prijkende met de geschilderde beeltenissen van Vondel
en Laurens Coster. Daarop volgden de depntatiën der
typographiscbe vereenigingen de Nederlandsche druk
pers en Voorzorg en genoegende kinderen uit de
verschillende weeshuizen, deputatiën van liedertafels uit
provincie steden en nog eenige muziekgezelschappen,
waarachter de derde praalwagen, dragende een kolossaal
vronwenbeeldde Poëzie, zittende op baren troon. Bniten-
landsche gewassen en bloemen vertegenwoordigden de
vreemde wereldstreken. De wagen was omhangen met
eene roode draperie.
Toen de stoet van den Amstel de Keizersgracht op
ging, had een ongeval plaats. De praalwagen der
Faam kantelde en sloeg om, ten gevolge waarvan het
beeld brak. Dit had een langdurigoponthoud tengevolge,
waarbij echter geene ongelukken plaats gehad hebben.
Op het, gedecoreerde feestterrein aangekomen zijnde,
dat door eene onafzienbare menigte was omringd, werden
de genoodigden en deelnemers door de commissie ont
vangen, waarop, na eene korte aanspraak van den voor
zitter, werd overgegaan tot de uitvoering van het
„Feestgezang", eene compositie van den heerHeinze, op
woorden van den heer H. Binger. Do gezamenlijke
liedertafels,en zangvereenigingen droegen dit werk met
veel talent en geestdrift voor. Omstreeks het slot der
voordracht viel het omhulsel en vertoonde zich het stand
beeld. Na de eigenlijke onthulling werd door den voor
zitter der hoofdcommissie weder eene toespraak gehou
den, en had, na nog eenige aanspraken, o. a. van den
burgemeester Fock en van den minister van binnen-
landsche zaken, de overdracht van het beeld aan de stad
Amsterdam plaats.
De heer van Lennep is door Z. M. den koning benoemd
tot kommandeur der orde van den Nederlandschen leeuw,
de heer Nolet de Brauwere van Steeland, voorzitter der
Brnsselsche Vondels-commissie, door den groothertog
van Luxemburg tot kommandeur der orde van de Eiken
kroon, en de heeren Quack en van Lee, secretarissen der
Amsterdamsche en Brusselsche commissie, tot ridders
van laatstgenoemde orde.
Des avonds had eene gala-voorstelling in den schouw
burg plaats, waar het gelegenheids-stuk van mr. van Len
nep: Een dichter aan de bank van leening, in drie bedrij
ven, werd opgevoerd. Den schrijver werd eene ovatie
gebracht en het aanwezige publiek was zeer talrijk. Er
werden vele gala-toiletten opgemerkt. Na het eerste ge
deelte der voorstelling werd een fragment van Vondel's
Lucifer door eenige leden der rederijkerskamer voorge
dragen. Daarna had de voordracht plaats van eene hulde
van tooneellisten, waarvan sommige gedeelten gezongen
werden.
Zaterdag ochtend hebben een 400tal personen per
stoomboot, met muziek aan boord, een tochtje gemaakt
naar het Mnidersiot, waar alles als ten tijde van den
drossaart gemenbeieerd was en drie heeren en twee
dames gezeten waren in het costuum van den drossaart
Hooft, Barlaeus, Huigens, Tesaelschadeen Anna Visscher,
die de aangekomenen ontvingen en een scboonen lof
zang ter eere van Vondel aanhieven.
Te half vier uren was men weder te Amsterdam terug
gekeerd, waar men zich later aan een feestmaaltijd in de
gedecoreerde schilderijzaal van het Paleis voor volksvlijt
vereenigde, waaraan velen en daaronder een tal van
prachtig getoiletteerde dames deelnamen. De eerste toast
werd uitgebracht op den koning door den eerevoorzitter,
ond burgemeester Messchert van Vollenhoven. De heer
van Lennep bracht vervolgens een dronk uit op keizer
Napoleon; daarop dronk de representant van Frankrijk,
de heer de Becker, op de glorie van den Nederlandschen
naam. Do heer van Lennep heeft daarna op den Belgi
schen koning een toast gedronken, welke door den
Belgischen referendaris del Croix met een dronk aan
Nederland beantwoord is. Burgemeester Fock dronk op
de hoofdcommissie. De staatsraad Boot heeft verder een
vers voorgedragen op van Lennep, waarin diens voor
naamste romans geestig gememoreerd, en zijne ernstige
werken, deVondel-uitgave, nevens zijne luimige geschrif
ten, bezongen werden. Daarop heeft de heer Hofdijk een
vers uitgesproken op de taalverwantschap en geestge
meenschap tusschen Vlamingen en Hollanders. De heer
Beeloo bracht een toast uit op allen, die aan de oprich
ting van het Vondel-standbeeld hebben medegewerkt;
professor Heeremans uit Gent op de Nederlandsche dames
in verband met hare Vlaamsche zusteren, die dezelfde
taal spreken; van Lennep op den beeldhouwer Roijer,
die den vorigen spreker bedankte; en de heer Mohr
op de verwantschap der Duitschers en Nederlanders.
Het feest is besloten met een concert-promenade, welke
door een talrijk publiek bezocht werd.
In de week van 6—12 October jl. zijn in het geheele
rijk aan cholera overleden 39 personen, waarvan 15 te
Maastricht, 5 te Rotterdam, 4 te St. Jansland, gemeente
Oosterland, 2 te Amsterdam, 2 te Arnhem, 2 te Asperen,
2 te Helder, 2 te Zwolle, 1 te Delfshaven, 1 te 'sGraven-
hage, 1 te Vianen, 1 te Hulst en 1 te Etten en Leur.
Staatscour
De minister van koloniën maakt bekend, dat voor den
dienst van den waterstaat en 's lands burgerlijke open
bare werken in Nederlandsch Indië noodig zijn drie
opzichters der 3de klasse. Do voorwaarden voor de mede
dinging worden opgegeven in de Staatscourant van
20 October.
Benoemingen en besluiten.
belastingen enz. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan den beer H. Queysen uit zijne betrekking van ont
vanger der directe belastingen, in- en nitgaande rechten
en accijnsen, tevens entreposeur, te Zutfen, behoudens
aanspraak op pensioen, en met dankbetuiging voor de
diensten gedurende een tijdvak van ruim 52 jaren aan
den lande bewezen.
leger. Benoemd bij het wapen der artillerie tot
len luitenant (naar ouderdom van rang) de 2e luitenant
J. M. van Druynen, van het wapen, tijdelijk gedetacheerd
bij de landmacht in West Indië; bij den staf van het
wapen, tot len luitenant (naar ouderdom van rang) de
2e luitenant W. de Man, van dien staf, werkzaam bij de
artillerie- stapel en constructie magazijnen; bij het le re
giment vesting-artillerie, tot len luitenant (naar ouderdom
van rang) de 2e luitenant H. H. P. de Wit, van het korps.
Op verzoek op non-activiteit gesteld, in afwachting dat
omtrent hem nader zal worden beschikt, de le luitenant
J. A. Geselschap, van het 2e regiment vesting artillerie.
Marine en leger.
De groote meerderheid van de 60 leden die in de
afdeelingen der tweede kamer aan het onderzoek der
begrooting van oorlog hebben deelgenomen, verklaarden
door de verrichtingen der regeering ten aanzien van
'slands verdediging zeer te zijn teleurgesteld. Ten vorige
jare werd met recht op den onvoldoenden toestand zoowel
van onze passive weermiddelen als van het aantal en de
bewapening onzer levende strijdkrachten gewezen. De
staten-generaal hebben sedert tot uitvoering van alle
maatregelen, welke de regeering teu behoeve der weer
baarheid noodzakelijk achtte, de aangevraagde gelden
toegestaan. Uit een onderzoek nu naar hetgeen sedert
dien tijd verricht is, meenden velen tot de slotsom te
moeten komen dat met weinig voortvarendheid is gehan
deld. Sommige leden, hoewel de juistheid erkennende
van veel wat tegen den minister is aangevoerd, vonden
daarin echter geene genoegzame redenen om hun ver
trouwen aan den minister van oorlog te ontzeggen. Zij
wezen erop dat hij, door het verlaten van eenige vestin
gen, had medegewerkt tot het aannemen van een meer
geconcentreerd stelsel van verdediging en dat hij ook,
naar hunne meening, volgens een vast plan te werk gaat.
Maar meerderen, die het verlaten van Maastricht, Yenlo,
Bergen-op Zoom en Vlissingen meer als een gevolg van
veranderde omstandigheden dan van eene wijziging van
stelsel aanmerkten en waaronder er waren, die het behoud
der vestingen aan den IJsel in strijd met een geconcen
treerd defensiefstelsel achtten, verklaarden, dat hun
vertrouwen op den minister na al het gebeurde is ge
schokt; velen meenden, dat hij de belangen der verdedi
ging in deze begrooting aan den financieelen toestand
van het oogenblik heeft opgeofferd, en drongen er met
kracht op aan dat, na de thans opgedane ondervinding
in eene wet bet stelsel van 's lands verdediging zou
worden vastgesteld door de aanwijzing der liniën van
defensie, der daarin nieuw aau te bouwen werken en der
gelden, die tot hunne voltooiing telken jare zullen
worden besteed. Alleen door dezen maatregel kan zeker
heid tegen de afwisselende inzichten, niet alleen der
elkander opvolgende ministers, maar ook van ieder hoofd
van het departement van oorlog, worden verkregen.
In drie afdeelingen werd daarbij de wensch geuit, dat
ook de organisatie van het leger bij de wet zou worden
vastgesteld.
Vrij algemeen verlangde men te vernemen welke drin
gende noodzakelijkheid den minister heeft genoopt eene
traktementsverhooging voor de kapiteins en officieren
van minderen rang voor te dragen. Vele leden achten
de verhooging onnoodig. Verscheidene leden juichten
de aangevraagde verhooging der soldijen van de onder
officieren toe.
In verschillende afdeelingen werd weder op eene aan
merkelijke vermindering der cavalerie aangedrongen,
terwijl de nieuwe organisatie van het wapen der artil
lerie vooral ten aanzien der veld- en rijdende artille
rie ook tegenstand ondervond. Daarentegen werd de
oprichting van eene compagnie artillerie-trein goed
gekeurd.
Verscheidene leden meenden dat, ingevolge art. 194
der grondwet, geene nieuwe inrichting der
academie, die toch ook tot de instellingen van openb»8'
onderwijs behoort, kan worden in het leven geroepen da®
bij de wet. Anderen wilden echter zoover niet gaan. W
waren van oordeel, dat eene school, uitsluitend voor
opleiding van éen tak van 's lands dienst beste®
wel bij een algemeenen maatregel van inwendig best1"1'
kan worden geregeld. Maar allen stemden toch toe, aa
het verkieslijker ware geweest, wanneer de ministera
regeling dezer zaak bij de wet beproefd had, dan
den weg die thans door hem is ingeslagen.
Men vroeg wat de regeering zou meenen dat nog ba®
worden verricht om te verzekeren, dat de inundatie"
ten allen tijde spoedig knnnen worden gesteld. l"e®
drong er op aan, dat alle vestingen en forten de volled'r®
oorlogsuitrusting zouden verkrijgen en dat men ged®'
rende den vredestijd zou zorg dragen, dat zij alleo
behoorlijken staat van verdediging worden gebracht.
Eenige leden hadden er bezwaar tegen dat 10,50
was uitgetrokken voorde kazerneering te Middelburge®
Vlissingen, terwijl anderen geen gelden wenschten'6
besteden aan de kazernen te Breskens, daar zij li®vêr
wensebten dat de regeering tot opheffing der sterk'®®
aan den zuidelijken Schelde oever mocht overgaan.
De heeren Stieltjes en de Roo van Alderwereld b$
ben weder, even als in het vorig jaar, afzonderlijke not®'
ingediend, waarin zij hun gevoelen doen kennen oV®'
enkele punten, het krijgswezen betreffende.
De officier van administratie 3e klasse W. P. J. L. S">r'
wordt met den 21 dezer van Zr. Ms. wachtschip
Willemsoord overgeplaatst op dat te Amsterdam.
Gemengde berichten.
In de openbare raadsvergadering van Schiedam
jl. Vrijdag avond eenige mededeelingen gedaan omtr®®1
de zaak van den directeur der stedelijke gasfabri®'*1
Joseph Bryan, die zich dezer dagen uit de voeten be®1
gemaakt. Er is gebleken dat zijn overgelegde staat v®#
diverse debiteuren, groot ruim ƒ39,000, geheel en al
tief was en het tekort al spoedig opliep tot p. m. 50,00j
dat zijn beheer in 1862 slecht was en hy tóor dien
al ƒ12,000 in zijn kas tekort kwam, hetwelk hij dy0'
middel van een valsch kasboek, dat hij er sedert eerf
jaren op nahield, trachtte te verbergen.
Naar men verneemt heeft een aantal ingezetefl®11
te Zaandam, bestaande uit de voornaamste gasverbruik^®'
eene overeenkomst gesloteu om in plaats van gas, ge1"
rende dezen winter petroleum te branden; zij achten
prijs van 17 ct. per kub.el, door de gasfabriek vastgest®'1'1
te boog, en hunne aanvrage om vermindering is tot het"®
zonder gevolg gebleven. Handelsblad
In de dezer dagen gehouden vergadering
Maatschappij van landbouw, tuinbouw en veeteelt in
arrondissement Breda, is besloten bij de regeering
pen te doen ter verkrijging van de oprieutiag eener la"
bouwschool bij de daar bestaande boogere burgerscb®®
voor middelbaar onderwijs, waartoe de ligging der
meente, in de nabijheid van zand-en kleigrond in al b®
verschillende culturen, houtteelt en heidesontginni®^1
alsmede de aanfokking van een beroemd paarden'®*
onder Zevenbergen en bijgelegen gemeenten, de l>e®
gelegenheid schijnen aan te bieden.
De commissie, door het departement Arnhem
Nederlandsche maatschappij ter bevordering van n ij"®'
heid belast met het beheer eener in 1868 binnen Arnb®^
te houden tentoonstelling van nijverheid en kunst, b®'
aan industrieelen en beoefenaren der schoone kuo®®\
kennis gegeven, dat ten dienste der tentoonstelling f>((
schikte lokalen, gezamenlijk meer dan 3200 vierk»1'
Nederlandsche ellen oppervlakte beslaande, opzette'1^
zullen worden opgericht in de onmiddellijke nabijb®^
van hot door de commissie gehuurde gebouw en p® j
Musis Sacrum, en voorts dat deze tentoonstelling
plaats hebben in de maanden JuliAugustus
September.
1850 jaren waren er noodig, om Parijs het e«r
millioen inwoners te bezorgen; om het tweede mi"1®
te overschrijden, waren 16 jaren voldoende. Als men
nieuwen aanbouw der stad in eene recht doorloop®11^
lijn kon opstellen, zou deze eene lengte van 15 Du>'3
mijlen of circa 22 uren gaans beslaan. Deze reusaclï r
linie zou uit 200 boulevards en straten, 8 nieuwe keI
80 nieuwe scholen, 12 nieuwe bruggen, de halles een 0
les, den nieuwe temple, 4 nieuwe slachthuizen, 22 n'eUV,,,
pleinen en 3 nieuwe parken met 50,000 boomen "c
Dit is het nieuwe Parijs. Te Parijs weet men
keurig wat al dat nieuwe gekost beeft, en
1,500,000,000 franken in de laatste 15 jaren. 1° „il
tijdsverloop werden 16,515 huizen gesloopt en -
nieuwe gebouwd; de meeste dezer laatsten zijn Pr0 eD
prachtige gebouwen, met sierlijke fayaden, hardste
trappen en gestucadoorde vestibules, met boog