MIDDELRURGSCHE COURANT. N°' 168. Zondag 20 October. 186? Editie van Zate"dag avond 8 uren. b, PUBLICATIE. PERSONEELE BELASTING. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen; herinneren door deze de ingezetenen aan de bepalin gen vervat in art. 27 en 42 der wet van den 29 Maart 1833 (Staatsblad uo. 4), betreffende de belasting naar tijdsgelang en de suppletoire aangifte, waarbij ieder, die, door uitbreiding, verwisseling of' het aanschaffen van belastbare voorwerpen tot de grondslagen der personeele belasting behoorende, in de termen valt van een nieuwen °f verhoogden aanslag, wordt verplicht om, in den loop van het dienstjaar, naar gelang der omstandigheden en °P de boete bij art. 35 en 39 van evengenoerade wet be paald, daarvan behoorlijk aangifte te doen, in voege als 's voorgescheven bij art. 30 dier wet. De daartoe dienende biljetten ter invulling zijn ver krijgbaar bij den rijks-ontvanger. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 18 October 1867. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De secretaris, P. FORBES WELS. PUBLICATIE. MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen Gezien de circulaire vau Commissarissen der Maat schappij van weldadigheid, van den 1 dezer maand, hon ende mededeeling. dat bij Zr. Ms. besluit van den 22 Juli jl. n0. 53, vergunning is verleend tot het doen eener c°Hecte ten behoeve dier instelling, door het geheele rijk, ?n 'btnoodiging om te bevorderen, dat die collecte ook 111 deze gemeente plaats vinde .Gelet op het bij die circulaire verder medegedeelde, biet alleen omtrent hetgeen door de maatschappij, sedert 1818, in het belang van duizenden bij duizenden is ge daan, ter voorkoming van armoede, maar ook omtrent haren finaneieeien toestand, die krachtdadige ondersteu ning vereischt; maken bekend dat, even als dit elders geschiedt,ook in deze gemeente eene collecte ten behoeve van genoemde maatschappij, langs de huizen zal plaats hebben, en wel op Maandag Jen 21 van deze maand en noodigen de ingezetenen uit, om door algemcene medewerking het doel te helpen bevorderen, dat de maat schappij zich voorstelt; wordende tevens indachtig gemaakt, dat de Maat schappij van weldadigheid niet is te verwarren met de jliks-bedelaarsgestichten te Ommerschans en te Veen- buizen, die in 1859 van de vrije koloniën zijn afgeschei den en een geheel ander doel beoogen. En is hiervan afkondigiug geschied waar het behoort den 18 October 1867. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. W. CALLENFELS. De secretaris, P. FORBES WELS. Middelburg 19 October. Uit het verslag der tweede kamer betrekkelijk de egrooting van binnenlandsche zaken blijkt, dat men in afdeeüngen over het algemeen niet overtuigd was van noodzakelijkheid om een subsidie van /~50,000 voor de werken ten behoeve van den Nieuw-Neuzenpolder op deze begrooting te brengen. In dat zelfde verslag wordt, als een uiting van alge meen verlangen, aangedrongen op partieele regeling der Waterstaats aangelegenheden. Het plan tot de invoering der schutterij wet inLimburg Werd door nagenoeg al de leden goedgekeurd. Men ver engde over het. algemeen ook partieele wijziging der Wet van 1827. Het te Antwerpen verschijnend dagblad 1'Opinion Hjft volhouden dat de dijken in België bedreigd worden met doorbraak tengevolge van de afdamming der Schelde, belooft te dezen aanzien eerstdaags volledige inlicb- 'fgen to zullen geven. Uit Amsterdam schrijft men ons dd. 17 October „Zoo is dan het zoo lang verbeide Vondelsfeest ingewijd met een groot vocaal en instrumentaal concert in ons Parklokaal. Hetdoet mij genoegen er bij te kunnen voegen, dat de avond werkelijk een feestavond mag worden ge noemd. „De eenige versiering die in de zaal was aangebracht, was eene decoratie boven het orebest, waar het wel uitge voerde portret van Vondel in kleuren prijkte tusschen laurier en eikenloof, opgeheven door een paar genietjes. Hoe eenvoudig die decoratie ook was, mocht ze toch ge tuigen van den smaak en de kunde des vervaardigers. „Verbeeld u verder een vierhonderdtal zangers en zangeressen en een voltallig orebest op de estrade, en voorts de zaal met de galerijen bijna gevuld met dames en heeren, allen deftig; de dames grootendeels prachtig gekleed. Verder overal, dank zij de pogingen der directie en de medewerking van ceremoniemeesters, de volmaakt ste orde. Jammer slechts dat de dames-zangeressen niet allen in het wit, maar geheel naar fantasie gekleed waren, hetgeen een eenigszins bont geheel vormde. „Het programma bestond uit: I. Vondel. Inleiding en feestzang, van W. J. Hofdijk, muziek van J. J. H. Verhuist. II. Eerste rei uit Vondel's Lucifer, muziek van J. A. van Eyken. III. Ouverture Gijsbrecht van Amstel, van J. J. H. Verhulst. IV. Wiltzangh van Vondel, muziek van J. J.Verhulst. V. Feestcantate van W. J. Hofdijk, muziek van Richard Hol. VI. Symphonie no. 5 van L. van Beethoven. VII. Tnsschenzang. VIII. Hallelujah uit den Messias van Haendel. „Om nu te vermelden welk nommer het best uitgevoerd werd, zou onmogelijk zijn, althans, aan meer musicale talenten moeten worden gevraagd. Genoeg, dat ik meen zelden een zoo uitmuntend ensemble te hebben gehoord. De Feestcantate, door Richard Hol gecomponeerd, had vooral een zeer groot succes en dat niettegenstaande de woorden, op zich zeiven niet zeer gelukkig, overgroote moeielijkheden voor den componist opleverden. Verder bracht de overheerlijke symphonie van Beethoven een waar enthousiasme teweeg, en hebben de solisten, vooral mevrouw Cuypers, Alberdingh Thijm, die met haar fraaie altstem bet Amsterdamsche publiek reeds zoo dikwijls in verrukking bracht, zich goed gekweten. De compositie van Verhuist: Vondel, vangt aan met eene prachtige inleiding, door het orchest uitgevoerd. Ook verder beeft dat muziekstuk groote verdiensten, zoodat bet wellicht door een publiek, dat nog niet warm genoeg was, niet genoeg is geapprecieerd. Meer scheen de Wiltzangh aan het publiek te voldoen, en waarlijk, de onnavolgbaar scboone, lieflijke, frissche woorden van Vondel zijn op eene wijze door den componist vertolkt, dat alleen dit meesterstukje genoeg zou zijn om Verhulst eene waar dige plaats onder de componisten te geven. In éen woord, de avond was schoon, en ik heb bekwame musici gespro ken, die verrukt waren. „Ik wil eindigen met te wijzen op eene schoone ge dachte van het feest. Nadat men den ganschen avond het genie van een mensch gevierd heeft, verkondigt daar een zuivere vrouwenstem, dat die tooverkracht komt: Van Hem Den Vader-die "zo hoogh geseten," Het vuur der liefde, 't licht van hvcten Doet stroomen in des dichters stem, Doet spatten van des kunstnaars vingren, En over "t hoofd des volks doet slingren, Dat, diep geroerd, zijn ideaal Herkent in vorm, in verw en taal, En juicht in schoonheid's zegepraal, en nu valt ten slotte op eenmaal het koor krachtig in: „Hallelujahenz. „Ik bega geeue indiscretie, want ik weet het van niemand, maar ik geloof toch zeker dat bovenstaande regels van den dichter Alberdingh Tbyrn zijn." De klacht dat er, sedert de optreding van den tegen- woordigen minister van financiën, te weinig voor de belastingwetgeving wordt verricht, is, bij het onderzoek van diens begrooting in de afdeeüngen der tweede kamer, beantwoord geworden door de opmerking van vele leden, die het niet afkeurden dat, na de groote en ingrijpende hervormingen van ons belastingstelsel, de werking dier hervormingen worden afgewacht, alvorens nieuwe voor zieningen van grooteren omvang worden beraamd. Voor niet minder dan dertien onderwerpen werd aan vulling of verbetering gewenscht of wel nieuwe ontwer pen verlangd, als 1. een ontwerp nopens de grootboeken der nationale schuld; 2. eene algemeene herziening der grondbelasting, in verband met de noodzakelijke herzie ning van het belastbaar inkomen der gebouwde eigen dommen 3. herziening van de grondslagen der personeele belasting in het belang der jeugdige vrouwelijke dienst boden; 4. herziening der patentbelasting; 5. idem der wetgeving op den suiker accijns 6. idem dor wetgeving omtrent den zeep accijns; 7. afkondiging der verorde ningen tot uitvoering van de laatste wet omtrent den accijns op de binnenlandsche bieren en accijnsen8. de wet op bet zegel, waarbij sommigen geheele afschaffing van bet dagbladzegel verlangden, anderen geheele her ziening der wet wenschten, en eenigen vrijstelling van zegel wilden verleenen voor de registers van den burger lijken stand; 9 berzieniDg der registratie-wetgeving 10. herziening der wet op de zeebrieven 11. idem der algemeene belastingwet van 1822 en van het tonnengeld der zeeschepen 12. idem der wet op den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken 13. idem der postwet, in verband met de uitvoering van een nni- formport met of zonder gedwongen frankeering. De meerderheid beeft zich verklaard tegen de ver booging derbnreaukosten van de betaalmeesters. Wij vernemen dat gedeputeerde staten van Noord- Brabaut bij de regeering hebben aanbevolen het plan tot aanleg en exploitatie van een spoorweg van Boxtel naar Cleve, waarvoor door de heeren van Meukeren, te Rotter dam, en Verster te Boxtel, concessie is aangevraagd. Verder verneemt men, dat er sprake is om aan dit plan nog eene belangrijke uilbreidingte geven. Onderanderen moet er in overweging zijn om, bij het tot stand komen van de hoofdlijn BoxtelCleve, een zijtak aan te leggen van Gennep naar Groesbeek, ten einde ook Nijmegen op deze wijze aan de staatsspoorwegen te verbinden en alzoo in verband te brengen tot Rotterdam, Vlissingen, Antwerpen en 's Hertogenbosch. (JV. JRott. cour.) De minister van koloniën maakt bekend dat voor den dienst vau den waterstaat en's lands burgerlijke open bare werken in Nederlandscb Indië noodig zijn acht adspirant ingenieurs. De voorwaarden waarop men zich kan aanmelden worden medegedeeld in de Staats courant van gisteren. Den 15 November en volgende dagen zal aan het departement van financiën te 's Hage, voor de daartoe benoemde commis-ie, examen worden afgelegd door de surnumerairs bij het vak der posterijen, die voor de betrekking van commies wenschen in aanmerking te komen, en in 1865, na afgelegd examen, tot surnumerairs zijn aangesteld. JSenoentingen en besluiten. ridderorden. Bevorderd tot kommandeur der orde van den Nederlandschen leeuw de heer mr. J. van Lennep, te Amsterdam, ridder dier orde. rei. as tin g rn enz. Op verzoek eer vol on tslag verl eend aan den beer F. F. van Suchtelen, thans ontvanger dei- directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijn- sen te Vlissingen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accjjnsen te Vlissingen de heer P. H. Maertens, thans controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen, te Hellevoetsluis. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Zutfen de heer G. W. van der Gronden, thans directeur der belastingen in Zeeland.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1