öuitmlattiX ItaliëFrankrijk. *egen, dienst 1868 (medegedeeld in het nommer dezer ^Urant van 27 October jl.), hetwelk strekt 1. om defin i- 9®f toe te staan de aanvragen van de besturen van 9°stburg en Waterlandkerkje, ad ƒ28,500; Baarland en ®°edekenskerke, ad ƒ8,200; 'sGravenpolder, ad ƒ920; 8n 's Hocrenhoek, ad ƒ9000 en ƒ1750, zijnde te zamen '48,370: en 2. voorloopig in te willigen, onder 'legging van eene definitieve inwilliging zoodra de >ereischte gelden daartoe zullen beschikbaar zijn, de 'tnvragen van de besturen van 's Gravenpolder, ad /5400; 's Heer Abtskerke, ad ƒ6100; 's Heer Arends- kfrkc, ad ƒ7300; Heinkenszand, ad 7000; Nisse, ad '9400; en Waarde, ad 2000, ofte zamen 37,200. Blijkens het door den heer Pierssens uitgebracht 'erslag zijn in twee afdeelingen geen bedenkingen ge- tezen, terwijl men in eene derde afdeeling zich na enkele ^komen inlichtingen insgelijks met dit voorstel ver enigd heeft. In eene afdeeeling is evenwei door sommige 'eden de wensch geuit, dat van de zijde van gedepu- 'eerde staten het toezicht op de kunstwegen, waarvoor 'eStelooze voorschotten worden verstrekt, meer worde '8tzekerd. Naar aanleiding van dit verslag deelt de voorzitter, "nmens gedeputeerde staten, mede dat bij de regeering ten wetsontwerp in behandeling is waarover gedepu- 'eerda staten zijn gehoord en waardoor men zich vleit f.at spoedig aan het bezwaar betreffende politie-bepa- 'Rgen op het onderhoud der kunstwegen zal worden teKemoetkomen; en in de tweede plaats, dat gedepu- teerde staten zich bezig houden met maatregelen tot 'Mzekering van het toezicht op het onderhond der wegen, daarvoor rentelooze voorschotten worden verstrekt. De heer F. van Deinse vraagt het woord en zegt, na jht verkregen te hebben, dat hij dat niet doet om beden- Mogen tegen het voorstel in te brengen, maar integen deel om gedeputeerde staten geluk te wenschen met het denkbeeld dat zij gehad hebben om bij de weinige Gelegenheid welke bestaan heeft tot inschrijving in de aangegane negotiatie, particulieren in de gelegenheid te stellen zelf uit te zien naar middelen om wegen tot Mand te brengen. In het door hem bewoonde district is darmede reeds begonnen en hij twijfelt niet of het gege- *en voorbeeld zal navolging vinden. Tevens heeft hij ket genoegen aan de vergadering mede te deelen dat M, de koning een voor dat district belangrijk besluit keeft genomen, door machtiging te verleenen tot aanleg een grindweg van de grens van Ossenisse over den '°ogendijk langs de Waterstraat tot aan den Kruisweg van daar over Groenendijk door de Molenstraat naar *P°osterzande. Het gevolg hiervan zal vermoedelijk zijn, .at in de volgende vergadering een voorstel tot aanslui- zal gedaan worden, en tevens dat een geprojecteerde *>riDdweg tot stand zal komen. De heer Bybau betuigt zijn genoegen over de mede- "eeling des voorzitters, dat de regeering politiebepalin- j>en in bet leven zal roepen ten aanzien van het onder houd van kunstwegen. Hij is namelijk overtuigd dat, al is ket toezicht op dat onderhoud nog zoo ruim, het zonder Politiebepalingen niet mogelijk is, de wegen in goeden Maat te houden. De heer Kroon vereenigt zich geheel met hetgeen de keer van Deinse gezegd heeft. Ook hij heeft met veel Genoegen vernomen, dat in de afdeelingen geen bezwaren fegen het voorstel gerezen zijn. Verbetering van wegen 's toch, vooral in het voormalig 5e district, eene eerste behoefte, en hij ziet voor dat district eene blijde toekomst je gemoet als de middelen van gemeenschap daar uitge leid en verbeterd worden. Op voorstel des voorzitters wordt, nadat de beraad- tlagihg gesloten is, het voorstel van gedeputeerde staten |esplitst in twee deelen 1. de definitieve inwilliging en de voorloopige inwilliging, met bijvoeging der mach- Mging aan gedeputeerde staten om, wanneer de gelden Aanwezig zullen zijn, tot de definitieve inwilliging over 'e gaan. Beide deelen van het voorstel worden met alge- ■Beene stemmen aangenomen. (Bij deze en alle verdere stemmingen bleek de heer kallenfels, die bij de opening der zitting tegenwoordig as, afwezig te zijn.) {Zie verder het Bijvoegsel Algemeen overzicht. Deed Garibaldi's laatste terugkomst van Caprera velen I etlken aan Napoleon's terugkomst van Elba, zijne neder ig bij Tivoli en zijne overbrenging naar la Spezzia, r®Dgen, bij dien gedachtenloop, Waterloo en St. Helena 'b herinnering. Het is dan ook werkelijk voor het oogen- 'k een Waterloo en een St. Helena voor de Italiaansche eiï>ocratie. Allertreurigst is toch de houding der Itali- 8ansche natie geweest, waar zij zich onderwierp, zij het Mi ook bij eenige protesten en vijandige demonstratiën, aao de weifelende en transigeerende politiek van Victor Mtuauuel en zijn ministerie Menabrea, waardoor zij eer gedaald is in de achting, welke men tot dusverre °°r de Italiaansche vaderlandsliefde koesterde, j Juist van de op democratische beginselen steunende Ita- aansche bevolking had men met eenig recht mogen ver wachten dat zij zou getoond hebben te weten wat zij wilde, en te willen, ernstig te willendat het uitvoerend bewind de nationale politiek zou volgen, op straffe van te worden weggejaagd. Een vorst die in onze dagen niet begrijpen kan of niet begrijpen wil, dat de nationale volkswil alleen de leidende gedachte moet zijn van zijn bestuur, behoort eenvoudig te worden gedwongen om van raadslieden te veranderen of als ongeschikt voor de betrekking, hem in den staat ten deel gevallen, tot abdicatie te worden ge noopt. Thans schijnt men dit in verschillende Italiaansche steden ook te beginnen te begrijpen Milaan is reeds voorgegaan maar hoogst waarschijnlijk te laat. De clericale partij toch zou n u zeer gaarne zien dat eene revolutie in Italië uitbrak, welke Victor Emmanuel de kroon deed verliezen; dit zou echter thans waarschijnlijk niet meer baten voor de Italiaansche vrijheid, tenzij onmiddellijk aan het nieuw bestuur de noodige eenheid en kracht kon worden gegeven om tegen Frankrijk op te treden, hetgeen schier onmogelijk zou wezen. Zoo zal dan de Italiaansche geschiedenis van 1867 weder eenige lessen voor de toekomst aan de natiën achterlaten. Waar regeeringen blijkbaarden weg opgaan, welke naar het verlies der nationale waardigheid, naar het verlies der vrijheid, naar volks demoralisatie voert, daar moeten de bevolkingen tijdig optreden om óf een onwaardigen vorst tot abdicatie te dwingen, öf aan een ongeschikten troonopvolger de troonopvolging te belet ten, óf een anti-nationaal ministerie te doen vallen, eer een „te laat!" haar wordt toegeroepen door de omstandig heden en door den stroom der politieke gebeurtenissen, welke dan niet meer te veranderen of te keeren zijn. Omtrent het gevecht bij Tivoli en Mentana zijn nog slechts eenige onvolledige geruchten en mededeelingen bekend geworden. De door ons in het vorig nommer geuite opinie hieromtrent wordt echter tot dusverre door die geruchten niet weersproken. Alleen beweren sommige dagbladen dat de Fransche troepen aan den aanval opde Garibaldianen zouden hebben deelgenomen, toen de pauselijke troepen zich reeds genoodzaakt zagen om voor hen terug te trekken. Waarschijnlijk had men de pauselijke troepen, zelfs onder alle voor hen zoo gunstige omstandigheden, toch niet alléén tegen de Italiaansche vrijwilligers durven doen optrekken en daarom eenige Fransche regimenten mede afgezonden ten einde de pauselijke huurlingen voor eene nederlaag te bewaren. Hoever intusschen de vernedering gaat, welke koning Victor Emmanuel zich laat welgevallen, zoo beeft hij toch begrepen niet te moeten toelaten dat iedere mogend heid in Europa, die daartoe lust gevoelt, in de Italiaan sche aangelegenheden kan komen intervenieeren. De Spaansche regeering welke insgelijks, zoo als men zich herinneren zal, eeuige oorlogsschepen met landings troepen aan boord naar Civita-Vecchia zond, welke daar nog steeds op de reede voor anker liggen heeft van haren vertegenwoordiger te Florence mededeeling ont vangen dat het Italiaansch eskader zou vuren op deze Spaansche schepen, als zij troepen aan wal brachten. Parijs. Woensdag. Het dagblad 1' Etendard bevat het volgende verhaal van het gevecht bij Mentana: Het bloedig gevecht, waarvan wij gisteren reeds met een enkel woord melding hebben gemaakt, heeft plaats gehad te Mentana, eene plaats die tusschen Tivoli en Moute-liotondo is gelegen. Op 2 November in den na middag verlieten vijfduizend man Fransche en pauselijke troepen Rome om de positiën te nemen, welke hun waren aangewezen. De generaal Polhes kommandeerde de Fransche troepen, de generaal Kanzier voerde bevel over de pauselijke. Ten vier uren stootten deze legerafdee- lingen op de Garibaldiaansche voorposten en weldra was het*gevecht algemeen. De strijd duurde vier uren en was zeer heftig, daar de Garibaldianen zich daar ten getale van tien duizend man bevonden, die te Mentana eene versterkte positie haddsn ingenomen, waaraan in de laatste dagen nog ijverig was gearbeid. Tegen den avond begon bet gevecht aan de zijde der Garibaldianen te verzwakken, maar daar men in de duis ternis niet recht wist hoe de zaken stonden, werden nieuwe troepen uit Rome ontboden, om desnoods ver sterking te hebben. Gedurende den nacht had Mentana gecapituleerd en was door de Fransche en pauselijke troepen bezet ge worden. Bij het aanbreken van den dag namen deze ook Monte-Rotondo in bezit, hetwelk reeds door de Garibal dianen was verlaten. De geallieerden vonden op het slagveld vijf honderd doodeu en gekwetsten, zoodat de eerste opgaven dienaangaande overdreven zijn geweest. Het aantal krijgsgevangen gemaakte Garibaldianen be draagt zestien honderd. Voorts werden ongeveer vijf of zes duizend geweren en vijf kanonnen buit gemaakt. De Fransche en pauselijke troepen verloren honderd vijftig man aan doodeu en gewonden. Volgens den Moniteur, die volstrekt niet spreekt van de omstandigheid dat ook de Fransche troepen aan het gevecht bij Mentana hebben deelgenomen, waren in dien slag tien duizend Garibaldianen tegenwoordig. Zij verloren acht honderd man aan dooden en gekwet sten en twee duizend hunner werden krijgsgevangen gemaakt. -L'Iodépendance Beige deelt de volgende door haar omtrent het gevecht bij Tivoli en Monto-Rotondo ont vangen berichten onder alle reserve mede D pauselijke troepen werden door de volgende Fran sche troepenafdeelingen ondersteund, die, als toevallig, aan het gevecht deelnamen en de overwinning hebben bevochten, welke gedurende een aantal uren door de Garibaldianen aan de pauselijke troepen zeer werd be twist, waarbij eerstgenoemden veel minder talrijk waren dan de panselijken en op eene belachelijke wijze gewa pend Twee bataljons, waaronder een van bet 29e eenige compagniëu jagers, een veldbatterij en minstens een eskadron cavalerie. De Frauschen hebben alzoo hierbij beproefd en gezien wat het chassepotgeweer niet alleen, maar ook hunne nieuwe kanonnen en vernielingswerktuigen teweeg brengen. Het was dan ook eene ware slachting: dracht, juistheid en snelheid zijn ontzettend. - Menotti Gari baldi is gekwetst. Volgens 1'Etendard waren de drie honderd trein wagons, aan de Italiaansche grenzen gevraagd om de in den slag bij Mentana gevallen gekwetsten over te bren gen, daartoe nauwelijks voldoende. Florence. Woensdag. Brieven door Garibaldiaan sche officieren aan de Diritto en Ritorma gericht melden dat de versterking, welke op het slagveld te Mentana aankwam, toen de Garibaldianen hunne positiën her overd hadden en de pauselijken reeds terugtrokken, uit Fransche regimenten bestond. De Opinione meldt nader dat dit de linie-regementeu no. 1, no. 59 en uo. 80 waren, met eene afdeeling jagers en eene veldbatterij. Volgens mededeelingen aan het Journal des Debats omtrent het gevecht bij Mentana, waren de Garibal diaansche leger-afdeelingen op eene vrij groote uitge strektheid gelegerd. Toen de aanval aan den linker vleugel begon en men het kanon- en geweervuur in het centrum en aan den rechtervleugel hoorde kwam men de aangevallenen van daar te hulp. Men begrijpt hierdoor zegt de berichtgever dat het Garibaldiaansch leger alzoo op éen punt op gehoopt. niet behoorlijk kon marcheereu noch zich deployeeren. Daartoe ontbrak aan de vrijwilligers tegen over de pauselijke geregelde troepen de uoodige mili taire bedrevenheid. Volgens de Diritto hebben de Franschen te Rome bet politiek en militair bestuur op zich genomen en reeds verschillende personen uit de gevangenis ontslagen, welke daarheen waren gevoerd door de pauselijke autori teiten als maatregel van voorzorg. Garibaldi heeft te Varignauo een onderhoud gehad met den vertegenwoordiger der Vereenigde staten van Amerika. Het officieel orgaan te Florence bevat de volgende regeeringsverklaring: „Garibaldi heeft, ondanks den hem bij de koninklijke proclamatie gegeven raad om zich met zijne vrijwilligers achter de liniën van het leger terug te trekken, zijne voornemens tegen den pauselijken staat willen voortzet ten. Zijne kolounes werden echter, terwijl zij naar Tivoli marcheerden, aangevallen en verslagen, zoodat Garibaldi zich genoodzaakt heeft gezien de wijk te nemen naar Passo-Correse. Van daar ging hij met een extra trein naar Livorno, om zich naar Caprera te begeven. Het gouvernement heeft echter, met het doel om het gezag der wet te handhaven en alle verstoring der publieke orde te voorkomen, noodig geacht om Garibaldi terug te houden en hem teVarignano te doen bewaken. „Gedurende de laatste gebeurtenissen hebben ver schillende gemeenten van den heiligen stoel volksbe- sluiten genomen en hare inlijving bij het koninkrijk Italië gevoteerd. De regeering des konings heeft deze manifestatiën niet alleen uitgelokt maar zelfs openlijk afgeraden. Zij heeft derhalve tot haar leedwezen moeten weigeren om die aan te nemen, ten einde deu toestand niet meer te verwikkelen en vrijer te zijn tot eene krachtige verdediging van de wenschen en belangen der natie. Intusschen doet zij de ernstigste stappen opdat de personen, die aan deze manifestatiën hebben deelge nomen, niet zullen worden verontrust. „Daar de ontbinding en ontwapening der vrijwil- liger-korpsen de noodzakelijkheid van alle interventie heeft weggenomen en daar de regeering des konings onnoodig acht om langer te blijven in de door haar bezette plaatsen, heeft zij gisteren het besluit genomen om hare troepen binnen de grenzen des koninklijks te doen terugtrekken. Militaire en politieke overwegingen hebben overigens tot dit besluit geleid, waardoor de positie der regeering vrijer woidt eu haar vergunnen zal om hare gevoelens met meer gezag te doen gelden bij de ernstige omstandigheden, waarin wij verkeeren. Sedert het pauselijk gebied ontruimd is door de vrijwilligers en alle gevaar van aanvallen verdwenen, zal de terugroeping onzer troepen elke reden en elk voorwendsel tot de nieuwe Fransche interventie te Rome wegnemen. „De minister van buiteulandscbe zaken van het Fransch keizerrijk heeft op 25 October verklaard dat Frankrijk zijne taak als voleindigd zou beschouwen en zich terugtrekken, zoodra het pauselijk gebied vau aan vallers bevrijd zosrggzelh--Pe regeering hecht geloof aau die verklaringen Jên zij zoodra deze verwezenlijkt zijn, den we^-tje* om)céh^n^Vjingen kunnen inslaan tot

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 3