da"1 .di v»" Op partieele wijziging van verschillende wetten werd aangedrongen en de indiening van onderscheidene ont werpen verlangd. Inzonderheid vroeg men of spoedig een voorstel zon worden aangeboden tot herziening der vreemdelingenwet; en verlangde uien tevens wijziging van het strafwetboek op sommige ponten; b.v. het door een schipper moedwillig doen zinken van een aan zijne reeders loebehoorend schip. Men achtte het ook wen- schelijk, dat onze wetgeving in dier voege werd herzien, dat zeer jeugdige misdadigers hier te lande, even als in sommige Duitsche staten, na onderzoek en beslissing van het rechterlijk collegie in raadkamer, dus zonder tentoonstelling voor het publiek, aan hunne betrekkingen teruggegeven of in een verbeterhuis zouden worden opgesloten. Uit de rekening van ontvang en uitgaaf betrekkelijk den aanleg van staatsspoorwegen over het dienstjaar 1865, blijkt dat die uitgaven het cijfer van f 16,186,569.56 hebben bereikt. Voor het dienstjaar 1866 is thans reeds na te gaan, dat die uitgaven ongeveer f 15,000,000 zullen bedragen, terwijl wel is aan te nemen dat zij ook voor het loopende dienstjaar nagenoeg dat cijfer zullen be reiken. Te Dordrecht is gisteren door een groot aantal hande laren aangevangen met het houden v'an beurs. Zij zullen daartoe voortaan dagelijks des namiddags van een tot half twee uren bijeen komen. Onderwijs. De hoogleeraar F. C. Donders, te Utrecht, heeft ook voor de benoeming aan het athenaeum te Amsterdam bedankt. JMarlne en leger. De officier van gezondheid 2e klasse N. van Terveen, dienende op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met den 16 dezer overgeplaatst op Zr. Ms. raderstoom schip de Valk, en zulks ter vervanging van den op dat stoomschip dienenden officier van gezondheid 2e klasse C. J. van Stockum, die met den 15 te voren wordt op non activiteit gebracht. De minister van oorlog heeft bij algemeene order ter kennis van het leger gebracht, dat hij heeft goed gevonden a. te benoemen tot kapiteins der le klasse de kapiteins 2e klasse J. J. H. Cr. van Wickevoort Crommclin en jhr. A. K. J. Klerck, van het regiment gren. en jagers; H. M. Verkouteren, van het le, H. E. J. Heijmans, van het 2e, J. J. F. Janssens, van het 5e, en J. F. van Regteren, van het 6e reg. inf., laatatgemelde gedetacheerd bij het koloniaal werf dépöt; tot ritmeester der le klasse den ritmeester der 2e klasse jhr. J. Gr. A. van Spengler, van het 4e reg. huzaren: tot kapitein kwartiermeester van de le klasse de kapitein-kwartiermeester van de 2e klasse J. II. van der Stuijt, van den staf der inf., werkzaam bij het dep. van oorlog, en A. Dunnes, van het le reg. vest.-art., laatstgenoemde sedert overleden; tot kapiteins der 2e klasse de kapiteins van de 3e klasse jhr. A. J. B. van Suchtelen tot de Haas, van het reg. gren. en jagers, R. F. K. van Gorknin, van het 4e, F. baron van Aerssen Beijeren van Voshol en J. Cl. Mulder, van het 7e, en J. C. D. Janson, van bet 8e reg. inf.; tot kapitein-kwar tiermeesters van de 2e kl.: de kapitein kwartiermeesters van de 3e klasse J. A. C. Fleischakker, van het 2e en J. E. Muller, van het 5e reg. inf., alsmede J. P. Koster, van het instructie-bataljon; tot adjudant bij het korps: de le luitenants W. Stefels en II. P. Malles, van het 4e, J. M. Boomberger van het 5e, R. J. van Hooijdonk, C. A. H. van Bart en N. Bergman, van het 6e, en H. J. F. Dommers, van het 8e reg. inf.; tot instructeur in de rijkunst: den le luit. B. Dutrij van Haaften, van het regiment rijdende artillerie. b. Op non activiteit te stellen voor den tijd van een jaar den kapitein J. F. Muller, van het 7e en den 2en luit. M. van Doorninck, van het 4e reg. inf., en zulks op het daartoe door hen gedaan verzoek. c. In actieven dienst te herstellen Bij het 4e reg. iuf. den len luitenant der infanterie op non activiteit J. van den Bergh, zijnde hij tevens gedetacheerd bij het depar tement van oorlog. d. Over te plaatsen: Bij den staf van het wapen der infanterie: De le luits. H. II. J. M. van Son, van het 2e reg. van het wapen, en G. L. Langguth, van het intructie- bataljon, beiden gedetacheerd bij de kon. mil. academie, en zulks ten einde definitief bij die inrichting werkzaam te zijn; zijnde eerstgenoemde later uit zijne betrekking bij de kon. mil. academie eervol ontheven en in verband daarmede overgeplaatst bij het 4e reg. van het wapen; bij het 4e reg.: den kapt. WO. F. van der Plas, van het 7e ieg. van het wapen; bij het 5e reg. den kapt. J. H. Wi- chero, van hot 8e reg. van het wapen, gedetacheerd bij het kol. werfdep6t; bij het 6e reg. den kapt. A.P.Schultus, van het 8e reg. van het wapen; bij het 7e reg. den len luit. W. A. F. Helms, van het reg. van het wapen; bij het algemeen depót van discipline den len luit. K. J. Luyk, van het 3e reg. inf.bij den staf van het wapen der cava lerie: den 2en luit. A. H. Metelerkamp, van het le reg. huz., ten einde definitief bij de kon. mil. academie werk zaam te zijnbij het 4e reg. huz.: den ritm. C. L. Herman van het 3e reg. huz.; bij den staf van het wapen der artillerie: de le luits. L. M. C. Ballin Couquerque en P. J. te Winkel, van het 3e reg. vesting artillerie, gede tacheerd bij de art. stapel- en constructie magazijnen, en zulks ten einde definitief bij gezegde inrichting werk zaam te zijnbij het lc reg. vest. art. den kapt.-kwartierm- J. P. D. H. Verschoor, van het 2e reg. huz.; bij het ba taljon mineurs en sappeurs den len luit. kwartierm. j hr. F. v. A. de Watteville, van het 7e reg. inf. e. Te detacheeren: bij de Kon. mil. academie, den len luit. W. L. de Petit, van het 3e reg. inf., gedetacheerd bij het dep. van oorlog, de le luit. adjudanten A. E. van der Heyde en O. O. van Resteren, van het 6e regiment infanterie, alsmede den len luit. J. H. Weenink, van het instructie bataljon; in verband daarmede worden de beide vóórlaatst gemeiden eervol ontheven uit hunne betrek king van adjudant, terwijl de luit. van der Heyde later is overgeplaatst bij den staf van het wapen der inf., ten einde definitief bij gezegde inrichting werkzaam te zijn; bij het kol. werfdepöt den kapit. L. II. Limburg, van het 3e regiment infanterie. Zooals reeds vroeger is gemeld strekt het wetsontwerp tot wijziging der militiewet, om het maximum der sterkte van de militie van 55,000 op 70,000 te brengen en in even redigheid daarvan het maximum der jaarlijksche lichting van 11,000 op 14,000 man te verhoogen. De vermeerderde kosten, daaruit voortvloeiende, worden geraamd voor het eerste jaar op f 270,000. Het voornemen is uit elke lich ting zooveel kader te vormen, dat mettertijd de verhou ding zou wezen 2/3 permanent en 1/3 militie-kader. De vrijstelling der eenige wettige zoons wordt beperkt tot hem, die tevens éenig kind is en wier ouders of vader of moeder nog in leven zijn. In overeenstemming hier mede zal slechts aan de kleinere helft van een oneven getal broeders recht op vrijstelling wegens broederdienst worden toegekend. De nummerverwisseling wordt afgeschaft en de plaats vervanging beperkt, door den ouderdom van den plaats vervanger te beperken van 21 tot 25 jaren. Het stellen van een plaatsvervanger zal geen reden meer zijn tot vrijstelling van den broeder van den vervangene. Als vergoeding voor die beperking en ter aanmoediging der vervulling van hunnen militiedienst door de jonge lieden uit den beschaafden stand, wordt bepaald dat zij, die in staat en genegen zijn voor eigen rekening te voor zien in hunne kleeding en uitrusting en die zonder genot van soldij, brood of toelage voor het kleeding- en reparatie fonds willen dienen, in de gelegenheid zullen worden gesteld, voor zoover zij daartoe geschikt bevonden zijn en er gelegenheid toe bestaat, bij het korps hunner keuze te worden ingelijfd. Tevens zullen zij kunnen worden ontheven van de verplichting om in de kazernen te wonen of deel te nemen aan de menage der onder officieren of soldaten. De wet zal in werking treden met 1 Januari 1868. Rechtszaken. De arrondissements-rechtbank alhier heeft gisteren de volgende vonnissen uitgesproken: Johannes de Voogd, oud 25 jaren, timmermansknecht te Domburg beklaagd dat hij den 11 Augustus 11. aan Margaretha Six, die bij zijn vader als huishoudster in dienst was, met een stoel moedwillig een hevigen slag aan het hoofd heeft toegebracht, waardoor verwonding is ontstaan is schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en kwetsuren, gepleegd onder verzachtende omstandigheden, en veroordeeld tot een geldboete van f 25, bij niet betaling na aanmaning te 1 vervangen door zeven dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Geert Zachariassen, arbeider te Zoutelande be klaagd dat hij den 13 Augustus 11. in de Laugestraat aldaar D. de Bree moedwillig vastgegrepen, en slagen en stooten toegebracht heeft is aan dat feit schuldig verklaard en, met aanneming van verzachtende omstan digheden, veroordeeld tot eene geldboete van f 1 of bij niet-betaling na aanmaning éen dag gevangenisstraf, benevens in de kosten. Pieter Reinier Toebaas, oud 49 jaren, opzichter van openbare werken, tijdelijk wonende te Vlissingen, was beklaagd dat hij den 14 Augustus 11. op den openbaren weg nabij het huis van verzekering alhier moedwillig met een lat een slag heeft toegebracht aan Jan de Leeuw, arbeider bij de spoorweg- en kanaalwerken alhier. De beklaagde gaf op dat hij den lat tot zelfverdediging hee gebruikt, daar de Leeuw hem bij den hals greep en den overkant geroepen werd dat men hem, opzie*1 maar verdrinken moest. De rechtbank heeft bem, onder aanneming van zachtende omstandigheden, schuldig verklaard aan moedwillig toebrengen van slagen en hem veroorde" tot eene geldboete van f 3, of subsidiaire gevangeD' straf van éen dag, alsmede in de kosten. Jan de Leeuw, werkman, wonende te Vlissinge"| was beklaagd dat hij den 14 Augustus 11. op den ope" baren weg nabij het huis van verzekering alhier, tot Pieter Reinier Toebaas, opzichter van openbare we"156!1' beleedigend gezegd heeft: „Ge zijt een dief." De beklaag gaf op dat hij gezegd heeft: „Als ge mij het mij g mende nog onbetaalde schoft niet betaalt, zijt gij e dief." De rechtbank heeft hem, onder aanneming van "e zachtende omstandigheden, schuldig verklaard aan b uiten van smaad- en scheldwoorden, en hem veroorde® tot eene geldboete van f3, bij niet-betaling na aan®3 ning te vervangen door een dag gevangenisstraf alstne in de kosten. Simon Adriaanse, oud 17 jaren, landmanskne" onder Vlissingen beklaagd van den 10 Juni jl. in baalzak uit de gemeente Oost- en West Souburg in gemeente Vlissingen te hebben ingevoerd een lino® zak, inhoudende 15 pond tarwemeel, om te worden opêe slagen bij D. Stroo, zonder aangifte of betaling v" plaatselijke belasting te hebben gedaan is schuld'» verklaard aan het aan de landzijde binnen de gemee" Vlissingen invoeren van eene boeveelheid kropmeel, stemd om te worden opgeslagen bij een buiten de p"0 wonend persoon, zonder aangifte of betaling der schnldigde plaatselijke belasting te hebben gedaan; veroordeeld tot eene geldboete van f 5, alsmede in kosten, met verbeurdverklaring van het in beslag ge' men meel. Jozias Nijssen, oud 12 jaren, wonende te Zandijk d« beklaagd van den 2 Juli 11. 's namiddags, langs den nabij de Zanddijksche poort te Veere in een linnen vijf pond brood te hebben ingevoerd, niet gedekt do" een bewijs van betaalde plaatselijke belastingen D,CJ gebrek aan bewijs dat de brooden van elders zijn ioS1 voerd, niet-schuldig verklaard en vrijgesproken, de k"! ten te dragen door de gemeente Veere, met bevel teruggave van het in beslag genomene of vergoed'"" der waarde. Coruelia Savage, arbeidster te Waterlandkerkje beklaagd van den 1 Augustus II. in den OathariDapold"' onder die gemeente den afmaak rondom eeu waterput J. Fijnout moedwillig te hebben verbroken, zoodat waterput voor een ieder toegankelijk was is bij vel' stek schuldig verklaard aan het opzettelijk verbrei® i-o"'' te"' van afsluiting, aan een ander toebehoorende, en ver deeld tot 3 dagen gevangenisstraf, alsmede in dekos' Johanna van den Bosch, wonende te Vlissingen beklaagd van den 12 Augustus 11. op een terrein in I open veld onder die gemeente aan A. L. Bene, belee' gende scheldwoorden te hebben toegevoegd, zoo luid het op den openbaren zoogenaamden Halvemaans*" gehoord is of kou worden is aan het haar ten 'a gelegde feit schuldig verklaard en veroordeeld tot e" geldboete van f8, of subsidiaire gevangenisstraf v twee dagen, benevens is de kosten. Aan gelijksoortig feit is schuldig verklaard en dezelfde straf veroordeeld Geertruida Wilhelmina riette Lacor, naaister alhierbeklaagd van op 6 Augustus II. in het Kerkstraatje alhier beleedigeD uitdrukkingen te hebben gebezigd ten aanzien v B. C. Goudzwaard, thans te Vlissingen wonende. Gemengde berichten. De Groninger courant meldt, dat de vrouw Jan Auwen te Bellingwolde jl. Zondag namiddag ')1J ,e U_J- J Ji.„i. I de' bediening van den doop tot hare ontsteltenis ontde dat haar kind gestorven was, wellicht als een gevolg moederlijke bezorgdheid, die den zuigeling voor gure weder had trachten te beschermen, door bet g in doeken enz. te wikkelen, zoodat het gestikt is- f, Jl. Maandag morgen heeft in een huis aan de ^e| straat te Dordrecht, waarin dien avond een f>'a3lV'^gdi zou worden geopend, eene gasontploffing plaats 8e terwijl men bezig was met het nazien der gas'®' Ongelukken heeft men niet te betreuren, ontploffing met zulk eene kracht geschiedde, dat de s boom der blinden aan de overzijde der straat wei1 worpen, bijna al de glasruiten stuk sprongen e°ig0{ plafond in den winkel naar beneden stortte, waai vrij aanzienlijke schade aan den winkelvoorraa' glaswerk werd veroorzaakt. eg„e In het arsenaal te Woolwich heeft jl. Zaterdag

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 2