COURANT. N°- 64. Zondag 1867. 21 April. Editie van Zaterdag avond 8 uren. Middelburg 20 April. aftl 'let onderzoek der begrooting van oorlog in de ®®''D£en der eerste kamer, werd door een lid de wensch tol veat'D£ Vlissingen te behouden, niet alleen als svluchtsoord voor de koopvaardijschepen van alle be vriende natiëD, welke aldaar in het kanaal, door Wal cheren te graven, veiligheid mochten komen zoeken, maar ook ter verdediging van 's lands voorraad die, bij eene eventueele vereeniging van de binnenhaven met .vengenoemd kanaal, een veiligen uitweg zal kunnen vinden. Tot geruststelling van dit lid is door den minister van oorlog, zooals wij gisteren reeds met een enkel woord mededeelden, te kennen gegeven, dat de zeefronten der vesting Vlissingen als zeewering behouden zullen worden co dan ook voorloopig bewapend zijn gebleven. Wat be treft de schepen die hier een toevluchtsoord zouden z°eken, deze zullen dit waarschijnlijk veiliger vinden onder bescherming van het geschut der vesting'Temeiizen. 8 Lands voorraad te Vlissingen zal niet aanzienlijk wezen, terwijl het voornemen bestaat dien tot het minst mogelijke te beperken. In de Staatscourant van heden is, ter verbetering van een abuis in de vorige opgave, andermaal opgenomen het overzicht der scheepvaart op het kanaal door Zuid- Beveland en de Ooster-Scbelde gedurende de maand Maart j!., overgenomen in ons nommer van 9 dezer Bii vergelijking blijkt dat het abuis is begaan ten aanzien der schepen, aan de sluis te Wemeldinge op en afgevaren waarvoor alsnu moet gelezen worden: 4 zeeschepen', metende 998 ton, 47 Rijnschepen, metende 5847 ton, enz. Men schrijft ons uit bet voormalig 4e district het volgende: „Sedert ettelijke jaren is eene commissie in dit district werkzaam met het doel de uitwatering te verbeteren van de polders die tbans sueeren door de sluizen aan den kapitalen dam Cadzand, Passlnis, enz. „Den 6 Juni 1861 stelde die commissie aan de betrok ken wateringen en polders eeue algemeene waterlooziug van den Tienbonderdpolder voor, waarvan de kosten werden geraamd op 556,187, tot welker goedmaking Berekend werd op een rijkssubsidie van 160,000 en eene bijdrage der belanghebbende polders van 30a ƒ32 Per bunder. »Bij het opmaken van meer uitgewerkte plans en be grotingen bleek evenwel dat de geraamde som van °56,lö7 voor de uitvoering van het werk niet toerei- zou zijn, maar ongeveer ƒ620,000 zou bedragen, „pij adres van den 21 April 1862, gericht aan Z. M. den koning, verzocht decommissie eenesubsidie van ƒ300,000, «n/ev°lge waarvan bij de wet van 6 Juli 1863 (Staats- n0- *09) in plaats van 106,000" eeue subsidie van ƒ206,000 werd toegelegd. „Alvorens tot de uitvoering van het werk te kunnen overgaan en in het genot dier subsidie te kunnen worden gesteld, werden meer gedetailleerde en partieele plans en begrootingen opgemaakt, om die aan de goedkeuring Oen minister van binnenlandscbe zaken te onder- ko?Pn wel^ wedTnl eene verhooging der geraamde stepp e? Mde, rdilt ,et eindcijfer thans tot ƒ686,252 Sr, «I* Da 8ubsidie van het rijk en de polders alzoo nog een tekort van ƒ101,123 overbleef. „Deze omstandigheid deed de commissie naar eene min kostbare uitwatering omzien, waartoe zij zich in betrek king stelde met den hoofd ingenieur Brunings, die bij onderzoek van een in 1857 door den hoofd ingenieur Beyennck ontworpen plan tot bedijking van het Zwin met eene uitwatering naar den Kivietenpolder bii rap port van den 5 September 1864 verklaarde dat dit ont werp zich zoo door minder moeilijkheid bij de onteigening a's door minder ondeiboud aanbeval. «Toen werd weder eene opneming van de kosten voor a. Werk gedaan, dat thans begroot werd op ƒ650,000 en h0Z°° ƒ36.000 minder dan het ontwerp naar den Tien- zj j crdpolder, terwijl de minister van financiën het uit- 11 opende dat de rijksgronden kosteloos zouden worden "'Bestaan. 20 Februari stelde de commissie eene wijziging de i eerst eangenomene richting van het kanaal aan be Det'okken polders voor. Vervolgens werd in het 420 nno 68 iaars door baar eene £eldleeninB van werk uilBeschreven om tot de uitvoering van het immer kunnen overgaan, doch deze mislukte totaal, kohiev8 werd er voor ?een veertigste gedeelte iuge- eh eu dan op zeer nadeelige voorwaarden. .Aan welken invloed deze weinige belangstelling in eene zaak van zoo'n algemeen nut moet worden toe geschreven, is een onoplosbaar vraagstuk. .De eommissie, na het mislukken dezer geldteening den moed niet latende vallen, heeft hare belangen alstoen in persoon bij den minister van binnenlandscbe zaken voorgedragen (later ondersteund door eenige burgemeesters uit dit district), om door zijner exc. tus- scbenkomst te verkrijgen, dat de voor bet werk noo- dige gelden uit 's rijks kas zouden worden verstrekt of liet werk van 's rijks wege uitgevoerd. „De commissie vleit zich echter niet met eengnnstigen uitslag en zoo zou men najaren werkzaam te zijn geweest en geld en tijd te hebben opgeofferd, nog even ver gevorderd zijn. „Dezer dagen heeft zich echter een nieuw lichtpunt in deze zaak opgedaan. „De heer Cl. A.C'arpreau,civiel ingenieur teIJzendijke, heeft bij circulaire aan belanghebbenden kennisgegeven dat hij dezer dagen heeft moeten adviseeren omtrent de vraag: „Of niet de polders, thans stieerende door de sluizen aan den kapitalen dam, het maken eener eigene uitwatering boven eene aansluiting aan het ontworpen afwateringskanaal door het 4e district van Zeeland, zou den hebben moeten verkiezen." „Na een deswege door dien heer ingesteld onderzoek is hij tot de conclusie gekomen dat het voor de genoemde polders vroeger het voordeeligst was zich bij het ontworpen kanaal aan te sluiten, doch dat sedertdien tijd de omstan digheden zijn veranderd. De geschillen omtrent de uit watering voor de zeven vereenigde polders onder Bier vliet, ter grootte van 1600 bnuders, zijn uit den weg geruimd. De schorren onder Biervliet, tor grootte van 240 bunders, zijn ingedijkt. Voor deze 1840 bunders is eene kolossale uitwatering gemaakt, die in deeerstejaren op eene voortreffelijke wijze in de behoefte zal voorzien. Intusschen hebben de vereenigde polders onder IJzen dijke, groot 957 bunders, thans aan den kapitalen dam sueerende, behoefte aan eene nieuwe uitwatering gekregen. „Thans is de kortste afstand tusschen de linie en de nieuwe waterleiding te Biervliet slechts 2330 ellen en zou, naar de zienswijze van den schrijver, langs dezen weg, eene voldoende uitwatering temaken zijn, waarmee de genoemde polder met de vereenigde polders onder IJzendijke, te zamen groot 7546 bunders, althans in de eerste jaren zouden worden gebaat en zulks voor betrek kelijk geringe kosten, tien gulden per bunder. „Indien dus de genoemde polders, groot 6589 bunders, de vrijheid van handelen op dit oogenblik nog bezateD, dan zou hen, volgens den heer Carpreau, aan te bevelen zijn zich met de 957 bunders, uitmakende de vereenigde poldeis onder IJzendijke, bij de 1840 bunders ouder Biervliet aan te sluiten, om met deze een lichaam van 9386 bunders te vormen. „Bij eventueele opslikking van de sluizen te Biervliet zouden deze 9386 bunders altijd eene duurzame uitwa tering in de l ichting naar Hoofdplaat kunnen vindeD, die de kosten dit oogenblik slechts tot twintig gulden per bunder zouden doen stijgen. „Volgens den ontwerper van bet plan is deze weg niet alleen veel minder kostbaar (p. m. 20 per bunder) maar bijna aan geene bezwaren onderhevig en voor particuliere exploitatie vatbaar, waardoor eene groote bespoediging in de verwezenlijking der zaak zou te brengen zijn en menige discussie over verschil van gevoelen zou kunnen achterwege blijven en men hier tevens volkomen zou kunnen toepassen het „help-sef." Uit 's Hage schrijft men ons: „De kamers zijn naar huis. Slechts een oogenblik van politiek belang is er geweest na de debatten over oorlog en marine. „Bijna was op 1 April, den dag der mystificatiën, zegt het Volksblad, ons ministerie uiteengespat. „De ultra-conservatieven badden bij den minister van koloniën aangedrongen bet wetsontwerp op de uitgifte in erfpacht van woeste gronden in Indië in te trekken. De minister gaf aan de tweede kamer te kennen, dat hy bet althans wilde laten liggen tot na afloop van het onderzoek naar de rechten van de Javanen op hun grond. „De wet wordt ingetrokken, had een lid der conserva tieve partij ronduit voor den aanvang van de discussie gezegd. „Die mededeeling, bevestigd door de verklaring van den heer Trakranen, beviel niet aan allen die het systeem van den beer van Herwerden niet toegedaan zijn. Een storm brak los. En de heer Trakraneu wentelde om zijn as; hij beloofde den volgenden dag de wet met vuur te verdedigen, als de kamer ze in behandeling nam. „De minister van financiën behoort tot de party van het Dagblad. Hy beproefde zijn collega nu uit den zadel te lichten. Dit is zoowel in de hoogste kringen als in den ministerraad behandeld. Maar de zaak is geschikt. Al wat Indische belangen betreft, blijft voorloopig liggen en vandaar het voorstel, om zoodra de tweede kamer terugkeert, dadelijk de schutterij wet af te doen. „De minister van koloniën heeft intusschen zijne rege ling van desuikercultuuraan den raad vanstategezonden. „Onze jongelieden van de Latijnsche schooi vormen nu ook eene vereeniging tot wapenoefening. Het is de derde in deze gemeente. „De gezondheidstoestand blijft de aandacht trekken. „Generaal Delprat heeft een rapport uitgebracht over de aanvragen om concessie voor eene waterleiding. Na zal weldra een voorstel aan den raad gedaan worden. „Dr. Bleeker heeft met eene cholerakaart in de hand aangetoond.dat inde wijken, waar de slechtste woningen voor den werkman zijn, hofjes en poorten vooral, de ziekto bet «Tgst gewoed heeft. De raad besloot op zijn voorstel eene commissie nit zijn midden te benoemen, om naar middelen tót verbetering om te zien." Z. M. de koning zal de volgeude week zijn gewoon jaarlijksch bezoek aan Amsterdam brengen,en Donderdag en Vrijdag in het paleis aldaar audiëntie verleenen. Bij den raad van state is een wetsontwerp aanhangig tot intrekking van het wettelijk vastgesteld minimum van de opbrengst der suikerbelasting. Het voorstel van den beer Wildschut lot oprichting eener geneeskundige school voor gemeente-rekening, is door den gemeenteraad van Amsterdam aangenomen met 22 tegen 13 -stemmen. Het Historisch genootschap te Utrecht heeft benoemd: tot honorair lid den heer Franz von Löher te Munchen, en tot gewone leden de heeren mr. J. J. van Dooruinck te Deventer, dr. C. A. Engelbregt te Utrecht, dr. J. A. Gerth van Wijk te Kampen, dr. B. ter Haar te Utrecht, J. Hartog te Utrecht, mr. C. M. Merkus te Utreoht, Js. Metilman te Amsterdam, mr. A. E. J. Modderman te Amsterdam, mr. J. H. M. baron Motierus van Westkerke te Utrecht, J. van Ophuizen te Kedirie (Java), Chr. Sepp te Leiden, H. J. A. van Son te Utrecht, dr. J. A. Vitringa te Deventer. Benoemingen en besluiten. i.körr. Op pensioen gesteld, ten bedrage van ƒ1020 'sjaars, de kapitein-directeur van het garnizoenshospitaal te Bergen op Zoom B. van Rijswijk. Benoemd tot len luitenant-directeur van genoemd hospitaal de le luitenant-kwartiermeester J. van Dort, van het 3e reg. dragonders; tot len luitenant-kwar tiermeester, naar ouderdom van rang, bij het 5e reg. infanterie, de 2e luitenant kwartiermeester A. J. B. Siegelaar, van bet korps; tot 2en luitenant-kwartier meester bij het 5e reg. dragonders de sergeant-titulair J. A. van Ede van der Pais, van het instructie-bataljon. politie. Benoemd tot commissarissen van rijks politie A. C. Boonzajer en J. vau Bremen, respectievelijk com missaris van politie en waterschout te Helder en te Alkmaar. Kerknieuws. Te Biggckerke hebben 79 van de 83 stemgerechtigden aan de stemming over de al of niet toepassing van art. 23 van het Algemeen reglement voor de Nederlandsche hervormde kerk deelgenomen. Voor de toepassing ver klaarden zich 58, tegen de toepassing 15 stemmen, terwijl 6 biljetten van onwaarde waren. Marine en leger. Een bij het departement van marine ontvangen telegram bevat het bericht, dat Zr. Ms. schioefstoomschip Zoutman, onder bevel van den kapitein luitenant ter zee N. M. J. Kroef, thans op zijne terugreis uit Oost-Indië naar Nederland, den 17 dezer ter reede van Plymoutb is aangekomen en dat aan boord alles wel was. Den 11 Mei zullen aan de koninklijke militaire academie te Breda de eindexamens aanvangen der cadetten van het vierde studiejaar, ten getale van 80. De kadetten der Koninklijke militaire academie te Breda, van het 3de en 4de studiejaar, zullen van 1 Juni tot 15 Juli daaraanvolgende op de Teteringsche heide kampeeren. Veeilekle. De Staatscourant heeft medegedeeld de opgaven be- j treffende den veetyphus over de week, beginnende den

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1