öuitmlantr.
op
Vergunning verleend aan mr. J. P. J. A. graaf van
Znylen van Nyevelt, minister van buitenlandsche zaken,
tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder
groot krnis der Leopoldsorde, hem door Z. M. den keizer
van Oostenrijk geschonkenvoorts aan mr.C. Ie Clercq,
secretaris-generaal van het departement van buitenland
sche zaken, jhr. mr. E. W. F. Wttwaal van Stoetwegen,
secretaris van legatie, en mr. W. A. A. J. baron Schim-
melpenninck van der Oije, commies bij genoemd depar
tement, respectievelijk door zijne apostolische majesteit
benoemd tot kommandeur der orde van deIJzeren kroon,
tot kommandeur der orde van Frans Joseph, en tot
ridder der orde van de IJzeren kroon.
leger. Op verzoek op pensioen gesteld de kapitein
kwartiermeester J. G. E. Menniugh, van het regiment
veld-artillerie, ten bedrage van f 900, en de kapitein
R. Mijkamp, van het 3e regiment vesting-artillerie, bij
koninklijk besluit van 12 Juli jl. benoemd tot magazijn
meester der artillerie van de 2e kl. te Helder, tot een
bedrag van f 1020.
Op non-activiteit gesteld de le luitenant J. C. Leyds,
van het regiment grenadiers en jagers, in afwachting dat
omtrent hem nader zal worden beschikt.
marine en leger.
Gisteren middag is op het exercitieplein op het Molen
water alhier aan den meester geweermaker van Nimwegen
van het depöt van het 3e regiment infanterie, alhier in
garnizoen, op plechtige wijze voor het front der parade de
gouden medaille voor 36 jarigen onafgebroken dienst met
eene gratificatie van f 50 uitgereikt.
De minister van marine heeft met den 1 Septembera.
benoemd tot kweekelingen aan 's rijks kweekschool voor
militaire geneeskundigen te Utrecht, om opgeleid te
worden tot officieren van gezondheid bij de zeemacht,
de jongelingenP.J.Pook van Baggenen G. A. Haremaker.
Veeziekte.
De veeziekte is, na geheel uit Gelderland verdwenen
te zijn, weder uitgebroken te Cnlenburg, onder twee
runderen, weidende aan den Diefdijk en toebehoorende
aan den landbouwer C. Kool.
Gemengde berichten.
De arbeiders aan de spoorweg- en kanaalwerken op en
bij het bolwerk alhier hebben gisteren morgen het werk
weder hervat. Ilnn aantal is met eenige ploegen ver
meerderd.
Woensdag verscheen tér reede van Vlissingen een
groot pleizier-stoomjacht, aan een Engelschen lord toe
behoorende. De eigenaar had de beleefdheid met do
Nederlandsche vlag in den voortop de vesting met drie
schoten te salneeren. Op de batterij, waar men het
voorbijstoomen van den prins en den prinses van Wallis
wachtte, heeft men wellicht, vergetende dat een konink
lijk persoon nooit salueert, noch eerst noch als antwoord,
gedacht dat de vorstelijke personen passeerden. In elk
geval is den lord een koninklijk saluut gebracht, terwij!
hij reeds rustig in het Hötel de commerce zat.
The Daily News bevat de volgende mededeeling
uit Napels van 22 Juli: „De cholera maakt ongelukkig
zeer vele verwoestingen op Sicilië en begint zich over
geheel Italië uit. te breiden. In de laatste week is eene
quarantaine van dertig dagen opgelegd aan alle vaartui
gen, welke van Livorno hier aankomen en heden middag
is, na de ontvangst van een door den Engelschen consul
te Genua afgezonden telegram, dezelfde maatregel
genomen voor alle schepen van Genua en omstreken of
van Malta afkomstig. De reizigers, die te Malta aan
komen van streken alwaar de cholera heerscht, mogen
niet aan wal komen.
In de Engelsche bladen werden sedert eenigen tijd
oproepingen gedaan van de erfgenamen van zekeren
Joseph Wilson, die omstreeks de helft van de vorige
eeuw was overleden. Deze persoon had een geschil
gehad met zijn eenigen zoon en in zijne verbolgenheid
bepaald, dat eerst zijne nakomelingen in het vijfde
geslacht zijne nalatenschap zouden deelen. Toen hij
stierf, bestonden zijne bezittingen uit 600 morgeu lands,
waarop sedert een groot gedeelte van de stad Leeds is
gebouwd. De waarde steeg daarvan zoo zeer, dat het
land in het begin dezer eeuw 40,000 p. st. renten per jaar
afwierp. Na lang ad verteeren zijn eindelijkdereehtmatige
erfgenamen komen opdagen; zij bevonden zich in Ame
rika en leefden daar in behoeftige omstandigheden.
Vermoedelijk zal deze zaak wel weder tot een langdurig
proces leiden.
De Mémorial de la Loire verhaalt het volgende
voorval, dat bij de herstelling eener schacht van de steen
kolenmijn Gagne Petit heeft plaats gehad. Vier mannen
waren aan het werk in een hangenden bak of steiger,
door een kabel opgehouden, ter diepte van 300 voeten
onder den beganen grond. Zij hadden hun werk bijna
geëindigd, toen een hunner aan een kameraad vroeg, hem
een troffel aan te geven. Laatstgenoemde richtte zich op
aan een vooruitspringend stuk hout, om de plaats te
bereiken, waar hij den troffel had laten liggen; doch toen
hij den voet weder op den bak wilde zetten, zocht hij te
vergeefs naar dien steunde kabel was op datzelfde
oogenblik gebroken, en de bak met de drie mannen ter
diepte van 260 voet naar beneden gestort. Hij,hangende
aan zijn broo3 en vreemd steunpunt, riep in zijn doods
angst luide om hulp. Zoo te blijven hangen tot die hulp
kwam opdagen, vorderde bijna bovenmensehelijke krach
ten, maar 'tgelukte hem, en de mand, die weldra neder
daalde, nam den geredden man op. Zijne drie kameraden
werden verpletterd gevonden op den bodem der mijn.
Uit Eist wordt bericht dat Vrijdag der vorige week
daar eene zware hoos is ontstaan, die een veertigtal
hoornen, meest vruchtboomen, uit den grond heeft gerukt
en aan verscheidene woningen schade heeft veroorzaakt.
De hoos heeft zich ook aan de Praets doen gevoelen.
Onder anderen is daar een rijtuig, voor den stal staande,
tot aan de Rijnbrug voortgedreven, terwijl op de brug
zelve het zware windas tot het, openen der brug dienende,
van de schroeven is losgeslagen en in den Rijn geworpen.
Ook in het badhuis heeft men den hevigen rukwind
gevoeld. Aan deze zijde van den Rijn is hij echter niet
opgemerkt. {Arrih. cour.)
Te Parijs is een nieuw blad verschenen, getiteld
le Sapeur-Pompier. Het komt tweemaal's weeks uit en
is geheel gewijd aan de belangen van den pompier, eene
maatschappelijke betrekking, die in den regel slechts
den spotlust der Franschen opwekte, ondanks de groote
diensten die deze personen bewezen en de heldendaden,
die zij in hunne gevaarvolle betrekking verrichtten.
De ex-keizerin van Mexico behoeft in spijt van het
bericht in een der Weener dagbladen, dat zij herwaarts
zou komen niet meer op het eiland Walcheren ver
wacht te worden. Het heeft zich thans opgehelderd,
waarom sommige couranten haar zoo'u vreemden koers
wilden beensturen. Het bericht, dat de ongelukkige
Charlotte naar Tervueren zou overgebracht worden, is of
door den telegraaf verminkt, of verkeerd gelezen. Waar
schijnlijk althans sloeg de redacteur van het Weener blad
Ritters Geographischcs Wörterbuch op, waar hij Stadt
auf der N. O. Kusten der niederlandischen Insel Walcheren"
vond.
In de letterkundige wereld wordt veel gesproken
over eene ontdekking, door den heer Philarète Charles in
België gedaan. Het betreft 50 onuitgegeven brieven van
Voltaire, voor welke de heer Ilavin den gelukkigen
bezitter, naar men zegt, 100,000 franken heeft geboden.
Maandag avond bad in den schouwburg van de
Porte Saint Martin, te Parijs, een voorval plaats, dat de
toeschouwers met angst en schrik vervulde. Eene der
leeuwinnen van den heer Batty had jongen geworpen en
desniettegenstaande was de temmer niet te weerhouden
om in het hok te gaan. Het tooneel, dat onmiddellijk
daarop volgde, was kort maar schrikwekkend. De
leeuwin wierp zich op den temmer en beet bem in
den schouder, terwijl zij met hare nagels zijne kleederen
verscheurde. Gelukkig mengde eene andere leeuwin
(de lieveling van Batty) zich in den strijd; zij wierp zich
op het woedende dier, zoodat Batty het hok kon ver
laten.
Parijs is dit jaar door de volgende vorstelijke per
sonen bezocht geworden: de koning en de koningin der
Belgen de keizer van Ruslandde koning en de koniu-
gin van Pruisen; koning Lodewijk I van Beieren; koning
Lodewijk II van Beieren; de koning van Wurtemberg;
de koning en de koningin van Portugal; de sultan; de
koning en de koningin van Griekenland; de koning van
Zweden (die Dog te Vichy is); de troonopvolger, groot
vorst Wladimir,en grootvorstin Marie, allen van Rusland;
prinsesEngénie van Leuchtenberg; de hertog vanLeueh-
tenberg; de hertog van Saxen-Weimar; de groothertog
van Meckleoburg Strelitz; de beide groothertogen van
Saxen-Weimar; de kroonprins en de kroonprinses van
Pruisen; de hertog van Saxen Coburg-Gotha; de kroon
prins en de kroonprinses van Saksen; prins Albert van
Pruisen; prins en prinses Karei van Pruisen; prins
Humbert van Italiëde hertog en de hertogin van Aosta;
de drie prinsen van Oldenburg; de groothertog en de
groothertogin van Baden; do prins van Hohenzollern en
zijn zoon prins Leopold; de hertog van Coïinbra; de
1 urksche troonopvolger; zijn broeder, een andere zoon
des sultans; de prins van Wallis; de prinsen Alfred en
Arthur van Engeland; prins Oscar van Zwedende onder
koning van Egypte; de groothertog van Mecklenbnrg;
prins en prinses Albert van Beieren; de prins van Oranje;
hertog Wilhelm van Wurtemberg; graaf van Wurtem
berg grootvorst Konstantijn van Rusland; de prins von
Renss, en de broeder van den taïkoen van Japan.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Eene hofstede en arbeidershuis, met 17 bund.2OrO0
40 ell. bouw- en weiland, in Kruiningen en Sehore, glS
teren te Kruiningen, ten verzoeke van L. Polderffl»
verkocht, werd in verschillende perceelen toegewe2
voor /"1211.46 de bunder of ƒ20,842.09.
Thcrmometerstand.
31 Juli 'sav. 11 u. 58 gr.
1 Aug.'s morg.7 n. 60 gr. 's midd. 1 u. 62 gr. 's av. 11 u.59 ?r'
2 'smorg.7 u.59 'smidd.In.64gr.
Algemeen overzicht.
Het belangrijkste feit in de Engelsche geschiede»'8
der laatste dagen, is de verschijning van het onder toezi»'1'
van koningin Victoria uitgegeven werk over prins AH»3®®
Men leert daaruit onder meer: dat prins Albert, toen M
achttien maanden oud was, zeer lief werd gevonden, d'lfl
tanden had en reeds kon loopendat hij, ouder wordend®!
zich alleraardigst kon bezig houden; dat zijn gezondb»1
naar lichaam en geest zich reeds spoedig openbaardedo°'
de levendigheid waarmede hij aan jongensspelen de®
nam; dat bij op zijn tiende jaar, des zomers tusscben &e8
en zeven uur en des winters tussohen zeven en acht
'smorgens opstond; dat hij op zijn elfde jaar steeds b®
middagmaal gebruikte met zijn broeder Ernest en Z'J
leermeester; dat hij te zeven uur steeds slaap kreeg e®
als hij niet naar bed ging soms in een hoek in slaap v,e'
dat hij zeer verlegen was, bij de komst van een vree111
deling wegliep enz. enz. Welk belang, zegt Louis Bi»®
in eene beschouwing over dit boek, kan nu toch het p®
bliek in dit alles stellen Waarlijk zoo gaat hij voort''
als ik de geheele dagbladpers in dergelijke kleinighed»®'
welke niets bijzonders bezitten en te vinden zijn in
geschiedenis van elk kind uit liet volk, belang zie stelle®j
of althans den schijn daarvan zie aannemen, dan vr»»"
ik of daaruit niet blijkt dat zelfs in Engeland de mon»r'
chie eenigszins het algemeen gevoel van eigenwaar1
verzwakt. Het bekend dagblad Revolutions de Pa®,
droeg tot opschrift: „Les grands ne nousparaissentgr"'1'
que parceque notis sommes a genouxlevons nousEu
vorsten moeten dan ook eene groote hoeveelheid neder'?
beid bezitten om niet- te gaan denkeu dat zij tot een gehee
ander soort van menscbenras bebooren, dan wij. Benig®"
hunner meencn dit trouwens werkelijk."
Zeer vele bladzijden van dit werk zijn intussehen z®
belangrijk en zeer onderhoudend geschreven. Vooral
geschiedenis van het tot stand komen des huwelijks'®s
schen koningin Victoria en prins Albert is zeer leze®®(
waardig. In 1836 had Victoria dien prins voor het ce'
te Londen gezien. Te dier tijde werden te Londe"
Waterloo feesten en de verjaardag van Victoria ge®'e'e(
en waren daar tevens de toenmalige prins van Oranje 0>
zijne beide zonen Willem en A'.exander, wier overkoi»
in die dagen ook met huwelijksplannen in verband *r®r.
gebracht. Wat hiervan zijn moge, uit bovenbedoeld 've'
blijkt dat sedert 1836 prins Albert op zijne reizen o.°
Zwitserland en Italië de koningin van Engeland»1
vergat, maar haar nu eens Alpen rozen, dan weder
handschrift van Voltaire toezond, thans nog door
toria in haar album bewaard. In den aanvang van 1° r
was er sprake van een huwelijk tussehen beide in een br'^
van koning Leopold van België aan de koningin. Ee*'
in October 1839 deed echter prins Albert zijn tweede
zoek aan Engeland, waarbij het huwelijk tot stand k*'®
Het huwelijks aanzoek ging echter niet van hern u
dit verbood zijn mindere rang; het moest uitgaaf
ging uit van de koningin. Uit een in dit werk opge'
- - blij®
men brief van prins Albert aan zijne grootmoeder
dat Victoria zelve zijn huwelijk met haar als een"
offering beschouwde van zijne zijde en dat zij geheel
al doordrongen was van de moeilijke positie, welk®
prince-consort zöu innemen te midden der Enge'3®
aristocratie. Dat hij daarin echter steeds heeft blijk *.r
geven van den meest mogelijken tact, heeft zij"
leven bewezen. Overigens is over dit werk 'v'c g)J
een waas verspreid, hetwelk de achting en eerbied v'^
alle Engelschen voor hunne vorstelijke familie met
[misselijke deugden ten volle rechtvaardigt.
De Fransche Moniteur houdt zich dezer dagen ,e
eer'®0,
met het verspelen van al zijn crediet. Na de per
bewering omtrent de mededeeling der Fransche
aan Pruisen ten opzichte van noordelijk Sleeswijk, 'v
het officieel regeeringsorgaanthans verklaren: dat deg®^
raai Dumont te Rome iu het geheel geen discours
uitgesproken. Alle Italiaansche dagbl iden hebbe"