MlDDELBURGSCHE
COURANT.
N" 181.
Dinsdag
1867.
12 November.
Editie
van Maandag avond 8 uren.
r
Middelburg 11 Xovember.
Den 14 en 19 dezer zal op het terrein de aanwijzing
Maats hebben van het den 28 daaraanvolgende ten behoeve
?er staatsspoorwegen aan te besteden werk, bestaande
10 het bouwen eener steenen uitwateringsluis met wacht
huis ten westen van Vlissingen, een suatiekil met buiten*
binnenboezem, het graven van een gedeelte van den
Middelburg-Vlissingschen watergang en het maken van
v'er bruggen.
Volgens het bestek is de geheele lengte van de uitwa-
'tringsluis 37.55 el, de wijdte in den dag van elk der
beide sluiskokers 2.50 el.
Van de wachtsluis bedraagt de geheele lengte 21.30 el,
wijdte in den dag van elk der drie sluiskokers, ge
beten tuaschen de slagstijlen, 3 el.
De geul van de suatiekil heeft eene bodemsbreedte
Van 10 el en eene bodemsdiepte van 2.80 el onder A. P.
"P de doorsnijding van den zeedijk 3 el onder A. P. en
aan het einde, overeenkomende met het strand, 3.50 el
°ttder A. P.
Langs en bij de boezemdijken en kaden moeten de
v°'gende wegen, bermen, enz. gemaakt worden
L omgelegd en opgehoogd gedeelte van den straatweg
VaQ Vlissingen naar Koudekerke, ter lengte van 106 el,
"■^t bestrating van 424 vierk. ei
een bermweg van den voornoemden straatweg,
^estelijij langs den westelijken binnenboezeradijk, tot
zeedijk, ter lengte van 135 el;
3- een berm van genoemden bermweg langs de
0ezemdijken tot den zeedijk, ter lengte van 110 el
L een bermweg langs de oostelijke binneu-boezemkade
'O aansluiting met de Singelkade, ter lengte van 100 el
5. een berm of plateau langs den oostelijken buiten-
boezemdijk in aansluiting met de Singelkade en den
bedijk, ter lengte van 70 elen een omgelegd gedeelte
,ftn den binnenweg van Vlissingen naar de begraaf-
P'aats, ter lengte van 80 el, met 25 teerling el begrinding.
Het te maken gedeelte van den Middelburg-Vlissing-
®chen watergang vangt aan met den ouden Vlissingschen
Watergang, op 57 el westelijk uit het midden van den
®v6r dezen watergang bestaanden duiker in het Smids-
^egje, of op 153.50 el haaks uit de spoorwegas. Hij volgt
Jfizen ouden Vlissingschen watergang tot aan zijn begin-
P^ot nabij den Singelweg van Vlissingen, om verder
Westelijk langs dezen weg zijn loop te vervolgen tot aan
te maken wachtsluis, waar bij eindigt. De lengte
van dit gedeelte van den Middelburg-Vlissingschen
Watergang bedraagt 3622 el.
Over dezen watergang moeten vier bruggen gemaakt
^°rden, te weten: een in het Blauwe wegje, een in het
^arnemelkswegje, een op perceel gemeente Vlissingen
aeetie A no. 193, en een in den Bosjesweg.
De werken moeten worden aangevangen nadat het
Pfoces-verbaal van aanbesteding is goedgekeurd, op
8chriftelijk bevel van den eerstaanwezend ingenieur.
De verschillende deelen van het werk moeten op de
"avolgende tijdstippen gereed zijn, als:
L de watergang met de bruggen daarover: 1 October
1868;
2. de uitwateringsluis met buitenboezem en buiten-
°ezemdijken, met de daarop te maken verdedigings
taken: 1 Maart 1869;
8- de wachtsluis met binnenboezem en binnenboezem-
aJen, met de daarop te maken verdedigingswerken:
1 Juli 1869;
L het geheele werk: 1 October 1869.
De aannemer moet gedurende den geheelen tijd van
werk en dien van het onderhoud voor het opzicht
ebbende personeel en het werkvolk zuiver drinkwater,
*ar beoordeeling van den eerstaanwezend ingenieur, in
iPiine hoeveelheid leveren.
bi
Jl. Vrijdag avond hield de geneeskundige raad in
eelandonder leiding van den inspecteur voor het
®eueeskundig staatstoezicht in deze provincie, eene open
bare vergadering, welke den daaropvolgenden dag is
voortgezet en gesloten.
Onder de door den voorzitter gedane mededeelingen,
welke voor kennisgeving werden aangenomen, kwamen
onder anderen de twee volgende voor
Vooreerst dat hij, naar aanleiding van het op voorstel
van dr. Hazenberg den 31 Mei jl. door den raad genomen
besluit, in de vergadering van inspecteurs den wensch
heeft kenbaar gemaakt dat toezicht op de heelkundige
werktuigen mocht worden uitgeoefend; doch daar de
wet hiervan niet spreekt, achtte de vergadering van
inspecteurs de geneeskundige raden in deze onbevoegd.
Ten anderen, dat hij, mede naar aanleiding van het
op voorstel van dr. Hazenberg den 31 Mei jl. genomen
besluit, zich schriftelijk heeft gewend tot den commis
saris des konings in deze provincie, ten betooge der
wenschelijkheid dat de gemeentebesturen zoo min moge
lijk geneesheeren en apothekers voor den dienst bij de
brandweer aanwijzen. Op dit schrijven is een antwoord
ontvangen, waarin de commissaris des konings te kennen
geeft dat hij, na gedeputeerde staten hieromtrent te heb
ben gehoord, het niet geraden oordeelt te dezer zake
eene aanschrijving tot de gemeentebesturen te richten,
en wel op grond dat de gemeentewet zelf den weg aan
wijst tot tegemoetkoming aan het bestaande bezwaar,
daar ieder ingezeten het recht heeft zich van den dienst
af te koopen en door een ander te laten vervangen.
De mededeeling des voorzitters betreffende de hande
lingen van het geneeskundig staatstoezicht betroffen in
de eerste plaats de volksgezondheid. Ten aanzien der
sterfte statistiek konden thans nog geene bepaalde op
gaven worden gedaan: enkele epidemiën zullen evenwel
bij het einde des jaars blijken op het doodencijfer invloed
te hebben uitgeoefend. De mededeelingen omtrent de
epidemische ziekten hadden betrekking op: a cholera,
waaruit bleek dat van de 65 aaugetasten in deze provin
cie 46 overleden en 18 hersteld zijn, terwijl 1 nog in
behandeling wasb kinderziekte, waaraan slechts 1 doode
o typhus, waarvan eenige eontagieuse gevallen, met 1
doode, zijn voorgekomen dangina diphtheritica, welke
zich slechts als van weinig beteekeuendeu aard heeft
voorgedaane mazelen, welke van een goedaardig karakter
waren; f kinkhcest, waaraan tot nlto. September in 53
gemeenten 201 dooden voorkwamen tegenover 49 dooden
in 11 gemeenten in 1866; g lepra, waaromtrent is geble
ken dat zich te Zierikzee een lijder bevindt, die wel
volgens bericht van een geneesheer aldaar hersteld is,
doch eerstdaags door den inspecteur zeiven zal onder
zocht worden; h syphilis, waarin door streng toezicht
op de publieke vrouwen eenige verbetering is gebracht,
doch die voortdurende voorzorgsmaatregelen, voor zoo
ver die kunnen genomen worden, blijft eischen; i honds
dolheid, waarvan zich in het voormalig vierde district
bij herhaling gevallen voorgedaan hebben, doch zonder
noodlottige gevolgen; en j granuleuse oogontsteking,
waaromtrent in het verslag het stilzwijgen zou zijn
kunnen bewaard worden, indien de nieuwsbladen
indertijd niet de onbescheidenheid hadden begaan van
voorbarig te melden dat die ziekte zich te Vlissingen
aan boord van een der schepen had vertoond, terwijl bij
onderzoek is gebleken dat slechts eene weinig bedui
dende lichte oogontsteking had geheerscht welke
reeds bijna had opgehouden. Ten slotte werd nog
opgemerkt dat, hoezeer de aanleg der spoorweg- en
kanaalwerken te Middelburg en te Vlissingen alle ge
varen voor epidemische ziekten aanbieden, de onder
vinding sinds den aanvang dier werken heeft geleerd
dat er toch geen ernstige reden tot bekommering bestaat.
In de tweede plaats gold de mededeeling betreffende
de handelingen van hetgeneeskundigstaatstoezichtspon-
tane en gevraagde raadgevingen. Onder de eerste kwam
onder meer voor eene van den inspecteur, die met betrek
king tot de spoorweg- en kanaalwerken aan de bevoegde
autoriteit in overweging heeft gegeven om teArnemuiden
door het plaatsen van een duiker te gemoet te komen
aan bet voor den gezondheidstoestand te ontstane bezwaar
tengevolge der afsluiting van de haven aldaar. Die
onder de tweede rubriek betroffen onder anderen een
verzoek van twee buitenlandsche geneeskunstoefenaren
om vergunning tot het uitoefenen hunner praktijk in
deze provincie, waarop, in overeenstemming met het
uitgebracht advies, afwijzend is beschikt. Verder werd
mededeeling gedaan van een ingesteld onderzoek naar
de al of niet gegrondheid van een onder de ingezetenen
te Grauw verbreid geiucht omtrent een sterfgeval, dat
veroorzaakt zon zijn door eene op voorschrift van een
geneesheer aldaar toegediende hoeveelheid morphine.
Mocht bij dit onderzoek de waarheid van dat gerucht al
niet geheel betwijfeld worden, zoo waren echter geene
termen tot strafrechterlijke vervolging aanwezig bij gemis
van het door de wet gevorderd bewijs. De verdachte
is evenwel wegens dronkenschap door het betrokken
gemeentebestuur uit zijne betrekking als gemeente
geneesheer ontslagen. Naar aanleiding van een door
eenige apothekers teVlissingeu gedane vraag, betreffende
de bevoegdheid van een op de werken onder die ge
meente practiseerend elders wonend geneesheer tot het
leveren van geneesmiddelen, en het daarop door den in
specteur gegeven antwoord dat ten aanzien dier bevoegd
heid geen twijfel beslaat, daar hier geen sprake is van
eene gemeente of een deel daarvan, maar var. het dooi
de wet genoemde woord „plaats", werd eene gedachten-
wisseling gevoerd, waarbij verschillende zienswijzen wer
den geuit zonder echter in de zaak zelve verandering te
brengen.
Onder de ingekomen stukken kwam onder anderen
voor eene brochure van den heer J. A. G-eill, betreffende
weezenverpleging, ten aanzien waarvan door den voor
zitter werd opgemerkt dat de schrijver de zaak con amore
behandeld beeft en veel 3ucces verdient.
Toen aan de orde was het uitbrengen der rapporten
van de gecommitteerden voor de winkelvisitatiën, stelde
de beer van der Grijp voor, die rapporten met gesloten
deuren te behandelen. De voorzitter achtte zulks in
strijd met den geest der wet. De heer Vogelvanger
herinnerde echter dat de behandeling in het vorig jaar
ook met gesloten deuren beeft plaats gehad, en meende
dat het niet in den geest der wet kan liggen iemand in
eene bijzondere zaak publiek aan de kaak te stellen.
Hiertegenover stond de zienswijze van den heer Snijder,
die in de mededeeling van een min gunstig rapport niet
zag een aan de kaak stellen. Van hem wien dat ongunstig
rapport gold kon men zeggen: „Ilubet culpa (bet is zijn
eigen schuld)." Hij was bovendien tegen eene behandeling
met gesloten deuren, omdat de zaak van te groot belang
is voor het algemeen, dat door de openbaarmakiug in
staat wordt gesteld tot de beoordeeling welken apotheker
het veilig gebruiken kan en van welken bet zich moet
onthouden, terwijl hij in die openbaarmaking tevens een
prikkel ziet voor de apothekers om te zorgen dat hunne
apotheken goed of beter worden. De heer van der Grijp
beschouwde de openbaarmaking niet als een middel ter
verbetering, maar veeleer geschikt om allen moed aan
de min gunstig vermelde apothekers te ontnemen. Hij
beriep zich tevens op bet besluit van andere raden te
dezen aanzien, waarop de voorzitter opmerkte dat dit
bij hem niet woog, daar iedere raad zelfstandig behoort
te bandelen. De beer Damme ondersteunde bet voorstel
van den heer van der Grijp, uithoofde er bij gecommit
teerden verschil van opvatting bestaat van het begrip
van goed en zeer goed [hetgeen ook de reden was
waarom ten vorigen jare de rapporten met gesloten
deuren zijn behandeld], en men zijns inziens aan hen
wier apotheken goed worden genoemd gerust recepten
kan toevertrouwen. Met 9 tegen 3 stemmen is het
voorstel van den beer van der Grijp ten slotte aange
nomen. Vóór de openbare behandeling stemden de
beeren de Man, Snijder en de voorzitter.
Door den voorzitter werd medegedeeld dat hij, inge
volge besluit der vorige vergadering,gedeputeerde staten
beeft uitgeuoodigd tot bet deen eener voordracht aan de
provinciale staten ter verkrijging eener toelage van ƒ100
uit de provinciale fondsen ten behoeve van het bureau
voor gratis vaccinatie. Tegen die voordracht hebben
gedeputeerde staten echter bezwaar gemaakt, daar bet
huns inziens hier geen provinciaal, maar een algemeen