Gemeenteraad van Vlissingen. Zitting van Zaterdag 31 Angnstus. Vaststelling rekeningen; overlegging gemeentebegrooting; verandering grondslag boofdelijken omslag; ontheffing idem: begraafplaats israc- lietenverkoop mestsptciëninterpellatie verordening invoer vee. Voorzitter de heer Callcnfcls. Afwezig de hoeren de Krnyff, van der Os en Laernoes. De notulen der vorige zitting gelezen en goedgekeurd zijnde, brei.gt de heer Hector, namens de financieele com missie, rapport uit omtrent de rekeningen a van liet alge- met n armbestuur, b van het roomsch-catholiek parochiaal armbes'uur, c van de evangelisch 1 uthersche diaconie, d van de gasfabriek en e van de gemeente, liet advies strekt tot goedkeuring, behoudens enkele opmerkingen, in hoofdzaak op het volgende nederkoineude. De rekening van het algemeen armbestuur sluit met een nadeelig saldo van 1824.38, hetgeen echter slechts 1050.81 zou bedragen, ware het van andere gemeenten invorderbare ad ƒ988.20 ontvangen en het nog verschul digde ad ƒ214.03 voldaan, zoodat het kwaad slot in werkelijkheid kleiner is dan het schijnt. Ten aanzien der rekening van het roomsch-catholiek parochiaal armbestuur merkt de commissie op dat deze, naar haar oordeel, behoort aangevuld te worden, omdat daarin gemist wordt de ontvangst voor verkoop van inschrijvingen op het grootboek der nationale schuld en het bedrag eener geldleening, terwijl niet in uitgaaf is gebracht het voor den aankoop van woningen betaalde. Daar de rekening der gasfabriek niet anders bevat dan eene opgaaf van totalen welke specifiek in de ge meente-rekening voorkomen, meent de commissie dat die rekening voortaan wel kan worden nagelaten. Met het voorstel der commissie van beheer en toezicht der gasfabriek, om haar te machtigen voortaan niets meer in rekening te brengen voor straatverlichting en daar tegenover voortaan ook niets meer te brengen voorrenten en aflossing van schold van het kapitaal, door de ge meente voor de oprichting der fabriek enz. verstrekt, vereenigt zich do financieele commissie volkomen en is van oordeel dat daardoor een meer geregelde en voor ieder duidelijke administratie zal worden bevorderd, mits echter worde voortgegaan met de vermelding in het jaar verslag van de vermoedelijke hoeveelheid gas en cokes, door de gemeente voor straatverlichting gebruikt. Behalve het bovengenoemde heeft de commissie nog onderzocht de begrooting voor den VlissingenKoude- kerkschen straatweg en de concept-voorwaarden tot ver pachtingder tollen op dien weg over dejaren 1868 1870, welke zij voorstelt beiden goed te keuren. Op de vraag des voorzitters, of iemand tegen het uit gebracht rapport eenige bedenking heeft, verklaart de heer Verkuyl Quakkelaar dat hij niet kan instemmen, zooals de commissie schijnt te doen, met het voorstel der commissie van beheer en toezicht der gasfabriek, om voortaan niets meer in rekening te brengen voor straat verlichting, enz. In de vergadering der laatstgenoemde commissie heeft hij zich reeds daartegen verklaard. De redenen hiervoor zijn hoofdzakelijkdezc.datdegemeente dan totaal verlicht zal worden uitsluitend ten koste der gasverbruikers, die nog van slechter conditie zullen worden naarmate de uitgaven voor de straatverlichting toenemen, daar wellicht bij het sloopen der vestingwerken voor éen enkele lantaarn eenige honderdo of duizende ellen buizenleiding zullen moeten gelegd worden, waar door de 10,000, voor de verlichting vereisclit, misschien tot 15,000 klimmen zullen. Voorts leidt het voorstel zijns inziens tot bemoeilijking eener verlaging van den prijs van het gas, daar do winsten dan kleiner zullen schijnen, en eindelijk acht hij het voorstel in strijd met eene richtige administratie en met de gemeentewet. Naar aanleiding eener vraag van den heer Winkelman geeft de voorzitter in overweging om elke rekening af zonderlijk te behandelen, waaraan wordt voldaan. In do eerste plaats wordt zonder beraadslaging vast gesteld de gemeenterekening over 1866, in ontvang op 179,483.53, in uitgaaf op 173,857.91 j, goed slot 5,625 OLj, en het daartoe strekkende concept besluit goedgekeurd. Voorts is aan do orde de rekening der gasfabriek. De heer Pot verklaart dat hij volkomen instemt met het straks door den heer Verkuyl Quakkelaar aange voerde, vooral daar de minister van binnenlandsche zaken dezer dagen een besluit heeft genomen, dat voor taan de rekeningen der gasfabrieken niet meer met de gemeente-rekeningen zullen mogen ineensmelten. De voorzitter zegt dat hij genoemd besluit van den minister nog niet kent, hoezeer het mogelijk is dat het bestaat. In allen gevalle kan hij de aangevoerde bezwa ren niet deelen, dat, bij aanneming van het voorstel, uitsluitend de gasverbruikers zouden gedrukt worden: het gebruik van gas is in zekeren zin luxe, zoodat er zijns inziens niets onbillijks in gelegen is dat de gas verbruikers tegemoet komen in den intrest éb het kapi taal der gasfabriek. De heer Pot acht do aanneming van het voorstel onwettig, daar iedere post, volgens eene behoorlijke administratie, moet verantwoord worden. De heer Winkelman zegt dat hij dit laatste niet be grijpt, daar hetgeen do commissie verlangt niet3 anders betreft dan eene denkbeeldige uitgaaf en eene denk beeldige ontvang. De heer Pot houdt vol dat het niet rationeel, onwettig en onrechtvaardig is, een post niet te verantwoorden zooals zij ontvangen wordt. De heer Hector releveert, dat het voorstel der finan cieele commissie in niets derogeert aan het voorstel der commissie voor de gasfabriek. Hetgeen voor de stad gebruikt wordt is geen werkelijke uitgaaf, eveuals met zoovele andere instellingen het geval is. De gasfabriek moet alleen voor zich-zelve zorgen en slechts in staat zijn tot het geven van inlichtingen wanneer die worden verlangd. Volgens den heer Verkuyl Quakkelaar wil men het bedrag van hetgeen de gasverlichting aan de stad kost uit de gemeenterekening weglaten alleen opdat men niet zou weten hoeveel die kosten bedragen. Daartegen meent hij zich te moeten verzetten, te meer daar de ont vangsten en uitgaven bepaald moeten geboekt worden overeenkomstig de wet. De heer Winkelman gelooft dat er verwarring van denkbeelden beerscht en doet uitkomen, dat bij de op richting der gasfabriek de commissie dadelijk het denk beeld heeft gehad dat er een afzonderlijke fabriek met eene afzondeilijke rekening zou zijn en er geen geld zou af gedaan worden dan uit de overwinsten tier fabriek. Zoo ver hem bekend is heeft echter nooit het voornemen bestaan, om hij uithreidingdergasleidingdekosten te ver halen op de gasverbruikers, maar wel op de gemeentekas. De heer Verkuyl Quakkelaar antwoordt, dat niet nu, maar wel vroeger verwarring van denkbeelden heeft be staan. De uitgaven zijn altijd door de fabriek gedaan en de gemeente betaalt niets voor de fabriek. Thans wil men zijns inziens alleen verandering omdat men bang is voor vermindering der inkomsten en die verandering acht hij in strijd met de wet. De heer Winkelman herneemt, dat hij dien strijd met de wet niet inziet. De heer van Uije Pieterse zegt dat hij niet aarzelt zijne stem aan het voorstel der commissie te geven, vooral niet omdat het in overeenstemming is met het geen te Zierikzee geschiedt, waaruit blijkt dat er van geen onwettige handeling sprake kan zijn. Het betreft dan ook slechts een chimère, een cijfer op het papier. Evenmin als de heer Winkelman ziet hij in het voorstel bezwaar. De gasfabriek is voor Vlissingen wat de bad plaats Scheveningen voor 'sGravenhage is: evenmiu als men daar verplicht is een bad te nemen is men hier verplicht gas te branden. Het voorstel strekt niet tot nadeel der gemeente of hare ingezetenen. Is 12 cent per kub. el gas te duur, welnu, dan brandt men maar geen gas. Het behoud van fictieve posten isonnoo- dig, en in het voorstel der commissie ziet hij niets onwettigs of onbillijks. De heer Hector merkt op dat, als men volgens de ziens wijze van den heer Verkuyl Quakkelaar de gasverbruikers als deelhebbers beschouwde, men ook zou moeten aan nemen dat er jaarlijks aan alle gasverbruikers eene repartitie plaats had. Waar zou dat heen? vraagt hij. Hij ziet niet in waarom de gasfabriek als eene bijzondere ouderneming moet beschouwd worden. De heer Pot verklaart dat bij hem geen verwarring van denkbeelden bestaat en hij ook niet gelooft dat dit het geval is bij den heer Verkuyl Quakkelaar; dat laatst genoemde evenmin als hij, spreker, de bedoeling heeft om de gasverbruikers te bevoordeelen, maar dal het, naar hij meent, onnoodig is het kapitaal der gasfabriek steeds op dezelfde hoogte te houden, terwijl de gasfabriek daardoor in discrediet komt. Ten aanzien van hetgeen de heer van Uije Pieterse gezegd heeft omtrent de bad plaats Scheveningen, vraagt hij of daar ook baden gratis voor rekening der gemeente 'sGravenhage worden ver strekt, en, indien dit zooals hij gelooft niet het geval is, dan behoeft mendtier evenmin gratis licht te geven. De heer Rnysch zegt dat hij, als daartoe niet geroepen, nooit een blik in de administratie der gasfabriek heeft geworpen. Hij herinnert zich echter dat wijlen de heer Uytteuhooven herhaaldelijk er op heeft aangedrongen dat de gasfabriek nimmer op het terrein der particuliere industrie mocht treden. Is dit laatste echter nu wel het geval, dan behoort de gasfabriek ook rekennig te doen. Eene afzonderlijke administratie te houden, welke soms wordt uitgelegd als geëinbrouilleerd te zijn, is zijns in ziens minder passend. De heer Winkelman merkt op, dat hij geen lid der commissie voor de gasfabriek is en dus niet als partijdig kan beschouwd worden. Hij moet evenwel verklaren dat het hem leed doet,dat sommigen het dagelijksch bestuur of der commissie de geneigdheid toeschrijven om een sluier over hunne handelingen te werpen. Zoodanige ver denking verdient het dagelijksch bestuur allerminst daar liet de meest mogelijke openbaarheid betracht, ja zelfs besloten heeft afdrukken van de rekening en de begroo ting der gemeente gratis in sociëteiten en koffiehuizen ter inzage te leggen. Overigens merkt hij op flat ieder een vergelijking kan maken tnsschen de prijzen van het gas hier en elders en, dit doende, gelooft hij dat 12 cent voor eene gemeente als Vlissingen toch niet zoo duur is. Do heer Iluysch zegt dat hij de gevoeligheid van den heer Winkelman niet begrijpt. Hij, spreker, vond het bij de vervulling van verschillende militaire en burgerlijke betrekkingen steeds aangenaam als hem eene dwaling werd onder de aandacht gebracht, ook al was zoodanige opmerking ongemotiveerd, en hij was daarover nooit gevoelig. Daar zulks ook niet te pas komt, verzoekt hij dat die zich meermalen openbarende gevoeligheid voor taan een weinig worde vermeden wanneer andersden kenden in behoorlijken vorm hunne meening te kennen geven. De heer Winkelman antwoordt dat hij meent eene uit verschil van opinie voortvloeiende opmerking goed te kunnen verdragen. Ilij gelooft dan ook verkeerd begrepen te zijn. Alsnu wordt de beraadslaging gesloten en overgegaan tot de stemming over het voorstel der commissie, ',c'flje0 met 6 tegen 5 stemmen wordt verworpen. Vóór de heeren van Uije Pieterse, Ilector, Ockers, Winkel en de voorzitter. Voorts worden achtereenvolgens zonder beraadslaK'9" goedgekeurd: de rekeningen van het algemeen ar'0 stuur, van het roomsch catholiek parochiaal annbes'e (sluitende met een goed slot van 7.80J) en va° evangelisch luthersche diaconie (met een goed slot 6.23J); de begrooting van den Vlissingen K?9 kerkschen rijweg, in ontvang 1058 28, in uitgaaf^'"' goed slot 260.42; en de concept voorwaarden tot t pachting der tollen op dien weg, zijnde dezelfde vroeger. De voorzitter legt over de gemeentebegrooting 1867 met bijbebgorende stukken, welke wordt, gesteld handen der financieele commissie en op de inzage gelegd. Binnen eenige dagen zal zij in aMr aan de leden rondgedeeld en legen betaling verkrijg®9 gesteld worden. Volgens een mondeling door den heer Win kei man ll|j gebracht rapport omtrent, bet resultaat van het inder1'0^ aan burgemeester en wethouders opgedragen onder'40 betreffeude het al of niet wenachelijke en mogelijke eenif wijziging van den grondslag van den boofdelijken oms'9"' hebben burgemeester en wethouders verschillende vC ordeningen nauwkeurig nagegaan. Zij achten het eek' wenschelijk, daar overal gewichtige bezwaren w°r et ontmoet, den tegenvvoordigen grondslag te behouden 10 opheffing der laagste klasse. Dit voorstel is ook over* gen door de financieele commissie, die iets verder gaan en de laagste klasse met, 400 doen beginnen, j dat zij meent dat ieder wiens inkomen minder dan j bedraagt, wel als onvermogend kan worden bescho'ój De heer Verkuyl Quakkelaar deelt mede, dat hij 9{, lid der financieele commissie niet tegenwoordig DjS weest in de vergadering, waarin deze aangelegenbei® behandeld. Daar het voorstel der commissie hem eek' genoegen doet, zou hij daaraan dus dadelijk zijne kunnen geven, ware het niet dat de heer van UtjePie"-'.'" een stuk omtrent eene nadere regeling van den ho°' lijken omslag beloofd heeft. t De heer van Uije Pieterse antwoordt dat de bedoel11'" niet is geweest een stuk te schrijven, maar alleen a" ,.j verordeningen na te gaan, om naar aanleiding daafv een voorstel tot wijziging to doen. Burgemeester en houders hebben de verordeningen van Utrecht, Lc', .j Haarlem en andere plaatsen nauwgezet overwogen, o<> bij alle groote bezwaren in de toepassingontdekt. D 'iir"el willen zij den tegonwoordigen grondslag behouden 'f j, weglating der laagste klasse. Persoonlijk zou hij z' ook wel met het voorstel der financieele commissie k' nen veieenigen, ware het niet dat dit zulke uitgestr®9 gevolgen hebben zal. Juist de laagste klasse vertcffjj woordigt het meeste inkomen, nl. ƒ98,000, terff'j' twaalfde klasse daarentegen slechts ƒ7,800 vertege® woordigt. Werd het voorstel der commissie aangeuoi'|(y dan zou misschien 150,000 inkomen wegvallen. L'eh; zou hij dus ƒ300 als laagste klasse stellen. Nog hij op dat, zooals hij nog onlangs gelezen heeft, het <j' betalen van belasting als men maar eenigszins kan bet;1'^ een privilege is in zak: van belastingen, hetgeen n>e j, geoorloofd. Ieder ingezeten behoort naar zijn veruuV in de lasten bij to dragen en daarom werrscht minimum op ƒ300 te bepalen. Ten slotte voegt hij bij het gesprokene de verzekering dat ook hij irist1' met elke poging om de belastingen te verminde", waartoe burgemeester en wethouders ook willen t°e werken, die daarom, zooals uit de overgelegde genree® f begrooting blijken zal, voorstellen met het volgende J9' de belasting pp de brandstoffen af te schaffen. 0j De heer Iluysch erkent dat er veel waars in bet d' den heer van Uije Pieterse aangevoerde ligt. Ec wordt zijns inziens in de tegenwoordige positie v^j. Vlissingen privilege plicht en wenscht hij dit als deratie toe te staan. Hij vestigt hierbij tie aandac®1 het vertrek van vele marine-werklieden enz. Ter'0!'!,., ook over de, door den heer van Uije Pieterse aangeb^Uj voorgenomen afschaffing der belasting op de brandst"9 t sprekende, betoogt hij het wenschelijke dat daarvoor meest geschikte tijdstip worde aangenomen. j{e De heer Verkuyl Quakkelaar meent dat er geen 8Pr''ei) van privilege kan zijn al stelt uien hen, die een ink0.1.^ van 300 hebben, vrij van de betaling van hoofde'!) j(. omslag. Hij acht het onmogelijk dat iemand, wiej1^^- komen minder dan 400 's jaars bedraagt, in die j ting bijdrage. Overigens wijst hij er op dat 'iet) ziji> ondoenlijk is de polderwerkers aan te slaandeze ,,0 niet na te loepen, zoodat de druk der belasting dan jö vallen zou op de overige werklieden, van wie belasting wel zou kunneu heffen. t v,iit De heer Ockers verklaart zich tegen het voorst® den heer van Uije Pieterse, daar hij de lagere „tel» der maatschappij wil vrijstellen, omdat deze zich 0,0rr0 bekrimpen en vaak honger lijden, ten einde de belas' ^^n kunnen opbrengen, terwijl de meer gegoeden daare" te zonder den minsten last en zonder zich eenig g®11 ontzeggen gemakkelijk de belasting betalen kunu Hierop wordt het voorstel van de verste sti'c. v0|ji' nl. om de laagste klasse met 300 te beginnen,,'Jn)®11' vraag gebracht en verworpen met 7 tegen 4 ste® lü!9"' Vóór stemden de heeren van der Hijden, W"»»5 van Uije Pieterse en de voorzitter. Daarop wordt in omvraag gebracht en met alg® ^in stemmen aangenomen het voorstel der financie®1®^ t®' missie, om de laagste klasse te beginnen met 500, de tweede klasse met 500 tot 600 enz.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 2