öuitcnlftniX Buyk is de beklaagde vrijgesproken, aangezien der rechtbank het doel om te heleedigen niet is gebleken. Jan Provoost, oud 19 jaren, arbeider te Serooskerke, bracht den 11 Maart 11. moedwillig slagen en stooten toe aan H. Geschiere, kleermaker te Oostkapelle. Hij is aan dat feit schuldig verklaard en veroordeeld tot eene geld boete van 8 en in de kosten. Cornelis Marinns van den Brngh, sjouwer alhier, nam den 6 Maart II., zonder oogmerk om desertie te be vorderen, twee kapotjassen van twee te Vlissingen in garnizoen zijnde mariniers in ontvang, welke hij op hun verzoek voor 5.75 beeft verkocht, zonder schriftelijk bewijs van vergunning, door of van wege den bevelvoe renden officier afgegeven. De beklaagde blijkens voorgelezen vonnissen vroeger reeds zes malen wegens diefstal, mishandeling en landlooperij tot gevangenisstraf en geldboeten veroordeeld is aan het hem ten laste gelegde feit schuldig verklaard en veroordeeld tot zeven dagen gevangenisstraf en in de kosten. Adriaan de Ridder, oud 68 jaren, wonendete Veere, was ten gevolge vau een proces-verhaal van den veld wachter A. Overdnijn beklaagd wegens bedelarij. De rechtbank heeft hem echter niet schuldig verklaard en mitsdien vrijgesproken, op grond dat de getuige A. Lou- werse onder Gapinge, bij wie de beklaagde den 8 Maart jl. een aalmoes geviaagd en gekregen heeft, hoeft verklaard dat de Ridder sinds geruim m tijd gewoon was weke lijks ten haren huize eene gift te ontvangen, zoodat hij moet beschouwd worden als daartoe verlof te hebben gekregen. Adriaan Koenen, oud 22 jaren, stond terecht ter zake dat hij den 25 Maart jl. in de tapkamer van den postrijder Pauny alhier a-in diens stalknecht W. de Kievit, zonder daartoe aanleiding te hebben ontvangen, moedwillig een stoot toegebracht en hein voor schurk en smeerlap gescholden heeft, onder bijvoeging der woor den: „ik zal je verpletteren!" De rechtbank heeft verzachtende omstandigheden in aanmerking genomen en den beklaagde veroordeeld tot eene geldboete vau 10 wegens het moedwillig toebren gen van slagen en stooten, alsmede eene geldboete van ƒ2 wegeus het uiten van smaad en scheldwoorden, bene vens in de kosten, de boeten bij niet-betaling respectie velijk te vervangen door gevangenisstraf van drie dagen en een dag. Maria Meijer, oud 31 jaren, herbergierster te Vlis singen, is veroordeeld tot eene geldboete van 10, bij niet betaling te vervangen door drie dagen gevangenis straf, alsmede in de kosten, ter zake dat zij, zonder oogmerk om desertie te bevorderen, van een militair der zeemacht beneden den rang van officier voor zestig cent en drie borrels heeft gekocht en overgenomen een tot diens uitrusting behoorende onderbroek, zonder schrif telijk bewijs van vergunning dooi of van wege den be- velvoerenden officier afgegeven. De beklaagde voerde ter harer verdediging aan, dat zij meende met dien koop geen kwaad te doen, daar de agent van politie, die tegen haar proces-verbaal heeft opgemaakt, evenzeer een kleeding«tuk van een militair heeft gekocht en als die zulks doet zij het dan evenzeer mag doen. Deze verde diging werd door den voorzitter beantwoord met de opmerking dat de rechtbank thans daarmede niet te maken had en de beklaagde desvei kiezende eene klacht kon indienen, doch dat zij in geen ge.al onwetendheid koa voorwenden aangaande de strafbaarheid van het feit, aangezien bet algemeen bekend n dat reeds meermalen veroordeeliugen wegens liet opkoopen van militaire kleedingstukken hebben plaats gehad. Veeziekte. De Staatscourant heeft medegedeeld de opgaven be treffende den veetypbns over de week, beginnende den 24sten en eindigende den 30sten Maart. Daaruit blijkt, voor zooveel de provincie Zuid Holland betreft, dat in die week zijn aangetast 797 runderen; 235 zijn gestorven, 6 afgemaakt en 42 hersteld, terwijl er 514 in behan deling bleven. Sedert bet uitbreken der ziekte zijn in die provincie 94,135 runderen aangetast, waarvan er 44,829 stier ven, 14,991 werden afgemaakt, 33,539 her stelden en 776 nog ziek zijn. In de provincie Noord-Holland werden in die week aangetast 34 ruuderengestoi ven 034 werden afge maakt, hersteld en nog ziek geene; bovendien werden nog 56 niet aangetaste runderen afgemaakt. Sedert het uitbreken der ziekte werden 8156 runderen aan getast, waarvan er 960 stierven, 6356 werden afgemaakt en 840 herstelden, terwijl geen zieke aanwezig is. Iu 't geheel werden 3152 niet aangetaste runderen afge maakt. In de provincie Gelderland werden in die week aange tast 6 runderen, gestorven 0; 36 werden afgemaakt, hersteld en nog ziek geene. Sedert het uitbreken der ziekte werden 867 runderen aangetast, waarvan er 46 stierven, 3536 wei den afgemaakt, hersteld 4 en ziek geene. In de provincie Utrecht werden in die week aange tast 92 runderen; 76 stierven, afgemaakt 5, 92 her stelden. Sedert het uitbreken der ziekte werden 50,128 runderen aangetast, waarvan er 30,457 stierven, 3499 werden afgemaakt en 16,104 herstelden. In het geheel zijn nog ziek 68 rundei en. In de provincie Noord-Braband aangetast 3, gestor ven 0, afgemaakt 16, hersteld en ziek geene. Sedert het ontstaan der ziekte aangetast 308; gestorven 16 en afge maakt 513, hersteld en ziek geene. Blijkens eene bij deze opgaven gevoegde recapi tulatie zijn aangetast van 10 tot 16 Maart: in Zuid- Holland 751, in Noord Holland 25, in Gelderland 11, in Utrecht 284, Noord Braband 5, totaal 1076. Van 17 tot 23 Maart: in Zuid-Holland 837, in Noord-Holland 35, in Gelderland 8, in Utrecht 124, in Noord-Braband 9, totaal 1013. Van 24 tot 30 Maart: in Zuid-Holland 797, in Noord Holland 34, in Gelderland 6, in Utrecht 92, in Nooid-Braband 3, totaal 932 rundereu. Gemengde berichten. Uit Sneek wordt gemeld, dat de gewezen gemeente ontvanger wordt beschuldigd van aan de gemeente behoorende gelden te hebben verduisterd en te dier zake voorloopig in arrest is genomen. Die verduistering moet hebben plaats gehad met het doel om een in geldelijke ongelegenheden verkeerenden zwager, die koopman is, te helpen. Op de Belgische staatsbegrooting voor 1868 is de opbrengst der spoorwegen voor dat jaar geraamd op 39 millioen franken. In 1838 kocht een schilder, Kappelen genaamd, op eene veiling te Freiburg, voor 25 oude batzner (onge veer 1.75 Nederl.) eene oude schilderij, met eene soort van klei of leem bedekt. Kappelen ontdeed de schilderij van de laag klei, en toen vertoonde zich het beeld eener madonna van een groot meester. Een liefhebber te Frei burg bood hein in ruil daarvoor eene andere schilderij naar keuze uit zijne verzameling, benevens 100 lonis d'or, doch Kappelen weigerde en reisde met zijne madon na naar Parijs en Londen, en verkocht ze eindelijk in eerstgenoemde stad voor 6000 franken, waarbij bij nog 540 franken vergoeding voor verblijfkosten kreeg. Dit kunstwerk, door den nieuwen eigenaar met de moesto zorg schoon gemaakt en gerestaureerd, is eéne madonna van Titiaan en geraakte dezer dagen voor 80,000 fran ken in handen van markies van Hertfort. Van regeeringswege wordt in Pruisen gewaarschuwd tegen het gebruiken van gekleurde ouwels. De tot het kleuren gebezigde verfstof schijnt arsenicum, uienie, Berlijnscli blauw enz. te zijn, en dus gevaarlijk te wezen, vooral voor kinderen die de ouwels opeten. Doch ook het bevochtigen met d>-tong wordt afgeraden. De fabri kanten zullen vervolgd worden. Nog steeds houdt zich de rechter commissaris voor de instructie der strafzaken bij de rechtbank te Breda onledig met de zaak omtrent den moord gepleegd op een meisje te Dinteloonl. De te Leeuwarden gedetineerde en (hans te Breda overgebrachte de Boeff, die zich als de dader daarvan heeft aangemeld, heeft ook bij zijn verhoor voor den rechtercommissaris volgehouden den dader van dien moordaanslag te ziju. Wij vernemen, dat zijne bekentenis thans door aanwijzingen van getuigen als anderszins bevestigd wordt, en zoo dit waar is, wensehen wij de justitie geluk met deze voor haar zoo moeilijke taak. Zon dan Krijn van Baaien, die eenige maanden daarvoor preventief heeft gevangen gezeten en, om zijne vrijheid te bekomen, uit de gevangenis gevlucht is, en voor dat feit o. a. ook is veroordeeld, van die straf geen kwijtschelding krijgen (Arnh. cour.) Te Hiiddcrsfield is de vorige week het groote goederengebouw van den Lancashire- en Yorkshire- spoorweg afgebrand; de schade wordt op 20,000 p. st. geschat. In eene der jongste terechtzittingen van het crimi neel hof in de Kaapstad werd de zaak behandeld van zekeren Fischer, beambte aan het postkantoor, ver volgd wegens diefstal van wissels en ander geldswaardig papier uit gesloten brieven. Hij erkende zijne schuld en werd tot een en twintig jaren gevangenisstraf ver oordeeld. De lord-rechter sprak na de uitspraak den veroordeelde in dezer voege toe: „Johanues Adriaan Fischer, hetzij gij tot de erkentenis van uwe schuld geleid zijt door de inspraak van uw geweten, hetzij dat gij daarin ten gevolge van goeden raad gehandeld hebt, in elk geval kan ik niet anders verklaren, dan dat gij zoo doende met wijze bedachtzaamheid zijt te werk gegaan. Immers weet gij, dat, wanneer gij niet tot die bekentenis gekomen waart, uit de instructie van deze zaak toch handelingen, loopendeover vierjaren,gebleken waren, die van zoodanige karakter en beginselloosheid getuigden, als waarvan zelden een voorbeeld bestaan beeft. Gij werd toch als een ijverig en bekwaam jong- mensch in de post administratie beschouwd, en dien volgens genoot gij eene groote mate van vertrouwen, waarvan gij misbruik gemaakt en partij getrokken hebt om, van 1862 tot 1864 in eene geringere mate, doch van laatstgemeld jaar af op eene stelselmatige wijze, eiken brief te verduisteren, waarin gij verondersteldet, dat geld of geldswaardig papier besloten was, en daaruitden inhoud te ontvreemden, ten bedrage van 100tot200p.st. per maand, en in April jl. zelfs ten beloope van 350 p.st. Van een geval van zoo volhardend slechten aard heb ik nooit, althans niet in deze kolonie, vernomen. Ik heb de wetgeving te dezer zake geraadpleegd en bevonden, dat de straf voor zulk eene misdaad is levenslangedepoi tatie. Ik betreur het dat, in onze betrekking tot anderekolo niën, dat stelsel van deportatie niet kan worden ten uitvoer gelegd. Gij zult dienvolgens hier te lande een langen tijd van strafarbeid hebben door te brengen, dien, naar ik vertrouw, door u za' worden aangewend tot uwe volle verbetering voor uwen terugkeer eenmaal in de maatschappij, wanneer gij gevorderd in jaren zult zijn. Tevens vertrouw ik, dat de u opgelegde straf ter waarschuwing strekken zal voor anderen,om hen terug te houden van het begaan van zulk eene grove misdaad. De uitspraak vau bet hof luidt, dat gij gevangen zult worden gezet in zoodanige plaats, welke de gouverneur bepalen zal, voor den tijd van een en twintig jaren." Verkooptngen en aanbestedingen. Aan het gebouw van het gewestelijk bestuur van Zeeland alhier werden gisteren de navolgende werken in het openbaar aanbesteed: 1. Het doen van eenige vernieuwingen aan 'srijks zeeweringen te Vlissingen. Aangenomen door den heer A. Rinders te Breskens, voor ƒ9359. 2. Het inrichten van een gebouw voor den dienst der arrondissemenls-rechtbank te Zierikzee en het onder houd tot ultimo December 1868. Aangenomen door den heer J. Laminers te Zierikzee, voor 1690. 3. Het uitvoeren van eenige werken aan de haven te Breskens. Aangenomen door den heer J. van Male te Breskens, voor 4650. Thermometerstand. 12 April.'s av. 11 u.45 gr. 13 'smorg.7n.45 'smidd.lu.48gr. Staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 11 April. Voortzetting der beraad slagingen over het wetsontwerp houdende voorzieningen omtrent den veetyphus. De beraadslagingen over het ontwerp houdende voor zieningen omtrent den veetypbns zijn beden gevorderd tot art. 11. De bepalingen der verschillende artikelen gaven tot langdurige discussie aanleiding. Onderscheidene der daarop voorgesteldo auieudeiuenten werden deels in getrokken, deels door den minister overgenomen. De voornaamste artikelen, zooals zij thans na de dis cussie zijn gewijzigd, luiden aldus: Art. 3. De burgemeester kan de onteigening, ter ver nietiging of onscliadelijkmaking bevelen van hooi, stroo, mest of andere op besmette stallen of weiden aanwezige voorwerpen, alsmede van kleederen van ben, die met aangetast vee in aanraking zijn geweest. Deze onteige ning geschiedt op de wijze in art. 2 vermeld. „Het besluit daartoe wordt genomen op gelijke wijze als dat in art. 1 vermeld, en daarbij kan de inbeslagne ming der voorwerpen bevolen worden." Bij art. 4 wordt de termijn bepaald binnen welken de som voor de onteigende voorwerpen nog kan worden ontvangen. Bij art. 5 wordt aan den bnrgemeesterdebevoegheid ge geven de afsluiting van besmette stallen,hoevenof weiden of van gedeelten der gemeente te bevelen. Uit en naar het in dien afgesloteu kring besloten terrein is verboden bet vervoer van rundvee, schapen, varkens, paaiden, ezels, muilezels, bokken en geilen, katten en pluimvee. Tevens is verboden liet vei voer vau versch vleesch en versche buiden, haar, horens, beeuderen, klauwen, wol, onge- smolten vet, mest eu alle andere afval, hooi, stroo en ander veevoeder, touw, stalgereedschap en alle andere voorwerpen als door den kouing bij algemeeuen maat regel van inwendig bestuur worden aangewezen. In bijzondere gevallen kan door den commissaris des konings uitzondering op dit verbod worden verleend. Aan personen, die bet bedoelde terrein verlaten,kan door den burgemeester desintëctie hun ier kleedereu woiden opgelegd. In gemeente i waar de veeziekte beerscht en in de daaraan grenzende gemeenten moeten de bonden worden vastgelegd of vastgehouden, ook nog gedurende 60 dagen nadat bet laatste geval van veetyphus zich heeft voorgedaan. Btj art. 6 is de bepaling opgenomen dat al bet gestor- veu of afgemaakt vee en van andere voorwerpen moeten worden begraven, verbrand of op andere wijze vernietigd. Een nieuw artikel 7 is in de wet gebracht aan den volgenden inhoud: „Op de stallen eu hoeven waar de veetyphus gelieurscnt heett mag vóór en gedurende 30 dagen na de reiniging der stallen geen vee worden gebracht. „Op weiden, waar de veetyphus geheerscht heeft, mag, gedurende 30 dagen nadut het laatste geval door den dood of door afmaking geëindigd is, geen vee worden gebracht." De overige heden aangenomen artikelen bevatten voor schriften nopens de gevallen, waarin aanspraak op ver goeding verloren gaat; alsmede de bepaling dat de bur gemeesters haudelen volgens voorschriften van de commissarissen des konings, overeenkomstig 's konings bevelen; verder dat er in iedere gemeente waar vee typhus heerscht, commissarissen kunnen worden aange steld; voorschriften nopens het binnentreden der wonin gen enz. De discussiën zijn gevorderd tot de strafbepalingen. Algemeen overzicht. De te Parijs in omloop zijnde geruchten zijn thans van meer geruststellenden aard dan gedurende de laatste dagen het geval was. De offieieuse regeeringsorgauen beijveren zich steeds om allo gedachten aan een aan staanden oorlog weg te nomen en waar men geen enkel sterk sprekend feit kan aanwijzen, hetwelk voor bet oogenblik naar eene oorlogs uitbarsting Leenwijst, komt men langzamerhand weder tot mee.dere kalmte en keert men weder terug tot het rnprès f expouiüon, cour oer ree!" Aan het departement van oorlog blyit men iutusschen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 2