chem, van beroep schoenmaker; Theodorus Nicolaas, oud 20 jaren, geboren te Amsterdam, van beroep steen drukker; Petrus Hubertus Froment, oud 19 jaren, geboren te Roermond, van beroep fabriekarbeider; Jacobus Johannes Jelkman, oud 40 jaren, geboren te Rotterdam, van beroep schilder; Johannes Michel Beider, oud 22 jaren, geboren te Rotterdam, van beroep behangselpapier-drukker, en Johannes Gregorius Hu bertus Stroot, oud 23 jaren, geboren te Roermond, van beroep metselaar, schuldig verklaard aan diefstal, op 28 November, in vereeniging met elkander, met binnen- braak, gepleegd in het rijksgesticht Ommerschans, de eerstgenoemde buitendien nog aan schriftelijke be dreiging van brandstichting aan de heeren Wolfï en Binnen te Rotterdam, met bedreiging van moord, na vroeger reeds herhaaldelijk te zijn veroordeeld, en verwezen de eerste beschuldigde tot 10 en de anderen elk tot 7 jaren tuchthuisstraf. Veeziekte. Door een aantal landeigenaars en veehouders uit de gemeeuten Oudcarspel, Noordscharwoude, Zuidschar- woude en Broek op Langendijk is aan den minister van binnenlandsche zaken een adres ingezonden, waarin adressanten te kennen geven dat zij met zekerheid ver nomen hebben, dat er onder de runderen een ras bestaat, waarvan een gedeelte geheel onvatbaar is voor den nog steeds heerscbenden veetyphus, terwijl een ander ge deelte, hoewel vatbaar voor de ziekte, echter daaraan niet sterft; dat dit een en ander afhankelijk is van de meerdere of mindere aanwezigheid der teekens of ken merken welke dat ras aanduiden, met welke teekens bekend zijn de heeren A. Paarlberg, aan den Helder, en zijn zoon C. Paarlberg, in de Zijpe woonachtig. Daar volgens opgaaf van genoemde beeren een groot aantal van dat ras in Nederland aanwezig is, zoo komt het adressanten wenschelijk voor, zooveel mogelijk is dat ras te behouden en aan te fokken, ten einde na weinige jaren een ras van runderen te bezitten, die aan veetyphus niet bezwijkenen aangezien in de maanden Maart en April de meeste kalveren worden geteeld, zoude het adressanten mede zeer wenschelijk voorkomen, onver wijld de koeien te doen onderzoeken of zij meergemelde kenmerken bezitten, ten einde dezen en hare kalveren in het leven te behouden. Het adres sluit met het ver zoek om, alvorens runderen te doen afmaken, een nauw keurig onderzoek in te stellen, of bij zoodanig vee boven gemelde teekens min of meer aanwezig zijn, ten einde die te sparen en in het leven te laten. De Staatscourant heeft medegedeeld deopgaven be treffende den veetyphus over de week, beginnende den lOden en eindigende den 16den Maart. Daaruit blijkt, voor zooveel de provincie Zuid-Holland betreft, dat in die week zijn aangetast 751 runderen; 251 zijn gestorven, 4 afgemaakt en 49 hersteld, terwijl er 447 in behan deling bleven. Sedert het uitbreken der ziekte zijn in die provincie 92,501 runderen aangetast, waarvan er 43,793 stierven, 14,974 werden afgemaakt, 32,980 her stelden en 754 nog ziek zijn. In de provincie Noord-Holland werden in die week aangetast 25 runderen, gestorven 1; 23 werden afge maakt, hersteld geene en nog ziek 1; bovendien werden nog 18 niet aangetaste runderen afgemaakt. Sedert het uitbreken der ziekte werden 8087 runderen aan getast, waarvan er 958 stierven, 6288 werden afgemaakt en 840 herstelden, terwijl 1 zieke aanwezig is. In 't geheel werden 3013 niet aangetaste runderen afge maakt. In de provincie Gelderland werden in die week aange tast 11 runderen, gestorven 0; 52 werden afgemaakt, hersteld en nog ziek geene. Sedert het uitbreken der ziekte werden 853 runderen aangetast, waarvan er 46 stierven, 3455 werden afgemaakt, hersteld 4 en ziek geene. In de provincie Utrecht werden in die week aange tast 284 runderen; 160 stierven, afgemaakt geene, 149 herstelden. Sedert het uitbreten der ziekte werden 49,912 runderen aangetast, waarvan er 30,233 stierven, 3479 werden afgemaakt en 15,955 herstelden. In het geheel zijn nog ziek 242 runderen. In de provincie Noord-Braband aangetast 5, gestor ven 1, afgemaakt 27, hersteld en ziek geene. Sedert het ontstaan der ziekte aangetast 296; gestorven 14 en afge maakt 483, hersteld en ziek geene. Blijkens eene bij deze opgaven gevoegde recapi tulatie zijn aangetast van 24 Februari tot 2 Maartin Zuid- Holland 878, in Noord-Holland 104, in Gelderland 14, in Utrecht 252, in Noord-Braband 0, totaal 1248. Van 3 tot 9 Maart: in Zuid-Holland 935,in Noord Holland 167, in Gelderland 5, in Utrecht 256, Noord Braband 0, totaal 1363. Van 10 tot 16 Maart: in Zuid-Holland 751, in Noord-Holland 25, in Gelderland 11, in Utrecht 284, in Noord-Braband 5, totaal 1076 runderen. Gemengde berichten. Dinsdag heeft te 's Gravenhage de onthulling plaats gehad van den gedenksteen voor Bilderdijk, gesteld in den gevel van het huis aan de Prinsengracht, no. 32, waar de dichter van 1786—95 heeft gewoond. Zij, die deze hnlde aan de nagedachtenis van Neerlands grooten dichter bewezen, waren in voornoemd huis, thans bewoond door den heer J.J.Jansen, bijeengekomen. Dr. Wap, van wien bet denkbeeld dat thans in uitvoering kwam, was uitgegaan, voerde het eerst het woord en gaf eene schets van Bilderdijk's leven, van den man die eene eereplaats onder de dichters en denkers van alle tijden behoort in te nemen. Daarna werd de oirkonde der plechtigheid door den wethouder Collot d'Escury in ontvangst genomen. Vervolgens herdacht de heer mr.-J. van Lennep, in weinige dichtregelen „den bard bij uitnemendheid." De hoogleeraar de Vries bracht hnlde aan Bilderdijk, als taalvorscher; de abt Brouwers hield eene lofrede op den dichter; de heer Alberdingk Thym wees er op wat bij als mensch en als dichter aan den be zielenden invloed van Bilderdijk's werken te danken beeft. De heer Hofdijk zette Bilderdijk's groote verdien sten als gesobiedvorscher uiteen en noemde hem ook op dat gebied baanbreker. De heer Capadose sr. herinnerde hoe Bilderdijk bovenal was geweest een man des ge- beds, die zich niet alleen bewust was, dat hij alle gaven en krachten had ontvangen van God, maar die ook te zijner eer gebruikte. Daarop volgde nog eene warme toespraak van den heer mr. H. J. Koenen. Ten slotte noodigde de beer Wap kapitein Bilderdijk, zoon uit 's dichters tweede huwelijk, (thans te Middelburg in garnizoen) uit, het eerst zijn naam te teekenen in het register, waarin de plechtigheid van den dag wordt ver meld. De kapitein Bilderdijk, na hieraan te hebben voldaan, dankte de aanwezigen voor de hulde, aan zijn booggeschatten vader bewezen. Handelsblad De te Leeuwarden in het tuchthuis gedetineerde van den Boef, van wien in der tijd is melding gemaakt als de vermoedelijke dader van den voor een paar jaren op een jong meisje te Dinteloord gepleegden moord, is Dinsdag van Leeuwarden naar Breda getransporteerd. Hij moet, naar wij vernemen, den moord volledig hebben bekend. Uit Bergen op Zoom schrijft men„De haring vangst op de Ooster-Schelde is sedert eenige dagen toe genomen en verschaft aan de nijvere vissehers van hier en het naburige Tholen een redelijk bestaan, hoewel de hoeveelheid nog beperkt is en voor elk, por getij, op 1000 Stuks baringen kan gerekend worden, dieopstroom a 1.30 per 100 en voor 2 cents per stuk aan de wonin gen der ingezetenen verkocht worden." In de laatste dagen is weder door twee Belgische rechtbanken eene verschillende uitspraak ter zake van eedsweigering door getuigen gedaan. Terwijl eene recht bank te Namen er geen bezwaar in beeft gezien om een getuige, die bet godsdienstige formulier van den eed weigerde nit te spreken, tot bet afleggen van getuigenis toe te laten, is door eene rechtbank te Spa een getuige, die dit eveneens weigerde, geweerd, en in eene boete van 15 franken, of bij niet-voldoening daarvan tot eene gevangenisstraf van acht dagen, veroordeeld. Aan de Malta Times wordt van Mitylene geschre ven, dat de aardbeving, die aldaar den 8 Maart gewoed heeft, niet slechts de stad van dien naam, maar nagenoeg de helft van het eiland, en daaronder ook de stad Molivo, die eene bevolking van zes of zeven duizend zielen telt, in puin heeft doen verkeeren. Het aantal slachtoffers word, te Mitylene alleen, op 800 of 1000 dooden geschat, behalve de gekwetsten en verminkten. De eerste schok hield, zooals de briefschrijver verklaart, bijna onafge broken 18 minuten aan en werd spoedig door een tweede van nog langeren duur gevolgd. De grond was op ver scheidene plaatsen tot eene aanmerkelijke breedte gespleten, en eene van de hoofdstraten der stad Mitylene was geheel verzwolgen en door een slijkpoel vervangen. In geheel het Oosten, o. a. te Smyrna, Magnesia, Adra- myti, Gallipoli en Konstantinopel, zijn van 7 tot 9 Maart sterke aardschuddingen waargenomen. Uit een particulier schrijven uit Batavia van 15 Fe bruari 11. aan de Nieuwe Rotterdamscbe courant blijkt, dat de heer S., chef der firma S. C. te Bangkok, bene vens de kapitein van een Engelsch schip, tot levenslangen dwangarbeid zijn veroordeeld, omdat zij in overleg twee malen de lading van het scbip verzekerd hadden, waarin niets geladen was dan ballast. De eerste stuurman is tot vijfjaar tuchthuisstraf veroordeeld. Van de in Abyssiniscbe gevangenschap zich bevin dende Europeanen zijn berichten ontvangen dd. 28 Janu ari jl. Zij bevonden zich nog geketend in de gevangenis der bergvesting Magdala; er bestond wel geene vrees voor verdere mishandeling, maar ook geene hoop op spoedige bevrijding. De door den heer Flad aan koning Theodorus ter band gestelde brief van koningin Viotor scheen aanvankelijk indruk op dien vorst te maken, doch later veranderde die gemoedsgesteldheid weder. Het bevestigt zich, dat Theodorus de oude hoofdstad van Abyssinië, Gondar, heeft vernield; bij spaarde zelfs niet de kerken, waarvan men er 44 telde; hierdoor was veel verbittering ontstaan. Hij bield den abnna of bisschop, alsmede den achaggaz of hoofd der monniken gevangen. Hij heeft Magdala, sedert de verwoesting van Gondar, tot zijne residentie gekozen, omdat deze plaats uitmuntend kan verdedigd worden en bovendien in eene gezonde, ja zelfs zeer koele atmosfeer is gelegen. Overal in het land heerscht regeeringloosbeid, en de muitelingen hielden de wegen tot op weinige uren vóór Magdala bezet; in weerwil hiervan moet de koning zich zeer gerust achten, vermits hij eene tweede expeditie naar Godscham op het oog heeft. Yerkooplngen cn aanbestedingen. Jl. Woensdag zijn te Koudekerke ten verkoop aange boden de volgende perceelenI. Eene hofstede genaamd 1'Espérance, met woonhuis, schuur, stalling en verderen timmer, staande en gelegen in de gemeente Koudekerke, met 1 bund. 56 roed. 70 ellen grond. Verkocht voor 3905.30. II. 40 roed. 50 ellen bouwland, gelegen onder Koudekerke. Verkocht voor 685. III. 1 bund, 2 roed. 10 ellen weiland, gelegen onder Koudekerke. Verkocht voor 1746. IV. 77 roed. 90 ellen bouwland en sprink, gelegen onder Koudekerke. Verkocht voor 900.V. 71 roed. 80 ellen bouwland, gelegen onder Koudekerke. Verkocht voor 723. VI. 1 bund. 1 roed. 40 ellen weiland, gelegen onder Vlissingen en Koude kerke. Verkocht voor 805. VII. 56 roed. 60 ellen weiland, gelegen onder Kondekerke. Verkocht voor 524. VIII. 1 bund. 13 roed. 20 ellen bouw- en wei land, onder Vlissingen. IX. I bund, 19 roed. 80 ellen weiland, onder Vlissingen. X. 64 roed. 20 ellen wei land en sprink, onder Koudekerke. De drie laatstge noemde perceélen zijn niet verkocht. Thermometerstand. 27Maart.'sav. 11 u.47 gr. 28 'smorg.7u.47gr.'smidd.lu.50gr.'sav.llu.42gr. ,29 'smorg.7u.39 'smidd. 1 u.49gr. Staten-gencraal. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag, 07 Maart. Beraadslaging ovèr 6n aanneming van het wetsontwerp tot den aanleg van forten. Aanvang der beraadslagingen over de begrootingen van financiën. Het wetsontwerp tot verhooging der begrooting van oorlog voor 1867, dat heden behandeld is, heeft ten doel de uitgaven vast te stellen voor den aanleg van vier forten en daarmede in verband staande werken, nabij Utrecht in de nieuwe Hollandsche waterlinie, geraamd op 1,618,000, waarvan echter voor deze begrooting is uitgetrokken eene som van ƒ510,000. Eene korte woordenwisseling had over dit ontwerp plaats, waaraan door de heeren de Bieberstein, de Roo van Alderwerelt, Ileydenrijck en den minister van oor log werd deelgenomen, waarna het met 55 tegen 2 stem men (de heeren Guljé en Dumb'ar) werd aangenomen. ^Hierna werden de algeineene beraadslagingen geopend over hoofdstuk VIM (begroofing van financiën.) f De eerste spreker, de heer Blom, wierp in de eersie plaats een terugblik op de vroegere en de tegenwoordige verklaringen van den minister, waarbij bij deed uitko men, dat de minister, die vroeger de zaken zoo donker had ingezien, thans ér geheel anders over denkt, terwijl hij nn juist den financieelen toestand niet zoo gunstig beschouwt als de minister. Hij komt ook op tegen de verklaring des ministers, dat er geene wijziging kan worden gebracht in de belasting wetten, en verlangde wijziging der patentwet, herziening der wetten op het personeel en op het kadaster, en ver betering der wet op den zeepaccijns. Tevens wenscht bij herziening der algemeene wet van 1822. De maatregel, ten vorigen jare genomen, tot staking der amortisatie, wordt door hein afgekeurd, terwijl hij als maatregel van bezuiniging aangaf de agentschappen van deNeiierland- sche bank te belasten met de werkzaamheden der betaalmeesters. Hij verklaarde ten slotte tegen deze begrooting te zullen stemmen, omdat hij geen vertrou wen stelde in het financieel beleid van dezen minister. Gelijke verklaring werd afgelegd door de heeren Guljé en Viruly Verbrnggen, die hierop het woord voerden. De heer Guljé had gaarne bij de algemeene discussie zijne bezwaren kenbaar gemaakt tegen bet niet dadelijk dekken der uitgaven. Hij kon echter niet tegenwoordig zijn en vermits dit nu niet meer kon geschieden,bepaalde hij zich tot de begrooting aan de orde. Hij betoogde dat de minister niet de noodige zuinigheid in het oog hield en betreurde het dat geene herziening van het belasting stelsel zon worden ondernomen. Hij zou toch vooral wenschen herziening der wet op den zeep-aceijns, alsmede afschaffing van de patentwet. Eveneens wil hij herzie ning der algemeene wet van 1822; terwijl bij eindelijk verklaarde geen minister te kunnen steunen die tot zulke groote uitgaven had medegewerkt, dat er thans zeker een einde is gemaakt aan een toestand, waarin wij ster ker stonden tegenover de toekomst dan ooit.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 2