Rechtszaken.
Voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland stond
heden terecht Pieter Florisse, oud 26 jaren, wonende te
Ritthem, beklaagd van in den avond van den 22 Ja
nuari 1867, tusschen zeven en half acht uren, en derhalve
ten nachtelijken tijde, een paar laarzen, toebehoorende
aan Adriaan van Leerstim, winkelier te Brigdamme, uit
den met diens woonhuis een geheel uitmakenden winkel
arglistig te hebben weggenomen en zich toegeëigend.
Hij is door het hof schuldig verklaard aan diefstal ge
pleegd bij nacht in een bewoond huis, en veroordeeld
tot eene correctioneele gevangenisstraf voor den tijd
van drie maanden, alsmede in de kosten.
De arrondissements rechtbank alhier heeft eergisteren
de volgende vonnissen uitgesproken:
Hendrik Jobse, tapper alhier, kocht den 80 Januari jl.
van twee militairen, zonder oogmerk om desertie te be
vorderen, twee kapotjassen voor de som van 3.50. Tot
dien verkoop was door of van wege den bevel voerenden
officier geen vergunning gegeven. De beklaagde was
echter, volgens zijne opgave, te goeder trouw. De recht
bank heeft hem schuldig verklaard en veroordeeld tot
eene geldboete van ƒ10 en in de kosten.
Maria de Pagter, oud 30 jaren, wonende te West-
kapelle, ontvreemdde in de maand December des vorigen
jaars vier of zes rijksdaalders uit een kistje, staande in
een kabinet der woning van J. Verhagen, burgemeester
van Zoutelande, bij wien zij als dienstmeid in dienst was.
Die ontvreemding had plaats ten nadeele van P. Verhagen,
den zoon haars meesters. Bij de vermissing dier gelden
viel het vermoeden spoedig op de beklaagde, op wier
gedrag nog al aanmerkingen waren te maken. Aanvan
kelijk ontkende zij alle schuld en bekende eerst, voor
zooveel de ontvreemding van vier rijksdaalders betreft,
toen zij gebracht werd in tegenwoordigheid van den
winkelier bij wien zij verschillende goederen gekocht had,
waarvoor zij rijksdaalders in betaling had gegeven.
De rechtbank beeft haar schuldig verklaard aan diefstal,
gepleegd door een loonbediende ten huize en ten nadeele
van haren meester, en, onder aanneming van verzach
tende omstandigheden, haar veroordeeld tot eene gevan
genisstraf van zes maanden, alsmede in de kosten.
Maria Johanna Schouw, 26 jaren, werkster alhier,
had den 4 Februari jl. in bare woning met Rosetta van
Os een woordentwist over het gebruik van een gemeen
schappelijk bleekveld. Tengevolge van dien twist greep,
zij laatstgenoemde vrouw vast en bracht haar een stoot
toe. De rechtbank beeft, bij aanneming van verzach
tende omstandigheden, de beklaagde schuldig verklaard
aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten,
en te dier zake veroordeeld tot eene geldboete van ƒ3,
alsmede in de kosten.
Genoveva Sleeuwagen, winkelierster en herber
gierster te Eede, bevond zich den 8 Februari II. in eene
herberg aldaar, waar zij den gepensioneerden matroos
F. de Smit gescholden en twee stooten met do vuist
toegebracht heeft. Volgens het openbaar ministerie is
deze beklaagde ongunstig bekend en verkeert zij in
gunstige omstandigheden, hetgeen uieerendeels het ge
volg is van hare oneerlijke handelingen, die men echter,
sluw als zij is, moeilijk ontdekken kan. De rechtbank
heeft haar schuldig verklaard: 1. aan het jegens iemand
in het openbaar uiten van smaad- en scheldwoorden,
die geenerlei ten laste legging van eene bepaald om
schreven daad, maar van eene aangeduide ondeugd
behelzenen 2. aan het moedwillig toebrengen van
slagen en stooten zonder dat daardoor ziekte of beletsel
om te werken is ontstaan. Onder aanneming van ver
zachtende omstandigheden is zij tot twee geldboeten
van 8 ieder, alsmede in de kosten veroordeeld.
Jacobus de Kam, oud 39 jaren, smid alhier, in dienst
zijndo bij den smid Verhagen te Koudekerke, tegen een
loon van 3.50 's weeks, benevens kost en inwoning, nam
achtereenvolgens uit diens smederij arglistig wegden
9 Februari jl. zes of zeven sleutels, den 16 Februari drie
sleutels en drie ijzeren krammen, en den 23 Februari een
ijzeren haak en een ijzeren kram; alsmede eene hoeveel
heid aan de knechts toebehoorende gekookte boonen,
welke zich in dezelfde smederij bevonden. De beklaagde
gaf zijne armoede en zorg voor zijne kinderen ter ver
schooning voor het gepleegde feit op, terwijl zijn mees
ter, als getuige gehoord, verklaarde zeer over hem tevre
den te zijn en hem ook na het gebeurde in zijn dienst te
hebben gehouden. Het openbaar ministerie nam de
armoede des beklaagden en de geringe waarde van het
ontvreemde als verzachtende omstandigheden aan, en
requireerde schuldigverklaring en veroordeeling van
den beklaagde tot eene maand gevangenisstraf en in
de kosten. De rechtbank heeft hem schuldig verklaard
aan diefstal in dienstbaarheid door een werkman ten
nadeele en in de werkplaats van zijn meester, en hem
veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf en in de
kosten.
Pieter Leidekker, 65 jaren, arbeider in de gemeente
IJzendijke, nam den 11 Februari jl. op een onafgesloten
stuk land in den Passageulepolder in die gemeente eene
hoeveelheid mangelwortelen weg, ter waarde van 1,
ten nadeele van den landbouwer L. van den Hemel. De
rechtbank heeft hem bij verstek schuldig verklaard aan
eenvoudigen diefstal en, de geringe waarde van het ont
vreemde en de armoedige omstandigheden van den
beklaagde in aanmerking nemende, veroordeeld tot veer
tien dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten.
Johanna Groenhof, oud 22 jaren, werkster alhier,
is schuldig verklaard aan het op den 18 Februari jl.
tegen Elizabeth Ponse in het openbaar uiten van smaad-
en scheldwoorden, die geene ten laste legging eener
bepaald omschreven daad, maar van eene aangeduide
ondeugd behelzen. Onder aanneming van verzachtende
omstandigheden is zij tot eene geldboete van ƒ3, als
mede in do kosten veroordeeld.
Gemengde berichten.
In het Leidsch dagblad komt onder de kunstbe-
richten de volgende mededeeliug voor: „Vrienden van
kunst en kunstgeschiedenis werden in het vorige jaar
verrast door een belangerijken arbeid van dr. A. van der
Willigen Az., die over Haarlemsche schilders, uit de ste
delijke en andere archieven, een schat vau onbekende
bijzonderheden aan het licht bracht. Thans heeft een
ander Haarlemmer, de heer J. van der Vlugt, in het bezit
eener verzameling van prenten, door Jan en Caspar
Lityken geëtst, die eenig mag genoemd worden, eene
lijst dier verzameling openbaar gemaakt. Het is eene
eerste schrede op den weg om meer in bijzonderheden
bekend te worden met den omvangrijken arbeid dier
broeders. Vooral de geniale voortbrengselen van Jan
Luyken verdienden dit sedert lang. Men staat verbaasd,
indien men deze lijst inziet, over de vruchtbaarheid van
dien kunstenaar. De heer van der Vlugt somt niet
minder dan 3166 prenten van hem op, die in verschil
lende boekwerken voorkomenzonder nog de losse
prenten in aanmerking te nemen. Er is geen twijfel
aan, of zijne opgaveD, hoe omvattend ook, zijn nog voor
vermeerdering vatbaar. De manier van Luyken is ge
makkelijk te herkennen; hij was een kunstenaar, en
het is slechts door enkelen beproefd om hem na te
volgen. Dit maakt het onderzoek naar hetgeen hij gele
verd heeft betrekkelijk licht. Wij hopen dan ook dat
velen zich door deze eerste en verdienstelijke poging
zullen aangespoord gevoelen om (jat onderzoek voort te
zetten, en dit niet weder aan vreemdelingen zullen ovor-
laten, die ons reeds zoo dikwijls vóór zijn geweest, waar
het eene conscientieuse studie onzer groote kunstenaars
gold."
Woensdag nacht is door de politie te Rotterdam
ontdekt, dat door middel van het openschuiven van een
raam en het forceeren van een blind, diefstal is gepleegd
in het kantoor van den heer II. W. Daniels, koopman in
olie, aan de Delftsche Vaart. Behalve een paar voor
werpen van weinig waarde, hebben de dief of dieven
ongeveer ƒ70 buit gemaakt, welk geld gedeeltelijk op
den lessenaar en op het loket voor de hand lag, terwijl
uit de openstaande lessenaars de papieren zijn gehaald,
die door het kantoor verspreid lagen. Naar de daders
wordt onderzoek gedaan.
Het congres der Vereenigde staten heeft eene
belooning van 100,000 dollars toegekend aan een inge
zeten van New York voor zijne met goed gevolg bekroonde
pogingen ter vervaardiging eener machine, die tegelijk
postzegels onbruikbaar maakt en brieven van het ver-
eischte postmerk voorziet. Het Noord-Amerikaansch
gouvernement wordt tegen betaling der genoemde som
eigenaar van de uitvinding.
Het gepantserde Spaansche ramschip Numantia,
dat te Batavia is binnengeloopen, heeft zes verdekken.
Het is groot 5600 ton, paardenkrachten 1000, lang
98 ellen, diepgang 35 voet, gewapend met 36 gladde
zestig-ponders (20 duim) en 6 getrokken stukken van
minder kaliber. Onder stoom loopt het 11 en onder
zeil 3 a 4 mijlen door het betrekkelijk kleine tuig.
De ram of spoor is 4 ellen lang. De pantserplaten zijn
13 a 14 Ned. duimen dik. Het gladde geschut is ge
plaatst onder het eerste dek, 18 stukken aan elke
zijde; de getrokken stukken zijn op het bovendek
aaugebracht. Op het bovendek bevinden zich twee
torens, waar men van onderen ingaat. Zij dienen alleen
voor beveiliging van den kommandant en de roer-
angers, in tijd van gevecht. De torens zijn van boven
open, doch zwaar gepantserd. Tegen den achtersteven
is voor Callao een 30 ponds kogel aangekomen, die
slechts een deuk heeft gemaakt van ongeveer 1 duim
diepte, welke nog te zien is. Wanneer het schip als
ram gebruikt wordtworden de boegspriet en het
boventuig ingenomen. Het schip is in 1863 te Toulon
gebouwd voor rekening van het Spaansche gouverne
ment en in Januari 1864 te water gelaten. Aan boord
zijn twee groote barkassen, waarvan 1 met stoom, en
beiden gewapend met een gelrokken 12-ponder. Nog
verdient speciale vermelding het hospitaal voor de
equipage, dat uitmuntend is ingericht. De etat-major
bestaat uit 16 officieren, en de equipage uit 600 man.
(N. Bat. Handelsbl.)
De maatschappij voor uurwerkfabricatie te Neuf-
chatel, heeft bij den bondsraad eene klacht ingediend,
dat van haar, even als dit aan 2 Zwitsersche zijdefabri
kanten te New-York is gebeurd, te San Francisco eene
partij horloges, onder voorwendsel van te lage declaratie
der waarde, in beslag is genomen. Zij verlangt dat de
uurwerken teruggegeven en schadeloosstellingtoegekend
worde. De Zwitsersche consul-generaal te Washington
is door den bondsraad aangeschreven om stappen te doen
ten einde daartoe te geraken. Reeds lang hebben de han
delingen der ambtenaren van de indirecte belastingen
te New-York tot vele klachten aanleiding gegeven en is
het gebleken, dat die handelingen op spionnage berusten.
De Europeesche handel moet trachten zich daartegen te
beschermen. Nadat reeds Bazelsche en Aarganer handels
huizen zich te dier zake tot den bondsraad hadden ge
wend en aan den consul-generaal te Washington last was
gegeven om daartegen bij de Amerikaansche regeering
vertoogen in te dienen, is bel door een brief van de
Zuricher regeering aan den bondsraad gebleken, opgrond
van mededeelingen van Zuiicher handelshuizen, dat
Amerikaansche spionnen de Europeesche handels- en
fabrieksteden doorreizen, naar monsters en prijzen vragen
en bestellingen doen, om vervolgens bij het kantoor der
in- en uitgaande rechten te New-York aangiften van
chicaneusen aard (wegens voorgewende onjuiste declara
tie der goederen, enz.) in te dienen, en zich het wettelijk
bepaalde aangeversloon door het kantoor te doen uitbe
talen, of dit, zooals het allen schijn heeft, met sommige
ambtenaren te doelen. Ook buiten Zwitserland zijn reeds
herhaaldelij k klachten aangeheven over deze handelingen,
welke de directie der in- en uitgaande rechten in de
Vereenigde Staten tot oneer verstrekken. De Ameri
kaansche wet kent aan de aangevers een vierde der op
brengst van de boete en verbeurdverklaring toe; aan de
ambtenaren wordt insgelijks een vierde toegestaan. De
aangifte betreft gewoonlijk te lage declaratie. De in den
laatsten tijd ten nadeele van Zwitsersche fabrikanten
op zoodanige wijze verklaarde goederen bedragen, aan
zijden stoffen en linten alleen, eene waarde van niet
minder dan 2J millioen franken. Eenige New-Yorksche
spions bevinden zich, naar men zegt, weder in Europa,
om eene rondreis te doen, ten einde hun bedrijf voort te
zetten.
Vele brandewijnstokers te Hasselt en op andere
plaatsen in België hebben de tegenwoordig zeer gevaar
lijke vetweiderij van runderen opgegeven en door eene
mesting van varkens vervangen. Sommige distillateuren
hebben zich tot dat einde reeds honderden varkens aan
geschaft. Te Zele, bij Dendennonde, heeft zich, na een
verloop van twintig dagen, weder het geval voorgedaan,
dat een schaap en twee lammeren door de veeepest zijn
aangetast geworden.
Te Palermo vertoonden zich in den avond van den
5 dezer een achttal goed gewapende rooversaan de woning
van een welgesteld burger, wiens vrouw zich alléén te
huis bevond. Die dame scheen niet zeer gesteld op dat
late bezoek; althans zij weigerde te openen en toen de
roovers daarop begonnen te dreigen, greep zij naar
het geweer van haar man en vuurde uit het venster
moedig op de roovers los, met het gevolg dat, nadat een
paar hunner gekwetst waren, de vrees hun het hazenpad
deed kiezen, zonder dat zij het gewaagd hadden eene
verdere poging aan te wenden om het huis binnen te
dringen. Een nieuw bewijs wat tegenwoordigheid van
geest vermag, maar een nieuw bewijs tevens hoe het, in
de ure des gevaars, ook bij het „zwakke geslacht" niet
aan moed ontbreekt.
Men schrijft van Trengaleb, dd. 13 Januari jl.
Don 26 December is bij de dessa Dawé, district Prigie,
regentschap Trengaleb, eene zestigjarige vrouw, Bok
Ronodipo^ genaamd, uitgegaan om jonge bamboe te
gaan zoeken; toen zij den daaropvolgenden dag nog niet
huiswaarts was gekeerd, begaven eenige bloedverwanten