wordt daarin gewag gemaakt van moeilijkheden tusschen Nederland en andere mogendheden. Onze vroegere mede- deeling, die nog al zwaar schijnt gewogen te hebben, moet daardoor beschouwd worden als vervallen later zal wel blijken, of het was trop de zêle'of eene mystificatie." Het Nieuw Bataviaasch Handelsblad zegt, dat het programma van den heer Trakranen, gelijk het in zijne beantwoording van het voorloopig verslag wordt ontvouwd, bij weinigen goedkeuring vindt, zelfs bij de heeren Rosemeier c. s. te Soerabaija niet. Den behouders is het niet reactionnair genoeg, en den liberalen is het te behoudend. Uit Makasser wordt gemeld, dat den 1 Maart het kommando aan het station in de wateren van Celebes en onderhoorigheden door den kapitein ter zee J. W. de Ruijter de Wilde is overgegeven aan den kapitein luite nant ter zee A. Kroef, zijnde eerstgenoemde hoofdofficier overgeplaatst als kommandant van het station te Batavia. De Locomotief zegt: „dat de veeziekte in de resi dentie Samarang gelukkig alleen in het brein van dezen of genen fantast bestaat, en het blad wenscht gaarne, dat zij zich nog lang tot dat domein bepale. Wel is hier en daar de sterfte onder de buffels vrij belangrijk, doch grootendeels komt dat hieruit voort, dat de dieren afge beuld zijn en niet genoeg goed voedsel gekregen hebben. Onder zulke omstandigheden is het in den regel nog al moeielijk om lekker te zijn en oud te worden." Nadere bijzonderheden omtrent de veeziekte op Sumatra's Westkust worden niet vermeld. Echter moet, volgens particuliere berichten,de verwoesting in sommige districten ongeveer aan vernietiging van den veestapel gelijk staan. -Omtrent den stand van zaken in de Pasoemahlanden zijn te Palembang de volgende berichten ontvangen, loopende tot 22 Februari jl. De rust bleef allerwege onge stoord. In de Pasoemah hield de bevolking zich onledig met de bewerking harer rijstvelden. Deze arbeid ging, ten gevolge van het dooi de heerschende veeziekte ontstane gebrek aan ploegvee, met veel moeite en inspan ning gepaard. Eene overstrooming, welke van 6—11 Februari jl. plaats had, richtte, zoowel in de Pasoemah als in de Lamatang-Oeloeen Ilier,aan rijstvelden, doesoens, bruggen en wegen groote schade aan. Veeziekte. In de Runderpest, komt de heer Amersfoordt, burge meester van Haarlemmermeer, op tegen de vele „dispen- satiën" uit 'sHage, tot vervoer van vee gegeven. Er zijn zoo veel van die „dingsigheden" uitgevaardigd, dat hij ze niet allen kan noemen. Hij zelf weigerde, even als de burgemeester van Maartensdijk, op 25 April 11., om koeien ook naar andere gemeenten en over de lijn van afsluiting te mogen vervoeren, zooals hem door vele boereu was gevraagd. Zij bedreuden hem, dat het toch zou geschie den. Op 25 April kwam een brief van den minister, waarin dispensatie werd verleend aan alle veehouders, en de burgemeester van Haarlemmermeer was nu veroordeeld, 210 dispensatiën te teekenen. Aan de manschappen, wien hij had bevolen streng toe te zien, moest hij nu order geven, alle koeien te laten passeeien. Er is nu gelegen heid tot smokkelen van levend vee in overvloed. De bur gemeester van Haarlemmermeer schrijft,dat hij het aantal koeien, met dat doel gereed gemaakt, op 2100 schat. Nog haalt hij een voorbeeld aan van een boer, die na de ontvangen weigering om op 25 April vee te voeren over de lijn, aan den minister telegiapheerde en tot antwoord bekwam: Vraag dispensatie! Hij bracht 32 koeien over de lijn, die de ziekte dus weder wat zullen helpen onderhouden. Behalve dat de oneindige dispensatiën allen zedelij ken invloed aan de burgemeesters ontnemen, werken zij, naar 't schijnt, het min of meer georganiseerd korps smokkelaars en „handelaars in veepest", gelijk de heer Amersfoordt hen noemt, krachtdadig in de hand. Blijven deze dispensatiën toenemen, blijft de minister op dien weg voortgaan, dan voorspelt de burgemeester van Haar lemmermeer, dat het blijken zal, dat de bepaalde 2 mil- lioen weggesmeten mogen heeten en de veepest feller zal gaan woeden dan ooit te voren. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage geeft een verklaring omtrent het gebeurde met het ver voer van runderen te Maartensdijk op 25 Maart. Het blad beweert, dat er nergens dispensatiën van de wet zijn gegeven, maar alleen van een koninklijk besluit, en dat dit minder dispensatiën dan besluiten tot juiste toepas sing van 't besluit van 13 April waren. Op 25 Maart berichtte een veehouder te Bunschoten, dat de burge meester hem toestemming had gegeven, om 18 koeien te vervoeren van den stal in eene weide, die niet daaraan was gelegen, maar te Vleuten was gehuurd. Te Maar tensdijk werden die aangehouden. De minister werd per telegraaf gesmeekt, die koeien van eene plaats binnen de lijn naar eene andere plaats ook binnen de lijn te mogeu doorvoeren, of naar Bunschoten terug. De boer had domicilie gekozen bij een algemeen bekend advocaat te Utrecht en de minister twijfelde niet aan de waarheid; hij antwoordde: „heden kuuuen uwe koeien naar uwe weide te Vleuten worden vervoerd." De minister gaf hier geene dispensatie, maar verklaarde wat geoorloofd was. Waren er nu andere redenen, om de koeien aan te houden, dan was men door het telegram niet gebonden. Werd het vee niet door eigenaars van vee naar hunne weide vervoerd, maar was het vee van vee handelaren dat de besmette streek werd ingevoerd, dan is, zegt het Dagblad, de minister schandelijk mislei'd, en is het gezag nog verplicht van deze schending der bepalingen proces-verbaal op te maken en de schuldigen te vervolgen. Rechtszaken. Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft heden de volgende arresten in hooger beroep uitgesproken. Adrianus Kooyman, koopman te Ouwerkerk, beklaagd dat hij in den namiddag van den 5 Januari jl. of omstreeks dien tijd, uit het karnhok op de bouwhoeve van den landbouwer D. Hendrikse, te Ouwerkerk, een paar vetledereu laarzen van den bij hem inwonenden A. Alderliefste, arglistig weggenomen en zich toegeëigend heeft is hij vonnis der arrondissements-reehtbank te Zierikzee van 8 Maart il. schuldig verklaard aaneenvou- digen diefstal en veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 3 maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan, alsmede in de kosten. Op het zoo door den veroordeelde als door den officier van justitie ingesteld hooger beroep heeft het hof gemeld vonnis bevestigd, en den beklaagde veroordeeld in de kosten ook op het hooger beroep ge vallen. Jacob Naerebout, arbeider, wonende te Wemel dinge beklaagd dat hij op 9 Januari jl. te Wemeldinge arglistig zou hebben weggenomen en zich toegeëigend I een stuk scheepszeildoek, ter grootte van een vierk. el, van de onafgeslotene erve der woning en ten nadeele van C. Slokkers is bij vonnis der arrondissement-recht bank te Goes van 25 Februari jl. schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal, en veroordeeld tot eene gevange nisstraf van acht dagen in eenzame opsluiting te onder gaan, alsmede in de kosten. Op bet zoo door den veroor deelde ais door den officier van justitie ingesteld hooger beroep heeft bet hof gemeld vonnis vernietigd en den beklaagde, als zijnde de hem te last gelegde feiten niet bewezen, vrijgesproken, de kosten, zoo in eersten aanleg als in hooger beroep gevallen, te dragen door den staat. Johannes Schudding, schipper, wonende te Glinge beklaagd dat hij op den 30 November jl. in de haven onder de gemeente Clinge uit zijne schuit eeDe koe zou hebben gelost is bij vonnis der arrondissements-reeht bank te Goes van 4 Maart jl. vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit, de kosten te dragen door den staat. Op het door den officier van justitie ingesteld hooger beroep heeft het hof gemeld vonnis vernietigd, en ver klaard dat het bij dagvaard ten laste gelegde feit misdaad, wanbedrijf, noch overtreding oplevert, en den geïnti meerde ontslagen van alle rechtsvervolging, de kosten zoo in eersten aanleg als in hooger beroep gevallen, te dragen door den staat. Het provinciaal gerechtshof in Drenthe heeft jl. Vrij dag Hilligje Leeuwelink, oud 16 jaren, dienstmeid, laatst gewoond hebbende te Lhee, gemeente Dwingelo, schuldig verklaard aan opzettelijke brandstichting in een gebouw, waarbij te voorzien was dat eenig uienschen- leven in gevaar kon worden gebracht, en haar veroordeeld tot de straf des doods. Gemengde berichten. Van de 24 bekrooningen die op de Parijsche wereld tentoonstelling voor schilderkunst zijn toegekend, zijn volgens het Handelsblad twee aan Nederlandsche kuns tenaars, de heeren Alma Tadema en Jozef Israels, te beurt gevallen. De Gieat Eastern arriveerde Woensdag jl. te Liverpool, na de reis van New York naar Frankrijk te hebben volbracht. Deze expeditie, op zulk eene groote schaal aangelegd, is totaal mislukt. Het schip was namelijk uitgerust om ongeveer twee duizend passagiers te ver voeren, terwijl slechts omstreeks een 200tal passage heeft genomen. Omtrent eene Zondag der vorige weekte Antwerpen gehouden bijeenkomst van eenige Hollandscbe en Belgi sche heeren meldt een Vlaamsch blad„In die vergadering is besloten geworden, dat er een oproeping zal plaats hebben aan al de ware Belgische en Hollandsche patriot ten, om eene groote meeting te houden in eene te bepalen stad, ten einde gezamenlijk middelen te beramen over de houding, welke beide lauden te nemen hebben in het geval van de staatkundige verwikkelingen, welke schijnen te moeten plaats hebben. Naar men verzekert, zou Rozendaal de plaats zijn, waar die meeting zal gehouden worden. Er ontbreken ons voor het oogenblik breed voeriger inlichtingen dier belangwekkende beweging, welke niet missen kan veel bijval te ontmoeten bij al diegenen, welke waarlijk de onafhankelijkheid van het vaderland op prijs stellen. In een verbond tusschen Noord en Zuid ligt gewis een machtig middel, om gebeurtenissen te verhoeden, welke, moeten zij plaats hebben, voor beide landen noodlottig zouden zijn. Wij mogen dus de hand niet weigeren, welke de Nederlanders ons zoo gulhartig aanbieden. Wij mogen ons niet laten opwinden door het herdenken aan oude veeten, of wrevel toonen tegen eene natie, welke, in 't vooruitzicht van een algemeen gevaar, voorstelt samen te werken, om den inval van den vreemde af te weren. Door het sluiten van wederzijdsche vriend schapsbetrekkingen zal de oneenigheid, welke er bestaat over de afdamming der Schelde, gemakkelijker uit de voeten gemaakt worden, dan door de berekende en meest volgens haar eigen voordeel gevelde uitspraak van de groote mogendheden. Hut onderling belang van België en Holland eischt, in de tegenwoordige omstandigheden vooral, steeds op hunne hoede te wezen tegen de kwaal van overweldiging, waarmede de machtige staatshoofden thans ongelukkiglijk behebt zijn. Als Vlaamsch orgaan der hoofdstad sluiten wij onsbroederlijk aan bij depogingi welke wordt aangewend, om tusschen België en Holland vriendschapsbanden toe te halen. Het zou niet alleen goed zijn oin een tijdelijk gevaar te vermijden, maar nog in de toekomst eene rijke bron voor den vvederkeerigen handel en nijverheid van beide landen wezen." Te Rotterdam is jl. Zaterdag de tentoonstelling van schilderijen van wege de academie van beeldende kunsten geopend. Voor het museum Boymans zijn reeds enkele stukken aangekocht. Te Weimar wordt, onder voorzitterschap van prof- Griesinger uit Berlijn een congres van geneesheeren gehouden, uitsluitend ter behandeling van de cholera. Uit Winschoten wordt dd. 30 April het volgende gemeld: Zaterdag avond kwam een arbeider, die zich D. J. Rijzak noemde, zich bij den veldwachter de Poel alhier aanbieden tot vrijwillige inhechtenisstelling, daarbij te kennen gevende, dat hij bereid was den burge meester persoonlijk in kennis te stellen met de redenen, die hem daartoe hadden aangespoord. Voor den burge meester gebracht, verklaarde hij, schuldig te zijn aan moord. Uit zijne verdere mededeelingen bleek het vol gende: Vóór ongeveer twaalf jaren bevond hij zich in bet werk. te Haarlemmermeer. Toen hij op zekeren dag voor zich zei ven en voor een zijner makkers het hun toekomende geld van den opzichter ontving en die ge heelesom te zoek gebracht had, besloot hij, ter voorkoming van veel ongenoegen,zijn vriend te vermoorden en voerde zijn voornemen ook werkelijk uit door hein, nadat hij hem eerst in het water had geworpen, eene doodelijke wonde met een mes in den nek toe te brengen, toen hij pogingen aanwendde om nit het water te komen. Kort na het plegen dier verschrikkelijke daad gevoelde hij berouw; zijn ontwaakt geweten maakte hem het arbeiden onmogelijk en spoorde hem aan als militair bij de koloniale troepen in dienst te treden, daarbij de hoop koesterende, dat hij aan gindsche zijde van den oceaan rust zou kunnen genieten. Maar ook in de Oost knaagde zijne verschrik kelijke misdaad hem als een worm aan het hart; ook daar had hij den verslagene dagelijks voor oogen, ja, zelfs des nachts was hij steeds voor zijn gezicht. Toen zijn dienst tijd ten einde was, keerde hij terug naar het land, waar hij een moordenaar was geworden. De werkzaamheden bij den spoorweg deden hem naar Winschoten overkomen, en het was daar, dat hij zich verplicht gevoelde het vorenstaande ter kennis van de rechterlijke macht te brengen, opdat hij, na voor zijne misdaad te zijn gestraft, meer gerust zon kunnen leven of sterven. Naar wij vernemen, moet deze persoon op last van den officier van justitie voorloopig in verzekerde bewaring zijn genomen; met gespannen verwachting ziet men intusscben den verderen afloop van dit zonderlinge geval le geinoet. (N. Winseh. cour.) Het eerste vonnis in de zaak der Fenians te Dublin is geveld. Het was een doodvonnis. De voorlezing van de conclusie van den opperrechter duurde vier uren. Voor drie uren zonderden zich de gezworenen af en eerst te zes uren spraken zij het schuldig uit tegen de beide aangeklaagden, generaal Bnrke en Patriek Doran. Laatst genoemde werd aan do welwillendheid der rechters aan bevolen. Daarop werd aan de veroordeelden gevraagd of zij nog iets tot hunne verschooning hadden in te bren gen. Burke hield eene toespraak tot de rechters. Hij noemde de verklaring van vele getuigen valsch den verrader Massey, wiens hart voortaan eene brandende hel zon wezen, wien de aarde een graf en de hemel een God zou weigeren, kenschetste hij met de verachtelijkste woor den als meineedige en lafaard. Hij zelfgevoelde berouw noch schaamte over eenige daad. Hij was bereid voor zijn vaderland te sterven. Hij hoopte dat op zijn onge lukkig eiland nog eenmaal de vaan der vrijheid zou wapperen, want zoolang nog de Britsche vlag éen duim schaduw wierp op Ierschen bodem, zoolang zou het Ier- sche volk zich vereenigen om Engeland's overheersching ten val te brengen. De ernst en kalmte van Burke maak ten een diepen indruk eu zeer velen waren in hooge mate aangedaan. Doran legde eveneens den getuigen valsche verklaringen ten laste. De rechters veroordeel den beiden tot de doodstraf. Zij verklaarden dat zij in deze zaak van hoogverraad geen recht hadden tot eene zachtere toepassing van de wet. Al wat zij doen konden was de dag der uitvoering zoolang mogelijk uit te stellen. De wet gaf hun recht dien tot den 29sten te verschuiven. Uit Lobith schrijft men 2 Mei. „Een nieuwe geesel erger dan de veepest, dreigt allerwege verwoestingen aan te richten. Watervloeden overstroomen op nieuw weiden en akkers en bij den aanhoudenden stortregen is het te verwachten, dat de rivieren, die nog steeds zwellende zijn, groote verwoestingen zullen aanrichten. Alles brengt ons het noodlottige jaar 1816 in het geheu gen terug. Gebrek aan werk heeracht hier allerwege en de armoede onder den werkenden stand heeft nu reeds eene onrustbarende hoogte bereikt. Wat het gebrek aan vee voeder betreft, kan als een feit worden medegedeeld, dat zich in onze gemeente een pachtboer tot zijn beer heeft gewend om vergunning te erlangen het stroodak van huis en schuur te mogen afbreken, ten einde tot voeder voor zijn vee te dienen. Handelsblad In den loop der vorige week zijn te Harlingen i® vier huisgezinnen plotseling sommige personen ongesteld geworden; toevallig hadden al die persouen beelsteak gegeten, geleverd door deazelfden slachter. Dit was zoo opmerkelijk, dat in éen gezin, waar drie leden der famih® dat vleesch en drie anderen ander vleesch hadden genuttigd, alleen de eersten ongesteld werden. Sommig0 der zieken verkeeren nog niet buiten gevaar en alm11

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 2