Öuitfnianö. W'S ^bben van 1724 October e. k., behoudens goed- Toespraak van Napoleon III. Opstand in Spanje. Hed, ^Crkoopingen en aanbestedingen. Slhi, en is aan bet lokaal van bet provinciaal bestuur 2P aaabesteed: het veihoogen en verzwaren van den 'Jk van den calamiteusen polder Bruinisse, waarvan "ctner is geworden de heer H. Hage te Bruiuisse, 17,700 Gisteren is te 's Hage aanbesteed: het maken van terswoniugen, afsluitingen en eenige verdere wer- °P den spoorweg van Bergen op Zoom naar de 8ter Schelde. Van de dertien ingekomen inscbrijvin- 1 was de laagste die van den beer P. van Vliet jr., Uithoorn, voor 13,600. Thermometers tand. 28A, 29 "g-'sav. lf li. 62 gr. g. 'sraorg.7u.63gr.'smidd.lu.69gr.'sav.llu.63gr. 'smorg.7 u.63 's midd. 1 n. 72gr. (icnicentcraad van Zierikzee. Zitting van Donderdag 29 Augustus. Besluit ten aanzien kermis; mededeeliug en goedkeuring publicatie. nWttter de heer Cau. Afwezig de heeren Landsknegt j?' kennisgeving) en van Dongen. 5 6 voorzitter duet. voorlezen een adres van een aantal '"jRdoende ingezetenen, waarbij zij hulde doen aan jD .Jongste raadsbesluit tot het niet houden der kermis dat ,.e dagen, maar verzoeken, wegens het groot belang pi^ii bij het honden der kermis hebben, dat deze alsnog stelt hol, fts hebbe in de maand October e. k. De voorzitter namens burgemeester en wethouders voor, naar dj.','e'ding van dit adres te besluiten om, als de omstan- •l.d.eden zulks toelaten, dat is, als de cholera-epidemie Ma ons 'and zal zijn geweken, de kermis te doen fing van gedeputeerde staten, too >s wordt na eenige discussie met eenparige stem- y besloten. p0,.°orts deelt de voorzitter mede dat hij als hoofd der Hq j!e> wegens de gebeurtenissen der laatste dagen, het Sveli ''ooft geoordeeld een publicatie uit te vaardigen, y ve bij door den secretaris doet voorlezen en luidt e burgemeester van Zierikzee; e dagen desavonds gemeente hebben plaats gepaard gaande met luidruchtig schreeuwen, ^ue burgemeester van Zierikzee: Jtc v.0|,wegende dat in de voorafgaande geh samenscholingen in de gemeen '-«i CnrtaarH traunHa mAt* 111 iH 1*110.1 Wen r rll3t ^er ingezetenen en de openbare orde (j^n verstoord; Vil, n Y -3' op de artt. 184, 186 en 187 der gemeentewet; Oqj ®.r®ftant bij deze do ingezetenen ten dringendste, and'(-1 te onthouden van alle samenscholingen en andere op dingen, waardoor de rust der ingezetenen en de p,'bare orde kan worden veistoord; te Ue|Jt de medewerking in van alle welgezinde ingez.e- oiu dergelijke handelingen zooveel mogelijk te to 'omen en door alle onder hun bereik zijnde middelen De'etten. Verbiedt •tj. 6 Siluienscho!ingen en vereenigingen op de openbare atea, pleinen en wegen der gemeente. Beveelt: op'Joze op de eerste aanmaning der dienaren van de '"ge ma°bt fiob zullen uiteen begeven en dat de t»a/«tenen zich rustig en stil zullen gedragen, met de 5aamSc''"wing, dat ongehoorzaamheid aan zoodanige <W a'ag zal worden beschouwd en behandeld ais p'e'ige handeling, bij de strafwet met straf bedreigd. ^««11 wijdeis dat deze onverwijld zal worden afge- t) 4^ Voorzitter verzoekt hierop de bekrachtiging van jj rHad, ingevolge art. 187 der gemeentewet. ste,r01 toe wordt na eenige discussie met algemeene V,«n besloten, waarna de voorzitter na omvraag de fed(t6ring sluit.' Algemeen overzicht. t>„ toe °0r Napoleon III te Arras en te Rijssel gehouden S6( ken hebben een onguristigen indruk gemaakt. h|i^bl,bliek te Parijs, voor zooverre het voor bet oogeu- c'ang stelt in de wiize waarop Prankriik eeretreerd Pr, or--'g stelt in de wijze waarop Frankrijk geregeerd lij, beeft vooral de toespraak aan den maire van a's oorlogzuchtig beschouwd en alzoo de inter- aangenomen, gelijk die door bet dagblad leTemps ^gegeven. iMe» keizerin zijn eergisteren te Duinkerken - en en aldaar, volgens den Moniteur, door de op de gewone wijze ontvangen, namelijk met b^"^'asme indescriptihle." 'aasche Moniteur du soir bevat een telegram uit 4e tr zeehavens van Florida, waarin wordt bericht dat 'V'J.^nwoordiger van Frankrijk bij het vroeger V 'j^ bof van Mexico, de heer Dauo, weldra te New- >v°fdt verwacht. °t>8ta!]'!e'aDerUbiste tijdingen omtrent den Spaanscben 'Ubjp/ ZQHen onze lezers onder eene afzonderlijke aantreffen. The Times bevat een artikel over de bezwaren, welke aan de aanstaande expeditie naar Abyssinië zullen ver bonden zijn. Wij zullen zegt het Engelsch dagblad een klein leger doen landen op de oostelijke kust van Afrika. Van daar moeten wij langs onbekende wegen door een onbekend land en tegen een misschien niet te bereiken vijand optrekken. Abyssinië is in zekeren zin het minst geschikte land van den aardbodem om een geregelden veldtocht te openen. Hoewel niet zoover afgelegen of met moeilijk te bereiken kusten, is schier geen deel van de bewoonde aarde ons minder bekend. Er bestaan wel kaarten van het land, maar deze bevatten slechts zeer onbestemde localeaanwijzingen. Hetgeheim- zinnige der expeditie is dan ook baar grootste bezwaar. Wij zullen door een land moeteu marcheeren, waarin wij met geen mogelijkheid kunnen vermoeden hetgeen ons te wachten staat. Eindelijk betoogt the Times dat hoewel de expeditie noodzakelijk is geworden, Engeland hierbij niet te winnen, maar veel te verliezen heeft, terwijl het, in 't belang van Engeland's prestige in het oosten, wenscbelijk is om niet op te houden met krijg voeren totdat eene zegepraal zal zijn behaald, omdat anders verschillende andere vorsten het voorbeeld van koning Theodorus zouden kunnen volgen en Engeland trot- seeren. Keeds in de tweede editie van ons vorig nommer namen wij het telegrafisch resumé op van de toespraak door keizer Napoleon te Rijssel uitgesproken, in antwoord op den welkomstgroet van den maire. Thans wordt de vol ledige tekst door den Moniteur medegedeeld. Hij luidt aldus „Mijnheer de maire, mijne heeren, „Toen ik eenige jaren geleden voor de eerste maal het departement du Nord bezocht, ging mij alles naar wetisch. Ik had juist mijn huwelijk gesloten met de keizerin, en ik mag zeggen dat ik mij ook verbonden had met Frank rijk voor acht millioen getuigen. De rust was hersteld, de politieke hartstochten waren tot bedaren gebracht en ik voorzag voor ons vaderland een nieuw tjjdvak van grootheid en voorspoed. „Binnen 's lands liet de overeenstemming van alle wel gezinde burgers de langzame nadering der vrijheid voor zien en buiten's lands zag ik onze glorierijke vlag be scherming verleenen aan elke zaak, der rechtvaardigheid en der ontwikkeling gewijd. „Sedert veertien jaren hebben veie mijner verwachtin gen zich verwezenlijkt, werden belangrijke schreden op den weg der ontwikkeling gedaan. Eenige zwarte punten zijn echter onzen horizon komen verduisteren. Even min echter als het geluk mij heeft verblind, zullen tijdelijke onheilen mij ontmoedigen. En hoe zou ik mij ook laten ontmoedigen, waar ik in geheel Frankrijk de bevolking met zijne toejuichingen de keizerin en mij zie begroeten, terwijl het daarbij steeds den naam van mijn zoon vermeldt. „Thans kom ik niet alleen een roemrijk gedachtenis- feest vieren in de hoofdstad der oude Vlaanderens, maar ik kom mij vergewissen omtrent uwe behoeften, ik kom den moed van sommigen doen herleven, van anderen het vertrouwen bevestigen en het welzijn van dit uitgestrekt departement trachten te vermeerderen, door middelen te beramen tot nog grooter ontwikkeling van landbouw, nijverheid en koophandel. „Gij, mijne heeren,zult mij in de vervulling dezer taak ondersteunenmaar gij zult niet vergeten dat de eerste voorwaarde tot het welzijn eener natie als de onze, het zelfbewustzijn is harer kracht, zich niet te laten ter nederslaan door denkbeeldige vrees en te vertrouwen op de wijsheid en de vaderlandsliefde der regeering." Het dagblad ie Temps bevat de volgende beschouwing omtrent bovenstaande toespraak: De toespraak des keizers te Arras kon, ondanks zekere dubbelzinnigheid, beschouwd worden als meer naar het vredelievende over te hellen; de toespraak te Rijssel uit gesproken, zonder ook bijzonder duidelijk te wezen, zal integendeel worden aangemerkt als eene bevestiging der ongerustheid, welke het publiek nu reeds sedert een jaar bezielt. Bij den eersten oogopslag schijnen de „zwarte punten" welke, volgens den keizer, zich in den vroeger zoo helde ren hemel van Frankrijk hebben voorgedaan, te kunnen worden beschouwd als zinspelingen op Mexico. Men zon daarin dan als de onwillekeurige en bedekte erkenning kunnen zien der begane fouten en der nederlaag in die ongelukkige expeditie geleden. Indien men echter de toespraak wat meer van nabij beschouwt, dan bemerkt men dat die zwarte punten, waarvan sprake is, niet ach ter ons moeten gezocht worden, maar aan den horizon. Zij verduisteren dus de toekomst en het is tegen een onweder, waarvan wij de uitbarsting nog tegemoet gaan, dat wij worden gewaarschuwd. Deze opvatting wordt bevestigd door de woorden, welke volgen. Indien de keizer had willen spreken van gebeurtenissen, die geheel en al achter ons liggen, zooals de Mexicaansche expedi tie, dan zou hij ongetwijfeld hebben gezegd dat de neder lagen hem niet hebben ontmoedigd; maar hij spreekt van het toekomende, waar hij zegt dat de onheilen hem „niet zullen ontmoedigen" en hij noemt die onheilen tijdelijk, hetgeen doet onderstellen dat de fortuin in gebreke moet worden gesteld om het ons aangedaan ongelijk te herstel len. Er ligt in deze zinsnede der toespraak iets van eene erkentenis dat men een partij verloren heeft en van eene mededeeling dat men revanche zal nemen. Men zal wei willen gelooven dat het ons geen genoegen doet dien zin te moeten hechten aan de keizerlijke woorden, maar het is ons onmogelijk daarin niet een spoor op te merken van bitterheid over Sadowa en van hoop op Salzburg. Aldus opgevat,houdt de laatste zinsnede der toespraak van den keizer ook op een raadsel te zijn, maar wordt zij veelbeteekenend. De bevolking moet in plaats van zich te laten nederslaan door denkbeeldige vrees, het zelfbe wustzijn hebben harer kracht en vertrouwen op hare regeering. Wat wil dit anders zeggen dan dat de bevolking zich niet moet bevreesd maken voor de beweerde superioriteit in manschappen of in wapening, welke eene vreemde mogendheid tegenover haar zon kunnen stellen, of door wapenfeiten welke een oogenblik de hare schier schenen te verduisteren? Frankrijk is, wat men er ook van moge denken, op alle eventualiteiten voorbereid en het zal eenmaal in zjjne regeering erken nen: de wijsheid, welke het juiste oogenblik weet af te wachten en de vaderlandsliefde welke dat oogenblik weet te benuttigen. Vertrouwen, dit is het woord, waarmede de keizerlijke toespraak eindigt! Dit woord is dikwijls, misschien al te dikwijls uitgesproken, en het is iets schoons: een volk, hetwelk vertrouwen heeft in zijne regeering. Er is echter nog iets veel schooners: een volk namelijk, hetwelk dit vertrouwen niet noodig heeft, omdat het heeft geleerd zich zelf te besturen. Particuliere berichten uit Spanje te Parijs ontvangen melden dat, hoewel de regeering te Madrid steeds voort gaat met valsche berichten te verspreiden, de opstand ai meer en meer veld wint. Het aantal gewapende man schappen, waarover de opstand reeds te beschikken heeft, bedraagt ongeveer achttien duizend man. Men schrijft uit Madrid van 23 Augustus: Al de provinciën van Catalonië en Arragon, van het oud koninkrijk Valentia en eenige provinciën van Anda- lusië zijn in vollen opstand. Dit is een onbetwistbaar feit, ondanks de gunstige berichten welke de regeering ingang tracht te doen vinden. Behalve ofiicieele mededeelingen weten wij echter niet met zekerheid wat er gebeurt want niemand durft er zich aan wagen om bijzondei heden te schrijven. De particu liere brieven worden door de regeering zonder eenigen schroom geopend. Overal is de leus van de opstandelingen: leve de gene raal Prim, leve de vrijheid! Het leger bezit, ondanks de geestdrift welke de ofiicieele tijdingen daaraan toedicht, slechts weinig vertrouwen van de-zijde der regeering. Ik geloof' dat het plan der revolutionaire hoofden is om het aantal gewapende benden voortdurend te ver meerderen om alzoo de macht, waarover de regeering heeft te beschikken, te verdeelen. Indien dit plan gelukt, dan meent men dat de generaal Prim plotseling op het een of andere punt der kust zal landen aan bet hoofd van eenige moedige mannen, die bereid zijn om te over winnen of in den strijd om te komen. Graanmarkten enz. Amsterdam 30 Augustus. Raapolie op zes weken 38J. Lijnolie op zes weken ó9j. Oostburg 28 Augustus. De aanvoer was heden weder zeer klein eu de vraag beperkt tot kleine partijtjes voor dadelijk gebruik, tegen omtrent vorige prijzen. Gerst, zoo jarige als nieuwe, werd weder iets hooger betaald. Jarige en tweejarige tarwe 13 a 14.50. Puike nieuwe dito/14. Nieuwe Zeeuwsche rogge 7 8.50. Jarige wintergerst/9 a 9.10. Nieuwe dito /6 a ƒ6.80. Dito zomergerst /6 a ƒ6.50. Haver ƒ3 A 4.75. YVinterkoal- zaad ƒ12 a ƒ12.50. Paardenboonen 7 a ƒ8. Groene erwten 7 a ƒ8.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 3