uit. Eene verplaatsing van het koninklijk instituut voor
de marine van Willemsoord naar Ylissingen komt noch
in het belang der zaak, noch uit een financieel oogpunt
beschouwd, raadzaam voor. Bovendien levert voormeld
instituut thans zeer goede resultaten op, terwijl bij de
algeheele opheffing van 's rijks werf' te Vlissingen, als
wanneer die plaats van zelve ophoudt te zijn eene marine
haven en slechts een klein marinestation zal worden, de
adelborsten zeer zeker daar die nuttige indrukken en die
leering niet deelachtig zouden worden, welke Willems
oord, als de voornaamste marinehaven, zoo ruimschoots
aanbiedt.
De regeering acht het noodig dat Ylissingen steeds
een maritiem station blijve; het tractaat met België voor
de Scheldevaart, de moeilijkheden die bij de uitvoering
van voorgeschreven quarantaine maatregelen kunnen
voorkomen, maken de nabijheid van een oorlogschip tot
eene hoogst wenschelijke zaak.
Gisteren heeft de heer mr. C. J. Pické in eene zitting
van den hoogen raad den eed als raadsheer in het pro
vinciaal gerechtshof in Zeeland afgelegd.
Het bij de Staatscourant van gisteren behoorende bij
voegsel bevat een staat van nalatenschappen afkomstig
van officieren, onderofficieren en verdere manschappen,
behoord hebbende tot de landmacht in Nederlandsch
Indië, welke gedurende het vierde kwartaal 1866 onder
het beheer der weeskamer te Batavia zijn gesteld, en die,
voor zooveel de saldo's meer dan 250 bedragen, bij die
weeskamer, en daar beneden, bij het departement van
koloniën in Nederland, door de rechthebbenden behooren
te worden opgevorderd, onder overlegging vati de noo-
dige bewijzen van erfrecht.
In de Nieuwe Rotterdamsche courant komt de heer
d'Ablaing van Giessenburg, oud lid van den hoogen raad
van adel, op tegen het koninklijk besluit, waarbij aan
jhr. Hendrik van Hogendorp, eenig overgebleven zoon
van den oudsten (volgens den heer d'A. v. G. kinder
loos overleden) zoon van Gijsbert Karei van Hogendorp,
de titel van graaf wordt verleend, overgaande op zijne
afstammelingen bij recht van eerstgeboorte. Begrijpen
wij den schrijver wel, dan had de heer van Hogendorp
reeds recht op den titel hem nu verleend. De schrijver
wijst op het gevaar dat er uit de in deze gevolgde uit
legging zou voortspruiten, wanneer ook in andere arti
kelen der grondwet het woord „bij eerstgeboorte" op die
wijze werd verklaard. Arnhcour.')
De heer W. Thorbecke werd eergisteren aan de Leid-
sche hoogeschool tot doctor in de beide rechten bevor
derd, na openbare verdediging van zijn academisch
proefschrift: „Iets over de verbintenis tot schadevergoe
ding wegens onrechtmatige daad." De vader van den
gepromoveerde, de minister van staat, woonde de plech
tigheid bij en toen hij opstond om tegen een der stellingen
van zijn zoon te opponeeren brak in hetgrootauditorium
der academie een daverend applaudissement los. Dit
blijk van sympathie voorden oud-minister werd herhaald
toen hij met spreken geëindigd had.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan dr. W. J. A.
Jonckbloet, lid van de tweede kamer der staten generaal
en van de koninklijke academie van wetenschappen, tot
het aannemen en dragen der versierselen van ridder der
orde van de Poolster, hem door Z. M. den koning van
Zweden en Noorwegen geschonken.
staatscourant. Benoemd tot adjunct commies bij de
redactie der Nederlandsche Staatscourant de opzichter
bij de algemeene landsdrukkerij II. C. Carpentier.
belastingen enz. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan den heer J. 0. van Dugteren, uit zijne betrekking van
ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Zeven
bergen, behoudens aanspraak op pensioen; alsmede aan
den heer P. Verdam, uit zijne betrekking van ontvanger
der directe belastingen te Arnhem, mede behoudens aan
spraak op pensioen.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen te
Arnhem de heer G. L. Voerman, eervol ontslagen provin
ciaal directeur der directe belastingen, in- en uitgaande
rechten en accijnsen in Gelderland.
Marine en leger.
Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hendrik der Nederlanden,
onder bevel van den kapitein ter zee M. H. Jansen, is in
den voormiddag van den 14 dezer te Portsmouth aan
gekomen.
Zr. Ms. fregat met stoomveruiogen Adolf Hertog van
Nassau, onder bevel van den kapitein ter zee J. E. de Man,
was den 12 dezer bij gunstige gelegenheid zeilende op
de hoogte van Dungeness. Aan boord van beide schepen
was alles wel. Staatscour
Onderwijs.
Bij beschikking van den minister van binnenlandsche
zaken van den 13 dezer is tot hoofdonderwijzer der rijks
lagere school te Maastricht benoemd de heer H. A. L.
Hagdorn, thans hoofdonderwijzer der leerschool, verbon
den aan de rijks kweekschool voor onderwijzers te
's Hertogonbosch.
De Staatscourant van heden bevat het verslag der
commissie, belast met het afnemen van het eind-examen
der hoogere burgerscholen in Groningen, in het jaar 1867.
Gemengde berichten.
Het departement Noord-Beveland der Maatschappij
tot nut van 't algemeen vierde Dinsdag te Colijnsplaat
gedachtenis van zijn vijf-en-twintigjarig bestaan. Bij die
gelegenheid werd door den heer J. van Leeuwen een
feestrede uitgesproken en had ook de uitreiking plaats
der zilveren medaille door het hoofdbestuur toegekend,
benevens een geschenk in geld uit de kas van het depar
tement, aan M. L. Snoodijk, voor Gljari^en trouwen dienst
als arbeider op dezelfde hofstede en bij dezelfde familie.
Het feestelijk karakter der bijeenkomst werd verhoogd
door de uitvoering van toepasselijke zangstukkeu door
eenige heeren en dames onder leiding van den hoofd
onderwijzer Cense. Na afloop der vergadering vereenigde
men zich tot een souper.
De minister van oorlog in Engeland heeft, bij
gelegenheid van den door den lord-raayor gegeven maal
tijd, zijn vertrouwen betuigd dat do expeditie naar
Abyssinië slagen zou. De tegenstanders van het minis
terie zijn omtrent den afloop dier expeditie niet zoo
optimistisch gestemd, en verwijten der regeering, dat de
uitrusting der troepen veel te wenschen overlaat. Zoo
zegt 0. a. de Morning Star: „Muilezels koopen in Spanje
voor 30 p. st. het stuk; die naar Alexandrië en van daar
naar Massowah brengen, teneinde daarop een man gewa
pend met een oud slecht geweer, naar het binnenland
van Abyssinië te laten rijden, dit gelijkt geheel naar
hetgeen wij van den minister van oorlog gewoon zijn.
Hoe eerder het parlement bijeenkomt hoe beter het
zal zijn."
In de dezer dagen te Liverpool gehouden 57e alge
meene vergadering der Maatschappij tot bevordering van
letterkunde en wijsbegeerte is besloten, in 1869 een feest
te geven ter gedachtenis van al de personen, die in 1769
geboren en zich eene algemeene vermaardheid verworven
hebben. Op eene voorloopige lijst van zoodanige personen
zijn o. a. geplaatst: Wellington, Napoleon, Soult, Ney,
Hum bol dt, Cuvier, sir Thomas Lawrence, Forsythe (de
ui tvinder der percussie-dopje3), de Duitsche dichter Arndt,
de prediker Jay, eriz.
Jl. Zondag avond heeft te Birmingham zulk een
dichte mist geheerscht als men zich sinds velejaren niet
kan herinneren; men verneemt dan ook, dat enkele on
gelukken hebben plaats gehad en vreest dat de beroo-
vingen op straat talloos zullen geweest zijn.
Door het leggen van een nieuwen specialen tele
graafkabel door den Rijn is de vestingMainz dezer dagen
verbonden aan het algemeene telegrafen-net, hetwelk al
de vestingen, langs den Rijn gelegen, met het ministerie
van oorlog te Berlijn verbindt. De chef van den gene-
ralen staf, die in tijd van oorlog uit zijn kabinet de
bewegingen der troepen te velde leidt, heeft alzoo ook
de vestingen in den rug van die troepen liggende, onder
zijne onmiddellijke bevelen.
Aangaande het verschikkelijke ongeluk in eene
steenkolenmijn in Wallis kan nog geene volledige opgaaf
van het getal dooden worden gegeven; men weet niet
met juistheid hoeveel arbeiders zich onder den grond
bevonden; gedurende den dag is het getal gewoonlijk 300
en bij nacht 50; reeds heeft men 51 lijken en 20 gekwet
sten naar boven gehaald, 100 werkers zijn nagenoeg
onbeschadigd te voorschijn gekomen en eenlOO tal moeten
zich nog in de mijnen bevinden, die waarschijnlijk allen
het leven zullen hebben verloren.
In afwachting dat de thans vau weerszijden met
kracht voortgezet wordende doorboring van den Mont
Cenis haar vol beslag verkrijge en alzoo tusschen Savoie
(Frankrijk) en Piemont (Italië) eene verzekerde en
tevens gemakkelijke gemeenschap ontsta, is men er op
uit geweest om, in verband met de ontwikkeling van
het spoorwezen, althans tijdelijk in het verkeer tusschen
beide landen op doeltreffender wijze te voorzien, dan
men tot nog toe meende dat zonder tunnel het geval kon
zijn. Het gold hier de oplossing van een netelig vraag
stuk, in hoever namelijk van den niet zelden aanmerke
lijk klimmenden postweg kon worden gebruik gemaakt,
om zonder verdere voorbereiding spoorstaven nevens
den gewonen rijweg te leggen en ze met locomotieven te
berijden. De poging werd met den gnnstigsten uitslag
bekroond, en op den 26 Augustus 1867 werd de nieuwe
baan reeds geopend. Het eigenaardige van dezen spoor
weg is de, door den Italiaanschen ingenieur Agadio voor
zijne locomotief overgenomen uitvinding van den Enge'"
schen ingenieur Teil, namelijk een derde rail, welke
't midden tusschen de beide andere rails doorloopt, doek
ongeveer 0,24 el hooger dan deze gelegd is. Door de z®8
tegen deze rail drukkende horizontale rollen of schijv®®
bekomt men eene vermeerdering van adhaesie (aanklef
miug) en trekvermogen, grooterezekerheid van remininfl'
geringer tegenstand bij bochten met korte stralen e®
vooral eeneri grooteren waarborg tegen het derailleere®i
hetgeen bij spoorwegen met drie rails schier onmogelijk
is. De locomotieven van Agadio zijn trouwens bij macht®
treinen met 60 tot 70 reizigers of 20 ton Koopmansgoed®'
ren over den berg heen te voeren. De trein loopt f®'
groot gemak en zekerheid tegen hellingen van
twaalfde klimming op en beschrijft bochten van 40 met®'
middellijn. Alleen zij echter, die eenmaal het gen®'
eener bergreis per postkoets of postslede mochten makc®>
kunnen ten volle waardeeren hoe groote verdienste®
zich de wakkere Agadio in deze verworven heeft.
Men schrjjft uit Parijs:
Wil men thans een als uitgestorven plaats bezoeke®i
men ga naar het tentoonstellingsgebouw. Hoe somb®'
zijn nu de daarheen geleidende wegen, vroeger zo®
levendig, zoo vroolijk en zoo geanimeerd. Waar is dl®
tallooze menigte gebleven, welke zich verdrong rondo®1
de omnibussen? Waar zijn nu al die Parijzenaars
provincie-mannen, al die Russen en Engelschen, dl®
Amerikanen en Japanneezen, die wanhopige blikke®
wierpen op de koetsiers der Jiacres om hen te helpe®'
En waar zijn thans die koetsiers zelf, zoo onbeschaafd
en trotsch. In park en paleis ligt thans alles overhoop'
Overal bergen van kisten en pakken. Uit het Egyptisch
caravanserail blinkt u slechts somberen hamerslag teg®®
en lieden met houweelen gewapend beginnen reeds di'
schoon product der oostersche bouwkunst af te brek®®'
Het klein Italiaansch paviljoen staat slechts meer i®
geraamte en tegen den wand rusten de van hun voetstuk
afgenomen standbeelden, onder een regen van ge'8
bladeren. De wandelplaats is verlaten. Eene ijzige stil'8
heerscht thans daar waar vroeger zooveel menschen at®®
en dronken. De inwendige galerijen zijn reeds weerev®®
ledig als op den dag der inwijding van de tentoonstelling
Eenige nog niet onttooide vitrines hebben iets melaucb®'
lisch en schijnen aan den voorbijganger te vragen: Wa®
neer zal het onze beurt worden? Men zou zeggen dat d®
Napoleon vau Vela stervende is, niet aan een maagkvva®'1
maar van verdriet dat het Rusland reeds zijne koffers z'®'
pakken en zelf nog niet vertrekt. Overal hooi, stroo, stuk'
ken papier en pak-linnen. Hier en daar is de grond reed®
opgebroken en verliest zich het oog in sombere diepten.-'
Wilt gij de treurigo zijde van al het menschelijke aa®'
schouwen, ga dan een blik werpen op hetgeen eenma®'
uitmaakte: de expositie van 1867.
Men bericht dat Zondag jl. op de spoorweglij®
Enthoven-Luik een ongeluk heeft plaats gehad. Tw®8
treinen hebben elkaar op de hoogte van het static®
Glons ontmoet. De beambten, die het gevaar zagen aa®'
komen, sprongen van beide treinen, met uitzonder!®#
van den hoofd conducteur G., die zwaar is gewond. R®1
zigers bevonden zich op geen der treinen, daar de ee®8
een goederentrein, en de andere een locomotief f8'
bagagewagen was. De schade aan het materieel is va®
weinig of geen beteekenis, daar de schok niet hevig w®®1
uithoofde beide treinen waren gestopt.
Verkooplngen en aanbestedingen.
Jl. Woensdag) zijn alhier ten verkoop aangebod®®
de navolgende perceelen I. Een huis en erf, waarin ee"1
ijzersmederij, staande bij de Dampoort en de Lazait
molenstraat aan bet Smidsbolwerk, wijk 0 no. 110.
II. Een pakhuis en erf, staande achter de eerste koUP'
op het Smidsbolwerk, wijk O no. 106. Te zamen verkeek'
voor /"2900. III. Een karoterij met schuurtje en ¥®r
deren timmer, staande aan den singel tusschen de Ve®8
sche barrière en voormalige Koepoort, wijk S no. 71. Ve!
kocht voor 2000.
Heden heeft alhier door het bestuur der godshui®®11
de aanbesteding plaats gehad van levensmiddelen, bra°
en lichtstoffen enz, voor het geheele dienstjaar 1868.
Hoogere prijzen moesten betaald worden voor: aa®
appelen ƒ3.40 tegen 3.37 voor het loopende jaar, 5°e.<
weitmeel ƒ13.45 tegen 10.85, blauwe erwten f^'.c
tegen ƒ9.99, witteboonen ƒ13.09 tegen ƒ8.99, gort f
tegen 12.75 voor het loopende jaar, alles per mud;
sche boter 1 tegen 0.98£, Gorcumsche boter f
1.25
tegen ƒ1.24, zoutevisch ƒ0,29 tegen 0.28^,
0.75 tegen ƒ0,74, stijfsel ƒ0.49 tegen ƒ0.32, soda f-1-
tegen^.07 voor het loopende jaar, alles per Nederl. p°n
Daarentegen werden mindere prijzen bedongen v°®8'
vleesch 0.45j tegen 0.60, stokvisch ƒ0.31 tegen (-
stroop 0.19j tegen 0.24jzeep 0.38 tegen 38i, v8)<^
het loopende jaar, alles per Nederl. pond. Steenko'®