öuitenlcmL).
"'"en verzenden, om de zaak te onderzoeken en zoo
"nodig een voorstel aan den raad te doen,
De voorzitter antwoordt dat de plaatsing der lantaarns
de zorg van het dagelijkscb bestuur behoort, maar
e beslissing waar verlichting noodig is aan de politie,
Varaan hij het hoofd is.
De heer Fokker heeft tegen het voorstel des voorzit-
'ers geen bezwaar mits du gasverlichting, die tegen
woordig veel te wenschen overlaat, goed zij.
Hierop wordt door den voorzitter geantwoord dat
reeds een brief aan de directie der gasfabriek geschre-
en heden den chef der fabriek gesproken heeft, die
""m heeft medegedeeld dat gelijktijdig eenige defecten
fel)ben plaats gehad waarin niet oogenblikkelijk is
Nnen voorzien worden, doch dat de verlichting met
e' einde dezer week verbeterd zou zijn.
Alsnu wordt het voorstel des voorzitters in stemming
^bracht en aangenomen met 12 tegen 3 stemmen. Tegen
8t"mden de beeren Luteyn, N. J. C. Snonek Hurgronjo
e" Magielse.
Dij art. 12 derzelfde afdeeling: kosten voor de wissel
bank ƒ1725, is door de financieele commissie in haar
f.WPport opgemerkt dat zij de daaronder begrepen jaar-
'Jksche uitgaaf van ƒ330 voor bezoldiging van een nacht-
*acbt ten dienste der wisselbank bezwarend vindt. Daar
Vt°eger hierin steeds door het militair garnizoen werd
v°0r?.ien, stelt zij voor, burgemeester en wethouders te
^"zoeke'n bij het militair gezag pogingen te doen opdat
?le wachtpost weder door de militaire macht worde
"ezet.
De voorzitter herinnert dat den 30 December 1841 aan
?en toenmaligen burgemeester is te kennen gegeven,
Qat volgens ontvangen aanschrijving geene militaire
Wacht aan de wisselbank kon gegeven worden, daar deze
e"he stedelijke instelling was; daar zij ook nu nog eene
^"heenteinrichting is,gelooft hij niet datde voorgestelde
dingen eenig resultaat hebbeu zullen.
.De heer Luteyn wenscht toch pogingen aangewend te
*'en. Hij herinnert zich dat indertijd over die wachtpost
al wat is voorgevallen, doch naar zijne meening
i°et het voor het rijk van belang en aangenaam wezen
8 de militaire macht eenig nut kan doen.
De heer Fokker verlangt ook dat men zich de geringe
®°eite eener aanvrage getrooste, in de hoop dat door de
?randering van personeel de vroegere moeilijkheden
'et meer bestaan zullen.
Den slotte is met eenparige stemmen tot het doen der
anvrago besloten.
v-an art. 18 dezer afdeeling: 6/13 jaar tegemoetkoming
ïa,1'eg Ritthemschen straatweg f37,50, is op voorstel der
"ancieele commissie besloten, de woorden „6/13 jaar
laten en het artikel te lezen „tegemoetkoming
^«leg Ritthemsche straatweg." De heer Lantsheer
as tegen deze verandering der redactie.
totaal van hoofdstuk VIIIbedraagt nadegemaakte
-Ingingen f 70,230.14).
Vervolgens wordt overgegaan tot de artikelsgewijze
ehaudeling der inkomsten.
Hoofdstuk I. Onveranderd vastgesteld op ƒ2177.71-).
Hoofdstuk II. Art. 1: inkomsten van vaste eigen
zonnen f 7777.16 j is met f 500 verhoogd en alzoo ge
dacht op ƒ8277.16). Deze verhooging is een gevolg van
vergunning der regeering om nog voor een jaar het
"ouwland in de Oude Arne te verpachten.
Art.2:opbrengst van tienden en grondrenten ƒ1297,34),
8 mede verhoogd en gebracht op f 1,324.891.
Het totaal van hoofdstuk II bedraagt dientengevolge
-hans ƒ27,824. 36.
Hoofdstuk III. De heer Fokker verklaart dat hij,
Ongezien hij zich niet vereenigen kan met de voortdn-
hode heffing der gemaalbelasting, tegen de eerste drie
'deelingen van dit hoofdstuk (opcenten op's rijks directe
belastingen, hoofdelijke omslag, en belasting "op het ge-
taal) stemmen zal.
De heer Sifflé zal daarentegen vóór stemmen, omdat
'J het door den raad bij meerderheid van stemmen ge-
jj°men besluit eerbiedigt. Ware het voorstel tot afschaf-
in? der gemaalbelasting aangenomen geworden, dan
adden burgemeester en wethouders de begrooting
.atuurlijk dienovereenkomstig moeten wijzigen; doch nu
voorstel verworpen is waren burgemeester en wet-
"aders tot zoodanige wijziging onbevoegd, en moest de
e|>ooting onveranderd blijven.
De drie genoemde afdeclingen worden in stemming
^bracht en aangenomen met 12 tegen 3 stemmen. Tegen
ebiden de heeren Fokker, Luteyn en de Jonge.
Hd totaal van dit hoofdstuk blijft onveranderd
47,969.07.
Hoofdst. IV. Onveranderd vastgesteld op ƒ61,057.61.
Hoofdstuk V. De financieele commissie heeft zich
•Z' kunnen vereenigen met art. 1 der le afdeeling:
Z'dleening ter voorziening in de kosten van aanleg van
£'®Uwe riolen ƒ26,000. Daar later nog zooveel fondsen
jh'len noodig wezen acht zij het in het belang van het
j Z'et der gemeente niet wenschelijk nu tot eene parti-
geldleening over te gaan, doch stelt zij voor, liever
J/kgedeelte der rentegevende schuld (onder artt. 6 en 7
Un hoofdst. III voorkomende) na verkregen machtiging
j^rkoopen.
m re heer Lantsheer was voor verkoop van effecten, doch
e voor, te bepalen dat burgemeester en wethouders
l0»noe eene voordracht aan den raad zullen doen, en dat,
1°lang die voordracht niet is gedaan niet zal mogen
0 ®rgegaan worden tot het doen der uitgaven vermeld
aer de artt. 5 en 6 der 2e afd. van hoofdst. III der uit-
i gaven (vernieuwing kaaimuren en aanleg riolen enz.),
daar die gelden niet zonder geldleening of verkoop van
effecten zullen kunnen gevonden worden.
De heeren Magielse en Damme ondersteunen dit voor
stel. Ook de heer N. J. C. Snouck Hurgronje zou er zich
mede kunnen vereenigen, mits van de voorgestelde
bepaling de werken in het huisopden Dam worden uitge
zonderd,omdat daarvoor thans eene gunstige gelegenheid
bestaat, daar dit huis niet bewoond wordt.
Bij de verder over dit voorstel gevoerde discussie wordt
van sommige zijdeu opgemerkt dat daarin de strekking
schijnt te liggen om terug te komen op de straks geno
men besluiten, hetgeen echter door den heer Lantsheer
wordt ontkend.
Ten slotte is het voorstel met 12 tegen 3 stemmen ver
worpen. Voor stemden de heeren Damme, Magielse en
Lantsheer.
Vervolgens is met 13 tegen 2 stemmen besloten, de in
de le afdeeling uitgetrokken geldleening te doen ver
vallen, en daarentegen in de 2e afdeeling een nieuw
art. 2 op te nemen, luidende: „Verkoop van rentegevende
schuld ter voorziening in de kosten van aanleg van riolen,
ƒ26,000." Tegen stemden de heeren Magielse en Sifflé.
Het totaal van het hoofdstuk blijftonveranderd 27,020.
Het totaal der ontvangsten bedraagt alsnu ƒ266,048.75).
Hoofst. IX der uitgaven, onvoorziene uitgaven, wordt
vastgesteld op ƒ515.83) en daarna de geheele begroo
ting in ontvang en uitgaaf gearresteerd tot een bedrag
van ƒ266,048.75).
De zitting wordt daarop gesloten.
VERBETERING.
In het eerste gedeelte van dit verslag, voorkomende
in ons nommer van gisteren, heeft bij het opmaken der
tweede editie eene uitlating van twee regels plaats
gehad. Aan het slot der tweede kolom is namelijk weg -
gelaten „en ten anderen veroorzaakt doordien met 1867
voor het tot dusver belastingvrije land in den Mortiere
polder als" nieuw ingedijkte polder, enz.
Gemeenteraad van Klerlkiee.
Zitting van Maandag 28 October. Ontslag hulponder
wijzer; voortzetting behandeling gemeente-begrooting.
Voorzitter de heer Cau.
Afwezig de heer de Crane, uitlandig, en bij de opening
de heeren van der Grijp en Zuurdeeg, die later binnen
treden.
Wordt medegedeeld een verzoek van den hulponder
wijzer Verhagen, om eervol ontslag met half November
e. k., wegens zijne benoeming tot hoofdonderwijzer te
Heesselt, provincie Gelderland, waarop gunstig wordt
beschikt.
De behandeling der gemeente-begrooting wordt voort
gezet.
Art. 1 afd. 1 hoofdst. II: onderhoud der gebouwen,
wordt, verhoogd met 50, overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders, omdat voor het schoon
houden der lokalen vroeger bij de rechtbank in gebruik,
de conciërge van het raadhuis van het rechterlijk collegie
jaarlijks eene toelage van ƒ100 genoot, en daar de ge
meente eenige van die lokalen in gebrnik zal nemen
wordt die verhoogiug door burgemeester en wethouders
billijk geacht.
Bij art. la afd. 1 hoofdst. III: Openbare gebouwen,
verklaart de commissie met leedwezen te hebben gezien
dat voor onderhoud van de Nobelpoort ruim ƒ400 is
uitgetrokken. In aanmerking genomen de aanzienlijke
uitgaven aan dat gebouw nog onlangs besteed, acht zij
het nut dat de gemeente van dit gebouw (hetwelk
dient tot bewaarplaats van buskruit en tot wapen-maga
zijn van schutterij) heeft, niet geëveuredigd aan de kosten
die het vereischt. Is de voorgedragen herstelling vol
strekt noodzakelijk, dan geeft zij den raad in overweging
liever tot geheele afbraak van de Nobelpoort te be
sluiten.
Na discussie wordt het voorstel verworpen en de be-
grootingspost overeenkomstig de voordracht van burge
meester en wethouders goedgekeurd.
Bij art. 1 b dier afdeeling geeft de commissie in over
weging, omdat uit de memorie van toelichting blijkt dat
de toestand der kaaimuren van de steenenbrug tot aan
de MoRluis zeer bedenkelijk is dat de raad reeds nu
bepale, wat bij eene te doene herstelling behoort te worden
verricht, ten einde bij eene mogelijke instorting van
een gedeelte dier muren, de zaak niet geheel onvoorbe
reid zij.
De heer Moolenburgh meent, dat in der tijd reeds eene
begrooting en teekening betrekkelijk de demping der
haven bij burgemeester en wethouders is ingediend. De
voorzitter geeft te kennen dat bij burgemeester en wet
houders hieromtrent geen plan bestaat en geen bestek of
teekening aan burgemeester en wethouders of aan den
raad is ingediend, doch hij persoonlijk er wel eens over
gedacht beeft, of er geen mogelijkheid zou zijn, om door
eene gelijke drukking van water, de onderhouds-kosten
der haven en kaaimuren te verminderen zoodat de haven
dan altijd vol water zou zijn daar eene demping van de
haven van den Mol tot aan de houten brug op 38,000 zou
te staan komenen dat hij, zoodra hij hieromtrent eenige
zekerheid heeft verkregen, een voorstel aan den raad
zal doen. De commissie neemt met deze inlichtingen
genoegen.
De heer van der Vliet brengt in herrinnering, de voor
de gezondheid schadelijke dampen, die onlangs hier
werden waargenomen en wenscht, dat, zoo mogelijk mid
delen werden beraamd, om deze te voorkomen.
Art. 1 afd. 2 hoofdst. III. Vernieuwing der rioolen,
wordt overeenkomstig het voorstel der commissie, waar
mede burgemeester en wethouders verklaard hebben zich
te vereenigen, met 3200 verhoogd en in verband daar
mede art. 14 afd. 4 hoofdst. VIII: aankoop inschrijving
grootboek van 3200 verminderd.
Bij art. 1 hoofdst. VII wordt overeenkomstig het
advies der commissie de begrooting voor de dienstdoende
schutterij goedgekeurd.
Bij art. 1 afd. 1 hoofdst. VIII wordt vastgesteld de
begrooting voor de teekenschool.
Bij art. 2b afd. 1 hoofdst. VIII wordt, door burge
meester en wethouders rapport uitgebracht op het
verzoek van den hoofdonderwijzer Bastmeijer tot ver
hooging der huur van zijne woningen schoollokaal,welke
thans voor elk 150, dus tezamen 300 bedraagt. De
conclusie strekt om de huur van zijn schoollokaal met
ƒ150 te verhoogen en voor het schoonhouden van het
schoollokaal eene toelage van ƒ20 te bepalen en dus in
het geheel te verhoogen met 170. Aldus wordt besloten.
Bij afd. 2 hoofdst. VIII, art. 1, 2 en 3 wordt het ge
wone besluit tot het verleenen van subsidie aan de arm
besturen genomen. De begrootingen van het burgerlijk
en evangelisch-luthersch armbestuur worden overeenkom
stig de voordracht vastgestelddie van het roomsch catho-
liek armbestuur zal tot wijziging worden teruggezonden,
omdat de raad voor die subsidie ƒ200 minder heeft toe
gestaan dan is voorgedragen. De commissie acht ook het
bestaande model der begrooting niet geschikt, en geeft
aan burgemeester en wethouders in overweging een
nieuw model voor te schrijven. Voorts heeft zij nog en
kele kleine opmerkingen.
Bij de inkomsten, art. 1 afd. 2 hoofdst. III wordt de
hoofdelijken omslag met 1000 verhoogd.
Alsnu wordt vastgesteld de post van onvoorziene
uitgaven op 2994.17 en daarna de begrootiug in haar
geheel vastgesteld in ontvang en uitgaaf op ƒ97,663.751.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
Algemeen «verlicht.
De Italiaansche zaken hebben een anderen keer ge
nomen, waardoor de eindbeslissing vermoedelijk weder
op de lange baan is geschoven. Een heden ontvangen
telegram toch bevat de tijding gisteren reeds in the
Times medegedeeld, dat Fransche troepen Rome zjjn
binnengerukt.
De toestand is daardoor geworden als volgt: Rome
heeft op nieuw een Fransche bezetting. Het overige
grondgebied van den pauselijken staat is in de macht
der Italiaansche regeering. Garibaldi schijnt te Monte-
Rotonda ingesloten te zijn en daar een aanval af te
wachten.
Indien bet nu waar is, wat reeds eenige dagen geleden
is medegedeeld, dat zoo wel aan het Fransche expeditie-
leger als aan de Italiaansche troepen uitdrukkelijk is
voorgeschreven om alle aanleiding tot conflicten zoo veel
mogelijk te vermijden, dan is de onderstelling zeker
niet gewaagd dat Rome door Frankrijk, het overige van
den pauselijken staat door Italië in bezit zal worden ge
houden, en dat men op den grondslag van het thans ver
kregen Jait accompli tot een herziening der September-
overeenkomst zal overgaan, waarbij de Italiaansche een
heid weder een stap nader tot hare voltooiing doet. Tot
oplossing schijnt de quaestie ditmaal niet te zullen
geraken.
De houding der officieuse Fransche dagbladen is ook
nu gelijk aan die welke zij bij schier elke gewichtige ge
beurtenis aannemen. La Patrie, 1'Etendard en Ia France
houden het stelsel van bangmaken en bedreigen tot het
niterste vol, doch nu komt na eenige hunner heftige
artikelen waarin zij een oorlog tusschen Frankrijk en
Italië voorspiegelen, le Constitutionnel met de gerust
stellende verklaring dat de inmenging van Frankrijk in
de zaken van het Italiaansche schiereiland geenszins
zulke ernstige gevolgen zal na zich slepen. Deze beschou
wing van le Constitutionnel wordt door den Moniteur
overgenomen.
Het is niet geheel zonder belang te weten welke ver
klaring de Italiaansche regeering aan hare handelingen
geeft, met andere woorden hoe zij het bezetten van bet
pauselijk grondgebied door hare soldaten in de oogen van
het publiek tracht te rechtvaardigen. Wij vinden die ver
klaring of rechtvaardiging thans in het officieele blad
der Italiaansche regeering, hetwelk ons mededeelt dat
het binnenrukken van den pausenlijken staat door
het besef der nationale waardigheid enden
plicht om de beginselen van orde erivrijheid
te beschermen, gebiedend werd voorgeschreven. De
regeering handelt daarbij, volgens hare redeneering, niet
in strijd met de September-conventie die aan de
beide contracteerende partijen verplichtingen oplegt,
en zij hoopt dat de Fransche regeering in hare han
delwijze een bewijs zal zien van haar streven tot het
vereffenen der bestaande moeilijkheden. Het keizer
lijk gouvernement moet overtuigd zijn dat waar de Ita
liaansche standaard is opgeheven, de orde en alle groote
beginselen veilig zijn. Verder wordt betoogd dat de be
volking door de Italiaansche troepen te ontvangen met
een geestdrift die niet verdacht kan zijn, getoond heeft
te begrijpen dat deze alleen gekomen zijn om hulde te
brengen aan de beginselen die de oorsprong der weder
geboorte van Italië uitmakenv-^iHê bevolking bestaat
dan ook het vermoeden/lat rW bezettipg een waarborg
is voor de handhaving /fier dat, terwijl
-V- tv* - j\