kon, gebruik te maken. z.rj
handelde en speculeerde met den hertog van Rianzares
(anders genaamd Femando Munoz, de echtgenoot van
koningin Christine) met Salamanque, Carriquirri,
rino, Narvaez en andere bloedzuigers der gematigde
partij. Dit duurde tot in 1854, toen O'Donnell, het wach
ten moede, de gematigde partij schandelijk verlieten zon
der blikken of blozen tot de oppositie overging. De op
stand ontnam hem zijn titels, betrekkingen en deco
raties. Hij richtte toen een dagbtad op dat in het geheim
gedrukt werd en den titel voerde van la chauve-sourts,
en verbond zich met andere generaals en ontevredene
officieren. Den 30 Juni 1854 stelde de generaal Dulce,
kommandant van de cavalerie, 1800 paarden van het
garnizoen van Madrid ter zijner beschikking eu Eeo-
pold O'Donnell, gevolgd door Ras Olauo, de Serrano en
anderen, verhief het vaandel des oproers.
Het gouvernement zoud hen zijne troepen tegen, en
S oan Madrid
UCUiouu ut/u 6JJUC llUt/pv" w
een vrij hevige strijd werd voor de poorten van Madrid
geleverd; de oproerlingen werden verslagen; O Donnell
en de zijnon vluchtten naar Portugal. Van uaby achter-
volgd, waande hij zich schier verloren; doch hij aarzelde
geen oogenblik omtrent hetgeen hem nu te doen stond.Hij
waagde het uiterste en vaardigde zijne beruchte procla
matie van Manzanares uit, die aan zijn land de meest
volkomene vrijheid, eu afschaffing van alle misbruiken