föuiteniantr. ifttijöinQm. ÏXtoaöigljdiX a,. ui,..,,.. Brieven uit België. raet 200,000 en een van den heer Stieltjes, tot vermin- Gering met ƒ500,000. Het doel van het amendement van den heer de Roo was om 12 sterke escadrons te behouden, maar de regi menten van 4 tot 3 terug te brengen. Dat van den heer Stieltjes had tot strekking om de sterkte van de cavalerie te verminderen en het daardoor uit te sparen geld tot meer nut voor :s lands verdediging aan te wenden. Ook deze amendementen werden door den minister en verschillende leden krachtig bestreden, waarbij ook weder gewezen werd op het onraadzame om bij amendement de geheele legerorganisatie te willen veranderen. De minis ter van oorlog verklaarde dan ook bepaald dat de voor gestelde amendementen zóo diep ingrijpen in zijne orga nisatie, dat hij tot zijn leedwezen moest verklaren dat hij, bij aanneming er van, zijne verantwoordelijkheid niet faLu^r achten en dat hij dan ook de verantwoorde lijkheid zou moeten laten voor rekening van hen, die de voorstellen zouden aannemen. De beide amendementen werden hierop verworpen. Dat van den heer Stieltjes met 56 tegen 14, en dat van en heer de Roo met 41 tegen 29 stemmen. ,00r bet amendement van den heer Stieltjes stemden de heeren Zjlker, van Delden, Viruly, Fransen van de Putte, Dumbar, van der Maesen, Geertsema, van Blom, van Limburg Brouwer, Reinders, Stieltjes, Guljé, Blom en Dullert. Voor dat van den heer de Roo verklaarden zich de heeren Dullert, Moens, Zijlker, Bots, van Delden, van Beyma, Fokker, Heydenrijck, Hingst, Viruly, Fransen van de Putte, Westerhoff, Dumbar, Dam, van der Maesen, Geertsema, van Blom, Limburg Bronwer, de Roo, Pijpers, flhorbecke, van der Linden, Reinders, Stieltjes, Guljé, Beens, Blom, Kerstens en Wybenga. Pen slotte werd heden behandeld art. 11 (artillerie) en het daarop voorgesteld amendement van den heer Stieltjes, om dit artikel te verhoogen met ƒ13.000. Het doel van dit amendement is het regiment veld artillerie te behouden zooals het is, met 11 compagniën, 2 trein-compagniën en een depót, maar met 700 troepen paarden. De heer Stieltjes wil echter het korps rijdende artillerie afschaffen en dit veranderen in een korps veld artillerie van de halve sterkte van het regiment veld artillerie, en dus te brengen op 5 compagniën, 1 trein- Compagnie en 1 depöt. Ook dit amendement werd krachtig bestreden, vooral op grond der uitstekende diensten door de rijdende artil lerie steeds bewezen. Het werd mede verworpen met 57 tegen 8 stemmen. Voor de heeren Geertsema, van Limburg Brouwer, R°°, Stieltjes, Zijlker, van Eek, Viruly en Fransen van de Putte. Maandag behandeling van art. 11 (genie) waarop mede door den heer Stieltjes een amendement tot vermindering van het getal officieren is voorgesteld. Algemeen overzicht. De Parjjsche dagbladen bevatten steeds een aantal geruchten omtrent den beweerden afstand van het her togdom Luxemburg aan Frankrijk. In la Presse van eergisteren avond leest men het volgende: „Een reeds dikwijls tegengesproken bericht was gisteren weder onder de leden van het wetgevend lichaam in omloop. Luxemburg zou door den koning van Nederland [niet in deze qualiteit in allen gevalle] aan Frankrijk zijn afge staan tegen eeue schadevergoeding van honderd millioen franken, uit de Fransche schatkist te voldoen. Deze af- So-"d zou b'DneQ v'er en twintig uren door den Monitenr officieel worden medegedeeld." Tot dusverre is deze officieele mededeeling echter uitgebleven, doch het be licht wordt door le Temps in zijn uommer van heden ten zeerste bevestigd. Het Journal des Debats, sedert den laatsten tijd aan ao Napoleontische regiering verkocht, bevat een artikel over Mexico, waarin het op spottenden toon spreekt van en van Hp Mn Z1J" lot °vferëelaten keizer Maximiliaan dien vorst rerrr1,Jkte eerzuohtige droomen van den dag te wezen. Hier spot men ,net personen, die geloof heek ten aan de bepaalde beloften en verzekeringen van Napoleon III en thans z.ch bedrogen zien;ginds vergoodt men den beruchten tweeden December, in tegenwoordig heid van hen die toen in ba lingschap werden gezonden. Naar aanleiding der laats te stormachtige interpellatie debatten m het wetgevend lichaam hebben de leden der tteerderheid een parlementaire club opgericht en daartoe hotel gehuurd in de rue de rArcade. In de iegeerin°-s- '•ngen is men echter hiermede niet zeer ingenomen, in* i- tban8 'eden der meerderheid zich omtrent de' s,.g, 'ende wetsontwerpen onderling zullen kuunen ver- ',an' 'eeds te voren zich zullen kunnen verbinden om alzoo d 8t6m ia dezen of genen zia nit te brenSen en ue woordvoerder der regeering minder dan vroeger de meerderheid zal kunnen leiden. g re e ve met Baden en Beieren heeft de Pruisische W,JnDg 0ok een °f- eD defensief tractaat gesloten met on?',n'e ergl ^1' wordt thans officieel door het officieel DezeVün dKt rÜk medegedeeld. Noord i) -agen beeft de overgroote meerderheid in het feederat "lt3cb Pa<'lemeut weder een blijk gegeven vau de e overeenstemming met den heer von Bismarck. De vergadering had op vrij grievende wijze het woord ontnomen aan een lid der catholieke partij, den heer Michelis, onder voorwendsel dat hij bij de artikelsgewijze discussie over het constitutie-ontwerp tot algemeene beschouwingen over dat ontwerp terugkeerde. Na de sluiting der debatten vroeg deze afgevaardigde het woord voor een personeel feit en verklaarde „dat hij na bedaard en kalm overleg zijne betrekking nederlegde en de vergaderzaal verliet." De meerderheid had hierop de verregaande onbeschaamdheid om, terwijl de heer Michelis zich uit de zaal verwijderde, te applaudisseeren. Uit dergelijke verschijnselen kan men weder ontwaren welk een demoraliseerende invloed de laatste evolntiën van den minister von Bismarck op Duitschland hebben uitgeoefend, dat thans in het zoogenaamd Noord-Duitsch parlement zulk eene meerderheid zetelen kan. In de op eergisteren door den Hongaarschen landdag gehouden zitting is door graaf Audrassy, namens de regeering, verklaard dat alle geruchten omtrent eene samentrekking van troepen ongegrond waren en dat keizer Frans Jozef, noch als keizer van Oostenrijk, noch als koning van Hongarije eenig belang had in het tegengaan van de „vredelievende ontwikkeling" der volken in het Oosten. Brussel, 23 Maart. De gebeurtenissen der toekomst werpen een schaduw over de tegenwoordige. Ongerustheid heeft zich meester gemaakt van aller gemoederen; zij schemert door in elke beraadslaging onzer publieke vergaderingen. Men gevoelt, dat zij drukt in de tweede kamer, waar men tegen den cauchemar van het algemeen stemrecht strijd voort, en in den senaat, waar men heden bijna met geestdrift voor het budget van oorlog stemde. Inderdaad, niemand zou thans durven beweren dat er morgen niet eene gebeurtenis kan plaats grijpen, die Europa aan alle zijden in vuur en vlam zet. Het gevaar bedreigt ons van alle kanten. Zelfs hebben wij heden in den senaat hen die systematisch elke verhooging der militaire uitgaven bestreden en afstemden, bereid gevon den om eiken eisch van de regeering in te willigen. „Wij hebben een sterk leger noodig!" Dit ia de alge meene lens. Iedereen gevoelt dat onze onzijdigheid slechts een lokaas is, en dat, wanneer een oorlog tusschen Frankrijk en Pruisen uitbreekt, België genoodzaakt zal zijn zich aan de eene of andere zijde te scharen, indieu het niet tusscben die beide machten verbrijzeld wil worden of voor schüvergoeding aan den overwinnaar wil dienen. De mogelijkheid van een algemeenen Europeeschen oorlog heeft eindelijk de oogen onzer regeering geopend. Ik meen te weten dat zij aan hare bedreigingen om de tusschenkomst der groote mogendheden voor de Schelde- quaestie in te roepen, geen gevolg zal geven. Dit althans weet ik zeker, dat verscheidene der collega's van den heer Rogier hem terecht verweten hebben, dat hij zich onvoorzichtig en te onpas in eene lastige zaak heeft gestoken. Dit schijnt ook de opinie van den senaat te zijn, want die vergadering heeft heden den heer Forgeur, een senaatslid uit Luik, zeer toegejuicht, toen deze welspre kende patriot de overtuiging uitte dat bij een Europee schen oorlog België en Nederland zich zouden vereenigen om hunne onafhankelijkheid en grondgebied te ver dedigen. In een hoofdartikel van le Temps lees ik zoo even, dat de koning van Pruisen zich reeds als de beschermer van België voordoet. Daaraan hecht ik echter niet veel, en ik kan moeielijk aannemen dat België, indien het geval zich voordeed, zich zou vereenigen met Pruisen, dat hier ten zeerste verfoeid wordt. Ten opzichte van Luxemburg zijn er nog duizenderlei geruchten in omloop. Er is zeer ernstig sprake om de Luxemburgers door eene algemeene stemming te doen verklaren bij welk land zij het liefst zouden gevoegd worden. Te Parijs vertelde men gisteren, dat Pruisen dit groothertogdom voor eenige millioenen aan Frankrijk had afgestaan. Louter verzinsels. Neen, dan kent men Duitschland niet. Wanneer de koning van Pruisen vijf of zes jaar geleden, te Sarrelouis, op de Fransche gren zen gelegen, verklaarde dat hij geen duim grondgebied zou afstaan, kan er nu onmogelijk van zulk een afstand sprake zijn, waar 40 millioen Duitschers het hem zouden beletten. Meer dan ooit herhaal ik thans hetgeen de verklaring van den heer von Bismarck bevestigd heeft, dat de Lim- burgsche en Luxemburgsche quaesties tot de onafgedane zaken zullen blijven behooien. Zij zijn de Sleeswijk-Hol- steinsche van het Westen. Laat men bij tijds zorgen, dat zij niet noodlottig voor Nederland worden, zooals de Elbe-hertogdommen het voor Denemarken geweest zijn. De discussie in de tweede kamer over de hervorming van het kiesstelsel is alles behalve schitterend, en de groote aandrang van de eerste dagen om een plaats op de tribunes te vermeesteren, is dan ook aanmerkelijk verminderd. En toch was heden de beurt aan den heer Frère Orbau om te spreken, neen tot het voorlezen eener redevoering, die niets anders bevatte dan een diatribe tegen het algemeen stemrecht; nooit hoorde ik hem dat hij zoo laag bij den grond, zoo zonder eenige verheffing bleef. Behalve bij den heer Bouvier, den ministerieelen bouffon, vond hij dan ook bij de kamer weinig aanmoe diging, en nooit werd hij zoo weinig toegejuicht als gisteren en heden. De senaat heeft het wetsontwerp tot intrekking van art. 1781 van het burgerlijk wetboek, waarbij bepaald wordt dat in een conflict tusschen werklieden en hunne meesters, de laatste op hun woord moeten geloofd worden, gelijk te verwachten was, verworpen. De heer Bara heeft van deze zaak geen portefeuille quaestie gemaakt, en daarin zal wel niemand hem ongelijk geven. Op dit oogenblik worden, naar men mij uit een goede bron verzekert, te Brussel handteekeningen verzameld voor een petitie aan de kamer van vertegenwoordigers, waarbij afschaffing van den senaat en herziening der constitutie gevraagd wordt. Ik behoef u nauwelijks te zeggen dat deze petitie niet de minste kans heeft van in behandeling te worden genomen, maar haar ontstaan verdient toch als een teelten des tijds de aandacht. Prins Orloff, de Russische ambassadeur bij het Bel gische hof, heeft heden de zitting der tweede kamer bijgewoond. Gisteren namiddag te éen uur is ter reede van Vlissin- gen gearriveerd het barkschip LuctoretEmergo,gezagv. L. P. de Vries, met eene lading voor de N. H. M. voor deze stad. Schip en equipage zijn in goeden staat. Het schip Baron van Heemstra, gezagvoerder F. Nepperus Fz., is van Bombay bevracht naarLiverpool, Schip en equipage waren in goeden staat. Den 23 dezer is in de haven van Vlissingeu gekomen de Nederlandsche galjoot „Adriana Francisca," gezagv. A. van Eyk, komende van Engeland met eene lading steenkolen bestemd voor die stad. jtleckrapprijzen. Rotterdam 25 Maart. De handel was voortdurend slap. Graanmarkten enz. Amsterdam 25 Maart. Raapolie op zes weken 38}. Lijnolie op zes weken 38). Rotterdam 25 Maart. Witte boonen waren heden 50 en erwten 20 cent hooger. Axrn. 23 Maart. Tarwe 10.85 a ƒ11.30; rogge ƒ7.30 a 7.65; wiutergerst 7.30 a 7.65; zomergerst 7.10 a 7.20; haver 3.35 a ƒ3.90; paardenboonen 6.30 a /6.75; duiven boonen 7.10 a 7.30; bruinebooueu 10.25 a 12.15; groene erwten ƒ7.45 a 8.40; gele dito 7.45 a ƒ7.95; grauwe dito 8.40 a 8.85boekweit ƒ7.10 a 7.30. Middegburg 25 Maart. Raapolie 38^. Patentolie ƒ40}. Lijnolie 42 op zes weken, contant 1 lager. Prijzen vau eiiect e 11. Amsterdam 25 Maart 1867. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2) pet. 55 j dito dito dito 3 65} dito dito dito 4 86} Aand. Handelmaatschappij 4.) 1431 België. Certificaten bij Rothschild 2} Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 92} Certific. Hope co4 58} Oblig. dito 1855, 6e serie 5 75} dito dito Leening 1860 4} 81} dito ƒ1000 1864 5 87 CertiCcaten 6 39} Aand. spoorweg183} Oblig. 1000 1866 5 „86 Loten 1866 5 64} Polen. Schatkistobligatiën4 59 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 45} dito 1847/1852 2} 22} dito rente Amsterdam5 64) dito 1864 5 56} dito fr. 500 1865 5 59} dito nationale5 51tV Bankactiën3 Italië. Leening 18615 Spanje. Obligatiën3 thans 2} 31 Ainortisable schuld Portugal. Oblig. 18561862 3 "jJ Griekenl. dito (blauwe)5 13} Turkije. dito (binnenl.) Amerika. dito Vereenigde Staten (1882) 6 77 dito Illinois 7 76} dito St. Paul Pac. Spw. 2e sec. 7 dito Atl.Gr.W.Spw. Ohio sec.(p) 7 35 j dito dito geconsolideerde 7 22} dito dito debentures 8 „31} Brazilië. dito 1852/63 62} dito 1865 n 71} Mexico. dito n Grenada. dito afgestempeld4} 13iV Venezuela, dito Middelburg, 25 Maart 1867. Door DIAKENEN der Nederd. Hervormde gemeente alhier is in ^datflTTmtyaugen, bij de collecte in de Koor kerk op jLiZondstgj twee giften, t. w. van N. S. ad 10.— en van R'. nd ƒ2. Ty j. VAN DEINSE Jr., Voorz. A. E. VERWIJS, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 3