öuitfnlanï).
Duitschland.
e\f
de»'
(Limburg). De officier van justitie te Eindhoven ver
zoekt opsporing, aanhouding en bericht.
De Washingtonscbe correspondent van den Stan
dard hangt een curieus tafereel op van den toestand in
Tennessee. Men weet, dat deze staat, die zich van de
Zuidelijken afgescheiden had, na den oorlog zich onder
worpen heeft aan de voorwaarden, die het congres stelde
voor de weder opname der oproerige staten, en toen ook
weder'in du Unie opgenomen is. In Tennessee is tegen
woordig zekere William G. Brownslow, een gewezen pre
diker van eeDe of andere vrije secte, oppermachtig. Deze
persoon was vóór den oorlog redacteur vau een vuilaardig
blad, de Knoxviile Whig, dat sterk ijverde tegen de
afschaffing der slavernij. Toen Teunessee zich afscheidde,
keerde Brownslow om. Hij werd door de confederatieve
regeeriug gevangen gezet. Doch toen de Noordelijken
Tennessee bezetten, herkreeg hij zijne vrijheid en ge
bruikt.e die om het Noorden te doorreizen als martelaar
voor de goede zaak en geld te verzamelen, waarmede hij
een nieuw dagblad oprichtte. Bij de stemming, waarbij
alleen de Noordelijke soldaten en gelijkgezinde bewoners
toegelaten werden, werd Brownslow tot gouverneur van
Tennessee gekozen. Op dezelfde wijze werd eene wetge
vende vergadering verkozen. Brownslow maakte aller
hande tyrannicke wetten. Hij stookte de vrijgemaakte
slaven op, met belofte om hun de goederen van huune
oude meesters te zullen overgeven. Hij lichtte eene mili
tie op, waarop hij vertrouwen kon en deelde wapenen aan
de vrijgelatenen uit. Weldra waren moorden en gewel
denarijen geen zeldzaamheden meer. Intusschen begon
de andere partij het hoofd op te steken. De verkiezing
van een nieuwen gouverneur moet plaats hebben, en de
conservatieve candidaat, de heer Etheridge, is begonnen
overal meetings te houden. De radicale sprekers reizen
hem na, en volgens Amerikaansche gewoonte richten de
sprekers der beide partijen tegen eikanderen tot dezelfde
vergadering het woord. Die meetings ontaarden nu gere
geld in veldslagen, waarin somtijds 30 a 40 personen ge-
woud worden. Waarschijnlijk zal de militaire macht der
Vercenigde staten tussehen beiden moeten komen. Men
begint algemeen Brownslow moede te worden. Intusschen
twijfelt hij geen oogenblik of hij weer verkozen zal wor
den. Immers, hij heeft daartoe een afdoend en eenvoudig
middel gevonden. Hij heeft bij tijds eene wet laten maken,
volgens welke de gouverneur de candidaten voor de
wetgevende vergadering stelt, terwijl weder de wetge
vende vergadering de kiezerslijsten opmaakt. Zoo sluit
alles op elkander. Als een bewijs hoe zeer hij zelfs de
rechterlijke macht heeft bedorven, verhaalt de correspon
dent, hoe 't ging toen onlangs iemand een fatsoenl jk
man, die niet van Brownslow's partij was, hevig had
verwond. De rechter, de zaak gehoord hebbende, brak
los in een hevigen uitval tegen den schuldige omdat
deze zoo onhandig geweest was zijn slachtoffer slecht3
te kwetsen en niet te dooden. De jury echter verklaarde
den beklaagde schuldig, doch de rechttr veroordeelde
hem tot eene boete van vijf centen.
Te Blankenberghe, een badplaats in België, is een
Engelschman, William StaDdish, 30 jaren oud, gearres
teerd op verzoek van zijne moeder. De ongelukkige is
een neef van den lord Standisk, die zijn schilderijen-
museum aan koning Lodewijk Philip nagelaten heeft.
Hij is in Iudië in dienst geweest en heeft daar eene
hersenziekte gehad, ten gevolge waarvan hij eene manie
tot moorden heeft. In Engeland heeft hij reeds twee
menscken gedood, en voor zijn vertrek uit Blankenberghe
was hij van plan weder iemand het leven te benemen.
Sedert het begin dezes jaars verschijnt in Japan
eene courant, die tot titel voert: Ban Koh Shin Bun Shi
(Nieuwsvergaarder uit alle landen). Het blad verschijnt
in 4to, is 14 blz. dik en op een geelachtige papiersoort
gedrukt, die meer overeenkomt met de cocons eener
zijdeworm dan met ons gewoon papier. De in een zwar
ten rand staande titel heeft tot vignet, een stoomschip
der P. en O. Company in volle vaart, waarboven eene
zon met de beginletters van den titel prijkt; voorts een
paar roode stempels, naam des redacteurs (M. Bukworth
Baily), datum en plaats der uitgave. In de voorrede
leest men: „Deze courant zal den Japanners met de
merkwaardigste gebeurtenissen uit den vreemde bekend
maken, en wordt 2 a 3 malen 'stnaands uitgegeven, tel
kens als de posbooten in Jokohama zijn aangekomen.
Immers wil de verstandige bevolking van dit land iets
van andere volkeren leeren en weet dat die kennis hun
nuttig is, enz." Als een soort van inleiding vindt men
een reeks van gesprekken tussehen twee beschaafde
Japanners, Utschitscho en Secho genaamd, die elkaar in
Londen ontmoeten, en waarvan de een per landmail en 1
de ander via San Francisco en Panama is gearriveerd.
In hetzelfde le nominer komt ook eene verklaring van
het „wonder" voor, hoe het stoomschip „de Colorado",
dat den 1 Januari 1867 San Francisco verlaten had,reeds
berichten uit Londen van den 30 December 1866 kon
meêbrengen. Dit wonder besprekende, wordt er op ge
wezen welk belang voor handel, oorlog en staatkunde de
telegraafdraad heeft Zonder twijfel kan deze nieuwe
courant, bij eene goede redactie, veel bijbrengen om de
Japanners met de Europeesehe zaken en uitvindingen op
allerlei gebied bekend te maken en met al die nieuwig
heden te. verzoenen.
De vier eerste deelen van „Mijn Loven" door keizer
Maximilaan van Mexico hebben thans het licht gezien.
Zij bevatten reisindrukken van den keizer uit Spanje,
Portugal, Italië, Albanië en Fransch Afrika. De schrijver
geeft blijk van groote kennis van personen en zaken,
terwijl zijn werk geheel den stempel van zijn karakter
draagt. Als eene proeve daarvan laten we hier volgen,
wat hij over de stierengevechten in Spanje schrijft
„Deze feesten waarop de oorspronkelijke natuur van
den mensch zich in hare ware gedaante vertoont,
zijn mij liever dan de verwijfde en zedelooze ver
makelijkheden onzer in weelde badende landen. Hier
worden stieren gedood; daar worden geest en ziel door
ontzenuwend sentiment verwoest. Ik ontken het niet, de
oude tijd is mij dierbaar! niet die vau de vorige
eeuw, toen men in den heiligen schijn van gepoederde
pruiken onder de laffe idyllen tussehen weelderig
bloeiende weideplanten den gapenden afgrond tegemoet
kuierde; maar de tijd onzer voorvaderen, toen het
steekspel den ridderlijken geest deed ontwikkelen, toen
de krachtige vrouw niet bij eiken bloeddruppel een
reukfleschje verlangde en eene onmacht voorwendde;
toen men jacht maakte op wilde zwijnen en beeren,
en wel in het vrije bosch, niet, zooals nu, achter
barricades. Deze krachtige tijd heeft krachtige kiuderen
voortgebracht. Wat is ons als erfdeel overgebleven van
de mannelijke uitspanningen onzer vaderen? de jacht
misschien? Neen! wij noemen ons jagers, doch zenden
het tam gemaakte wilde zwijn slechts op verren en
veiligen afstand een doodenden kogel toe. Alleen den
oorlog kunnen de philantropen, oüdanks de sedert dertig
jaren door hen in het werk gestelde pogingen, nog niet
afgeschaft krijgen, evenmin als een paar feestelijkliedeu,
die bij twee nog niet geheel ontaarde volken in stand
gebleven zijn. Het is de vossenjacht in Engeland, waarbij
de man zich blootstelt aan gevaren, die zijner waardig
zijn, en tegen geen hinderpaal opziet om ziju doel te be
reiken; en al zegt men ook dat het nutteloos is zijn leven
voor onbeduidende zaken in gevaar te brengen, naar mijn
inzien missen diegenen, welke nuttelooze gevaren schu
wen, ook den moed bij onvermijdelijke gebeurtenissen.
Het tweede feest is bet stierengevecht in Spanje, een
recht volksfeest uit den ouden tijd. Het is waar, dat de
hartstochten, de den mensch aangeboren woestheid
opgewekt worden, doch ook de lichaamskracht wordt
geoefend, en wie aan deze tooneelen met geestdrift deel-
ueemt, zal ook geestkracht toonen in andere omstandig
heden, en hij zal zijn leven niet in werkeloosheid door
brengen. Onder het Spaansche volk heerscht nog een
ferme, fiere, ridderlijke geest en ondanks het feest dat
hunne vaderen hun nagelaten hebben, zijn de Spanjaar
den vroom en milddadig. Alles heeft zijn tijd en zijn
eigenaardig karakter; afwisseling daarin scheukt aan
het leven de grootste aantrekkelijkheid."
Thermoineterstand.
9 Aug.'sav. 11 u. 60 gr.
10 'smorg.7 u.64 's midd. 1 u. 70 gr.
Algemeen overziclif.
Terwijl er nog altijd zooveel twijfel bestaat omtrent de
vraag of de naaste toekomst ons oorlog of vrede brengen
zal, is het voorzeker niet onbelangrijk de opinie daarom
trent te vernomen van dagbladen, welke door hunne
intieme betrekking tot regeeringen goed ingelicht kunnen
zijn omtrent den politieken toestand van het oogenblik.
Vooral hebben de opiniën van zulke officieele organen
eene hooge waarde, wanneer dergelijke dagbladen nooit
reden hebben gegeven om aan hunne goede trouw te
twijfelen. Zoo vinden wij thans een stuk omtrent de
beweerde ontwapeningen vau Pruisen overgenomen in
de Nederlandsche Staatscourant. Uit de overname van
dit artikel, waarin wordt betoogd dat men geene waarde
moet hechten aan deze ontwapening, blijkt alzoo dat het
officieel orgaan der regeering te 's Gravenhage de toe
komst vrij somber inziet of althans het wantrouwen in de
beweerde ontwapening der Pruisische regeering geheel
en al deelt. De Nedeilandsche Staatscourant zegt
„„Aan de Augsburger Allgemeino zeitung wordt onder
1 dagteekening van 4 Augustus uit Berlijn gemeld:
dit oogenblik zijn in Pruisen alle spoorwegtreineD 6
vuld met soldaten die naar hunne haardsteden tel j.
keeren, daar de geheele lichting van 1864, wier dienst 'J
eigenlijk eerst den 1 October aanstaande eindigt, re®
den 1 Augustus ontslagen is om tot de reserve ove'
gaan. Als reden van dien maatregel is opgegeven
wensch 1. om de soldaten voor hunne goede bondiOr
den veldtocht des vorigen jaars te beloonen; 2. om v
den in dit jaar zeer moeilijken oogst de werkkracht®0
vermeerderen, en 3. om te toonen dat op dit oogen°
geen het minste gevaar van oorlog bestaat. Buitenu'
zijn van iedere compagnie nog 8 a 10 soldaten van
klasse van 1865 met onbepaald verlof gezonden, u'e
gunst ten deel gevallen is aan manschappen, die zich 1
den laatsten veldtocht bijzonder onderscheiden of bij
schijfschieten bijzondere bekwaamheid en ijver bete"11
hebben, of wier aanwezigheid in hunne famiiiën om v'
et'
olgs
schillende redenen bijzonder wenschelijk is. Tenger
van een en ander is de sterkte van het Pruisische !f£
dit oogenblik zelfs beneden den voet van vrede
<100
Ai
op dit oogenblik zelfs beneden den voet van
daald; maar zij die meenen dat hierin een waarborg
den vrede gelegen is, verkeeren in dwaling; want
organisatio van ons krijgswezen is van dien aard
dat
klassen van 1862, 1863, 1864 en 1865 binnen acht dag'
gei
te®
kunnen staan, en dat het geheele leger binnen dr'
weken op den hoogsten voetvan oorlog gebracht
zijn, in eene getalsterkte die, gelijk de Fransche nfée
vaardigde Dttpin onlangs terecht aanmerkte, een
staat van 60 of 70 millioen inwoners niet tot oneer
strekken.""
Het beginsel: eerst eenheid en dan vrijheid, wint
Duitschland meer en meer veld. Dit is dezer dagen we"
gebleken uit de manifestatie eener vergadering v
politieke notabiliteiten uit Beiereu, Wurtemberg, Bad6
en Hessen, te Stuttgardt gehouden. Deze vergader'0
nam als programma aan dat de vereeniging der nota
lijke en zuidelijke staten eene levensquaestie v'0
Duitschland is; dat alle inmenging van buitenlandse
mogendheden om deze te voorkomen moet worden bel
dat eene eerste schrede tot die vereeniging moet wet
eene of en defensieve alliantie tussehen zuidelijk Duits"
land en Pruisen, waarbij aan Pruisen het militair opp"
bestuur moet worden opgedragen; dat het tractaat v
Praag geen bezwaar oplevert tegen de intreding a
zuidelijke stateu in den Duitseheu bond, en ciadel!)
dat wel de bondsconstitutie vele gebreken heeft
Pruisische regeering vele fouten heeft begaan, 1°°^
zulk eene vereeniging toch een weldaad voor Duitscb'®0
zal wezen en de toekomst het overige zal doen.
De sultan van Turkije is van zijne Europeesehe fe'e
in zijne hoofdstad teruggekeerd. Op zijn doorreis
Belgrado heeft hij geweigerd om den Servischen p1'
est'
dent minister te ontvangen, als bewijs zijner ontevre
heid dat vorst Michael zich naar Parijs had begeven'
niet in de noodzakelijkheid te wezen zijn Buzerei°
complioienteeren.
de"'
Men schrijft uit Berlijn van 6 dezer: Op dit oogef
verkeert het Pruisische leger op den kleinst mog
bli*
vredelievenden voet. In weerwil echter van den vre
toestand in dit leger, wordt in de verschillende stai' t
arsenalen en andere militaire werkplaatsen om
ijverigst gearbeid, en niets verzuimd om het legel
een oogwenk slagvaardig te zien, wanneer dit ®oC1(
gevorderd worden. Zoo wordt o. a. te Sommerda,
de znndnadelgeweren hunnen oorsprong vonden, 0"'e|)
gebroken gewerkt. Zoo ook in Spandau en Suhl. P011'?.^
is reeds op dit oogenblik in staat om de gezauieü'0
infanterie van den Noord-Duitschen bond, alsmede j,
eersten en, moest het zijn, ook den tweeden ban
de landweer met voortreffelijke znndnadelgeweren.
deeltelijk geheel nieuw, gedeeltelijk veranderd, te
W»P"
nen. Paarden, voor verschillende diensten, zijn in P,u'3|(1,
in overvloed voorbanden; Oost Pruisen beeft zijn c'l>eI)
lerie-, Sleeswijk Ilolstein en Ilannover den artill®rie
transporttrein almede ten spoedigste bereden.
1 Uit Parijs schrijft men aan een Duitscb blad h®' j
gende: „Men gelooft hier algemeen aan den oorlog'
of zonder medewerking van Engeland, en wel t
1 voorjaar van 1868 of zelfs reeds vroeger. Vooral
maarschalk Niel er op aandringen om niet tot hef
staande voorjaar of'den zoiner te wachten, maar
in den herfst of in den winter oorlog te voeren. Op f
van dit te kennen gegeven verlangen verhaalt we"'Bde
op last van het ministerie van oorlog, de verscl" '^t,
i troepen gedurende de duisternis, gedurende deu 0