MlDDELBURGSCHE COURANT. N°- 180. Zondag 1867, 10 November. HHmtmlanö. Editie van Zaterdag avond 8 uren. PROVINCIALE GELDLEEAING van f 4U«,©00. De Gedeputeerde Staten van Zeeland, Gezien het besluit der sl ten van Zeeland van den 'Maart 1867, no. 11, goedgekeurd bij koninklijk besluit v«n den 17 dier maand, no. 11, tot het aangaan eener Mdleening ten laste van de provincie Zeeland, en ten behoeve van de Stoombootdienst op de Wester-Schelde, 'egen eene rente en onder voorwaarden door gedepu teerde staten vast te stellen, en onder bepaling dat zij tal worden afgelost in het tijdvak van 1869—1888, jaar- 'ijks met niet minder dan twee duizend gulden; voorts lat tot zekerheid van de betaling van rente en aflossing herbonden worden de inkomsten en middelen der pro vincie, en dat speciaal van de opbrengst der ten haren behoeve geheven wordende opcenten op 's rijks directe belastingen daarvoor vier duizend gulden zal worden afgezonderd. Besl u i t en 1. Dat voor de bovenbedoelde geldleening zullen wor den uitgegeven veertig obligatiën of bewijzen van aan deel, elk van duizend gulden, tegen eene rente van vijf ten honderd in het jaar, ingaande met den dag der korting 2. dat indien in de bovengenoemde geldleening tegen Verschillende koersen wordt ingeschreven, de hooger aan gebodene zullen worden teruggebragt tot den minsten boers die door gedeputeerde staten aannemelijk wordt geacht; 3. dat de termijn voor het inleveren der inschrijvings- billetten is bepaald van Donderdag den 21 tot en met donderdag den 28 November 1867, op de gewone werk ten des voormiddags van 10 tot 12 ure A dat de inschrijvingsbus en billetten in het openbaar geopend worden op Donderdag den 28 November ,867 des namiddags te 2 ure in de raadzaal van gedepu- te®rde staten; 5. dat het bedrag der ingeschreven aandeelen, voor SOo veel die zijn aangenomen, moet worden overgestort Vóór of op 15 Januarij 1868; 6. dat op de onderwerpelijke geldleening toepasselijk borden verklaard de bepalingen voorkomende onder artt. 3 4 6 7, 8,11, 12,15 en 16 van bet plan der pro- vinciale geldleening van f 75,000, goedgekeurd bij koninklijk bcsiuit van den 8 Maart 1866, no. 57, waarvan Exemplaren op franco aanvrage te bekomen zyn bij den keer D. Jeras, commies ter provinciale griffie van Zee god, belast met de comtabiliteit. Dit besluit zal worden geplaatst in het Piovinciaal blad van Zeeland; buitendien bij wijze van openbare Jtnkondiging in de Staats-courant, alsmede in de Jliddel- bttrgsche-, Goessche- en Zierikzeesche couranten, in het 1'tissche weekblad en in het Algemeen Nieuws- en Advertieblad voor Zeeuwsch Vlaanderen. Middelburg, den 7 November 1867. De Gedeputeerde Staten voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN, Voorz. S. VAN DER SWALME,Griffier. Middelburg November. Nagenoeg algemeen heeft men zich in de afdeelingen ^er tweede kamer beklaagd over de late indiening van Indische begrooting voor 1868. Zeer algemeen was de k'acht, dat deze begrooting in zoover zich zeer ongunstig de staatsbegrooting onderscheidt, als de posten van "Ifgaaf of onderafdeeliugen te veel omvatten. Als een Seheel beschouwd kon de voorgedragen Indische be boeting niet anders dan een zeer ongunstigen indruk ^"ken en tot ernstige bezorgdheid aanleiding geven. Op ^eze begrooting is toch een achteruitgang van meer dan fflillioen. Men had daarom inkrimping van uitgaven in ■lodig gewenscht, hetgeen zonder wezenlijke belangen te denken had kunnen geschieden. Men wees daarbij op ee°e inkrimping der uitgaven voor bet departement ^ao oorlog. Van weerszijden werd het stelsel van cultures en de "Wint voortspruitende inkomsten besproken. Terwijl énigen meenden dat dit stelsel moest worden behouden ^aren weder anderen van meening dat het streven moest ?'Üh zich langzaam van het cultuurstelsel los te maken 6,1 in de ontwikkeling van den particulieren onderne- tiingsgeest en de daardoor te scheppen meerdere wel vaart en bloei, nieuwe bronnen van inkomst voor den staat te scheppen. De ontruiming der vesting Vlissingen is sedert eenige dagen met kracht aangevangen en zal gedurende het overige van het jaar worden voortgezet. Eene aanzienlijke hoeveelheid materieel ligt gereed ter verzending naar Willemstad, Hellevoetsluis, Brielle, Dordrecht en Bredra. De heer Amersfoordt heeft in de Purmerender cou rant een betoog geleverdwaarin hij doet uitkomen, dat ten onrechte nog Nederlanders worden genoemd zij, die thans bij den paus iu krijgsdienst zijn. Het is buiten twijfel, dat die vrijwilligers zich dapper gedragen en voor een vreemden souverein moedig vechten, maar zij hebben opgehouden Nederlanders te zijn, na zonder toe stemming des konings zich in vreemden dienst te hebben begeven. Het is den heer Amersfoordt, als burgemeester van Haarlemmermeer, bekend, dat ook uit die gemeente jongelieden naar Rome zijn vertrokken; geen hunner heeft echter aangifte van verhuizing gedaan, en nog veel minder 's konings toestemming gevraagd of verkregen. Verminkt en broodeloos naar Nederland terugkeerende, zullen zij dientengevolge als vreemdelingen het land moeten worden uitgezet. De heer Amersfoordt is er niet zeker van, dat zij, die de jongelieden aanwerven, hen met deze gevolgen bekend maken, en heeft het mitsdien geraden geacht, eene waarschuwende stem te doen hoo- ren, thans, nn 1200 heldhaftige jongelieden voor een vreemden vorst worden gevraagd, terwijl het vaderland zelf zijne zonen in den krijg noodig kan hebbenHij beeft vernomen, dat onder de Garibaldianen mede vele Nederlanders worden gevonden. Is dit zoo, dan is op ben dezelfde aanmerking van toepassing, en zal het te meer te betreuren zijn, dat Nederlanders elkander op vreemden bodem bevechten voor eene zaak, welke niet die van het vaderland is. Ten slotte brengt de heer Amersfoordt in herinnering, dat zelf tegen f 100 handgeld het korps mariniers hier te lande niet voltallig kan worden gehou den, en dat het voorts den landbouwer in Nederland zeer dikwijls aan knap werkvolk ontbreekt. Daarentegen verwondert het Leidsch Dagblad zich over de kalmte, waarmede hier te lande protestanten en catholieken den strijd in Italië gadeslaan, indien'het waar is, dat het van den uitslag zal afhangen, of de paus zal voortgaan, naar eigene inspraak te handelen in ker kelijke zaken, dan wel daarin door den invloed der wereldlijke machthebbers zal worden belemmerd. Enkele moedige jongelingen mogen naar de kampplaats zijn getrokken, maar het Leidsch Dagblad meent die jonge lingen te mogen wraken als getuigen voor de groote belangstelling der catholieken bier te lande. Daarbij komt, dat zij uitsluitend tot de minder beschaafde klas sen behooren. En wordt er geld geofferd, dan geschiedt dit niet in verhouding tot het gemeen vermogen der catholieken, of tot het gewicht van het op het spel staande groote belang. Het Leidsch Dagblad gelooft dat gebrek aan geestdrift te moeten toeschrijven aan de omstandigheid, dat noch protestanten noch catho lieken overtuigd zijn, dat de prijs, waarom wordt ge streden, werkelijk zoo groot is als wordt voorgegeven; zij meenen, dat, wat ook gebeure, de verhouding van den pans tot de Nederlandsche catholieken wel dezelfde zal blijven dat diens geestelijk gezag niet wordt bedreigd, en evenmin het gezag van de kerk. Ware toch dit laat ste het geval, dan zou het geloovige Nederland zich voorzeker wel anders betuigen. Allen zijn buiten twijfel begaan met de wederwaardigheden van den grijzen Pius; weinigen zullen sympatbiseeren met de aanvallers van Rome; maar gering is ook het aantal dergenen, die ge- looven, dat de kerk wezenlijk zou worden geschaad, indien de geestelijke vorst een wereldlijk gezag verloor, 't welk slechts door vreemde bajonnetten kan worden gehandhaafd. De heer mr. E. de Greve, president van den hoogen raad der Nederlandenis door den groot hertog van Luxemburg tot kommaodcur der orde van do eikenkroon benoemd. Benoemingen en besluiten. adel. Verheven tot den Nederlr dschen adel, de heer Gustaaf Willem van der Feltz, dijkgraaf van de Veluwe te Epe, met al zijne wettige afstammelingen. onderwijs. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den leeraar aan 'srijks hoogere burgerschool te Tilburg F. S. Gomm. Kerknieuws. De beer C. de Wilde Cz., predikant te Poortvliet, heeft voor de drie op hem uitgebrachte beroepen naar Willem stad, Alblasserdam en Ridderkerk bedankt. Onderwijs. Do Staatscourant van gisteren behelst het verslag der commissie, belast met het afnemen van het eindexamen der hoogere burgerscholen in Zeeland, in het jaar 1867. Marine en leger. De luitenants ter zee 2e klasse J. G. J. Spanjaard en L. A. Dittlof Tjassens worden met den 10 dezer over geplaatst, eerstgenoemde op Zr. Ms. raderstoomschip Timor en laatstgenoemde op Zr. Ms. raderstoomschip Ban ka. Rechtszaken. De arrondissements-rechtbank alhier heeft eergisteren de volgenden vonnissen uitgesproken: Maria de Keijzer, particuliere alhier beklaagd dat zij op den 12 September 11. in de Gortstraat aan Johanna Wanjon smaad- en scheldwoorden toegevoegd heeft is, hoewel zij het feit ontkende, schuldig verklaard aan het in het openbaar beleedigend uiten van smaad- en scheldwoorden, en veroordeeld tot eene geldboete van ƒ8, bij niet-betaling te vervangen door 2 dagen gevange nisstraf en in de kosten. J. Weijnman, kleermaker alhier beklaagd dat hij in den morgen van den 7 September jl. in zijne woning gekomen is op de kamer der mede daar wonende wed. Lacor, naar aanleiding van een daargevoerden twist met zijne huisvrouw, en toen de dochter dier weduwe, Geer- truida Wilhelmina Henriette Lacor mishandeld heeft is schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, waardoor geenerlei ziekte of belet' om te werken is ontstaan, en veroordeeld tot acht dr, gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Pieter de Hamer,arbeider te Middelburg beklaagd dat hij op den 14 September 11. aan C. Brouwer eene snede in de hand met een mes heeft toegebracht, waar door voor genoemden Brouwer een beletsel om te werken van 3 weken is ontstaan is schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en verwondingen, waardoor een beletsel tot werken van meer dan 20 dagen is ontstaan, en veroordeeld tot eene gevangenisstraf van eene maand en eene geldboete van f 8, bij niet-betaling te vervangen door eene gevangenisstraf van 2 dagen, als mede in de kosten. Petrus Buzijn en Jobannes Staelens, arbeiders te Eede beklaagd dat zij op den 9 en 10 September jl. te zamen en in gemeen overleg 53 bossen riet hebben ge sneden ten nadeele van H. Maas, en dit met een met 2 paarden bespannen wagen weggevoerd hebben, en den 11 September daaraanvolgende ten nadeele van Charles van Brussel 23 bossen riet gesneden hebben zijn ver oordeeld. met aanneming van verzachtende omstandig heden, de een tot 14 dagen gevangenisstraf en in de kosten, en de tweede tot eeuegevangenisstraf van 6 dagen en in de kosten. G. Hentzepeter, putbaas bij de werken onder V'1®: singen, stond ten cht als beklaagd van in de maand October jl. aan drie in zijne keet aanwezige polderwer kers moedwillig slagen en stooten toegebracht te beoben. Na het hooien van twaalf getuigen, waaronder drie a déchargehield het openbaar ministerie de beschuldi ging vol en requireerde veroordeeling van den beklaagde .volgens de wet. De verdediger des beklaagden concludeerde daaren- tegeu - op grond dat bier zelfverdediging van den be klaagde was geweest tot oDtslag van rechtsvervolging, of subsidiair tot het opleggen eener geringe geldboete. Na re- en dupliek, waarbij van beide zijden bij de genomen conclusiën werd gepetsisteerd, heelt de recht bank den beklaagde schuldig verklaard aan het moed willig toebrengen van slagen en stooten zonder dat daardoor ziekte of beletsel om te werken is ontstaan, en veroordeeld tot eene gevangenisstraf van acht dagen alsmede in de kosten. J. W. Pieterse, zeevarende, wonende te Vlissin gen beklaagd dat hij in den nacht van den 15 op den 16 September jl., T. A. Homburg vastgegrepen en tegen den grond geworpen heeft is schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten zonder dat daardoor ziekte of beletsol tot werken is ontstaan en veroordeeld tot eene fceldboete van f 8 en in de kosten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1