onderofficieren van het Ge en 7e regiment infanterie. In
deze week zullen de onderofficieren van het instructie-
bataljon aan dat examen deelnemen.
Koloniën.
Gisteren is alhier de Engelscbe mail uit Nederlandsch
Indië aangekomen. De berichten loopen tot 14 Juni.
In het algemeen overzicht van het Nieuw Bataviaasch
Handelsblad lezen wij het volgende
„Batavia 14 Juni. Een vreeselijke ramp heeft Midden-
Java getroffen. In den vroegen ochtend van den 10 dezer
heeft een hevige aardbeving in vele residentiën, doch
vooral in de residentie Djoejocarta, groote schade aan
gericht. Ook het verlies van talrijke raenschenlevens is
daarbij te betreuren. Nog zijn de bijzonderheden dezer
ramp grootendecls slechts per telegraaf bekend. De
Javasche courant van 11 dezer bevat hieromtrent het
volgende
„In den nacht van den 9 op den 10 Juni jl., werd in de
residentiën Cheribon, Pekalongan, Banjoemas, Bagelen,
Samarang, Djocdjocarta en Soeracarta eene hevige aard
beving gevoeld, die verscheidene verwoestingen aan
richtte.
„In het Chineesche kamp te Pekalongan is een steenen
huis ingestort, dat eene andere naa3t staande bamboezen
woning verpletterde; twee vrouwen en twee kinderen
kwamen daarbij om, terwijl drie andere personen min of
meer gewond werden.
„Het residentie huis met bijgebouwen, het kantoor en
andere landsgebouwen te Banjoemas hebben eene be
langrijke schade geleden.
„In het Chineesche kamp tePoerworedjo (Bagelen) zijn
verscheidene woningen ingestort, en hebben vele particu
liere gebouwen eene zware schade geleden. Te Sapoeran
(Ledok) zijn de controleurswoning en het koffiepakhuis
ingestort; Kawodanan is grootendeels verwoest, ter
wijl volgens geruchten de theefabriek Tandjoeng Sari
ook ingevallen zou zijn.
„Het resideutie huis en de djajang-secars kazerne te
Samarang bekwamen onderscheidene scheuren.
„De vesting Willem I en bijliggend kampement hebben
onbeduidend geleden. Te Banjoe biroe zijn van de onbe
woonde artillerie kazerne de bovenverdiepingen inge
stort.
„Te Djocdjocarta is bijna geen enkel gebouw van
schade verschoond gebleven,terwijl het verlies van onder
scheidene menschenlovens, zoowel van Europeanen als
van Inlanders, te betreuren is.
„Het kruitmagazijn en de bovenverdieping van de
kazerne te Djocdjocarta hebben veel geleden; twee
Europeesche militairen werden gewond.
„Te Soeracarta waren geeno andere ongelukken bekend
dan lichte beschadiging aan gebouwen."
Te oordeeleu naar particuliere telegrammen, is deze
mededeeling nog als zeer optimistisch te beschouwen.
Zoo zou op de hoofdplaats Djoejocarta geen enkel
huis in bewoonbaren staat gebleven, en verscheidene
fabrieken geheel vernietigd zijn. Volgens de gunstigste
opgave bedraagt het aantal aldaar omgekomen personen
80, waaronder 12 Europeanen. Dj eerstvolgende mail zal
onzen lezers in Nederland daaromtrent zekerheid geven.
Deze aardbeving is ook te Batavia merkbaar geweest,
doch zonder nadeelige uitwerking gebleven.
Aangaande de veeziekte op Surnatra luiden de laatste
berichten niet gunstig. Het mag intusschen als zeker
worden aangenomen dat die ziekte niet van gelijken aard
is als de in Nederland heerschende veetypbus of runder
pest. Men raadplege daarover de belangrijke lezing, door
den heer A. de Vos, paardenarts eerste klasse, in de alge-
meene vergaderiug der maatschappij van nijverheid en
landbouw gehouden, en aan dit blad ter plaatsing afge
staan.
Een door de regeering benoemde commissie heeft haar
rapport uitgebracht over den staat der werkzaamheden
aan den spoorweg Samarang-Vorstenlanden, en verklaard
dat het gedeelte van dien spoorweg tusschen Samarang
en Tangoong voor de exploitatie gereed is.
In afwachting van den spoorweg Batavia-Buitenzorg,
die zich waarschijnlijk nog lang zal laten afwachten,
mogen wij ons althans in een stoomwagen verheugen,
waarmede de heeren Chaulan Deeleman Co. zich voor
stellen reizigers en goederen langs den gewonen weg
tusseheu Batavia en Buitenzorg te vervoeren. De met
deze locomotief genomen proeven zijn (behoudens een
accident aan een der tandraderen overkomen) volkomen
gelukt, en indien aan de ondernemers geene moeilijk
beden van regeeringswege worden in den weg gelegd,
mag men hopen dat ten minste dit simulacre van stooin-
vervoer weldra tot stand komen zal. Hoe onbeduidend
op zich zelf, beeft het groote waarde als begin van wat
komen moet. De inlanders en Chineezen hebben den
vuurwagen met gejuich begroet, en zijne exc. de gouver
neur generaal heeft hem in ernstige overweging.genomen."
Nopens de aardbeving lezen wij in den Java Bode
het volgende:
„Eene vreeselijke aardbeving heeft geheel Midden Java
op zijne grondvesten doen schudden en vooral in de resi
dentiën Djoejocarta, Bagelen en Banjoemaas schrik, dood
en verwoesting verspreid. Tot in Buitenzorg en Batavia
zelfs heeft het monster zijne stuiptrekkingen doen gevoe
len, en de Gedeh moet, volgens sommigen, buitengewone
aandoeningen hebben vertoond,die met de geheimzinnige
krachten in verband worden gebracht. Een tachtig inlan
ders en een twaalftal Europeanen worden reeds als slacht
offers van de ramp vermeld, en onder hen eene Europee
sche moeder, die met haar kind onder de puinhoopen van
het Djokjosche fort zoude zijn begraven. Onberekenbaar
is de schade aan fabrieken, woningen en inboedels toege
bracht. De Javasche courant en eenSamarangsch telegram
melden eenige bijzonderheden, doch nog ieder oogenblik
komen telegrammen binnen, die nieuwe ongevallen aan
het licht brengen. Zoo moet ook, volgens een particulier
telegram, te Tjilatjap de schok allerhevigst geweest zijn.
Alle gouvernementspakhuizen aldaar zijn zwaar geteis
terd en de schade aan woningen en inboedels moeten er
aanzienlijk zijn. De Samarangsche bladen zullen ons
weldra nadere bijzonderheden brengen van een natuur
verschijnsel, welks dolle woede maar al te dikwijls het
vriendelijk gelaat van den Indischen bodem in de akeligste
plooien verwringt."
Men leest in het niet officieel gedeelte van het gonver-
uements Advertentieblad, te Paramaribo verschijnende,
het volgende „Paramaribo, den 28 Juni 1867.
Heden ochtend omstreeks half acht uren verkondigde
het sein van het fort Nieuw Amsterdam, dat de Fransche
mailboot, waarmede de nieuw benoemde gouverneur
W. H. J. van Idsinga verwacht werd, in aantocht was.
De bevolking stelde zich in beweging, en spoedig was
op en in de nabijheid van het gouvernements plein eene
groote massa verzameld. Kwart over tien uren kwam de
koloniale stoomboot Paramaribo, aan welker boord Zijne
Exc. te Fort Nieuw Amsterdam was overgegaan, op do
reede aan. Te elf uren stapte de benoemde landvoogd
aan wal onder de eerbewijzenzooals ze voorkwamen in
het vastgestelde programma.
Het gouvernementshuis binnengetreden, werd Z. Exc
door den gouverneur R. F. van Lansberge verwelkomd,
waarna de aldaar verzamelde autoriteiten en ambtenaren
aan hem werden voorgesteld.
Na deze inleiding zeidede gouverneur van Lansberge
tot de aanwezigen, in substantie, het volgende „Ik heb
nog eene zeer onaangename taak te vervullen, namelijk:
u mededeeling te doen, dat ik, met deze mail, eene minis-
terieele aanschrijving heb ontvangen, waarbij mij is
opgedragen, om reeds daags na de aankomst van den
nieuw benoemden gouverneur mijn bestuur over deze
kolonie neder te leggen. Deze handelwijze, waarvan
geen antecedent aan te wijzen is, is voor mij diep grie
vend en alleen te verklaren voor iemand, die zich het
door Z. M. den koning in hem gestelde vertrouwen on
waardig heeft gemaakt. Ik voor mij draag de innige
overtuiging in mij om, steeds naar mijn beste vermogen
mijn plicht te hebben vervuld en zoo veel in mij is de
belangen der kolonie te hebben behartigd, en beschouw
derhalve de bejegening van den minister als eene gra
tuite beleediging, mij persoonlijk aangedaan. Gaarne
had ik nog heden, en zelfs op dit oogenblik, de regeering
aan mijn opvolger overgedragen, ware het niet dat er
bezwaren zich daartegen opdoen. Ik ben evenwel bereid,
om morgen te acht uren de betrekking neder te leggen,
waarmede het vertrouwen des konings mij heeft vereerd,
en het bestuur deze kolonie aan den nieuw benoemden
landvoogd over te geven. Ik bevind mij derhalve thans,
voor het laatst, als gouverneur in uw aller midden, en
grijp deze gelegenheid aan, om u allen hartelijk dank te
betuigen voor de welwillende medewerking, welke ik
gedurende mijne regeering van u allen heb mogen ouder
vinden
Eene luide toejuiching der aanwezigen volgde daarop,
en het geroep van: „Leve de gouverneur van Lansberge!"
vervulde de zaal.
Met pijnlijken indruk vervuld over de grievende be
handeling, den waardigen gouverneur van Lansberge
aangedaan, verlieten de autoriteiten en de ambtenaren
de zaal. Weinige oogenblikken daarna werd door den
voorzitter der koloniale staten, in naam der aanwezigen,
eene speciale audiëntie bi) zijne excellentie verzocht. Dit
toegestaan zijnde, werd door hem, zoowel in naam der
staten als van allen die daarbij tegenwoordig waren en
hem in de audiëntiezaal hadden begeleid, in de meest
hartelijke bewoordingen het diepe leedwezen der bevol
king betuigd over de bejegening, welke zijne excellentie
is aangedaan.
Dat dit bewijs van sympathie een aangenamen
bij den gouverneur heeft teweeg gebracht, zal lC
lichtelijk beseffen.
Het vernemen dier gebeurtenis bracht groote sen»8
bij de bevolking teweeg, en schier uit ieders
vernam men de betuiging, dat een man als de
Lansberge, die vier en veertig zijner levensjaren
'slands dien3t heeft doorgebracht en in de laatste
acbb
onder de moeilijkste tijdperken van hervorming in Q
kolonie, het roer der regeering met beleid en geinat'ü
heid, ja, roemvol heeft bestuurd, een ander loon
zijn ijver en trouw zich heeft waardig gemaakt dan
bejegening zooals hij nu heeft moeten ondervinden.'
voor
een®
Gemengde berichten.
De arbeiders die aan de aardewerken voor den ®P'
l0»r'
weg en het kanaal op en bij het bolwerk dezer
bezig waren, eischen hooger loon en hebben, in afn'8'
.■ac'1.
ting dat hun eisch wordt ingewilligd, heden morgen
bc'
werk gestaakt. Voordat de laatsten met werken ophie
;|de»
indi
had nog een ongeval plaats,door een afschuiving van gr°
waardoor eeu arbeider onder de aarde bedolven werd®
dientengevolge eenige lichte kneuzingen bekwam.
Het relaas, waarvan reeds vroeger is mededeel'^®
gedaan, dat tegen een der ministers, ter zake van
laten losloopen van zijn hond, is opgemaakt, is door
procureur generaal bij den hoogen laad gesteld in ban'"1,'
de»
de"
van den raadsheer-commissaris rar. Pape. Is de instrU'
afgeloopen, dan zullen de stukken worden verzon
naar de raadkamer, zal nadat deze een arrest van
cti«
de»
vet'
wijzing zal hebben geveld, en de beklaagde naar
openbare terechtzitting worden verwezen.
Uit Harliugen schrijft men 25 Juli: „Eene zond®1
linge zaak lokte heden velen van hier naar het nabi'r'»
dorp Midlum, want bij het afgraven van een der hoog
terpen aan den staatweg, niet ver van het eerste tol"®
heeft men daar overblijfselen vaneen vaartuig gevond
als kromhouten, planken en andere deelen. Het ovet'1»
zit nog bedolven, en men hoopt dat het verder opge?r'
ven worde,ofschoon de eigenaar wein ig geneigd da#r
schijnt te zijn. Moeilijk is het te begrijpen hoe dit
sclii?
op zulk eene hooge plaats, ruim een half uur van de
en ver van vaarten of andere wateren kan bedolven»
raakt zijn en op welken tijd zulks is geschied."
Handelsbl
Ten opzichte van keizerin Charlotte luiden de j
richten in zoo verre gunstiger, dat er eenige hoop bes'»^
op haar herstel. Dokter Bnltkens, een der gunstig
bekende specialiteiten van België voor de behandel'
van waanzinnigen, heeft, gelijk men weet, de lijd®
bezocht, en als zijne inuige overtuiging te kennen ge»,j
ven, dat de waanzin van keizerin Charlotte het gevolg^
van een subtiel vergift, haar aan het hof van ChapuIt®Pj(
toegediend. Die bewering vindt eenigen steun
feiten. Zij was toch nauwlijks te Vera-Cruz scheep
gaan, of ze begon aan hevige congestiën te lijden
haar het slapen onmogelijk maakten. Het bloed beg°"
ontaarden, te gelijk begon er stoornis te komen
werking der hersenen. De beklagenswaardige vr°
zelve scheen te begrijpen waaraan haar kwaal moest
toO'
drank weigerde. Dokter Bnltkens heeft thans voor
eerst middelen toegepast om de verwoestingen di®
geschreven worden. Zij zelve verklaarde steeds, da'
vergiftigd was en dat denkbeeld bleef haar in h"r^J
waanzin bij, zoo zelfs, dat zij instinctmatig allen sP'-P^t
b®'
vergift heeft aangericht, alsnog te neutralisceren en
klaart dat hij er volstrekt niet aan wanhoopt de lijd1''
te herstellen.
De gemeenteraad van Londen heeft besloten
sultan van Turkije het burgerrecht der city aan te bi®
Door tusschenkomst van den Tnrkschen mi"'3^
van buitenlandsche zaken hebben de in Frankrij'
d®r
Engeland bestaande vereenigingen tot afschaffing .g
slavernij, den sultan een adres doen aanbieden, 'v!i^
zij krachtig aandringen op uitroeiing van den n®0
Turkije bestaanden slavenhandel. j^ii
De ex koning van Griekenland, Otto, is op 2®
te Bamberg overleden.
Uit Keulen meldt men dat dezer dagen in de *1
goge aldaar een brand gewoed heeft, welke eer»'
v»»'
b®
ontdekt werd en daardoor groote verwoesting
aangericht. Kostbare tapijten en voorhangsels zij0
brand, zeer kostbare en prachtige heilige vaten
gesmolten, flet prachtige plafond is van het
gevallen; de schilderijen en andere versierselen h®
zoozeer geleden dat er een geruime tijd zal moet®" po
loopen, eer zij weder geheel hersteld zullen zij"; to
synagoge was een der prachtigste en bezienswas''1 af
gehouwen der stad. De schade, door den brand v®
zaakt, is nog niet bekendook is men nog in het onz'
op welke wijze de brand ontstaan is