verdaging der behandeling. Dezelfde persoon die toen
zoodanig voorstel deed, nam ook nu het initiatief. Met
bevreemding echter heeft hij daarbij hooren wijzen op
een eigen particulieren werkkring, op een bezichtiging
der agenda van werkzaamheden als men zich tot vertrek
naar Middelburg tot bijwoning der vergadering gereed
maakt, en op een daarnaar regelen van zijn werk. In zijn
oog gaat dit echter niet op. Zijns inziens zal bij ieder lid
dezer vergadering, bij de inzage der agenda, het denk
beeld wel zijn opgerezen eener mogelijke behandeling
van een voorstel dat reeds in de zomervergadering is
gedaan. Doch hoe dit zij, hij .meent dat een voorstel, dat
strekt in het algemeen belang, toch wel niet onder
geschikt zal worden gemaakt aan de bijzondere belangen
en den werkkring van eenig lid. Bovendien ia er
ook gewezen op de afwezigheid van twee leden der
commissie. Die afwezigheid is zeker te betreurendoch
daartegenover staat de omstandigheid dat hij, spreker,
wellicht voor 'teerst sinds hij lid der staten is, verhinderd
zal zijn de aanstaande zomervergadering bij te wonen.
Het zou hem dus zeer spijten als de behandeling van
zijn voorstel in die vergadering moest plaats hebben.
Hij wenscht dan ook gevraagd te hebben, of deze dag
niet genoeg is om van het gedrukt rapport zoodanige
indrukken te ontvangen als noodig zijn tot bespreking
in de afdeelingen. Zoo ja, dan zou het voorstel Vrijdag
of Zaterdag morgen hier behandeld kunnen worden. Bij
goeden wil kan er zijns inziens tegen eene behandeling
nog in deze week geen bezwaar bestaan, zoodat hij hoopt
dat het voorstel tot verzending naar de afdeelingen zal
worden aangenomen.
De heer Kroon zegt dat hij geen vriend is van de
zaken op de lange baan te schuiven; hij is evenwel tegen
eene dadelijke behandeling van het voorstel, daar hij dit
te belangrijk acht om reeds nu te worden afgedaan. Ook
hij wenscht dus verdaging tot de zomervergadering of
vroeger.
De heer van den Bosch is niet voor verdaging. Over
het hoofddenkbeeld van het voorstel is de zienswijze vrij
algemeen eens. Het groote bezwaar betreft de al of niet,
de meer of mindere bevoegdheid der staten tot wijziging
der instructie van bet gedeputeerd college. Volgens bet
rapport bestaat daaromtrent verschil van gevoelen,
doch die verschillende gevoelens zijn alle toegelicht.
Zijns inziens wordt de zaak daardoor zoo gemakkelijk
gemaakt, dat eene overweging in het studeervertrek
overbodig kan geacht worden, daar deze niet veel meer
licht zal kunnen geven. Hij is dus voor dadelijke behan
deling.
De heer Kakebeeke wijst nog op een bezwaar tegen
uitstel van behandeling tot de zomervergadering, name
lijk dat in het volgende jaar de helft der leden moet
aftreden en niemand van eene herkiezing verzekerd is.
Thans wordt de beraadslaging gesloten en overgegaan
tot de stemming over de vraag1, of de vergadering ver
langt het voorstel naar de afdeelingen te verzenden, of
wel de behandeling tot de volgende zomervergadering
uit te stellen. Met 19 tegen 15 stemmen wordt tot verda
ging der behandeling besloten.
Vóór eene dadelijke behandeling door verzendingnaar
de afdeelingen stemden de heeren Hammacher, Vader,
Winkelman, J. L. de Jonge, van Eek, van der Vliet,
Verhagen, Bybau, Kakebeeke, Hoogenboom, Snouck
Hurgronje, van den Bosch, Mazure, Hennequin en Can.
Tegen eene behandeling in deze najaarszitting ver
klaarden zich de heeren de Jonge van Ellemeet, de
Casembroot, F. van Deinse, Lambrechtsen, Becius, van
der Bilt, Sprenger, Snijder, Hombacb,Pierssene,deVisser,
Dronkers, Kroon, van Citters, Janssen, de Lange,Buteux
Vis en H. J. van Deinse.
De heer Verhagen vraagt, of het hem nu vergund is
een gewijzigd voorstel te doen.
In antwoord hierop wijst de voorzitter op het regle
ment van orde, waarbij aan ieder lid de vrijheid wordt
toegekend tot het doen van een schriftelijk door twee
leden onderstennd voorstel.
Op verzoek van den heerVerhagen verklaren de heeren
Vader en J. L. de Jonge zich tot ondersteuning van het
schriftelijk gewijzigd voorstel bereid.
Dit voorstel luidt aldus
„Gedeputeerde staten geven aan personen die hunne
belangen bij hen wenschen voor te dragen, daartoe de
gelegenheid in eene hunner vergaderingen.
„Zij winnen, indien de zaken zulks vereischen, na een
voorloopig onderzoek bij den daarbij betrokken belang
hebbenden de noodige inlichtingen in.
„Alvorens uitspraak te doen in geschillen van bestuur
stellen zij, na afloop van de instructie der zaak, belang
hebbenden die dit verzoeken in de gelegenheid om per
soonlijk of door gemachtigden ter provinciale griffie
inzage te nemen van de stukken en om hunne belangen
in de vergadering toe te lichten of te doen toelichten.
„Zij geven aan die belanghebbenden kennis van den
dag waarop zij of hunne gemachtigden ter vergadering
zullen worden toegelaten en wijzen hun te gelijkertijd den
ambtenaar aan, bij wien voor de behandeling der zaak,
dagelijks tijdens de uren waarop de griffie is geopend,
inzage der stukken is te nemen, met de bevoegdheid, des
verkiezende van die stukken afschrift te nemen of te
doen nemen.
„Zoo in spoedeischende zaken de beslissing onmiddel
lijk moet volgen op de instructie, wordt aan genoemde
belanghebbenden of hunne gemachtigden zoo veel moge
lijk mededeeling der stukken gedaan op den dag hunner
toelating ter vergadering."
De voorzitter stelt voor, den heerVerhagen tot de
toelichting van dit gewijzigd voorstel toe te laten.
De heer Vis heeft daartegen bezwaar. Hij meent dat
het in de zomervergadering gedane voorstel, waarom
trent rapport is uitgebracht, thans het eigendom der
vergadering is, en daarop dus eerst moet beslist worden,
alvorens de voorsteller een nieuw voorstel kan doen.
Hij verlangt alzoo dat het recht tot wijziging vooraf
door de vergadering worde uitgemaakt.
De voorzitter merkt op dat het primitieve voorstel
van den heer Verhagen en het daarover uitgebracht
verslag, na het daaromtrent genomen besluit, niet meer
aan de orde is, zoodat bet gewijzigd voorstel thans, vol
gens art. 23 van het reglement van orde, als een nieuw
voorstel moet worden beschouwd.
De heer de Jonge van Ellemeet meent dat het niemand
verwonderen zal, dat hij, als lid der commissie van
onderzoek van het voorstel van den heer Verhagen, tot
hiertoe het woord nog niet heeft gevraagd. Kieschheids-
halve heeft hij zich van de discussie onthouden. Het nu
gerezen incident heeft echter op hem een allerzouder-
lingsten indruk gemaakt. Hij zal dien indruk hier niet
mededeelen, om geen aanleiding tot persoonlijk debat
te geven, doch even als hij in de zomervergadering heeft
voorgesteld eene commissie tot onderzoek van het oor
spronkelijk voorstel te benoemen, meent bij thans ook
te moeten voorstellen het gewijzigd voorstel in handen
eener commissie van onderzoek te stellen.
De heer Verhagen staat over het voorstel van den heer
de Jonge van Ellemeet verbaasd. Ook hij wenscht geen
enkel woord te spreken dat aanleiding tot persoonlijk
debat zou kunnen geven, doch hij is verbaasd, een voor
stel tot een nieuw onderzoek te vernemen uit den mond
van een lid der vroegere commissie. Thans is toch nog
alleen de vraag of de vergadering den voorsteller wil
toelaten tot toelichting van zijn gewijzigd voorstel,
en hij meent dat eerst na die toelichting men zich op
gewekt zou kunnen gevoelen om het voorstel commis
soriaal te maken Allervreemdst zou het toch zijn eene
commissie te benoemen tot onderzoek van een voorstel
hetwelk niet toegelicht is.
De heer de Jonge van Ellemeet zou den vorigen spre
ker gelijk geven als er eenig opmerkelijk verschil be
stond tusschen het nu gedane en het vroegere voorstel;
doch dat verschil is zoo gering, dat hij de vrijheid ge
voelt om te verklaren dat hij volkomen de strekking van
dit nieuwe voorstel begrijpt. Hoezeer hij een voorstander
is van ware vrijheid kan hij zich met de wijze waarop
dit voorstel nu is gedaan niet vereenigen. De provin
ciale wet dagteekent van 1850 en nu leven wij in 1867.
In die zeventien jaren is men toch nog al wel door den
bestaanden toestand beengeslingerd, zoodat er geen
behoefte bestaat om daarin als door een perspomp ver
andering te brengen. Op zijne beurt staat ook hij verbaasd
dat de voorsteller, die een goed denkbeeld had toen hij
het primitieve voorstel in deze vergadering bracht, niet
meer in zijn voorstel is doorgedrongen, want dan had hij
bekend moeten zijn met het opmerkelijk verschil dat er
omtrent vele punten, onder anderen tusschen de instruc
tie van gedeputeerde staten van Limburg en die van
Zeeland, bestaat.
De voorzitter meent bij herhaling te moeten wijzen op
het reglement van orde. Persoonlijke feiten mogen thans
niet besproken worden, daar het alleen de vraag geldt
of de heer Verhagen tot toelichting van zijn voorstel zal
worden toegelaten.
Tot die toelating wordt alsnu zonder hoofdelijke stem
ming besloten,
De heer Verhagen dankt voor de hem geschonken ge
legenheid. Alvorens echter tot de toelichting van zijn
voorstel over te gaan zegt hij dat de spreker uit Wal
cheren hem ten onrechte verdacht heeft van een zijweg
te willen inslaan. In den regel is hij integendeel een
tegenstander van het betreden van slinksebe wegen tot be
reiking van zijn doel en gaat hij steeds recht door zee.
Wat voorts de toelichting van zijn voorstel betreft, waar
mede hij kort zal zijn, verklaart hij dat hij de uitbreiding
van zijn voorstel, om namelijk belanghebbenden het recht
toe te kennen tot bespreking hunner belangen, heeft
overgenomen, omdat hij gezien heeft dat men het gevoe
len is toegedaan dat het collegie van gedeputeerde staten
niet langer een afgesloten, ontoegankelijk collegie mag
zijn.
t)e wijziging in zijn voorstel is deze. Hij heeft de
laatste door de commissie aangegeven zinsnede voorop
gesteld, omdat de toegang van belanghebbenden tot ge
deputeerde staten eene algemeene zaak is, en de recht
spraak kan geacht worden iets meer bijzonders te zijn.
De tweede zinsnede is nieuw en overgenomen uit de
instructie van gedeputeerde staten van Limburg.
De derde zinsnede van het rapport der commissie heeft
bij overgenomen inet de bijvoeging: „met de bevoegd
heid om des verkiezende van die stukken afschriften te
nemen of te doen nemen," en zulks naar aanleiding van
de hieromtrent in de Gemeentestem voorkomende belang
rijke artikelen.
Het denkbeeld der commissie, om de bevoegdheid van
belanghebbenden te beperken tot zaken die de provin
ciale huishouding betreffen, heeft hij weggelaten; doch
om allen schijn weg te werpen alsof hij een zijweg zou
willeu inslaan, zal hij verder hierover zwijgen.
Na deze toelichting wordt het gewijzigd voorstel door
een genoegzaam aantal leden ondersteund.
De voorzitter geeft in overweging om, in overeenstem
ming met het vroeger genomen besluit, te besluiten dat
ook dit voorstel in de volgende zomervergadering behan
deld, en inmiddels gedrukt en aan de leden rondgedeeld
zal worden.
De heer Verhagen wenscht dit voorstel des voorzitters
eenigszins gewijzigd te zien. Straks is een besluit ge
nomen naar aanleiding waarvan misschien eene buiten
gewone vergadering zal gehouden worden. Nu is wel
uitgemaakt dat men tijd verlangt om op zijn studeer
kamer de besproken aangelegenheid nader te overwegen
doch dit zal zijns inziens wel geen beletsel zijn om, ingeval
eene buitengewone vergadering mocht plaats hebben,
alsdan daarin ook gelijktijdig deze zaak te behandelen
Daarom wenscht hij ook nu achter het voorstel om de
behandeling uit te stellen tot de zomervergadering te
laten volgen de woorden „of vroeger."
De voorzitter merkt op, dat in eene buitengewone
vergadering geene andere zaken mogen behandeld worden
dan die waarvoor door den koning machtiging is verleend.
Misschien zou de regeering een aanvraag tot gelijktijdige
behandeling dezer zaak niet weigeren, docb eene weige
ring is echter mogelijk, zoodat hij het niet voorzichtig
acht thans zoodanig bepaald besluit te nemen. Hij is
evenwel bereid de gewenschte voorstellen aan de regee
ring te doen.
De heer Verhagen verlangt alsnu gedeputeerde staten
te machtigen, niet om verlof tot het houden eener buiten
gewone vergadering te vragen, maar om, ingeval eene
buitengewone vergadering mocht plaats hebben, dan
ook te trachten gelijktijdig deze zaak te doen behan
delen.
Ten slotte wordt met algemeene stemmen besloten het
gewijzigd voorstel van den heer Verhagen in de volgende
zomervergadering te behandelen, en het inmiddels te
doen drukken en aan de leden rond te deelen.
Daar geen verdere werkzaamheden aan de orde zijn,
wordt de uitvoering der genomen besluiten en de resumtie
der notulen aan gedeputeerde staten opgedragen.
De voorzitter sluit vervolgens deze najaarsvergadering
der provinciale staten van Zeeland in naam des konings.
SNELPERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.