öuitjcnlcmö.
3£ftijïrinQm.
2lüncrtmtiïu.
fe te ;tCn Nü0.rd-Daita.ch P«'lef ent. Door de quaestie
commissie en welke haar laak; map Beantwoording w$s
noodig, omdat het nn blijkt, dat het onderzoek, reeds in
Juni 1866 toegezegd, eerst in Januari 1867 is ingesteld.
Had de heer Mijer in Juni soms reeds bet voorgevoel
dat hij zelf in Januari 1867 dat onderzoek zou kunnen
doen plaats hebben? Hij vroeg vervolgens den minister
of omtrent de intrekking van het besluit nopeus de
koffietuinen het Indisch bestuur is geraadpleegd en
waarom die intrekking tot op dit oogenblik nog niet
openbaar is gemaakt?
Door den heer Moens werden, in verband met vroegere
discuBsiën, den minister twee vragen gedaan: 1. van
welken aard de bezwaren zijn tegen de benoeming vau
een predikant in lndië; 2. of spoedig kan worden ver
wacht de vroeger toegezegde algemeene verordening op
bet lager onderwijs in lndië?
Naar aanleiding van het antwoord van den heer'sJacob
kwam de heer Stieltjes nogmaals op de zaak van den
Sijmaraogscben spoorweg terug en bleef bij volhouden
dat de weg thans loopt door een gansch ander district
dan vroeger is opgegeven; dat zijne kaarten zijn ver-
valscht; dat de lengte van de lijn veel grooter is dan bij
e wet is bepaald, en dat bij het maken der spoorweg-
aarten zelfs sommigp, namen va» plaatsen veranderd
'ft. tuin»!», of#via<jhwteh ap d^k^t zjjn
gebracht die in 1866 waren verdwenen,.
De laatste spreker van heden was de heer Godefroi,
die zich ontvallen liet, dat de rede van den heer Wint-
gens niets bevatte dam groote wöorde.n, declamatie en
bombast. Hij ,wprd, hierop (joolden vporzitfer.in de rede
gevallen, die hem verzocht deparlementaire vormenniet
tut het oog te verliezen. De heer Godefroi zette hierop
zijne rede voort en verlangde van den beer Wintgens
het bewijs van inconsequentie, ofschoon hij, vooral op
koloniaal terrein, verandering van zienswijze bij uitne
mendheid te rechtvaardigen achtte. Hij blijft zijne
opvatting van art. 56 volhouden en zeide ten siotte met
gerustheid de uitspraak der kiezers in l868over zijn
gedragslijn te zullen afwachten, maar in afwachting van
die uitspraak zijne overtuiging geen geweld te willen
aandoen.
{Het verslag der volgende zitting is opgenomen in het bijvoegsel.)
Algemeen overzicht.
Reeds in de tweede editie van ons vorig nommer deel
fukst Vcde der interpellatie debatten in het
Noord Dmtsch parlement. Ten gevolge van een verzuim
bleet echter in die tweede editie onder het .overzicht"
een gedeelte staan, hetwelk alleen in de eerste editie te
huis behoorde. Over deze interpellatie debatten worden
thans door verschillende dagbladen artikelen geleverd.
De Xemps bespreekt in haar nommer van gisteren het
an den heer von Bennigsen door den minister von Bis-
Uiarck gegeven antwoord aldus: «Deze redevoering van
den heer von Bismarck is zeer belangrijk en elk zijner
woorden ia de overweging w.el waard. Pruisen heeft
frankrijk en Holland laten onderhandelen, terwijl het
zich daarbuiten heeft gehouden. Het was echter
bekend met de gevoerde onderhandelingen, want toen de
koning van Nederland den Pruisischen vertegenwoordi-
Sei wilde polsen, was die vertegenwoordiger juist zeer
toevallig ,van instructiën ad hoe voorzien en verklaarde
l) aan den koning.dat Pruisen hem zon laten handelen
Dder eigen verantwoordelijkheid. Doch nog meer.
tuisen was zoo geheel en al buiten alle gedachten-
isseliug gebleven, dat de heer von Bismarek aan den
j rlandschen vertegenwoordiger kon zeggen, dat er
p°°r, uisen volstrekt geene onderhandelingen met
lam.Hjb werden gevoerd. Hoe cn door welk gezichts-
j j.r°^ bad het Nederlandscb gouvernement onderhan-
HnèDneii ™een®n te bespeuren, welke niet bestonden?
znn het de aanbieding zijner goede diensten aan
uik eene weigering kunnen blootstellen? Dit heeft
Wekt B'\mai;ck "b't uitgelegd. Zijne redevoering
tie on en H eiJ het denkbeeld eener mystifica-
het SificLl6 hllarltelt van, 'et parlement, tweemaal in
wei bevestigen6'8 d' m°et <ler^Ujk denkbeeld
verldanngen: indien hij zich in JeqSewie'SeSjdffiS
Duitsl, f Vanu 183?' ar, dc P"blieke opinie in
•Vmtschland en aan de natuurlijke vertegenwoordiging
ori tvsni t l0S,t dG hee,Lvf0n Smarckhaat tevens
niét de gevoe ens van het parlement waren zelfs
zoo,"®?8 0Ilbekend, voor zij in dit interpellatie-debat
deze werden Seuit. Onze conclusie uit dit alles is
weg'eT' zullen Luxemburg niet langs vredelievenden
tneer n n&en en het eenige vraagstuk is thans slechts
DuitS(.? 'e weten of het stuk Stonds, zoo vurig door de
tnssch nat'ona'iteit begeerd, de moeite van een oorlog
Eyp6n BraQkrijk en Duitschland waardig zou zijn."
beeft i Jredelievend als de Fransche Monitenr dn soir
Pellatie d'?fficieus orSaan 'e Constitutionnel de inter-
Hit otti h™ in bet Noord-Duitsch parlementopgevat.
'n het veert voorts dat de afstand van Luxemburg
gevorderd i 6 der veiligheid van Frankrijk wordt
eene zeer' r tock duitschland moet begrijpen welk
natuurlijke emotie de belangrijke verande-
ringeuin Duitschland in Frankrijk heefLteweeggebracht.
Deze taal luidt geheel anders dan die vau den minister
Ronber in het wetgevend lichaam, die beweerde dat
de gebeurtenissen in Duitschland Frankrijk zeer koel
hadden gelaten.
De Pruisische regeering heeft,, blijkens gisteren in den
Staats-Anzeiger opgenomen, besluit, eene leening van
dertig millioeu thalers uitgeschreven tot dekking van
uitgav.en ter organisatie; van bet leger.
Uit mededeelingen van Berlijnsebe dagbladen schijnt
te blijken dat eenige leden van het Noord-Duitsch
parlement eep voorstel omtrent Luxemburg willen
indienen, welk voorstel waarschijnlijk strekken zon om
te verklaren dat Luxemburg een Duitsch land is of
iets dergelijks.
Volgens mededeelingen uit St. Petersburg zou een
eventueel protest der Pruisische regeering tegen den
afstand vau Luxemburg, door Rusland worden onder
steund. Berichten uit Berlijn, melden, dat vol ge us aldaar
ontvangen officieele kennisgeving uit 's Gravenhage,
zonder Pruisen's toestemming niet tot den afstand van
Luxemburg zal worden overgegaan.
In de zitting van het Engelsch lagerhuis op 1 April
zijn twee interpellatiën gericht tot de regeering. De
eerste betrof de geruchten omtrent den afstand van het
groothertogdom Luxemburg; de laatste had betrekking
op denafstand van deRnssische koloniën aan de Bebring-
straat in Amerika aan de Vereenigde Staten. De minis
ter van buitenlandscho zaken, lord Stanley, antwoordde
op de eerste interpellatie dat hij des morgens een tele
gram uit 's Gravenhage had ontvangen, waarin op zeer
positieve wijze het gerucht omtrent een plaats gehad
hebbenden afstand van Luxemburg werd tegengesproken,
op gezag van eene verklaring in bet officieel orgaan der
Nederlandsche regeering. Ik vrees echter zeide de
minister, dat er niet valt te twijfelen aan plaats gehad
hebbende onderhandelingen tusschen de regeeringen van
Nederland en Frankrijk over de mogelijkheid om het
groothertogdom af te staan. Wat echter het resultaat
dezer onderhandelingen betreft, kan ik aan het huis
geene enkele inlichting geven, want ik weet niet wat er
is voorgevallen.
Omtrent de tweede bovenbedoelde interpellatie zeide
lord Stanley het volgende: „Toen ik een kwartier gele
den het departement van buiteulandsche zaken verliet
was er nog geen telegram van onzen vertegenwoordiger
te Washington ontvangen, waarin de geruchten omtrent
den afstand van grondgebied door Rusland aan de
Vereenigde Staten bevestigd of tegengesproken werden;
Ik had heden morgen om inlichtingen naar St. Peters
burg getelegrapheerd, maar er kau op dit oogenblik nog
geen antwoord terugontvangen zijn." Op de vraag van
een lid of de regeering bekend was met onderhandelin
gen, welke over zulk een afstand gevoerd werden, werd
door lord Stanley ontkennend geantwoord.
In de plaats van den heer Walewskt, afgetreden presi
dent vaa het Fransch wetgevend lichaam, thans tot
senator benoemd, is de heer Scbneider krachtens keizerlij k
decreet opgpttedun ea heeft gisteren., die betrekking
aanvaard.
De Italiaansche dagbladen- bevestigen het gerucht dat
de Tur tsche regeering aan den raad van Frankrijk,
ondersteund door Rusland, Oostenrijk en Pruisen, óm
Kandia aan Griekenland af te staan, niet heeft voldaan
en daarop een bepaald weigerend antwoord heeft gegeven
Woensdag jl. is te Frcdrikstadt gearriveerd het bark
schip Noordster, gezagv. C. Tobiassen, van Londen.
Graanmarkten enz,
Amsterdam 5 April. Baapolie op zes weken f 38f.
Lijnolie op zes weken ƒ38 j.
Oostburg 3 April. De aanvoer van granen was heden
niet groot en de vraag beperkt, zoodat in 't algemeen
de vorige prijzen niet te bedingen waren; puike monsters
tarwe, maar vooral gerst en paartlenboonen maakten eene
uitzondering en konden voluit vorigen koers opbrengen.
Puike nieuwe tarwe ƒ11 a 11.75, gemeenere en blauwe
dito /'10 a ƒ11. Nieuwe Zeeuwsche rogge /"7 a ƒ7.40.
Nieuwe wintergersr, ƒ7 a f 7.80. Dito zomergerst 6.75
a 7.25. Haver 3 a ƒ4. Paardenboonen ƒ6 a ƒ6.80.
Middelburg 4 April. De aanvoer uit onze naburige
eilanden als ook uit Walcheren was beden weder zeer
gering, en evenwel was er meer dan voor de bestaande
vraag noodig ter markt, daar er niet dan voor consnmtie
werd gekocht; voor handel werd niets gedaan, daar hou
ders steeds algemeen te hoog gestemd blijven. Puike
Walchersche tarwe had alleen koopers, mindere en ge
ringe bleef onverkocht over. Rogge bijna zonder handel
aan vorigen weekprijs. Winter-en zomergerst blijft steeds
indere niet begeerd,
end en dito bruine-
i denboorien met wei-
hield. Dito groene
te noteeren. Kool-
iü e Zeeuwsche tarwe
sche 12.50 a 12.75,
8.25 a ƒ8.50. Nieuwe
wintergerst 7.40 a
7.10. Puike Walcher-
in puike zware soorten
Walchersche witteboom
boonen bijna niet ter ve
nig handel, daar men
erwten met weinig vraaj
zaad zonder handel. I
ƒ11.50, ƒ11.75 a ƒ12. D
mindere niet begeerd. Jt
dito ƒ8 a ƒ8.50. Puike
ƒ7.60. Zeeuwsche zomer
sche f 7.25. Jarige dito witteboonen 12.50. Nieuwe dito
ƒ11,75, 12 a ƒ12.25 naar qualiteit. Dito bruineboouen
ƒ14, 15 a ƒ16 naar deugd. Puike dito aardenbooneu
ƒ7.25.4 ƒ7, Zeeuwsche dito niet ter veil. Nieuwfli
Walchersche groene erwten ƒ10 a 10.25. Koolzaad ƒ12
nominaal. Raapolie ƒ38. Patentolie 40. Lijnolie ƒ41
op zes weken, contant ƒ1 lager.
GEMIDDELDE MARKTPRIJZEN.
Middelprijzen van bakbare tarwe 12.50 en rogge
8.Aardappelen 4,a 4.25 per Ned. mud. Versche
boter 0.95 a 1.05 per Ned. pond.
Pri j n van effecten.
Amsterdam 5 April 1867.
Nederland. Certific, Werkelijke schuld 2} pet. 53n\
dito dito dito 3 63}
dito dito dito 4 84}
Aand. Handelmaatschappij 4}
België. Certificaten bij Rothschild 2}
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 91}'
Certific. Hope co4 58}
Oblig. dito 1855, 6e serie 5 73}
dito dito Leening 1860 4}
dito 1000 18645 86}
Certificaten 6 37
Aand. spoorweg1801
Oblig. 1000 1866 .5 85J,
Loten 1866 5 162Ï
Polen. Schatkistobligatiën4 58j
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 43j
dito 1847/1852.,. 2i 211
dito rente Amsterdam5 63|
dito 1864 5 55A
dito firSOttr 1865 5 58tV
dito nationale5
Bankactiën3
Italië. Leening 18615 49J
Spanje. Obligatiën3 thans 21 30}
Amortisable schuld
Portugal. Oblig. 18561862 3 39}
Griekenl. dito (blauwe)5
Turkije. dito (binnenl.).5 27-jf
Amerika. dito Vereenigde Staten (1882) 6 77
dito Illinois 7 77§
dito St. Paul &Pac. Spw.2e sec. 7 48}
ditoAtl.Gr.W.Spw. Ohiosec.(p) 7
dito dito geconsolideerde 7 20 (V
dito dito debentures 8 29
Brazilië. dito 1852/63 4}
dito 1865 5 71}
Mexico. dito3 15}
Grenada, dito afgestempeld4}
Venezuela, dito2 11}
Getrouwd:
Middelburg,
den 5 April 1867.
P. P. SLEGT
en
J. P. VAN DE GRAFT.
Heden beviel voorspoedig van een welschapen Zoon
J, DOUW, geb. HAGETH0RN.
Middelburg, 3 April.
Mijne geliefde Echtgenoot EL1SABETH CIIRISTINA
HACHMEESTER EEKHOUT beviel heden zeer voor
spoedig van een Zoon.
Middelburg, P. A. VAN DER SCHEER,
den 4 April 1867.
Heden overleed na een langdurig maar geduldig lijden,
tót bittere droefheid van mij, mijne Kinderen cn verdere
betrekking, mijne geliefde Echtgenoot CATHARINA
W1LHELM1NA SCHENKEL, in den ouderdom vau ruim
51 jaren, na eene genoegelijke Echtvereeniging van
19 jaren.
Vrienden en Begunstigers gelieven deze als algemeene
kennisgeving aan te nemen.
Middelburg, J- KÜGELER,
den 4 April 1867. Kamerbehanger.
Heden overleed mijn geliefde Echtgenoot JASPER
MEEUWSE, na eene kortstondige ziekte van sLeehts
vier dagen. Allen die den overledene in zijn werk
zaam leven van nabij gekend hebben, zullen beseffen
wat ik met mijne drie jonge Kinderen in hem verlies.
Middelburg, M. C. MEERTENS,
den 5 April 1867. Wed. Meeuwse.
PS. De Affaire zal met behulp van bekwame Knechts
worden voortgezet, met verzoek de gunst te mo
gen genieten van mijne Stad- en Landgenooten.
De Broeders en ZiisteTS van wijlen Mejnfvronw SARA
ANTBONIA VAN TJEKfSÈ^betuigen hunnen welmee-
nenden dank vot de. vfëte bewijzen van deelqepjing, bij
haar overlijdeij'' fgagoto,